De gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Smallingerland;
ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
gelezen het voorstel van het college, Zaaknummer 101792;
gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht (Awb);
besluiten vast te stellen de volgende
Verordening commissie bezwaren en klachten Smallingerland 2021
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen: de gemeenteraad, het college of de burgemeester;
- b.
college: het college van burgemeester en wethouders;
- c.
commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaren en klachten;
- d.
bezwaar: het gebruik maken van de volgens wettelijk voorschrift bestaande bevoegdheid, voorziening aan te vragen bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen;
- e.
klacht: een uiting van ongenoegen over de wijze waarop een bestuursorgaan of een ambtenaar van de gemeente zich in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk persoon of een rechtspersoon heeft gedragen, met uitzondering van gedragingen van individuele raadsleden.
Artikel 2. Inleidende bepaling
- 1.
Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de gemeenteraad, het college en de burgemeester en ter voorbereiding van de beslissing op klachten als genoemd in hoofdstuk 9 van de Awb.
- 2.
De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaren, die zijn ingediend tegen besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken.
Artikel 3. Samenstelling van de commissie
- 1.
De commissie bestaat uit twee kamers, te weten:
- -
kamer sociaal domein, belast met de behandeling van bezwaren binnen het sociaal domein;
- -
kamer algemene zaken, belast met de behandeling van de overige bezwaren en klachten.
- 2.
Elke kamer bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.
- 3.
De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.
- 4.
Het college benoemt een of meer plaatsvervangende voorzitters.
- 5.
Het college stelt de vergoeding vast voor de voorzitter en de leden in verband met het voorbereiden en bijwonen van een hoorzitting en het formuleren van het advies over de bezwaren of klachten.
- 6.
De voorzitter en de leden kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Smallingerland en kunnen niet woonachtig zijn in de gemeente Smallingerland.
Artikel 4. Zittingsduur
- 1.
De voorzitter en de leden worden benoemd voor een termijn van maximaal vier jaar. Het is mogelijk één keer herbenoemd te worden.
- 2.
De voorzitter en de leden kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.
- 3.
De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.
Artikel 5. Waarborgen voor privacy
- 1.
De voorzitter en de leden zijn, in het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, verplicht tot geheimhouding van de aangelegenheden die de individuele burger betreffen. Deze verplichting is ook van toepassing na beëindiging van het lidmaatschap van de commissie.
- 2.
De voorzitter en de leden zijn gehouden de stukken, die hen voor de uitoefening van hun taken worden toegezonden, met inachtneming van de voor de gemeente geldende regelgeving te vernietigen.
- 3.
Bij schending van de geheimhoudingsplicht, als bedoeld in dit artikel, kan de betrokkene worden geschorst. Alvorens hiertoe over te gaan, wordt de betrokkene in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. Vervolgens kan de betrokkene een schriftelijke waarschuwing worden gegeven of worden ontslagen.
Artikel 6. Ambtelijke bijstand
- 1.
Het college draagt zorg voor de ambtelijke ondersteuning van de commissie en wijst hiervoor per kamer een of meer secretarissen aan.
- 2.
De secretarissen zijn geen lid van de commissie.
Artikel 7. Passende geschilbeslechting
Voordat een bezwaar of klacht ter advisering aan de commissie wordt voorgelegd wordt onderzocht of het bezwaar of de klacht in een gesprek kan worden opgelost of bijgelegd.
Artikel 8. Uitoefening bevoegdheden
De bevoegdheden volgens de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter, die de secretaris hiertoe een mandaat, volmacht of machtiging kan verlenen:
- a.
artikel 2:1, tweede lid, betreffende het vragen om een schriftelijke machtiging;
- b.
artikel 6:6, betreffende het bieden van een termijn voor verzuimherstel;
- c.
artikel 6:10, tweede lid, betreffende het aanhouden van de behandeling van een bezwaarschrift tot het begin van de bezwarentermijn;
- d.
artikel 6:17, betreffende het ter beschikking stellen van stukken aan de gemachtigde;
- e.
artikel 7:4, tweede lid, betreffende het ten minste een week voor de hoorzitting ter inzage leggen van de stukken;
- f.
artikel 7:6, tweede, derde en vierde lid betreffende het afzonderlijk horen van belanghebbenden.
Artikel 9. Vooronderzoek
- 1.
De voorzitter is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.
- 2.
De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daarvoor op de hoorzitting te verschijnen. Als daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.
Artikel 10. Hoorzitting
- 1.
De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarop de belanghebbenden en het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.
- 2.
De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 sub a, b en e en 9:10, tweede lid, sub a Awb, betreffende het afzien van horen.
Artikel 11. Uitnodiging hoorzitting
- 1.
De voorzitter, of namens hem de secretaris, nodigt de belanghebbenden en het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen uiterlijk twee weken voor de zitting schriftelijk uit.
- 2.
In de uitnodiging wordt opgenomen dat de belanghebbenden op de zitting Fries mogen spreken.
- 3.
Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden en het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen onder opgave van redenen de voorzitter verzoeken datum en tijdstip van de zitting te wijzigen. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen meegedeeld.
- 4.
De belanghebbenden en het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen kunnen tot uiterlijk zeven dagen voor de hoorzitting aanvullende dossierstukken bij de commissie indienen.
- 5.
De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de in dit artikel genoemde termijnen.
Artikel 12. Quorum
Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat minimaal twee leden aanwezig zijn, onder wie in elk geval de voorzitter of zijn plaatsvervanger.
Artikel 13. Niet-deelneming aan de behandeling
De voorzitter en de leden nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaar of klacht als daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.
Artikel 14. Openbaarheid hoorzitting
- 1.
De zitting van de kamer sociaal domein is niet openbaar.
- 2.
De zitting van de kamer algemene zaken is openbaar, met uitzondering van de zitting waarop een klacht behandeld wordt.
- 3.
De deuren van de kamer algemene zaken worden gesloten als de voorzitter of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of als een belanghebbende daartoe een verzoek doet.
- 4.
Als de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats achter gesloten deuren.
Artikel 15. Gang van zaken tijdens hoorzitting
- 1.
De voorzitter is verantwoordelijk voor de gang van zaken tijdens de zitting.
- 2.
De voorzitter wijst de belanghebbenden erop dat tijdens de zitting Fries mag worden gesproken.
- 3.
De voorzitter kan, als de orde tijdens de zitting dat vereist, een of meer aanwezigen de toegang tot de zitting ontzeggen, de zitting zonder hen voortzetten of de zitting beëindigen.
Artikel 16. Verslaglegging hoorzitting
- 1.
Hetgeen tijdens de hoorzitting aan de orde komt, kan zowel schriftelijk als digitaal worden vastgelegd.
- 2.
Als het verslag van de hoorzitting bestaat uit een digitale geluidsopname, wordt die op verzoek aan de belanghebbende(n) in digitale vorm ter beschikking gesteld.
- 3.
De secretaris maakt op basis van de geluidsopname een schriftelijk verslag wanneer een gerechtelijke instantie daar om verzoekt in geval van een (hoger) beroepsprocedure.
- 4.
Het schriftelijk verslag vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.
- 5.
Het schriftelijk verslag betreft geen woordelijke weergave, maar houdt een verkorte, zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen. Als de zitting van de kamer algemene zaken achter gesloten deuren plaatsvindt, of als belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden, niet in elkaars aanwezigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.
- 6.
Het schriftelijk verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde stukken, die aan het verslag worden gehecht.
- 7.
Het schriftelijk verslag wordt (digitaal) ondertekend door de voorzitter en de secretaris.
Artikel 17. Nader onderzoek
- 1.
Als na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk is, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de leden dit onderzoek houden.
- 2.
De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift toegezonden aan de leden, het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en de belanghebbenden.
Artikel 18. Verdaging
- 1.
Als naar het oordeel van de voorzitter, of namens hem de secretaris, de termijn van twaalf, respectievelijk tien weken, als bedoeld in artikel 7:10 en 9:11, eerste lid, Awb, ontoereikend is voor het uitbrengen van een advies, verzoekt hij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen om tijdig de beslissing te verdagen.
- 2.
Van een besluit tot verdaging ontvangen de leden en de belanghebbenden een afschrift.
Artikel 19. Raadkamer en advies
- 1.
De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.
- 2.
De commissie adviseert bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.
- 3.
In gevallen waarbij op grond van artikel 10 van deze verordening is afgezien van horen, wordt de advisering overgelaten aan de voorzitter.
- 4.
Als bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.
- 5.
Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt als deze minderheid dit verlangt.
- 6.
Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaar of de klacht.
- 7.
Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris (digitaal) ondertekend.
Artikel 20. Intrekking oude regeling
- 1.
De Regeling commissie bezwaren en klachten Smallingerland 2020 wordt ingetrokken met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze regeling.
- 2.
De Verordening commissie bezwaarschriften wordt ingetrokken met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze regeling.
- 3.
De huidige regeling en Verordening blijven van toepassing op bezwaren en klachten, die voor de dag van inwerkingtreding van deze Verordening voor advies aan de commissie zijn voorgelegd.
Artikel 21. Inwerkingtreding
Deze Verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.
Artikel 22. Citeertitel
Deze Verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie bezwaren en klachten Smallingerland 2021.