Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schouwen-Duiveland

Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) gemeente Schouwen-Duiveland

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchouwen-Duiveland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) gemeente Schouwen-Duiveland
CiteertitelBeleidsregels tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) gemeente Schouwen-Duiveland
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 35 van de Participatiewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-202101-01-2021Nieuwe regeling

21-04-2021

gmb-2021-159696

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) gemeente Schouwen-Duiveland

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland,

 

gelet op:

- titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

- artikel 35 Participatiewet;

 

overwegende dat:

- het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden een burger in aanmerking kan komen voor bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet in de vorm van de tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK);

- het hier gaat om de tijdelijke verlening van bijzondere bijstand op grond van artikel 35 van de Participatiewet met criteria die afwijken van de criteria zoals vastgelegd in de beleidsregels Schouwen-Duiveland voor individuele bijzondere bijstand;

- het daarom wenselijk is voor dit doel aparte, tijdelijke, beleidsregels vast te stellen;

 

besluit:

vast te stellen de ‘Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) gemeente Schouwen-Duiveland’.

 

 

Algemene bepalingen

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. wet: Participatiewet

b. college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland

c. inkomensterugval: een onvoorzienbare, onvermijdelijke en substantiële terugval in inkomen ten gevolge van de coronacrisis.

d. bijstandsnorm: de norm als bedoeld in artikel 5, onderdeel c van de Participatiewet

e. inkomen: inkomen uit eigen onderneming en alle middelen bedoeld in artikel 31 en 32 van de wet;

h. vermogen: alle beschikbare middelen die hoger zijn dan de vermogensgrens van de Wet op de huurtoeslag en die privé beschikbaar zijn of redelijkerwijs liquide zijn te maken. Het betreft de beschikbare geldmiddelen van de aanvrager en de partner van de aanvrager.

2. Tenzij anders aangegeven, zijn de begrippen van de wet van toepassing op deze beleidsregels.

Artikel 2 Doelgroep TONK

1. Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor de aanvrager die woonachtig is in de gemeente Schouwen-Duiveland:

a. die behoort tot de kring van rechthebbenden en – gelet op de bepalingen van de wet – aanspraak kunnen maken op een voorziening.

b. die door de huidige omstandigheden als gevolg van de coronacrisis te maken heeft met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in zijn of haar inkomen; en

c. die daardoor binnen het tijdvak 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021 de noodzakelijke kosten niet meer kan voldoen, en

d. waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende soelaas bieden.

Artikel 3 Voorwaarden tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten

1. Het college kan een tegemoetkoming TONK verstrekken aan de aanvrager die te maken heeft met een inkomensterugval als gevolg van de Corona-crisis, waardoor de betaling van noodzakelijke kosten niet betaald kunnen worden uit de beschikbare draagkracht uit inkomen als bedoeld in artikel 5 of draagkracht uit vermogen als bedoeld in artikel 6.

2. Een onvoorziene terugval in inkomen door Covid wordt gezien als noodzakelijke kosten die voortvloeien uit bijzondere omstandigheden.

3. Er wordt volstaan met een verklaring van de inwoner dat er sprake is van inkomensterugval en dat deze substantiële terugval in inkomen het gevolg is van de maatregelen in verband met het coronavirus (Covid-19).

4. De tegemoetkoming TONK is gemaximeerd op een bedrag van € 500,00 per huishouden gerekend per maand.

 

Vaststelling van het recht op bijstand

 

Artikel 4 Noodzakelijke kosten

1. De tegemoetkoming TONK heeft betrekking op de volgende voor de aanvrager noodzakelijke algemene kosten van bestaan:

a. kosten die rechtstreeks verband houden met wonen - niet zijnde een recreatief verblijf - voor zover deze hoger zijn dan de subsidiabele huurgrens van € 430 per maand met uitzondering van een aflossingsverplichting van de hypotheek. Onder deze lasten wordt in ieder geval verstaan kosten van huur en hypotheekrente.

b. de zakelijke lasten van een eigen woning, waaronder verstaan de kosten van opstalverzekering, gemeentelijke belastingen en waterschapslasten die betrekking hebben op het eigenaarsdeel, erfpacht en de bijdrage VVE geldt een forfaitair bedrag van € 159 per maand.

c. de voorschotten voor ‘gas-licht-water- voor zover deze meer bedragen dan € 165 per maand voor gehuwden en € 112 voor alleenstaanden en voor zover deze kosten niet hoger zijn dan de werkelijke kosten per maand in 2020.

d. Voor overige noodzakelijke kosten kan bijstand worden verleend als deze niet betaald kunnen worden uit de beschikbare draagkracht uit inkomen als bedoeld in artikel 5 of draagkracht uit vermogen als bedoeld in artikel 6 én als deze kosten aannemelijk zijn gemaakt en niet bovenmatig zijn. Voor aflossingsverplichtingen kan geen bijstand worden verleend. Overige “Noodzakelijke kosten” zijn genoemde maandelijkse verplichtingen voor privédoeleinden die gelet op de individuele omstandigheden noodzakelijk zijn, niet opzegbaar en niet voorzienbaar.

2. Indien aanvrager aanspraak maakt op een woonkostentoeslag of huurtoeslag wordt deze op de tegemoetkoming in mindering gebracht.

Artikel 5 Draagkracht uit inkomen

1. De in aanmerking te nemen draagkracht is het verschil tussen het inkomen inclusief eventuele aanspraken op vakantietoeslag en 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.

2. Van het onder lid 1 genoemde verschil wordt 80% geacht aangewend te kunnen worden om de noodzakelijke kosten zelf te dragen.

3. De kostendelersnorm en de partnertoets zijn niet van toepassing.

Artikel 6 Draagkracht uit vermogen

1. De beschikbare middelen die hoger zijn dan de in artikel 34 lid 3 PW van de wet genoemde bedragen, worden volledig als eigen draagkracht beschouwd om de noodzakelijke kosten te bestrijden.

2. De kosten van roerende goederen blijven voor de toepassing van deze regeling buiten beschouwing tenzij dit – gelet op de doelstelling van de wet - onredelijk is.

 

Aanvraagprocedure

 

Artikel 7 Aanvraag

1. De tegemoetkoming TONK wordt op aanvraag beoordeeld.

2.. Het college stelt een digitaal aanvraagformulier ter beschikking wat op de website www.schouwen-duiveland.nl geplaatst is. In afwijking van de digitale aanvraag is een schriftelijke aanvraag mogelijk indien naar het oordeel van het college bijzondere omstandigheden in het individuele geval hiertoe aanleiding geven.

3. Bij toekenning per huishouden vindt de uitbetaling in beginsel éénmalig plaats.

4. De tegemoetkoming wordt verstrekt in de vorm van een gift, tenzij het college duidelijke signalen heeft dat er sprake is van tekortschietend besef van verantwoordelijkheid, in welk geval de tegemoetkoming verstrekt kan worden in de vorm van een renteloze lening.

5. Aanvrager verstrekt bij de aanvraag; bewijsstukken van de beschikbare middelen van de maand januari 2021 dan wel de eerste maand waarover de tegemoetkoming wordt aangevraagd, zijnde:

a. de bewijzen van het inkomen van de maand januari 2021, dan wel de eerste maand waarover de tegemoetkoming wordt aangevraagd

b. de bewijzen van de beschikbare geldmiddelen op 1 januari 2021, dan wel de eerste maand waarover de tegemoetkoming wordt aangevraagd

c. de bewijzen van de noodzakelijke kosten van de maand januari 2021, dan wel de eerste maand waarover de tegemoetkoming wordt aangevraagd

6. Een aanvraag tegemoetkoming TONK kan worden ingediend tot uiterlijk 1 september 2021

 

Overige bepalingen

 

Artikel 8 Terugwerkende kracht

1. De aanvraag kan uiterlijk betrekking hebben op kosten vanaf 1 januari 2021, indien de kosten zijn gemaakt of opgekomen na deze periode en het college nog kan vaststellen dat de kosten zich voordoen, noodzakelijk zijn en voortvloeien uit bijzondere omstandigheden als bedoeld in artikel 35 van de wet.

2. Kosten gemaakt voor 1 januari 2021 komen niet voor een tegemoetkoming in aanmerking.

Artikel 9 Afzien opleggen verhuisverplichting

Het college legt aan de aanvrager die op basis van deze beleidsregel in aanmerking komt voor de tegemoetkoming TONK, geen verhuisverplichting op.

Artikel 10 Handhaving

Het college heeft de bevoegdheid om steekproefsgewijs te controleren of de gegevens in overeenstemming zijn met de verklaring van belanghebbende. De bepalingen over de verplichting van medewerking in de wet zijn onverkort van toepassing op de uitvoering van deze regels.

Artikel 11 Hardheidsclausule

1. Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK – bijvoorbeeld omdat de inwoner niet valt binnen deze beleidsregels - kan het college, gelet op alle omstandigheden waaronder een terugval in inkomen van de aanvrager als gevolg van de coronacrisis, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK, indien zeer dringende redenen hiertoe noodzaken.

2. In situaties waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het college.

Artikel 12 Inwerkingtreding en duur beleidsregels

1. De beleidsregels treden na publicatie in het gemeenteblad in werking met ingang van 1 januari 2021.

2. De beleidsregels vervallen op 1 september 2021, met dien verstande dat deze van toepassing blijven op de tegemoetkomingen, verstrekt op grond van deze beleidsregels en de voor 1 september 2021 ingediende volledige aanvragen.

Artikel 13 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) gemeente Schouwen-Duiveland”.

 

 

Aldus vastgesteld op 21 - 04 - 2021

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schouwen-Duiveland.

Algemene toelichting

Op 9 december heeft het Kabinet in een brief aan de Tweede Kamer aangegeven € 130 miljoen vrij te maken voor een nieuwe tijdelijke regeling voor huishoudens die door Corona-gerelateerde omstandigheden in ernstige financiële problemen dreigen te komen, de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijk Kosten (TONK). Voor deze tijdelijke ondersteuning wil het kabinet het bestaande instrument van de bijzondere bijstand gebruiken.

 

De Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) is een tijdelijke tegemoetkoming in noodzakelijke kosten voor huishoudens die te maken hebben met een inkomensterugval en daardoor de noodzakelijke kosten niet meer kunnen betalen uit het resterende inkomen. Het gaat hierbij niet om een inkomensondersteunende regeling maar om een vergoeding voor daadwerkelijke noodzakelijke kosten. Via de tijdelijke noodmaatregel TONK wordt een ruimere toegang tot het specifieke kostensoorten binnen instrumentarium van de bijzondere bijstand geboden. Om de genoemde ruimere toegang te bewerkstelligen is een aanpassing van de bestaande beleidsregels Bijzondere Bijstand nodig. De tegemoetkoming TONK wordt verstrekt voor ten hoogste de periode van 1 januari tot 1 juli 2021 en kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd vanaf 1 januari 2021. Een aanvraag tegemoetkoming TONK kan worden ingediend tot 1 september 2021.

 

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2

In dit artikel wordt de doelgroep van de regeling omschreven. Aansluiting wordt gezocht wie er op grond van de Participatiewet artikel 11, lid 1 recht op bijstand zou hebben of er juist van uitgesloten is. Het moet bijvoorbeeld gaan op een Nederlander of iemand die voor de Participatiewet gelijkgesteld kan worden met een Nederlander. Als er een uitsluitingsgrond als bedoeld in artikel 13 Participatiewet van toepassing is, is er geen recht op bijstand. Er moet daarnaast voor de beoordeling de noodzaak voor financiële ondersteuning rechtstreeks het gevolg zijn de Corona-maatregelen. Anders zijn de beleidsregels bijzondere bijstand van toepassing.

 

Artikel 3

De begripsbepalingen zijn aanvullend op de begripsbepalingen die in de Participatiewet staan. Specifiek zijn de noodzakelijke kosten genoemd. Dit zijn kosten die rechtstreeks gekoppeld kunnen worden aan de woning. Dit zijn de kosten die ook bij een berekening van woonkostentoeslag van toepassing zijn.

 

Voor de totale kosten wordt wel een financieel plafond ingesteld om de regeling betaalbaar te houden en lasten hiermee ook redelijk te verdelen. De kosten bedragen maximaal € 3000 over de gehele duur. Naar rato aanvraag betekent dit een tegemoetkoming van € 500.

 

Artikel 4

Noodzakelijke kosten zijn vooral kosten in verband met wonen. De normhuur is een bedrag dat iemand met een bijstandsuitkering maximaal zou kunnen betalen. De meerkosten komen voor bijstand in aanmerking. Hierbij wordt aangesloten bij de beleidsregels bijzondere bijstand. Dit is vermeerderd met een minimale onderhoudscomponent zoals dit volgens de NIBUD berekeningen van toepassing is. Daarnaast is een mogelijkheid opgenomen voor de eventuele meerkosten van gas-energie-water. Bijvoorbeeld omdat een vrijstaande bedrijfswoning eenmaal meer verplichtingen met zich mee kan brengen.

 

Aanvullende noodzakelijke kosten.

Er kunnen ook andere verplichtingen zijn die niet direct terug te herleiden naar woonkosten. Dit kunnen kosten zijn die als gevolg van de onvoorzienbare karakter niet direct teruggebracht konden worden naar een niveau die gebruikelijk zou zijn voor iemand met een minimuminkomen. Dit moet wel aannemelijk gemaakt zijn. Zo kan bijvoorbeeld als gevolg van de plotselinge inkomensterugval sprake zijn van benodigde aanpassingstijd om zich aan te passen aan een (tijdelijk) lagere levensstandaard. Lopende verplichtingen kunnen niet direct worden aangepast. Als dit goed onderbouwd is, kan hiervoor bijstand worden verstrekt. Geen bijstand kan wordt verleend voor financiële betalingsverplichtingen, zoals het aflossen van een lening of een publiekrechtelijke premie.

 

Artikel 5

De eerste 110% van de bijstandsnorm wordt niet meegenomen als draagkracht. Deze 110% wordt buiten beschouwing gelaten omdat deze inwoners veelal een eigen onderneming hebben. Er wordt weliswaar onvoldoende omzet gegenereerd, maar ook als privépersoon worden er kosten gemaakt (vergelijk met de arbeidskorting). Het meerdere wordt voor 80% meegenomen, omdat een duurdere directe woonlast ook vaak extra indirecte kosten met zich meebrengt. Dit komt overeen met een landelijk voorstel. In dit artikel is ook opgenomen dat de kostendelersnorm en de partnertoets niet van toepassing is.

 

 

Artikel 6

De wet biedt de mogelijkheid om vermogensbestanddelen geheel of gedeeltelijk mee te nemen. De focus ligt voornamelijk op direct beschikbare of beschikbaar te maken middelen. Denk bijvoorbeeld aan de spaarrekening of een beleggingsportefeuille. Roerende goederen blijven buiten beschouwing tenzij dit onredelijk is. Zo blijven ‘gewone’ auto’s buiten beschouwing, maar een auto in het hogere segment of een luxe tweede auto kan wel in aanmerking genomen worden.

 

Artikel 7

Gekozen is voor een digitale werkwijze zoals is dit ook bij de uitvoering van de TOZO gebruikelijk is. Dit is voor veel aanvragers een bekende werkwijze. De verwachting is dat het overgrote deel van de aanvragers ook ondernemers zijn. De digitale werkwijze biedt het voordeel dat hiermee ook zaken als identificatie wordt gecheckt en de aanvraag snel kan worden behandeld. Mocht een inwoner niet in staat zijn een digitale aanvraag in te dienen, dan blijft de mogelijkheid van een schriftelijke aanvraag open.

 

Artikel 8

Voor de uitvoerbaarheid van de regeling wordt de maand januari als basis genomen. De verwachting is dat de gevolgen van de lockdown nog enige tijd aanhouden. En bijna alle ondernemers hebben eigenlijk al in de maanden voorafgaand aan januari behoorlijk ingeteerd om privé-lasten te kunnen betalen.

De aanvraag kan uiterlijk betrekking hebben op kosten vanaf 1 januari 2021. Kosten gemaakt voor 1 januari 2021 komen niet voor een tegemoetkoming in aanmerking gelet de duur van de regeling.

 

Artikel 9

Het college legt aan de aanvrager die op basis van deze beleidsregel in aanmerking komt voor de tegemoetkoming TONK, geen verhuisverplichting op.

 

Artikel 10

Omdat bij de uitvoering van deze regeling uitgegaan wordt van vertrouwen, is het niet meer dan logisch om de gevolgen te noemen als dit vertrouwen beschaamd wordt. Deze vloeien direct voort uit de Participatiewet.

 

Artikel 11

Wanneer de aanvrager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK, indien zeer dringende redenen hiertoe noodzaken. Dit kan bijvoorbeeld gelden voor inwoners die mogelijk niet kunnen voldoen aan de betalingsverplichtingen van de minimale normen, zoals gesteld onder artikel 4.

 

Artikelen 12 en 13

Deze artikelen behoeven geen toelichting.