Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Terschelling

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Gemeente Terschelling 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTerschelling
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening rechtspositie raads- en commissieleden Gemeente Terschelling 2021
CiteertitelVerordening rechtspositie raads- en commissieleden Gemeente Terschelling 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpRechtspositie raadsleden Terschelling

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 95 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-05-2021Nieuwe regeling

12-05-2021

gmb-2021-157653

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Gemeente Terschelling 2021

gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 98, 99 van de Gemeentewet en [de ]artikel[en] [3.1.1, vijfde lid,] 3.1.3, eerste lid

[, 3.1.4, eerste lid, 3.1.8, eerste lid, 3.1.9, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid, en 3.4.2] en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

 

 

De raad van de gemeente Terschelling;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening rechtspositie, raads- en commissieleden Gemeente Terschelling 2021.

 

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

b. griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

c. raadslid: lid van de gemeenteraad.

 

Artikel 2.

Vervallen.

 

Artikel 3.

Vervallen.

 

Artikel 4. Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden voor reizen buiten de gemeente

1. Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 97 Gemeentewet worden aan een raads- of commissielid vergoed:

a. de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

b. bij gebruik van een eigen auto het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt.

2. Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur, worden aan een raadslid of commissielid bij gebruik van eigen auto tevens de parkeer-, veer- en tolkosten vergoed;

3. Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

4.Als een raadslid of commissielid een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.

5. De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen buiten het grondgebied ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.

 

Artikel 5. Verzekering raadsleden voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden

1. Een raadslid wordt eenmaal per jaar een bedrag toegekend ter hoogte van het bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden voor één maand„ bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, waarmee het raadslid voorzieningen kan treffen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op een raadslid dat is benoemd in een plaats die is opengevallen als gevolg van tijdelijk ontslag van een raadslid wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, op grond van artikel X12 van de Kieswet.

 

Artikel 6.

Vervallen.

 

Artikel 7. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden

1. Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

2. Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

3. De maximale vergoeding van de scholing bedraagt:

a. € 300,- per jaar per raadslid;

b. € 300,- per jaar per commissielid.

4. De griffier beslist over aanvragen die binnen de kaders zoals gesteld in artikel 7.3 vallen. Het presidium beslist over aanvragen die buiten de in artikel 7.3 gestelde kaders vallen.

 

Artikel 8.

Vervallen.

 

Artikel 9. Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden

1. Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie-en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. De ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen bestaan voor raadsleden uit een ipad met data-abonnement en voor commissieleden uit een ipad. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

2. Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

 

Artikel 10. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

 

Artikel 11. Betaling vaste vergoedingen

1. Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.

2. Met de in lid 1 genoemde vergadering kan worden bedoeld een commissievergadering, een informatiebijeenkomst, een werkgroep of een werkbezoek.

 

Artikel 12. Betaling en declaratie van onkosten

1.Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

a. betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

b. betaling vooruit uit eigen middelen

c. betaling ten laste van de gemeentelijke creditcard.

2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen twee maanden na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.

4. Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raads- of commissieleden binnen twee maanden na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.

Artikel 13. Vangnetregeling

Bij twijfel over toepassing van de regels uit dit hoofdstuk, beslist het presidium op voorstel van en/of na consultatie van de burgemeester en de griffier.

 

Artikel 14. Intrekking oude verordening

De Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Gemeente Terschelling 2020 wordt ingetrokken.

 

Artikel 15. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst.

 

Artikel 16. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Gemeente Terschelling 2021.

 

Aldus vastgesteld in de openbare digitale raadsvergadering,

Terschelling, 12 mei 2021

 

J. Hofman,

C.M. van de Pol,

griffier

voorzitter

 

De raad van de gemeente Terschelling voornoemd,