Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Noordenveld

Beleidsregel openbare ruimte en landschappelijke inpassing Oosterveld fase 2 en 3

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieNoordenveld
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel openbare ruimte en landschappelijke inpassing Oosterveld fase 2 en 3
CiteertitelBeleidsregel openbare ruimte en landschappelijke inpassing Oosterveld fase 2 en 3
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

N.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

04-06-2021nieuwe regeling

11-05-2021

gmb-2021-163707

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel openbare ruimte en landschappelijke inpassing Oosterveld fase 2 en 3

Vastgesteld College Noordenveld

11 mei 2021

Inhoud

 

1. Inleiding en ambitie

2. Omgang met bestaande kwaliteiten

3. Inrichting van de openbare ruimte

1. Algemeen

1. Belangrijke groene elementen

2. Woonstraten

2. Inrichting per onderdeel

1. Randen

2. Scheg

3. Woonstraten

4. Zandwegen en paden

 

1. Inleiding en ambitie

 

In dit document zijn de beleidsregels opgenomen ter uitvoering van het Crisis- en Herstelwet (Chw) bestemmingsplan Oosterveld fase 2 en 3. In het Chw bestemmingsplan worden de tweede en derde fase van de woonwijk Oosterveld in Norg mogelijk gemaakt. In het Chw bestemmingsplan is een regel opgenomen waarin wordt aangegeven dat bij de bouw van woningen sprake moet zijn van een goede landschappelijke inpassing. Dit is een open norm, op voorhand is niet duidelijk wat precies onder een ‘goede landschappelijke inpassing’ wordt verstaan. Om invulling te geven aan die open norm zijn deze beleidsregels opgesteld. Er mag gebouwd worden, maar voordat de woningen ter plaatse in gebruik worden genomen moet de landschappelijke inpassing zijn gerealiseerd. Hoe de landschappelijke inpassing moet worden uitgevoerd is opgenomen in deze beleidsregels. De beleidsregels staan los van het Chw bestemmingsplan en kunnen dus los van het plan worden aangepast, mocht dat in de toekomst nodig zijn. Het vaststellen van de beleidsregels en de eventuele wijziging daarvan is een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders.

De ambitie voor de wijk Oosterveld is om een groen woongebied te realiseren. Een woongebied, dat goed integreert in het Norgse landschap en aansluit op het dorp. De wijk grenst aan de oostkant aan de es van Norg. Bestaande zandwegen begrenzen de wijk aan de noord- en zuidkant en doorsnijden de wijk op twee plaatsen. Voor het woonveld speelt de integratie in het omliggende landschap een grote rol. Ook binnen de buurten is de ambitie gericht op een groene woonbuurt met een ontspannen natuurlijke sfeer.

Dit document is bedoeld als een inspirerend document voor iedereen die betrokken is bij Oosterveld fase 2 en 3. Dit document geeft de uitgangspunten voor de inrichting van de openbare ruimte.

2. Omgang met bestaande kwaliteiten

 

De deelgebieden fase 2 en 3 worden aan drie zijden begrensd door het omliggende landschap. Voor een goede integratie met dit landschap worden de bestaande kwaliteiten gerespecteerd en waar mogelijk versterkt

Bepalend voor het karakter van de es van Oosterveld zijn:

  • De karakteristieke zandwegen die vanuit het dorp over en langs de es lopen;

  • De landschappelijke randen van de es, die bepaald worden door houtwallen, bossen en open ruimtes.

Deze karakteristieken komen terug in de landschappelijke inpassing van de nieuwe woonwijk:

  • Inpassing van de bestaande zandwegen naar het open landschap;

  • Houtwallen langs de zandwegen als overgang naar de woonvelden;

  • Vormgeving van de landschappelijke rand naar de es met houtwallen en opgaand groen;

  • Uitzichten op het open landschap.

3. Inrichting van de openbare ruimte

3.1 Algemeen

Het groen bepaalt zoveel mogelijk de sfeer in de openbare ruimte. Zowel in de woonstraten als in de verbindingen met en overgangen naar het omliggende landschap. De woningen zijn allemaal bereikbaar met auto, fiets en te voet. De hoeveelheid verharding blijft echter beperkt om de groene sfeer de boventoon te geven.

 

3.1.1 Belangrijke groene elementen

  • Het bestaande bos langs de Donderseweg aan de noordzijde van woonveld fase 3;

  • De nieuw aan te leggen houtwallen:

    • Hoogte van de bomen en struiken van 4 tot 6 meter boven het maaiveld: als waarborg voor een maximale zoninval op de zonnepanelen op de daken van de woning. Hiertussen staan enkele hogere bomen (overstaanders). Bij de plaatsing hiervan wordt rekening gehouden met bezonning van tuinen en daken;

    • Met gesloten onderbegroeiing;

    • Breedte profiel houtwal: 5 meter (houtwal van 3 meter breed met 1 meter aan weerszijden). Zie de beheerrichtlijnen uit het Landschapsbeleidsplan van de gemeente Noordenveld (bijlage 6);

    • Onderhoudsstrook van 3 tot 5 meter breed;

    • Als naast de houtwal een zandweg of een weg met een berm ligt, vindt het onderhoud vanaf de zandweg of de berm plaats. Als er geen zandpad of weg ligt, dan ligt er een grasstrook van 3 tot 5 meter langs de houtwal. Deze grasstrook is openbaar toegankelijk voor wandelaars;

  • De nieuw aan te leggen groene scheg tussen de twee woonvelden. Deze groene scheg vervult mede een rol als waterberging als onderdeel van het waterbeheerplan;

  • Groene bermen langs de nieuw aan te leggen woonstraten als versterking van de groene uitstraling binnen de buurt;

  • De beplanting in de woonvelden bestaat uit inheemse soorten passend bij de grondsoorten op de es.

 

3.1.2 Woonstraten

  • De verkeersluwe woonstraten hebben een dorpse vormgeving: straten zonder stoepen met groene bermen, met kleinere bomen en hier en daar struiken;

  • Voor een zo groen mogelijk straatbeeld parkeert men hoofdzakelijk op eigen erf en op enkele plekken worden parkeervakken in de openbare ruimte ingepast.

 

3.2 Inrichting per onderdeel

3.2.1 Randen

Noordzijde

  • De oude zandweg vanaf de Drostenlaan vormt de noordelijke rand van woonveld van fase 3:

    • De zandweg grenst aan het bos langs de Donderseweg;

    • Langs de zuidzijde van de zandweg wordt een houtwal aangelegd. Deze nieuwe houtwal schermt de tuinen en bebouwing af en versterkt de landschappelijke karakteristiek van de zandweg, die doorloopt langs de noordrand van de es.

  • Beplanting in de houtwal:

    • Struiken en mantelbegroeiing, eventueel met enkele hogere bomen (overstaanders);

    • Soorten als hulst, hazelaar, krentenboom, vuilboom, sleedoorn, meidoorn, egelantier, ruwe berk, zomereik, zoete kers, lijsterbes.

Westzijde

  • De nieuw aan te leggen Oosterveldweg vormt de westelijke rand van de woonvelden fase 2 en 3;

  • Profiel:

    • De voortuinen van de woningen sluiten aan op het profiel van de Oosterveldweg, op enkele plekken kan in de openbare ruimte groen worden toegevoegd voor een extra landschappelijke uitstraling bijvoorbeeld bij de overgangen naar de zandwegen en groene scheg.

Oostzijde

  • De woonvelden fase 2 en 3 gaan aan de oostelijke rand over in de akkers:

    • Langs de rand van de woonvelden fase 2 en 3 komen zowel nieuwe houtwallen als een bredere zone met opgaand groen en extensief beheerde opener groene ruimtes. Een deel van deze groene zone wordt ook gebruikt voor de waterberging en infiltratie. Het samenstel van de groenelementen vormt een afwisselende groene rand en sluit daarmee aan op de karakteristiek van de bestaande randen om de es.

  • Profiel houtwal:

    • Langs de nieuwe houtwallen ligt een grasstrook voor het onderhoud van de houtwal. Deze grasstroken zijn openbaar toegankelijk en zijn onderdeel van de wandelroutes in de wijk;

    • Breedte profiel 8 meter.

  • Beplanting in de houtwal

    • Struiken en mantelbegroeiing, eventueel met enkele hogere bomen (overstaanders);

    • Soorten als hulst, hazelaar, krentenboom, vuilboom, sleedoorn, meidoorn, egelantier, ruwe berk, zomereik, zoete kers.

  • Profiel groenzone:

    • Variabele breedte; op de afbeelding Inrichting landschappelijke zone is deze variabele breedte uitgewerkt in het inrichtingsontwerp.

    • Beplanting groenzone sluit aan op de beplanting van de scheg: zie onderdeel scheg voor de specificatie.

3.2.2 Scheg

  • De scheg is een brede groenstrook tussen de woonvelden fase 2 en 3 en dient tevens als overgang van de beide woonvelden naar het open landschap aan de oostkant;

  • De scheg is tevens wadi voor het tijdelijk opvangen van regenwater en om dit te laten infiltreren in de bodem. De wadi staat meestal droog. Bij stevige of langdurige regenval vult de wadi zich met water;

  • Inrichting van de scheg met doorzicht naar het landschap:

    • Aan de zuidkant van de scheg ligt de zandweg Eerste Laan met aan weerszijden twee nieuwe houtwallen. Hiermee loopt het bestaande profiel van de Eerste Laan met zijn beplanting vanuit de woonbuurt Norg Oost door in de nieuwe wijk. De noordelijkste van deze twee houtwallen grenst direct aan de scheg. Deze nieuwe houtwal kan een iets opener beplanting krijgen voor doorzicht naar de scheg en een optimale landschappelijke groenbeleving. De Eerste Laan loopt verder door over de es. In de houtwallen staan:

      • Struiken en mantelbegroeiing, eventueel met enkele hogere bomen (overstaanders);

      • Soorten als hulst, hazelaar, krentenboom, vuilboom, sleedoorn, meidoorn, egelantier, ruwe berk, zomereik, zoete kers, lijsterbes;

    • In de scheg ligt een wadi met een oppervlakte van ca. 4.000 m2 en een diepte van 60 cm. Met glooiende taluds onder een hellingshoek van gemiddeld 1:3. Soms wat flauwer, soms wat steiler;

    • In de scheg en wadi ligt gras met een bloemmengsel. In het gras staan enkele bomen van de eerste orde:

      • Op hoger gelegen delen soorten als zoete kers, meidoorn, zomereik, grove den;

      • Op lager gelegen delen soorten als ruwe berk, zwarte els, boswilg;

    • De wadi is geschikt voor spelen. Er liggen natuurspeelelementen zoals boomstammen en grote keien.

3.2.3 Woonstraten

  • De woonstraten hebben een landelijke en ontspannen dorpse, groene sfeer. De wegen zijn niet recht, maar hebben juist een licht slingerend beloop net als oude landwegen. Aan beide zijden liggen groene bermen tussen de straat en de tuinen. Er liggen geen aparte voetpaden: alle verkeer (voetgangers, fietsers en auto’s) gebruikt de straat.

  • Profiel:

    • Variabele breedte profiel: gemiddeld 12 meter;

    • Wegbreedte 5 meter met hier en daar versmallingen;

    • Geen voetpaden;

    • Grasbermen met enkele en groepjes bomen van de tweede en derde grootte en heesters. Cultivars van soorten als eik, linde, kers, lijsterbes;

    • In de groene bermen liggen inritten naar de woningen;

    • Langs voor-, zij- en achtertuinen grenzend aan openbaar gebied zijn alleen groene erfafscheidingen van bewoners toegestaan. Ter ondersteuning van het groene, dorpse beeld in de buurt.

  • Bewoners parkeren, opdat het straatbeeld zo groen mogelijk blijft:

    • Hoofdzakelijk op eigen erf naast de woningen en/of voor de garages;

    • Op enkele plekken worden parkeervakken in de openbare ruimte ingepast;

    • Bezoekers parkeren in de parkeervakken of in incidentele gevallen op de rijbaan.

  • Materiaal:

    • Verharding in straatbaksteen: donkerrood genuanceerd;

    • Incidenteel liggen gezaagde keien als versiering of aanduidingen in de bestrating.

 

3.2.4 Zandwegen en paden

  • Algemeen

    • De zandweg vanaf de Drostenlaan in oostelijke richting naar het buitengebied blijft als informele noordrand van Oosterveld gehandhaafd. Er komt hier en daar een voetgangersdoorsteek vanaf woonveld fase 3 naar de zandweg;

    • De zandweg Eerste Laan blijft gehandhaafd langs de groene scheg;

    • In de scheg en groenzone langs de oostrand liggen smalle paden door en/of langs de wadi.

    • Materiaal:

    • Hoofdzakelijk natuurlijk: zandwegen en grasstroken en hier en daar halfverharding.