Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gelderland

Beleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland houdende regels omtrent onderzoek naar beslissingen van Gedeputeerde Staten in hun bevoegdheid om tot privaatrechtelijke handelingen van de provincie te besluiten (Beleidsregels integriteitsbeoordeling Gelderland 2021)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGelderland
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingBeleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland houdende regels omtrent onderzoek naar beslissingen van Gedeputeerde Staten in hun bevoegdheid om tot privaatrechtelijke handelingen van de provincie te besluiten (Beleidsregels integriteitsbeoordeling Gelderland 2021)
CiteertitelBeleidsregels integriteitsbeoordeling Gelderland 2021
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 158, eerste lid, van de Provinciewet
  2. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-05-2022artikel 12

05-04-2022

prb-2022-4431

2022-004219
27-05-202101-05-2022nieuwe regeling

18-05-2021

prb-2021-4020

2021-00039

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland houdende regels omtrent onderzoek naar beslissingen van Gedeputeerde Staten in hun bevoegdheid om tot privaatrechtelijke handelingen van de provincie te besluiten (Beleidsregels integriteitsbeoordeling Gelderland 2021)

Bekendmaking van het besluit van 18 mei 2021 - zaaknummer 2021-000396 tot vaststelling van een regeling

 

GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND;

 

Gelet op artikel 158, eerste lid, van de Provinciewet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

BESLUITEN:

Artikel I

De navolgende Beleidsregels integriteitsbeoordeling Gelderland 2021 worden vastgesteld:

Artikel 1 Definities

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    aangaan van vastgoedtransacties: het aangaan van vastgoedtransacties als bedoeld in artikel 5a van de wet;

  • b.

    accepteren van onderaanneming: het accepteren van onderaannemers als bedoeld in artikel 5, tweede lid, onder c, van de wet;

  • c.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    onderzoek: onderzoek als bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de wet;

  • e.

    Gedeputeerde Staten: gedeputeerde staten van de provincie Gelderland;

  • f.

    gegevens en bescheiden: gegevens en bescheiden als bedoeld in artikel 7a, tweede lid, van de wet;

  • g.

    gunnen van overheidsopdrachten: het gunnen van overheidsopdrachten als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de wet;

  • h.

    integriteitsrisico: indicatie van gevaar voor de integriteit als bedoeld in deze beleidsregels;

  • i.

    Landelijk Bureau Bibob: het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, als bedoeld in artikel 8 van de wet;

  • j.

    opdrachtnemer: degene die gegadigde is voor een overheidsopdracht, of aan wie een overheidsopdracht is of zal worden gegund;

  • k.

    overeenkomst tot opdrachtverlening: met gunningsbeslissing beoogde overeenkomst, als bedoeld in artikel 5, tweede lid, onder a, van de wet;

  • l.

    vastgoedovereenkomst: overeenkomst als bedoeld in artikel 5a, onder b, van de wet;

  • m.

    wet: Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • 1.

    Deze beleidsregels zijn van toepassing op onderzoek en beslissingen van Gedeputeerde Staten als bestuursorgaan als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de wet, in hun bevoegdheid om tot privaatrechtelijke handelingen van de provincie te besluiten, of als managementautoriteit in de zin van artikel 3 van de Uitvoeringswet EFRO, in verband met:

    • a.

      het geven van beschikkingen;

    • b.

      het gunnen van overheidsopdrachten, het sluiten van overeenkomsten tot opdrachtverlening en het accepteren van onderaanneming;

    • c.

      het aangaan van vastgoedtransacties.

  • 2.

    Deze beleidsregels zijn niet van toepassing:

    • a.

      op onderzoek en beslissingen in verband met het gunnen van overheidsopdrachten en het accepteren van onderaanneming waarop het bepaalde bij of krachtens deel 2 van de Aanbestedingswet 2012 van toepassing is; of

    • b.

      als een betrokkene een krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersoon is of een orgaan van een dergelijke rechtspersoon.

Artikel 3 Gevaar voor de integriteit

  • 1.

    Bij beslissingen over beschikkingen verstaan Gedeputeerde Staten onder gevaar voor de integriteit:

    • a.

      ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de wet;

    • b.

      feiten en omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat ter verkrijging of behoud van de aangevraagde dan wel gegeven beschikking een strafbaar feit is gepleegd, als bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de wet; of

    • c.

      een mindere mate van gevaar, als bedoeld in artikel 3, zevende lid, van de wet.

  • 2.

    Bij beslissingen over het gunnen van overheidsopdrachten, het sluiten van overeenkomsten tot opdrachtverlening en het accepteren van onderaanneming verstaan Gedeputeerde Staten onder gevaar voor de integriteit:

    • a.

      feiten en omstandigheden die grond kunnen opleveren voor de toepassing ten aanzien van een betrokkene van de artikelen 2.86, eerste, derde en vierde lid, en 2.87, eerste lid, van de Aanbestedingswet 2012;

    • b.

      de mogelijkheid dat een betrokkene wordt gefinancierd met uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen, als bedoeld in artikel 9, tweede lid, onder c, van de wet; of

    • c.

      gevaar dat een betrokkene bij de uitvoering van de overheidsopdracht strafbare feiten zal plegen, als bedoeld in artikel 9, tweede lid, onder d, van de wet.

  • 3.

    Bij beslissingen over het aangaan van vastgoedtransacties verstaan Gedeputeerde Staten onder gevaar voor de integriteit:

    • a.

      gevaar dat de vastgoedtransactie mede zal worden gebruikt om uit gepleegde strafbare feiten verkregen of te verkrijgen, op geld waardeerbare voordelen te benutten, als bedoeld in artikel 9, derde lid, onder a, van de wet;

    • b.

      gevaar dat in of met de zaak waar de vastgoedtransactie betrekking op heeft, mede strafbare feiten zullen worden gepleegd, als bedoeld in artikel 9, derde lid, onder b, van de wet; of

    • c.

      feiten en omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat ter verkrijging of behoud van een vastgoedtransactie een strafbaar feit is gepleegd, als bedoeld in artikel 9, derde lid, onder c, van de wet.

  • 4.

    Bij de toepassing van het tweede en derde lid verstaan Gedeputeerde Staten onder strafbaar feit mede een overtreding waarvoor een bestuurlijke boete kan worden opgelegd, als bedoeld in artikel 3, achtste lid, van de wet.

Artikel 4 Aanleiding onderzoek

  • 1.

    Als sprake is van integriteitsrisico doen Gedeputeerde Staten onderzoek.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten kunnen een integriteitsrisico in ieder geval aannemen als:

    • a.

      het Openbaar Ministerie aan Gedeputeerde Staten informatie in de zin van artikel 26 van de wet verstrekt;

    • b.

      het Landelijk Bureau Bibob een aanwijzing in de zin van artikel 11 van de wet geeft; of

    • c.

      een voorliggend geval voldoet aan een risicoprofiel of valt binnen een risicocategorie.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid, kunnen Gedeputeerde Staten besluiten om onderzoek te doen naar aanleiding van een algemene of gerichte steekproef.

Artikel 5 Moment van onderzoek

  • 1.

    Gedeputeerde Staten kunnen onderzoek doen:

    • a.

      voordat zij een beslissing nemen over het geven van een beschikking, het gunnen van een overheidsopdracht, het accepteren van een bepaalde onderaanneming of het aangaan van een vastgoedtransactie, waaronder gedurende onderhandelingen of besprekingen over een overheidsopdracht, onderaanneming of vastgoedtransactie; of

    • b.

      nadat een beschikking is verleend, een overheidsopdracht is gegund, een bepaalde onderaanneming is geaccepteerd of een vastgoedtransactie is aangegaan.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten verbinden met het oog op het eerste lid, aanhef en onder b, voorwaarden aan opdrachtverlening, acceptatie van onderaanneming en vastgoedtransacties of aan daarop betrekking hebbende overeenkomsten of rechtshandelingen, waaronder voorwaarden als bedoeld in artikel 5, tweede lid, onder b en c, en artikel 5a, onder b, van de wet.

Artikel 6 Eerder onderzoek

Gedeputeerde Staten kunnen onderzoek achterwege laten of beperken als zij naar een betrokkene al eerder onderzoek hebben gedaan.

Artikel 7 Gegevens en bescheiden

  • 1.

    Als onderzoek verband houdt met de aanvraag van een beschikking, beschouwen Gedeputeerde Staten gegevens en bescheiden als bedoeld in 7a, tweede lid van de wet, als gegevens en bescheiden als bedoeld in artikel 4:2, tweede lid, van de Awb.

  • 2.

    Als naar betrokkene eerder onderzoek is gedaan, kunnen Gedeputeerde Staten beslissen dat verstrekking van gegevens en bescheiden kan worden beperkt tot nieuwe feiten of veranderde omstandigheden die zich sinds het eerdere onderzoek hebben voorgedaan.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten kunnen afzien van het vragen om verstrekking van gegevens en bescheiden als dit nodig is om het onderzoek goed te laten verlopen.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten geven voor de verstrekking van gegevens en bescheiden een termijn van veertien kalenderdagen, te rekenen vanaf de dag na de dag van verzending van het verzoek van Gedeputeerde Staten om de verstrekking.

  • 5.

    Gedeputeerde Staten merken de omstandigheid dat een betrokkene niet heeft voldaan aan een verzoek om gegevens en bescheiden te overleggen, aan als gevaar voor de integriteit.

  • 6.

    Gedeputeerde Staten laten het vijfde lid buiten toepassing als hun verzoek om het overleggen van gegevens en bescheiden verband houdt met onderzoek naar aanleiding van een aanvraag als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb.

Artikel 8 Advies Landelijk Bureau Bibob

  • 1.

    Gedeputeerde Staten vragen het Landelijk Bureau Bibob om advies als bedoeld in artikel 9 van de wet als bevindingen uit eigen onderzoek door Gedeputeerde Staten aanleiding geven tot het aanwenden van bronnen of expertise waarover het Landelijk Bureau Bibob in het bijzonder kan beschikken.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten kunnen een aanleiding als bedoeld in het eerste lid onder meer aannemen als zij twijfelen aan de volledigheid of feitelijke juistheid van door betrokkene of derden verstrekte gegevens en bescheiden.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten beschouwen onderzoek door het Landelijk Bureau Bibob als onderzoek door een adviseur als bedoeld in artikel 3:9 van de Awb.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten merken de omstandigheid dat een betrokkene niet heeft voldaan aan een verzoek van het Landelijk Bureau Bibob om aanvullende gegevens als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de wet, aan als gevaar voor de integriteit.

Artikel 9 Maatregelen

  • 1.

    Als sprake is van gevaar voor de integriteit nemen Gedeputeerde Staten een maatregel die het gevaar tegengaat.

  • 2.

    Bij beslissingen als bedoeld in artikel 3, tweede en derde lid, houdt een maatregel in dat Gedeputeerde Staten beslissen om:

    • a.

      als een beslissing nog niet is genomen: een overheidsopdracht niet te gunnen, een overeenkomst tot opdrachtverlening niet te sluiten, een bepaalde onderaanneming niet te accepteren, een vastgoedtransactie niet aan te gaan, of onderhandelingen of besprekingen over de overheidsopdracht, onderaanneming of vastgoedtransactie te beëindigen;

    • b.

      als een beslissing al is genomen: de overeenkomst tot opdrachtverlening op te schorten of te ontbinden, het accepteren van onderaanneming te herzien en de vastgoedovereenkomst of rechtshandeling waarmee de vastgoedtransactie is aangegaan, op te schorten of ontbinden, respectievelijk te beëindigen; of

    • c.

      aan de overeenkomst tot opdrachtverlening, het accepteren van de onderaanneming of de vastgoedovereenkomst of rechtshandeling waarmee de vastgoedtransactie is of wordt aangegaan, voorwaarden te verbinden die het gevaar voor de integriteit beperken of wegnemen.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten kunnen een beslissing als bedoeld in het tweede lid, onder b, onder meer nemen als een opdrachtnemer of onderaannemer zich niet houdt aan voorwaarden als bedoeld in het tweede lid, onder c.

  • 4.

    Gedeputeerde Staten kunnen een beslissing als bedoeld in het tweede lid, onder c, nemen:

    • a.

      als onderdeel van een beslissing als bedoeld in artikel 3, tweede of derde lid; of

    • b.

      nadat een dergelijke beslissing is genomen.

  • 5.

    Bij nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden kunnen Gedeputeerde Staten beslissen om voorwaarden als bedoeld in het tweede lid, onder c, in te trekken, aan te passen of te wijzigen.

  • 6.

    Als een samenwerkingsverband van personen of rechtspersonen gegadigde voor een overheidsopdracht is en zich een gevaar voor de integriteit voordoet dat herleidbaar is tot één of meer van die personen of rechtspersonen, kunnen Gedeputeerde Staten beslissen dat zij het volledige samenwerkingsverband uitsluiten van gunning van de overheidsopdracht.

  • 7.

    Bij maatregelen in verband met overheidsopdrachten zijn de artikelen 2.163a tot en met 2.163g van de Aanbestedingswet 2012 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 10 Overige maatregelen

  • 1.

    Als Gedeputeerde Staten een overeenkomst aangaan voorafgaand aan het gunnen van een overheidsopdracht, het accepteren van onderaanneming of het aangaan van een vastgoedtransactie, kunnen zij beslissen om bij die overeenkomst voorbehouden op te nemen met het oog op beslissingen als bedoeld in artikel 9, tweede lid, onder a.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten verbinden met het oog op artikel 9, tweede lid, onder b, derde lid, vierde lid, onder b, en vijfde lid, voorwaarden aan opdrachtverlening, acceptatie van onderaanneming en vastgoedtransacties of aan daarop betrekking hebbende overeenkomsten of rechtshandelingen, waaronder voorwaarden als bedoeld in artikel 5, tweede lid, onder b en c, en artikel 5a, onder b, van de wet.

Artikel 11 Proportionaliteit en evenredigheid

  • 1.

    Gedeputeerde Staten zien bij overheidsopdrachten en vastgoedtransacties af van de toepassing van deze beleidsregels of de bevoegdheden waarop deze beleidsregels betrekking hebben indien zij die toepassing niet proportioneel vinden.

  • 2.

    Onverminderd het eerste lid, nemen Gedeputeerde Staten een beslissing als bedoeld in artikel 9 slechts indien dit evenredig is met:

    • a.

      de mate van het gevaar voor de integriteit;

    • b.

      ingeval van een strafbaar feit: de ernst van het strafbaar feit; en

    • c.

      ingeval van een vermoeden van een strafbaar feit: de ernst van het vermoeden en de ernst van het strafbaar feit.

  • 3.

    Bij het duiden van de mate van gevaar als bedoeld in het tweede lid, onder a, zijn artikel 3, tweede tot en met vierde lid, en artikel 3a van de wet van overeenkomstige toepassing.

  • 4.

    Bij overheidsopdrachten waar deze beleidsregels betrekking op hebben zijn de artikelen 2.86, tweede en vijfde, zesde en zevende lid, 2.86a, 2.87, tweede en derde lid, 2.87a, 2.88 en 2.89 van de Aanbestedingswet 2012 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 12 Transparantie

  • 1.

    Gedeputeerde Staten maken door algemene publicatie van informatie of door informatieverstrekking per geval kenbaar:

    • a.

      wat het onderwerp en doel van integriteitsbeoordeling is;

    • b.

      op welke wijze hoor en wederhoor bij integriteitsbeoordeling plaatsvindt;

    • c.

      op welke wijze besluitvorming bij integriteitsbeoordeling plaatsvindt;

    • d.

      dat Gedeputeerde Staten ook onderzoek doen en maatregelen als bedoeld in artikel 9 nemen als zij constateren dat sprake is van integriteitsrisico, respectievelijk gevaar voor de integriteit, nadat een beschikking is gegeven, een overheidsopdracht is gegund, onderaanneming is geaccepteerd of een vastgoedtransactie is aangegaan.

  • 2.

    De publicatie of informatieverstrekking bedoeld in het eerste lid vindt zo vroegtijdig als mogelijk plaats in processen om te komen tot opdrachtverlening of vastgoedtransacties.

  • 3.

    Onverminderd artikel 5.1, tweede lid van de Wet open overheid, geven Gedeputeerde Staten bij de toepassing van het eerste lid geen inzicht in onderzoeksmethoden en -technieken die worden toegepast bij integriteitsbeoordeling voor zover het belang bij transparantie niet opweegt tegen belangen bij de bescherming van dergelijke methoden en technieken.

Artikel 13 Geen schadevergoeding

Gedeputeerde Staten vergoeden in beginsel geen schade die een benadeelde leidt door een beslissing als bedoeld in artikel 9, tweede lid, door een besluit tot weigering of intrekking van een beschikking als bedoeld in artikel 3, eerste of zesde lid, van de wet, of door een besluit om aan een beschikking voorschriften te verbinden als bedoeld in artikel 3, zevende lid, van de wet.

Artikel 14 Aangifte strafbare feiten

  • 1.

    Als Gedeputeerde Staten in verband met onderzoek kennis nemen van feiten en omstandigheden die erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat een betrokkene of een ander als bedoeld in artikel 3, vierde lid, onder c, van de wet, zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit, doen zij daarvan aangifte als bedoeld in artikel 161 van het Wetboek van Strafvordering.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten doen geen aangifte als zij er van kunnen uitgaan dat de feiten of omstandigheden bedoeld in het eerste lid al bekend zijn bij de instantie die is belast met de opsporing of vervolging van strafbare feiten.

Artikel 15 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels integriteitsbeoordeling Gelderland 2021.

 

Artikel II

 

A

Artikel 1 van de Beleidsregels aanbesteding Gelderland 2013 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • a.

    detachering: het uitlenen van werknemers aan een derde partij;

  • b.

    inschrijver: een ondernemer als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;

  • c.

    opdracht voor diensten: overheidsopdracht voor diensten als bedoeld in art. 1.1 van de wet;

  • d.

    opdracht voor leveringen: overheidsopdracht voor leveringen als bedoeld in art. 1.1 van de wet;

  • e.

    opdracht voor werken: overheidsopdracht voor werken als bedoeld in art. 1.1 van de wet;

  • f.

    overheidsorgaan: een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is opgericht;

  • g.

    provincie: de provincie Gelderland, zijnde een aanbestedende dienst als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;

  • h.

    verklaring Duurzaam Inkopen: verklaring teneinde de ambitie voor 100% Duurzaam Inkoop per 2015 te realiseren, welke op 31 augustus 2009 door contractspartijen waaronder de provincie Gelderland en het Ministerie VROM is getekend;

  • i.

    werk: het product van het geheel van bouwkundige of civieltechnische werken dat ertoe bestemd is als zodanig een economische of technische functie te vervullen, als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;

  • j.

    wet: Aanbestedingswet 2012.

B

Artikel 6 van de Beleidsregels aanbesteding Gelderland 2013 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 6 Integriteitsbeoordeling

  • 1.

    In verband met overheidsopdrachten als bedoeld in artikel 1.1 van de wet en onderaanneming van dergelijke opdrachten kan integriteitsbeoordeling als bedoeld in de Wet Bevordering integriteitsbeoordeling door het openbaar bestuur plaatsvinden.

  • 2.

    Op de integriteitsbeoordeling bedoeld in het eerste lid zijn de Beleidsregels integriteitsbeoordeling Gelderland 2021 van toepassing, voor zover in die beleidsregels niet anders is bepaald.

C

De artikelen 7 en 8 van de Beleidsregels aanbesteding Gelderland 2013 komen te vervallen.

 

Artikel III

De volgende beleidsregels worden ingetrokken:

  • -

    de Beleidsregels voor de toepassing van de Wet Bibob bij vastgoedtransacties;

  • -

    de Beleidsregels integriteit in het omgevingsbeleid Gelderland;

  • -

    de Beleidsregels voor de toepassing van de Wet Bibob bij subsidies.

Artikel IV

Het Instellingsbesluit Bureau Screening- en Bewakingsaanpak wordt ingetrokken.

 

Artikel V

De Gedragscode Screening- en bewakingsaanpak wordt ingetrokken.

 

Artikel VI

Dit besluit treedt in werking op de dag na de dag waarop het is bekendgemaakt.

Gepubliceerd te Arnhem

Gedeputeerde Staten van Gelderland

J.C.G.M. Berends - Commissaris van de Koning

S. van Wely - secretaris