Organisatie | Midden-Groningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling tijdelijk gedogen horecaterras in de openbare ruimte gemeente Midden-Groningen 2021 |
Citeertitel | Regeling tijdelijk gedogen horecaterras gemeente Midden-Groningen 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
22-05-2021 | nieuwe regeling | 11-05-2021 |
Op grond van de Drank- en Horecawet (Dhw) is het verboden om zonder een vergunning van de burgemeester het horecabedrijf uit te oefenen. Op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is het onder meer verboden om zonder exploitatievergunning van de burgemeester een horecabedrijf te exploiteren of de wijze van exploitatie te wijzigen. Dit betekent dat bestaande horecabedrijven een eventueel extra terras pas in gebruik mogen nemen als daartoe de bovengenoemde vergunningen zijn verleend.
Als een horecabedrijf op een wijze wordt geëxploiteerd zonder dat daartoe de vereiste vergunningen zijn verleend, dan is er sprake van een of meer overtredingen.
Net als bij andere bestuursorganen rust op een burgemeester de ‘beginselplicht tot handhaving’. Dat wil zeggen dat tegen een overtreding in beginsel handhavend opgetreden moet worden.
Volgens vaste jurisprudentie moet in geval van een overtreding in eerste instantie worden bekeken of legalisering mogelijk is. Daarnaast zal er een belangenafweging moeten plaatsvinden, waaruit kan blijken dat er toch situaties zijn waarbij het wenselijk is om niet op te treden, ondanks het feit, dat (nog) niet aan de eisen wordt voldaan; er zijn bijzondere omstandigheden op grond waarvan van handhaving kan worden afgezien en de overtreding wordt gedoogd. Daarvan is in de huidige omstandigheden sprake. De beperkende maatregelen als gevolg van de Corona-crisis hebben namelijk op de horecabranche een grote invloed.
Vanuit de branche is er dan ook brede belangstelling om de capaciteit uit te breiden, en wel met het realiseren van terrassen in de openbare ruimte.
Gelet op het belang van deze sector voor de gemeente is het wenselijk om deze plannen en ideeën, waar mogelijk, welwillend tegemoet te treden. Hiervoor is echter noodzakelijk dat een beleid c.q. een toetsingskader wordt vastgesteld waaraan de initiatieven kunnen worden getoetst, zodat er bij de beoordeling gemotiveerd kan worden beslist op een verzoek (geen willekeur).
Gelet op het voorgaande gedogen de burgemeester en het college, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, dat terrassen tijdelijk worden uitgebreid of dat er een terras wordt gevestigd ten behoeve van een horecabedrijf. Dit in verband met de COVID-19 pandemie. Er wordt gehandeld in strijd met regels opgenomen in diverse wet- en regelgeving en in verstrekte vergunningen die betrekking hebben op het vergroten dan wel vestigen van een terras. Zowel bij de burgemeester als het college rust de ‘beginselplicht tot handhaving’. Dat wil zeggen dat tegen een overtreding in beginsel handhavend opgetreden moet worden. Volgens vaste jurisprudentie moet in geval van een overtreding in eerste instantie worden bekeken of legalisering mogelijk is. Daarnaast zal er een belangenafweging moeten plaatsvinden, waaruit kan blijken dat er toch situaties zijn waarbij het wenselijk is om niet op te treden, ondanks het feit, dat (nog) niet aan de eisen wordt voldaan; er zijn bijzondere omstandigheden op grond waarvan van handhaving kan worden afgezien en de overtreding wordt gedoogd.
Er is hier sprake van een dusdanige bijzondere situatie dat handhavend optreden disproportioneel is ten opzichte van de belangen van ondernemers. De burgemeester en het college, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, kunnen het uitbreiden en vestigen van terrassen tijdelijk gedogen en niet handhavend optreden, mits
gewijzigde omstandigheden waardoor de exploitatie van de oorspronkelijke inrichting zonder beperkingen mogelijk is, is de burgemeester en/of het college, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, bevoegd de termijn van 1 oktober 2021 te verkorten. Het betreft een tijdelijke noodmaatregel die indien daartoe aanleiding bestaat zo snel mogelijk dient te worden opgeheven.
Artikel 5 Voorschriften gedoogbesluit
De houder van het gedoogbesluit is te allen tijde verplicht er zorg voor te dragen dat zijn bezoekers in de (directe) omgeving van het horecabedrijf zowel voor, tijdens als na sluitingstijd geen hinder of overlast veroorzaken; ook voetgangers moeten op 1,5 meter van terrasbezoekers langs een horeca inrichting kunnen lopen.
Een terras op openbaar terrein wordt op de eerste aanzegging ontruimd indien dit naar het oordeel van de burgemeester in het belang van de openbare orde en veiligheid of naar het oordeel van het college vereist is voor de uitvoering van werken van openbaar nut. In voornoemde gevallen acht de gemeente zich niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade;
Artikel 6. Aanvraag en beoordeling gedoogbesluit
De burgemeester en het college, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft, zullen indien een ontvankelijke aanvraag is ingediend zo spoedig mogelijk beoordelen of een gedoogbesluit kan worden verleend. Van een ontvankelijke aanvraag is sprake als alle gegevens in de schriftelijke aanvraag zijn ingevuld en de gevraagde bijlagen zijn bijgevoegd en voorzien zijn van de gevraagde informatie.
Indien naar het oordeel van het de burgemeester en/of het college in strijd met deze beleidsregels en het gedoogbesluit wordt gehandeld, zijn de burgemeester c.q. het college bevoegd om zonder verdere opgave van redenen het betrokken gedoogbesluit met onmiddellijke ingang tijdelijk dan wel voorgoed in te trekken.