Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ommen

Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Ommen 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOmmen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening commissie bezwaarschriften gemeente Ommen 2021
CiteertitelVerordening commissie bezwaarschriften gemeente Ommen 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpVerordening commissie bezwaarschriften gemeente Ommen 2021

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2021Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Ommen 2021

29-04-2021

gmb-2021-164905

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Ommen 2021

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

1. In deze verordening wordt verstaan onder:

a. verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

b. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ommen;

c. commissie: commissie bezwaarschriften;

d. wet: de Algemene wet bestuursrecht.

2. Waar in deze verordening wordt gesproken over belanghebbenden, worden daarmee - voor zover van belang - bedoeld de bezwaarmaker en eventuele derde belanghebbenden en/of gemachtigden.

 

 

Artikel 2 Inleidende bepalingen commissie

1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

2. De commissie is niet bevoegd te adviseren ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

a. een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

b. gemeentelijke belastingen en rechten als bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;

c. een wettelijk voorschrift inzake rechtspositionele aangelegenheden.

3. Elke kamer bestaat uit een externe voorzitter en twee externe leden.

4. De voorzitter en de leden nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

 

Artikel 3 Benoeming, schorsing en ontslag

1. De voorzitters en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

2. Het college benoemt een genoegzaam aantal plaatsvervangende leden.

3. De (plaatsvervangende) voorzitters en leden maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Ommen.

4. De commissie regelt de onderlinge vervanging van de voorzitters en de leden, ingeval van verhindering of ontstentenis.

5. De leden van de commissie zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hen bij uitoefening van hun lidmaatschap ter kennis komt.

 

Artikel 4 Het secretariaat

1. Het college zorgt voor een adequaat ambtelijk secretariaat voor de commissie.

2. Het secretariaat bestaat in ieder geval uit één secretaris of meer secretarissen die de commissie ondersteunen in haar adviserende taak.

3. Het secretariaat is verantwoordelijk voor:

a. het vanuit juridische expertise ondersteunen van de commissie, waaronder het inhoudelijk voorbereiden van de hoorzitting, de verslaglegging van de hoorzitting en het opstellen van conceptadviezen;

b. het systematisch bijhouden van de procesgang van stukken die bij de commissie voor behandeling zijn binnengekomen;

c. het actief voeren van regie op de bezwaarprocedure.

 

Artikel 5 Zittingsduur

1. De voorzitters en de leden worden benoemd voor een periode van vier jaar. Zij zijn hierna ieder maximaal twee keer voor een periode van vier jaar herbenoembaar.

2. De voorzitters en de leden kunnen op ieder moment ontslag nemen.

3. De voorzitter en de leden kunnen door het college bij een met redenen omkleed besluit en tegen een daarin te bepalen datum van hun functie worden ontheven, indien zij zodanige daden of gedragingen hebben verricht, dat redelijkerwijs niet verlangd kan worden, dat hun voorzitter- respectievelijk lidmaatschap voortduurt, of indien de vereiste bekwaamheid of geschiktheid wordt gemist om de taak als voorzitter of lid naar behoren uit te voeren.

 

Artikel 6 Vergoedingen

1. De leden van de commissie ontvangen per bijgewoonde vergadering een vergoeding van € 185,00.

2. De voorzitter van de commissie, of het commissielid dat het (plaatsvervangend) voorzitterschap in een vergadering van de commissie vervult, ontvangt per bijgewoonde vergadering een vergoeding van € 230,00.

3. Het college bepaalt jaarlijks de hoogte van de vergoedingen van de leden en de voorzitters van de commissie.

4. De leden en voorzitters van de commissie ontvangen de geldende reiskostenvergoeding per kilometer of op basis van openbaar vervoer (2e klasse).

 

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift

1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

3. Het secretariaat stuurt een bericht van ontvangst aan de indiener, het verwerend orgaan en aan eventuele andere belanghebbenden. Daarbij wordt de te volgen procedure en de vermoedelijke datum van de hoorzitting meegedeeld.

 

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden voorzitter

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de wet worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter:

a. artikel 2:1, tweede lid, voor wat betreft het verzoek om een machtiging indien sprake is van bijstand door een gemachtigde;

b. artikel 6:6, voor wat betreft het stellen van een termijn aan de indiener om een gebrek te herstellen;

c. artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie, aan bezwaarmaker of indien van toepassing aan gemachtigde;

d. artikel 7:3, voor zover het afzien van de hoorplicht betreft;

e. artikel 7:4, tweede lid, voor zover het terinzagelegging voor belanghebbenden betreft, gedurende een week;

f. artikel 7:6, vierde lid, voor wat betreft het afzonderlijk horen.

 

Artikel 9 Vooronderzoek, bemiddeling

1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

3. De secretaris van de commissie kan in overleg met de voorzitter en na overleg met het verwerend orgaan, onderzoeken of het bezwaar in der minne kan worden bijgelegd, of dat door het verwerend orgaan (deels) tegemoet kan worden gekomen aan de bezwaren.

 

Artikel 10 Stukken en verweerschrift

1. De commissie nodigt het verwerend orgaan uit de op het bezwaarschrift betrekking hebbende stukken over te leggen en een verweerschrift in te dienen.

2. De stukken en het verweerschrift worden uiterlijk twee weken voor de hoorzitting in handen van de commissie gesteld.

 

Artikel 11 Hoorzitting

1. De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

2. Indien de voorzitter op grond van artikel 8 onder d van deze Verordening besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan belanghebbenden en het verwerend orgaan.

 

Artikel 12 Uitnodiging zitting

1. De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

2. Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid van dit artikel van deze Verordening.

 

Artikel 13 Quorum

Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, onder wie in elk geval de voorzitter, of zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

 

Artikel 14 Openbaarheid hoorzitting

1. De hoorzitting van de commissie is openbaar.

2. De deuren bij een openbare zitting kunnen worden gesloten indien de voorzitter of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

 

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging

1. Het verslag van het horen als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

2. Het verslag houdt een korte vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

3. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de bezwaarschriftencommissie.

 

Artikel 16 Nader onderzoek

1. Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek met inachtneming van het bepaalde in artikel 7:9 van de wet.

4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 17 Raadkamer en advies

1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen. Indien de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

3. Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

4. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

5. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

 

Artikel 18 Uitbrengen advies en verdaging

1. Het advies wordt, onder meezending van het verslag als bedoeld in artikel 15 van de Verordening en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het verwerend orgaan.

2. Indien naar het oordeel van de voorzitter de termijn van twaalf weken, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan om tijdig de beslissing te verdagen.

3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

 

Artikel 19 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks aan het college schriftelijk verslag uit van haar werkzaamheden.

 

Artikel 20 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2021.

 

Artikel 21 Overgangsbepaling

Bezwaarschriften die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend worden behandeld overeenkomstig deze verordening.

 

Artikel 22 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Ommen 2021.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ommen van 29 april 2021.

 

De raad voornoemd,

de voorzitter mr. drs. J.M. Vroomen en de griffier J.A.R. Tenkinkink