Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ede

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede houdende regels omtrent subsidiëring van woon/welzijn concepten (Subsidieregeling woon/welzijn concepten Ede 2021)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEde
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede houdende regels omtrent subsidiëring van woon/welzijn concepten (Subsidieregeling woon/welzijn concepten Ede 2021)
CiteertitelSubsidieregeling woon/welzijn concepten Ede 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Subsidieregeling woon/welzijn concepten Ede.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Ede/CVDR602459/CVDR602459_1.html

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-05-2021nieuwe regeling

11-05-2021

gmb-2021-156656

224935

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede houdende regels omtrent subsidiëring van woon/welzijn concepten (Subsidieregeling woon/welzijn concepten Ede 2021)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede;

gelezen het voorstel van 11 mei, zaaknummer 224935;

gelet op de artikelen 3, 6 en 7 van de Algemene subsidieverordening Ede 2017;

besluit vast te stellen de: Subsidieregeling woon/welzijn concepten Ede 2021.

 

Paragraaf 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a)

    woon/welzijn concept: gebouw waar zelfstandige wooneenheden met een huur van maximaal de eerste aftoppingsgrens worden verhuurd aan zowel vragende bewoners als dragende bewoners. De wooneenheden worden niet via een woningcorporatie aangeboden.

  • b)

    vragende bewoners: inwoners met een ondersteuningsvraag op het gebied van psychische/psychosociale problematiek.

  • c)

    dragende bewoners: inwoners zonder ondersteuningsvraag op het gebied van psychische/psychosociale problematiek.

  • d)

    zelfstandige wooneenheid: wooneenheid met eigen huisnummer, eigen voordeur, eigen keuken en eigen badkamer.

     

Paragraaf 2 Activiteiten in het kader van welzijn

Artikel 2. Subsidiabele activiteiten en kosten in het kader van welzijn

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen voor de volgende welzijnsactiviteiten in het kader van een woon/welzijn concept en derhalve het bevorderen van de zelfredzaamheid:

    • a.

      de fysieke aanwezigheid op locatie van een sociaal beheerder;

    • b.

      de intake, uit te voeren door de organisatie die de subsidie heeft aangevraagd;

    • c.

      het stimuleren van sociale verbinding en samenwerking tussen bewoners;

    • d.

      het helpen bij reguliere ondersteuningsvragen van vragende bewoners;

    • e.

      het coördineren van integrale hulp aan vragende bewoners;

    • f.

      het uitkeren van een vrijwilligersvergoeding aan bewoners die gemeenschappelijke activiteiten organiseren binnen de locatie;

  • 2.

    Uitsluitend kosten die naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk en redelijk zijn voor de aangevraagde activiteiten komen in aanmerking voor subsidie.

  • 3.

    Subsidie wordt slechts verleend voor de daadwerkelijk gemaakte kosten.

Artikel 3. Subsidievoorwaarden en verplichtingen subsidieontvanger

  • 1.

    Voor subsidie komen in aanmerking rechtspersonen die een woon/welzijn concept willen starten waarbij:

    • a.

      sprake is van minimaal 25 zelfstandige wooneenheden op één locatie;

    • b.

      de locatie is gelegen in de gemeente Ede en de bestemming ‘wonen’ heeft, of er voor de locatie een omgevingsvergunning is afgegeven ten behoeve van tijdelijk gebruik voor wonen door burgemeester en wethouders,

    • c.

      de locatie is gekocht of gehuurd door een organisatie die zelf voldoet aan de kwaliteitseisen Deelovereenkomst Ambulante Dienstverlening of Deelovereenkomst Beschermd Wonen of aantoonbaar samenwerkt met een dergelijke organisatie; en

    • d.

      minimaal de welzijnsactiviteiten bedoeld in artikel 2, eerste lid onder a t/m c worden uitgevoerd.

  • 2.

    De subsidieontvanger voldoet gedurende de gehele looptijd van de activiteiten aan de volgende verplichtingen:

    • a.

      in het woon/welzijn concept is een verhouding tussen dragende bewoners en vragende bewoners. Deze verhouding dient tussen de 60/40% en 40/60% te zijn;

    • b.

      de sociale verbinding en samenwerking tussen bewoners wordt gestimuleerd;

    • c.

      er wordt alleen huisvesting geboden aan mensen die reeds woonachtig zijn in de gemeente Ede;

    • d.

      er wordt alleen huisvesting geboden aan mensen van buiten de gemeente Ede als deze mensen vanuit een zorginstelling komen en zij direct voorafgaand aan opname in deze zorginstelling woonachtig waren in de gemeente Ede;

    • e.

      er wordt alleen huisvesting geboden aan mensen met een urgentieverklaring nadat men heeft verklaard te weten wat de gevolgen zijn van het niet benutten van de urgentieverklaring en dit schriftelijk heeft bevestigd;

    • f.

      er wordt geen huisvesting geboden aan mensen die (tijdelijk) geschorst zijn door een zorginstelling;

    • g.

      bewoners worden verplicht zich in te schrijven bij een woningbouwvereniging voor sociale huur.

    • h.

      de vragende bewoners worden begeleid bij de overgang naar reguliere (zelfstandige) huisvesting.

    • i.

      bij zowel de totstandkoming van het project alsmede lopende het project dienen de direct belanghebbenden te worden betrokken.

  • 3.

    De in artikel 2 genoemde activiteiten dienen te starten uiterlijk binnen 12 maanden na toekenning van de subsidie. Afwijken van deze termijn kan slechts met schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.

  • 4.

    In afwijking van lid 2 onder a van dit artikel wordt de aanvrager geacht de verhouding tussen dragende en vragende bewoners binnen 6 maanden na aanvang van de activiteiten te realiseren.

Artikel 4. Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 1.

    Voor activiteiten op grond van artikel 2 van deze subsidieregeling kunnen burgemeester en wethouders een subsidieplafond vaststellen.

  • 2.

    Indien een subsidieplafond is vastgesteld, krachtens het eerste lid van dit artikel, verdelen burgemeester en wethouders het beschikbare bedrag voor de activiteiten zoals bedoeld in artikel 2 van deze regeling op volgorde van ontvangst van de aanvragen.

  • 3.

    De datum van ontvangst is de datum waarop de aanvraag volledig is ingediend.

  • 4.

    Wanneer meerdere subsidieaanvragen op dezelfde dag zijn ontvangen en verstrekking van subsidie voor deze aanvragen zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, wordt de onderlinge rangschikking door loting bepaald.

  • 5.

    De loting wordt in het openbaar verricht. Aanvragers kunnen een waarnemer sturen om de loting bij te wonen. De uitkomst van de loting wordt schriftelijk vastgelegd.

     

Paragraaf 3 Activiteiten in het kader van huisvesting

Artikel 5. Subsidiabele activiteiten in het kader van huisvesting en berekeningswijze

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen subsidie verlenen voor het bieden van huisvesting, waaronder het realiseren van geschikte woonruimte, in het kader van een woon/welzijn concept.

  • 2.

    Uitsluitend kosten die naar het oordeel van burgemeester en wethouders noodzakelijk en redelijk zijn en niet kunnen worden terugverdiend zijn subsidiabel. Bij de berekening van de kosten en opbrengsten van het betreffende woon/welzijn concept wordt uitgegaan van een volledige bezetting van alle wooneenheden.

  • 3.

    Subsidie wordt slechts verleend voor de daadwerkelijk gemaakte kosten.

  • 4.

    Niet subsidiabel zijn de kosten voor gas, water, elektra, belastingen, verzekeringen en overige vergelijkbare vaste lasten.

Artikel 6. DAEB vestigen

  • 1.

    Het bieden van huisvesting in het kader van een woon/welzijn concept als bedoeld in deze regeling wordt aangewezen als een dienst van algemeen economisch belang in de zin van artikel 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie, conform het model dat is opgenomen in bijlage 1.

  • 2.

    De duur van de DAEB wordt als volgt bepaald:

    • Totaal te verlenen subsidie / maximale compensatie per jaar (conform bijlage 1) = totale duur DAEB.

  • De duur wordt afgerond naar boven tot een heel jaar.

  • 3.

    Het bieden van huisvesting in het kader het woon/welzijn concept wordt als voortdurende verplichting verbonden aan de subsidie voor de totale duur van de DAEB. Indien de welzijnsactiviteiten op enig moment niet meer subsidiabel zijn, dan kan de verplichting worden omgezet in het DAEB voor sociale huur. Daaronder wordt verstaan de verhuur aan:

    • a.

      personen met een huishoudinkomen dat is gelegen onder de inkomensgrens bedoeld in artikel 1 van de Woningwet; en

    • b.

      de categorieën van personen, bedoeld in artikel 48, eerste lid, derde volzin, van de Woningwet.

Artikel 7. Subsidievoorwaarden en verplichtingen subsidieontvanger

  • 1.

    Een subsidie voor huisvestingsactiviteiten op grond van artikel 5 van deze regeling wordt slechts verleend indien tevens een subsidie voor welzijnsactiviteiten op grond van artikel 2 wordt verleend voor het betreffende woon/welzijn concept.

  • 2.

    Indien de aanvrager voor de huisvestingsactiviteiten in het kader van het woon/welzijn concept niet tevens de aanvrager is voor de welzijnsactiviteiten van dit betreffende concept dan wordt een duurzame samenwerking tussen beide organisaties aangetoond.

  • 3.

    In aanvulling op hetgeen is bepaald is artikel 3 van deze regeling is de subsidieontvanger tevens verplicht om:

    • a.

      woonheden te verhuren voor maximaal de aftoppingsgrens in het kader van sociale huur zoals bedoeld in de Wet op de huurtoeslag.

    • b.

      te voldoen aan de voorwaarden zoals die zijn opgenomen in bijlage 1.

    • c.

      een plan beschikbaar te hebben voor alternatieve invulling van de wooneenheden als de subsidie voor de welzijnsactiviteiten wordt beëindigd. Dit plan bevat ten minste de wijze waarop de vragende bewoners op een passende wijze worden opgevangen/begeleid naar een andere passende oplossing.

Artikel 8. Subsidieplafond en wijze van verdeling

  • 1.

    Voor activiteiten op grond van artikel 5 van deze subsidieregeling bestaat een subsidieplafond van € 1.100.000,-.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders verdelen het beschikbare bedrag voor de activiteiten op grond van deze paragraaf op volgorde van ontvangst van de aanvragen.

  • 3.

    De datum van ontvangst is de datum waarop de aanvraag volledig is ingediend.

  • 4.

    Wanneer meerdere subsidieaanvragen op dezelfde dag zijn ontvangen en verstrekking van subsidie voor deze aanvragen zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, wordt de onderlinge rangschikking door loting bepaald.

  • 5.

    De loting wordt in het openbaar verricht. Aanvragers kunnen een waarnemer sturen om de loting bij te wonen. De uitkomst van de loting wordt schriftelijk vastgelegd.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders streven naar de beschikbaarheid van 400 wooneenheden. Zodra dit aantal is bereikt wordt geen subsidie meer verleend voor andere aanvragen voor huisvestingsactiviteiten.

     

Paragraaf 4 Overige bepalingen

Artikel 9. Weigeringsgronden

Een subsidie op grond van deze regeling kan worden geweigerd indien, naar het oordeel van het college:

  • a.

    de hoogte van de gevraagde subsidie niet in redelijke verhouding staat tot het aantal te realiseren wooneenheden;

  • b.

    huisarts, apotheek, supermarkt en openbaar vervoer (bus en/of trein) lopend of per fiets onvoldoende bereikbaar zijn.

Artikel 10. Aanvragen van subsidie

  • 1.

    Aanvullend op hetgeen is bepaald in artikel 6 van de Algemene subsidieverordening Ede 2017 dient de aanvraag minimaal de volgende onderwerpen te bevatten:

    • a.

      een plan van aanpak waarin wordt aangeven op welke wijze de gesubsidieerde activiteiten worden vormgegeven en hoe aan de verplichtingen wordt voldaan;

    • b.

      de periode waarin de activiteiten worden uitgevoerd.

  • 2.

    Indien sprake is van meerdere partijen als bedoeld in artikel 7, tweede lid van deze regeling dient de aanvraag tevens te bevatten:

    • a.

      een gezamenlijk plan voor het betreffende woon/welzijn concept;

    • b.

      een getekende samenwerkingsovereenkomst.

  • 3.

    Aanvragen op grond van deze regeling kunnen worden ingediend vanaf 1 juli 2021.

  • 4.

    Aanvragen dienen bij voorkeur te worden ingediend door middel van het aanvraagformulier op www.ede.nl/subsidies.

  • 5.

    Bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie dient de aanvrager, in aanvulling op hetgeen is bepaald in de Algemene subsidieverordening Ede 2017, aan te tonen dat voldaan is aan de voorwaarden en verplichtingen zoals benoemd in deze regeling.

Artikel 11. Overgangs- en slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de achtste dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De Subsidieregeling woon/welzijn concepten Ede wordt ingetrokken. Aanvragen die zijn ingediend onder de Subsidieregeling woon/welzijn concepten Ede en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van onderhavige regeling, worden afgehandeld krachtens de Subsidieregeling woon/welzijn concepten Ede 2021.

  • 3.

    Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling woon/welzijn concepten Ede 2021.

Vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 11 mei, zaaknummer 224935

Het college voornoemd,

dr. M.M. Seip

de loco-secretaris

mr. L.J. Verhulst

de burgemeester

Bijlage 1: Model DAEB besluit huisvesting

Aanwijzingsbesluit DAEB

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede;

gelet op de artikelen 14 en 106 van het Verdrag inzake de werking van de Europese Unie (VWEU);

gelet op het besluit van de Commissie van 20 december 2011, betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen C (2011) 9380, PbEU 2012/ L7 (hierna: Vrijstellingsbesluit DAEB);

gelet op artikel 160, eerste lid aanhef en onder a van de Gemeentewet;

overwegende dat Diensten van Algemeen Economisch Belang (hierna: DAEB) hun bestaansrecht ontlenen aan de artikelen 14 en 106, tweede lid van het VWEU. Om gebruik te kunnen maken van de bijzondere positie die een DAEB inneemt binnen de Europese staatssteunregelgeving, moet daarvoor een onderneming specifiek met het beheer van een DAEB worden belast;

besluit:

 

I Aanwijzing als DAEB, de volgende diensten

Op grond van artikel 2, eerste lid, onder c van het Vrijstellingsbesluit DAEB (2012/21/EU) worden de toegewezen diensten van [naam onderneming] als volgt beschreven:

  • Het huisvesten of doen huisvesten van inwoners in een woonwelzijn concept waarbij er sprake is van onderlinge zorg door ‘dragende inwoners’ van ‘vragende inwoners’. Tussen de 40% en 60% van het totaal aan zelfstandige wooneenheden wordt verhuurd aan ‘vragende inwoners’.

  • Onder ‘vragende inwoners’ wordt voor de toepassing van dit besluit verstaan: inwoners die niet zelfstandig kunnen wonen als gevolg van psychische of psychosociale problematiek.

II Aard en duur van de openbare dienstverplichtingen

[Aard van de activiteiten nader te bepalen op basis van de ingediende initiatieven. Het zal in ieder geval moeten gaan om concepten die voldoen aan de voorwaarden en verplichtingen uit de subsidieregeling].

 

[Duur nader te bepalen op basis van de formule die is opgenomen in de subsidieregeling].

 

III Betrokken ondernemingen en betrokken grondgebied

[Naam onderneming, beschrijving aard van de onderneming].

 

Het project vindt plaats op een locatie in de gemeente Ede. Toegang tot het project staat open voor inwoners van de gemeente Ede of personen die tot hun opname in een zorginstelling inwoner van de gemeente Ede waren.

 

IV Aard van de uitsluitende of bijzondere rechten die de onderneming zijn toegekend

De gemeente Ede heeft geen uitsluitende of bijzondere rechten toegekend aan [naam onderneming].

 

V Parameters voor berekening, controle en herziening van de compensatie

De vergoeding die [naam onderneming] ontvangt is gebaseerd op de Net Avoided Cost-methode (NAC-methode). Hierbij komen voor compensatie in aanmerking:

  • de gederfde winst over de duur van de openbare dienstverplichting (verschil tussen de huur op basis van de aftoppingsgrens bedoeld in artikel 20 van de Wet op de huurtoeslag en de vrije markthuur) per zelfstandige wooneenheid die wordt gebruikt voor de DAEB;

Eventuele extra inkomsten die worden gegeneerd door de DAEB worden afgetrokken van het compensatieplafond. Het gaat dan om aanvullende inkomsten ten opzichte van de inkomsten die ook gegeneerd zouden worden bij vrije verhuur.

 

Redelijke winst

Voor de berekening van de redelijke winst wordt toepassing gegeven aan de safe-harbour regeling die is opgenomen in artikel 5, zevende lid, van het Vrijstellingsbesluit DAEB. Dat wil zeggen dat een rendement op kapitaal dat niet hoger ligt dan de relevante swaprente, met een opslag van 100 basispunten, als redelijke winst wordt beschouwd.

 

Controle en herziening van de compensatie

Gedurende de looptijd wordt periodiek gecontroleerd of de daadwerkelijke gederfde inkomsten overeenkomen met de vooraf opgestelde prognose. Indien de daadwerkelijk gederfde inkomsten lager liggen, dan wordt zo nodig overgegaan tot herziening van de toegekende compensatie om overcompensatie te voorkomen.

 

VI Regelingen om overcompensatie te vermijden en terug te betalen

  • 1.

    [naam onderneming] overlegt jaarlijks en aan het einde van de duur van de openbare dienstverplichting een verslag waaruit blijkt wat de daadwerkelijk gederfde winst c.q. eventuele extra kosten voor de DAEB zijn geweest. Het verslag wordt voor het eerst overlegd vóór 1 juli van het jaar na het jaar waarop de verantwoording betrekking heeft.

     

  • 2.

    Burgemeester en wethouders controleren of sprake is van overcompensatie. Als in enig jaar sprake is van overcompensatie die maximaal 10% van de gemiddelde vergoeding bedraagt, dan wordt deze verrekend met de vergoeding die wordt toegekend in het volgende jaar. Als sprake is van een overschot van meer dan 10% of als de DAEB aanwijzing in dat jaar wordt beëindigd, dan moet het overschot op het eerste verzoek van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede worden terugbetaald door [naam onderneming].

     

  • 3.

    [Naam onderneming] doet onverwijld mededeling aan burgemeester en wethouders van Ede indien voor het project aanvullende financiering wordt verstrekt of de door het project behaalde inkomsten hoger uitvallen dan begroot.

     

  • 4.

    [Naam onderneming] voert een boekhoudkundige scheiding van kosten en inkomsten verbonden aan de als DAEB aangewezen taken, zoals de onderhavige, en andere kosten en inkomsten.

VII Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op […..].

Dit besluit wordt aangehaald als: […..].

 

Bezwaarclausule

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden gedurende zes weken na de datum van bekendmaking van dit besluit schriftelijk bezwaar indienen bij het college van burgemeester en wethouders van Ede, postbus 9022, 6710 HK Ede.

 

Vastgesteld in de vergadering ……….., zaaknummer … ,

Het college voornoemd,

 

de secretaris, de burgemeester.

 

Toelichting

Algemeen

Het doel van deze subsidieregeling en het bijbehorende DAEB-besluit is het creëren van een nieuwe voorziening voor kwetsbare inwoners, naast de bestaande mogelijkheden binnen beschermd wonen. Het woon/welzijn concept dat hier wordt mogelijk gemaakt wordt gezien als een lichter alternatief voor beschermd wonen.

 

Nieuwe woon/welzijn concepten kunnen daarmee een functie vervullen in het bevorderen naar uitstroom uit beschermd wonen, voor inwoners voor wie weer zelfstandig wonen nog een te grote stap is. Anderzijds kan het ook nieuwe instroom voorkomen van inwoners die niet langer zelfstandig kunnen wonen en behoefte hebben aan meer ondersteuning dan zij in hun huidige leefsituatie ontvangen. Daarmee stimuleert het besluit de zelfredzaamheid en het zo normaal mogelijk deelnemen aan de samenleving door kwetsbare groepen inwoners (inclusie).

 

Relatie met Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

Op grond van artikel 1.2.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) hebben burgemeester en wethouders de zorg voor inwoners die in verband met psychische of psychosociale problemen niet in staat zijn zelfstandig te wonen (beschermd wonen). In dit besluit wordt hierbij - net als in de Wmo 2015 - gedoeld op de situatie dat een inwoner zich niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit hun sociale netwerk kunnen handhaven in de samenleving. Alleen wanneer de eigen kracht of het ‘eigen’ netwerk onvoldoende is, kan een inwoner als ‘vragende’ bewoner deelnemen aan een woon/welzijn concept.

 

Relatie met Subsidieregeling woon/welzijn concepten Ede

Op 1 juli 2020 is de Subsidieregeling woon/welzijn concepten Ede in werking getreden. Ruim een half jaar later zijn er nog geen aanvragen op grond van deze regeling ontvangen. Eén combinatie van partijen heeft interesse uitgesproken om een woon/welzijn concept te realiseren. Wel zijn hierbij verschillende partijen verantwoordelijk voor huisvestingsactiviteiten enerzijds en de welzijnsactiviteiten anderzijds. Dit is aanleiding geweest voor het laten vaststellen van een nieuwe subsidieregeling.

 

In de nieuwe subsidieregeling wordt expliciet bepaald dat ook twee verschillende partijen subsidie kunnen aanvragen voor welzijnsactiviteiten enerzijds en huisvestingsactiviteiten anderzijds. Wel moet er dan sprake zijn van een duurzaam samenwerkingsverband zodat de vorming van een woon/welzijnsconcept echt kans van slagen heeft. Gezien de geringe belangstelling onder de oude subsidieregeling is daarnaast de verdeelsystematiek gewijzigd van kwalitatieve vergelijking naar verdeling op volgorde van binnenkomst. Om wel voldoende kwaliteit te waarborgen zijn een aantal nieuwe verplichtingen en weigeringsgronden toegevoegd.

 

DAEB besluit

Op basis van het Vrijstellingsbesluit DAEB is het mogelijk voor de gemeente om steun te verlenen aan initiatieven waarmee een algemeen belang wordt gediend. Voorwaarde daarvoor is dat de markt zelf de dienst niet of niet tegen aanvaardbare condities aanbiedt (marktfalen). Daarnaast moet zijn voldaan aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit.

 

Algemeen belang en marktfalen

Het is breed aanvaard dat de zorg voor kwetsbare groepen inwoners kan worden aangemerkt als een dienst van algemeen (economisch) belang. Binnen het Vrijstellingsbesluit gaat het om de categorie beschreven in artikel 2, eerste lid, onder c het bieden van compensatie waarmee wordt voldaan aan sociale behoeften en specifiek de zorg voor en sociale inclusie van kwetsbare groepen. Dit besluit levert hieraan een bijdrage doordat kwetsbare inwoners worden gehuisvest in een woonconcept met andere inwoners in plaats van een specialistische zorginstelling. Hierdoor kunnen zij op een meer normale wijze deelnemen aan de samenleving.

Ook binnen het bestuursakkoord 2018-2022 wordt het stimuleren van informele zorg beschreven als een doelstelling van burgemeester en wethouders:

  • “De beweging naar informele zorg vraagt van professionals om de (ver)zorgende rol los te laten en inwoners te wijzen op de eigen mogelijkheden, die van hun sociaal netwerk en van bewoners- en vrijwilligersinitiatieven. We vinden het belangrijk eenzaamheid te bestrijden. Hiervoor vergroten we de zicht- en vindbaarheid van informele ondersteuning. En zoeken we naar (sturings-) mogelijkheden om het speelveld te versterken. We zorgen voor voldoende ondersteuning en ontzorging van mantelzorgers en vrijwilligers. Waardig ouder worden in de vertrouwde omgeving met de ondersteuning die daarbij nodig is, vinden we belangrijk. En als dat niet meer gaat, moeten we voldoende andere opties bieden om prettig te wonen met de zorg die daarbij nodig is.”

Woon/welzijn concepten waarin groepen inwoners (dragend en vragend) samenleven komen nu nog niet voor in de gemeente Ede. Voor inwoners met een psychische of psychosociale problemen die niet meer zelfstandig kunnen wonen zijn er daarmee nu geen lichtere alternatieven voor beschermd wonen. In die zin is er sprake van marktfalen.

 

Proportionaliteit

Burgemeester en wethouders hebben berekend, op basis van het huidig gebruik, dat met 300 woningen in de behoeften van de doelgroep kan worden voorzien. Subsidie voor huisvestingsactiviteiten wordt daarom alleen verleend tot dit streefaantal woningen is bereikt. Hierbij geldt een plafond per aanvraag: binnen een huisvestingsconcept kan immers niet zomaar tot een reductie van het aantal woningen worden overgegaan. Subsidie voor de huisvestingscomponent wordt alleen verleend indien er anders onvoldoende aanbod ontstaat. Eerst wordt dus beoordeeld waar de markt zelf in kan voorzien, inclusief het gebruik van een subsidie voor welzijnsactiviteiten. Door de gehanteerde selectiecriteria is daarnaast in een prikkel voorzien om niet meer subsidie aan te vragen dan nodig.

 

Geschiktheid

Er zijn geen andere (staatssteun)oplossingen die meer geschikt zijn om tegemoet te komen aan de doelstellingen van algemeen belang dan de DAEB-aanwijzing. In het bijzonder is er geen ander sectoraal staatssteunbeleid voor dit type activiteiten.