Organisatie | 's-Gravenhage |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling samen sociaal en vitaal Den Haag 2021 |
Citeertitel | Subsidieregeling samen sociaal en vitaal Den Haag 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Subsidieregeling samen sociaal en vitaal Den Haag 2021 |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-07-2021 | wijziging | 13-07-2021 | RIS309519 OCW/10142220 | ||
01-07-2021 | 16-07-2021 | nieuwe regeling | 11-05-2021 | RIS308715 OCW/10085914 |
De subsidieregeling samen sociaal en vitaal Den Haag 2021 heeft als doelstelling het versterken van de vitaliteit, zelfredzaamheid en participatie van Haagse kwetsbare inwoners. De gemeente Den Haag wil dat alle inwoners naar hun behoefte en mogelijkheden een zelfstandig leven kunnen leiden en volwaardig en betekenisvol kunnen deelnemen aan de maatschappij. Waar dit niet zelfstandig of met hulp van de omgeving lukt, wil de gemeente inwoners ondersteunen.
In het bijzonder zet de gemeente Den Haag zich met deze regeling in voor de ondersteuning van senioren, inwoners die kampen met de gevolgen van eenzaamheid, mantelzorgers, inwoners met een beperking en kwetsbare inwoners die ondersteund worden door vrijwilligers.
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,
gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,
besluit vast te stellen de Subsidieregeling samen sociaal en vitaal Den Haag 2021:
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.
Artikel 1:3 Doel van de subsidie
Het doel van deze regeling is het bevorderen van vitaliteit, participatie of zelfredzaamheid van inwoners van Den Haag, voor zover zij behoren tot één of meer van de volgende doelgroepen:
b. inwoners met eenzaamheidsproblematiek;
d. kwetsbare inwoners die worden ondersteund door vrijwilligers of maatjes;
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op de in artikel 1:3, eerste lid, genoemde doelstellingen en één of meer van de in artikel 1:3, eerste lid, onder a tot en met d bedoelde doelgroepen of de doelgroep bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, onder e en die voldoen aan de volgende voorwaarden:
a. de activiteit is gericht op het bereiken van een langdurig positief effect op de vitaliteit, participatie of zelfredzaamheid van de doelgroep;
b. de aanvrager werkt bij het opzetten of uitvoeren van de activiteit samen met partijen in het voor deze activiteiten relevante veld; en
c. de aanvrager heeft een wervingsstrategie die erop is gericht om de doelgroep te laten deelnemen aan de activiteit.
In aanvulling op het eerste lid zijn de voorwaarden waaraan de te subsidiëren activiteit moet voldoen:
a. indien het gaat om een activiteit gericht op senioren:
1°. minimaal 75% van de deelnemers zijn thuiswonend; en
2°. de activiteit is van sociale, educatieve, culturele of sportieve aard;
b. indien het gaat om een activiteit gericht op inwoners met eenzaamheidsproblematiek:
1°. de activiteit vindt haar grondslag in de derde programmalijn ‘het effectief en integraal ondersteunen van eenzame burgers’ zoals benoemd in het Actieplan tegen eenzaamheid; en
2°. de activiteit is gericht op het bestrijden van eenzaamheid voor een of meerdere persona’s;
c. indien het gaat om een activiteit gericht op mantelzorgers betreft de activiteit het (vroeg-) signaleren van overbelasting bij mantelzorgers en het geven van individuele en groepsgerichte ondersteuning aan mantelzorgers;
d. indien het gaat om een activiteit gericht op kwetsbare inwoners die worden ondersteund door vrijwilligers of maatjes wordt de activiteit uitgevoerd door een vrijwilligersorganisatie die zich met behulp van vrijwilligers of maatjes richt op de niet-medische ondersteuning van kwetsbare inwoners;
e. een aanvraag voor een activiteit gericht op inwoners met een beperking betreft een jaarsubsidie voor sociale, sportieve of culturele activiteiten;
f. indien het gaat om een activiteit gericht op Haags ontmoeten:
1°. bij een basislocatie is tenminste één professional verantwoordelijk voor de coördinatie van de vrijwilligers die de activiteit organiseren en uitvoeren;
2°. bij een pluslocatie organiseert en voert tenminste één professional met een zorg gerelateerde achtergrond van minimaal mbo-niveau 2 de activiteit uit;
3°. professionals die werken op de basis- en pluslocaties volgen minimaal één keer per kwartaal een cursus ter verbetering van hun professionaliteit, waarbij het thema afhankelijk is van de behoefte van de locatie; en
4°. op de basis- en pluslocaties worden minimaal twee dagdelen per week activiteiten georganiseerd.
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen.
Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Niet voor subsidie in aanmerking komen:
a. de eventuele restwaarde van specifiek voor de subsidiabele activiteiten aangeschafte apparatuur;
b. de kosten die eerder door het college op basis van deze subsidieregeling of anderszins zijn gesubsidieerd;
c. loonkosten voor professionals:
1°. bij Haags Ontmoeten basislocaties bedoeld in artikel 1:4, tweede lid, onder f, sub 1°: loonkosten die hoger zijn dan de loonkosten nodig voor het aanbieden van de activiteit gedurende 25% van het totaal aantal openingsuren;
2°. bij Haags Ontmoeten pluslocaties bedoeld in artikel 1:4, tweede lid, onder f, sub 2°: loonkosten die hoger zijn dan de loonkosten nodig voor het aanbieden van de activiteit gedurende het totaal aantal openingsuren, met een maximum van 7 dagen per week en 8 uur per dag;
d. de kosten die gemaakt worden voor de waardering van de aan de subsidiabele activiteiten verbonden vrijwilligers die meer bedragen dan € 15,-- per vrijwilliger per jaar of € 5.000,- per aanvraag;
e. de reis- en onkostenvergoedingen van de vrijwilligers;
f. de kosten voor de verzekering van vrijwilligers;
g. de kosten van Verklaringen Omtrent het Gedrag van vrijwilligers (VOG);
h. de kosten voor catering en consumpties die meer bedragen dan 15% van de totale kosten van de subsidiabele activiteiten of € 2.500,- per aanvraag;
i. de kosten die naar het oordeel van het college niet in verhouding staan tot de activiteiten
Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie
Een subsidie bedraagt maximaal:
Artikel 1:9 Wijze van verdeling van projectsubsidies
Artikel 1:10 Wijze van verdeling van jaarsubsidies tot € 40.000
Bij de rangschikking van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria en tot het daarbij vermelde aantal:
a. er nemen zo veel mogelijk deelnemers deel aan de activiteit:
1°. 100 of meer deelnemers: 2 punten;
2°. 50 tot 100 deelnemers: 1 punt;
3°. 50 of minder deelnemers: 0 punten;
1°. 0-15 % overhead: 2 punten;
3°. meer dan 22 % overhead: 0 punten;
1°. er is sprake van 25% of meer cofinanciering: 1 punt;
2°. er is sprake van minder dan 25% cofinanciering: 0 punten;
d. de aanvrager heeft veel ervaring:
1°. de aanvrager heeft meer dan 2 jaar ervaring met het uitvoeren van de activiteit voor de doelgroep waarop de aanvraag is gericht: 1 punt;
2°. de aanvrager heeft minder dan 2 jaar ervaring met het uitvoeren van de activiteit voor de doelgroep waarop de aanvraag is gericht: 0 punten;
e. de effectiviteit en impact van activiteiten worden gemonitord en geëvalueerd:
1°. op meerdere momenten per jaar: 2 punten;
3°. minder dan één keer per jaar; 0 punten;
f. het gebruik van technologische hulpmiddelen en digitale oplossingen door kwetsbare inwoners wordt met de activiteit gestimuleerd:
2°. weinig tot niet: 0 punten;
g. de activiteiten zijn aantrekkelijk voor flexibele vrijwilligers:
Artikel 1:11 Wijze van verdeling van jaarsubsidies vanaf € 40.000
Bij de rangschikking van de aanvragen kent het college punten toe aan de hand van de volgende criteria en tot het daarbij vermelde aantal:
a. er nemen zo veel mogelijk deelnemers deel aan de activiteit:
1°. 250 of meer deelnemers: 2 punten;
2°. 100 tot 250 deelnemers: 1 punt;
3°. 100 of minder deelnemers: 0 punten;
3°. meer dan 22 % overhead: 0 punten;
1°. er is sprake van 25% of meer cofinanciering: 1 punt;
2°. er is sprake van minder dan 25% cofinanciering: 0 punten;
d. de aanvrager heeft veel ervaring:
1°. de aanvrager heeft meer dan 2 jaar ervaring met het uitvoeren van de activiteit voor de doelgroep waarop de aanvraag is gericht: 1 punt;
2°. de aanvrager heeft minder dan 2 jaar ervaring met het uitvoeren van de activiteit voor de doelgroep waarop de aanvraag is gericht: 0 punten;
e. de effectiviteit en impact van activiteiten worden gemonitord en geëvalueerd:
1°. op meerdere momenten per jaar: 2 punten;
3°. minder dan één keer per jaar; 0 punten;
f. het gebruik van technologische hulpmiddelen en digitale oplossingen door kwetsbare inwoners wordt met de activiteit gestimuleerd:
2°. weinig tot niet: 0 punten;
g. de activiteiten zijn aantrekkelijk voor flexibele vrijwilligers:
Artikel 1:12 Wijze van verdeling van jaarsubsidies, gericht op mensen met een beperking
Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen
Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager de volgende gegevens over:
a. een beschrijving van de doelstelling van de activiteit en hoe een langdurig positief effect op de vitaliteit, participatie of zelfredzaamheid van de doelgroep bereikt wordt;
b. een concrete beschrijving van de doelgroep, de wervingsstrategie van de doelgroep en het aantal deelnemers dat men verwacht te bereiken met de activiteit;
c. een opsomming van de partijen waarmee wordt samengewerkt in het realiseren van de activiteit en de manier waarop er samengewerkt wordt;
d. een beschrijving van hoe er wordt voldaan aan de aanvullende voorwaarden genoemd in artikel 1:4, eerste tot en met zevende lid, die gelden voor de doelgroep waarop de aanvraag gericht is;
e. een concrete beschrijving van waar de activiteit plaatsvindt, uit welk gebied deelnemers aan de activiteit afkomstig zijn (wijk, stadsdeel of stadsbreed niveau) en hoe de activiteit zich onderscheidt en van meerwaarde is ten opzichte van andere activiteiten in de wijk of buurt;
f. een specificatie van de kosten van overhead en de cofinanciering;
g. een beschrijving van de manier waarop de activiteiten worden gemonitord en de beoogde resultaten inzichtelijk gemaakt worden;
h. een beschrijving van de ervaring met het uitvoeren van deze activiteit voor deze doelgroep, inclusief het aantal jaar ervaring;
i. een beschrijving in hoeverre de activiteit is gericht op het stimuleren van het gebruik van technologische hulpmiddelen en digitale oplossingen bij de in artikel 1:3, eerste lid, genoemde doelgroepen;
j. de vermelding of de subsidieaanvraag een projectsubsidie of een jaarsubsidie betreft;
k. een specificatie van verrekenbare en niet-verrekenbare BTW;
l. indien er gebruik wordt gemaakt van vrijwilligers, een specificatie van het aantal (flexibele) vrijwilligers, de werkzaamheden die zij verrichten en hoe zij hierbij worden begeleid en gewaardeerd.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV gelden de volgende aanvraagtermijnen:
a. voor een aanvraag in categorie A kunnen aanvragen voor het eerst worden ingediend voor het jaar 2022 en volgende aanvragen vanaf 1 september van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de activiteit plaats vindt tot maximaal 12 weken voor de uitvoering van de activiteit;
b. voor een aanvraag in categorie B of C: in de periode van 22 augustus tot 4 september van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de activiteit plaatsvindt.
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 11, eerste, tweede en derde lid, van de ASV weigert het college een subsidie als de aanvraag wordt gedaan voor activiteiten die naar het oordeel van burgemeester en wethouders reeds in voldoende mate uitgevoerd worden door anderen.
Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betalingen
Onverminderd de artikelen 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 12 tot en met 14 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:
a. de activiteit wordt aangemeld op www.socialekaartdenhaag.nl;
b. vrijwilligersvacatures worden geplaatst op www.denhaagdoet.nl of www.volunteerthehague.nl;
c. trainingen en cursussen voor vrijwilligers worden geplaatst op www.denhaagdoetvrijwilligersacademie.nl; en
Hoofdstuk 5 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf
Artikel 5:1 Wijze van verantwoorden
De aanvraag tot vaststelling voor subsidieaanvragen voor activiteiten bedoeld in artikel 1:4 bevat:
a. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag conform artikel 17, vierde lid, van de ASV;
b. een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag conform artikel 17, van de ASV;
c. een bestuursverklaring of directieverklaring over de verantwoording volgens het door burgemeester en wethouders vastgestelde model.
Het inhoudelijk verslag bevat:
a. een overzicht van de met deze subsidie gerealiseerde activiteiten en een beknopt fotoverslag van de uitvoering van de gerealiseerde activiteiten;
b. een beknopte beschrijving van de mate waarin de resultaten zoals opgenomen in de verleningsbeschikking zijn gehaald;
c. een beknopte beschrijving van de mate waarin de in de verleningsbeschikking opgenomen doelstellingen zijn behaald;
d. per activiteit een overzicht van het totaal aantal deelnemers, het aantal deelnemers per doelgroep zoals bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, en indien van toepassing het aantal vrijwilligers dat bij de activiteit betrokken was;
e. voor jaarsubsidies, indien vrijwilligers zijn ingezet bij het organiseren of uitvoeren van de activiteit, een overzicht van het totaal aantal actieve en inactieve vrijwilligers van de organisatie per 1 januari en 31 december van het subsidiejaar waarvoor de subsidie is verleend.
Hoofdstuk 6. Overige bepalingen
Het college kan een of meerdere artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van artikelen 1:2 en 1:4, voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van deze regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Het college evalueert deze subsidieregeling in elk geval 1 jaar na inwerkingtreding en vervolgens elke 2 jaar én binnen 1 jaar na afloop van de regeling.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2021 en vervalt met ingang van 31 december 2024.
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling samen sociaal en vitaal Den Haag 2021.
Artikel 1:4, tweede lid, onder a
Het hoofddoel van de subsidieaanvraag moet altijd gericht zijn op het bevorderen van vitaliteit, participatie of zelfredzaamheid van de doelgroepen zoals genoemd in artikel 1:3, eerste lid. De voorwaarde gesteld onder a is gericht op het blijvende, duurzame karakter van de activiteit. Zo zijn bijvoorbeeld aanvragen die gericht zijn op het organiseren van uitjes, feestjes en het vergroten van leefplezier op incidentele basis niet gericht op het bereiken van een langdurig positief effect. Zij komen niet voor subsidie in aanmerking.
Artikel 1:4, derde lid, onder f
Op een basislocatie komen vitale senioren met eenzaamheidsproblematiek of beginnend regieverlies. De activiteit mag daarom worden georganiseerd en uitgevoerd door vrijwilligers, maar er moet wel een professional verantwoordelijk zijn voor de coördinatie van de vrijwilligers om de kwaliteit van de locatie te waarborgen. Op een pluslocatie komen senioren met verder gevorderd regieverlies. Vanwege de kwetsbaarheid van deze doelgroep moet er een professional met een zorggerelateerde achtergrond van minimaal MBO niveau 2 aanwezig zijn bij de uitvoering van de activiteit. Om het regelmatige karakter van Haags ontmoeten te borgen worden er op een Haags ontmoeten locatie minimaal 2 dagdelen per week activiteiten georganiseerd.
Aanvragen voor jaarsubsidies minder dan € 40.000,-- per kalenderjaar worden beoordeeld op basis van vastgestelde criteria waarbij punten worden toegekend aan de hand van vastgestelde aspecten of indicatoren. Dit staat bekend als de tendersystematiek. De criteria en de vastgestelde aspecten of indicatoren staan in artikel 1:10 genoemd. De hoogst scorende aanvragen in de ranking krijgen subsidie totdat het beschikbare subsidieplafond bereikt is. Bij gelijke score vindt de onderlinge rangschikking plaats door middel van loting.
Aanvragen voor jaarsubsidies meer dan € 40.000,-- per kalenderjaar worden beoordeeld op basis van vastgestelde criteria waarbij punten worden toegekend aan de hand van vastgestelde aspecten of indicatoren. Dit staat bekend als de tendersystematiek.
De criteria en de vastgestelde aspecten of indicatoren staan in artikel 1:11 genoemd. De criteria komen grotendeels overeen met de criteria uit artikel 1:10. Het verschil is dat er bij de aanvragen voor jaarsubsidies meer dan € 40.000,-- meer deelnemers aan de activiteit moeten deelnemen om punten te verdienen. Hier is voor gekozen, omdat er voor grotere bedragen ook verwacht wordt dat er meer deelnemers bereikt worden. De hoogst scorende aanvragen in de ranking krijgen subsidie totdat het beschikbare subsidieplafond bereikt is. Bij gelijke score vindt de onderlinge rangschikking plaats door middel van loting.