Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Altena

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena houdende regels omtrent de vrij toegankelijke voorzieningen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAltena
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena houdende regels omtrent de vrij toegankelijke voorzieningen
CiteertitelUitvoeringskader “Oog voor Elkaar”
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-05-2021nieuwe regeling

11-05-2021

gmb-2021-156107

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Altena houdende regels omtrent de vrij toegankelijke voorzieningen

1. Inleiding

Voor u ligt het uitvoeringskader ‘Oog voor Elkaar’. De financiële tekorten in het sociaal domein en de gemeentelijke fusie in 2019 (en daarmee de harmonisatie van beleid), maken het noodzakelijk om de doelstellingen met betrekking tot de vrij toegankelijke voorzieningen voor de komende jaren te herzien.

De afgelopen maanden zijn de maatschappelijke opgaven in het sociaal domein opnieuw gedefinieerd.. Er zijn ideeën, uitdagingen, ambities en wensen opgehaald in gesprekken met ervaringsdeskundigen, maatschappelijke organisaties, huidige uitvoerders, de Brede Adviesraad Sociaal Domein Altena (BASDA) en de ketenpartners binnen het platform Wonen, Zorg en Welzijn.

Het doel van dit uitvoeringskader is de opgaven en werkzaamheden inzichtelijk te maken. De afgelopen jaren werden inwoners met een hulpvraag ondersteund door zowel interne als externe krachten, waarbij de hulpvragen zich meestal niet beperkten tot één leefdomein. Daarom is nu één integraal uitvoeringskader uitgewerkt, waarin ook de verbinding tussen het sociale domein en het maatschappelijke veld (denk aan sport, onderwijs en volksgezondheid) wordt gelegd.

In dit document is de positie en rol van vrij toegankelijke voorzieningen uitgewerkt. Ook wordt de inhoud van maatschappelijke opgaven beschreven. Parallel aan dit uitvoeringskader zal het college een subsidieregeling vaststellen. In deze subsidieregeling staan procedures, voorwaarden, beoordelingscriteria en de planning beschreven.

Een gedetailleerde uitwerking van de verschillende maatschappelijke opgaven is als bijlage 1 aan dit uitvoeringskader toegevoegd. Een beschrijving van het doorlopen participatieproces is als bijlage 2 aan dit uitvoeringskader toegevoegd.

 

2. Beleidscontext

We willen dat het goed gaat met de inwoners van Altena. We vinden het belangrijk dat inwoners een waardevol bestaan opbouwen, hierin eigen keuzes maken en veerkrachtig zijn wanneer het leven (even) tegenzit. Inwoners met veerkracht putten kracht uit zichzelf en vinden oplossingen in hun directe omgeving. Maar ze trekken ook tijdig aan de bel als ze extra hulp nodig hebben. Dan bieden we ondersteuning en hulp. We stimuleren verbondenheid en samenredzaamheid. Daarin zien we de sleutel om welzijn en veerkracht van inwoners te vergroten.

 

Sociale basis en maatschappelijke voorzieningen

Een samenleving met een sterk gevoel van onderlinge verbondenheid en samenredzaamheid heeft een rijke sociale basis. Die sociale basis bestaat uit de sociale verbanden en informele netwerken tussen inwoners.

 

 

“Onze kernen kennen een sterke sociale samenhang door de aanwezigheid van verenigingen, kerkgenootschappen en een diversiteit van andere netwerken waarin mensen elkaar ontmoeten. Dit draagt sterk bij aan een klimaat waarin inwoners oog hebben voor elkaar en bereid zijn elkaar te ondersteunen als de situatie dat vraagt. Naastenliefde is stevig verankerd in ons gebied en is het cement voor een stevige sociale samenhang. Dit helpt ons om verder te groeien’1 .

 

Om de sociale basis te waarborgen zijn brede maatschappelijke voorzieningen belangrijk. Dit zijn (particuliere en (semi-)publieke) voorzieningen die voor alle inwoners beschikbaar en toegankelijk zijn en die voor alle inwoners van toegevoegde waarde kunnen zijn. Inwoners organiseren maatschappelijke voorzieningen zelf en soms levert de gemeente hier een bijdrage aan. Voorbeelden van brede maatschappelijke voorzieningen zijn de bibliotheek, scholen, kerkgenootschappen en (sport)verenigingen. In Altena speelt het rijke verenigingsleven een grote rol; hier komen veel inwoners met elkaar in contact, ontstaan kennissenkringen en vriendschappen. Als gemeente dragen wij geregeld bij aan de infrastructuur voor deze voorzieningen door bijvoorbeeld sportaccommodaties, onderwijshuisvesting, jeugdgezondheidszorg en dorpshuizen te faciliteren. Door de inzet van bijvoorbeeld buurtsportcoaches, de bibliotheek op school, taalklassen en preventie door medewerkers van de GGD stimuleren we het gebruik van deze voorzieningen en daarmee de deelname aan de samenleving. Hier vloeien de maatschappelijke voorzieningen over in het sociaal domein. Want wanneer het niet lukt om zelfstandig aansluiting bij de maatschappij te vinden, zijn de voorzieningen van het sociaal domein het vangnet. De gemeente zet de komende jaren in op het versterken van de verbindingen tussen de brede maatschappelijke voorzieningen en het sociaal domein (zie afbeelding 2 en 3 op de volgende pagina).

 

Sociaal domein

Een deel van de inwoners in onze gemeente doet door omstandigheden beperkt mee in de samenleving. Zij vinden onvoldoende de weg naar de brede maatschappelijke voorzieningen. Ze hebben een klein netwerk en kennen weinig tot geen mensen bij wie ze terecht kunnen voor een luisterend oor, advies en hulp. Het lukt veel van hen niet om zelfstandig meer aansluiting te vinden en een eigen netwerk op te bouwen. Hier helpen we bij. Dit noemen we het sociaal domein. Wij maken daarbij onderscheid tussen vrij toegankelijke en niet-vrij toegankelijke voorzieningen. Van de eerste categorie voorzieningen kunnen inwoners gebruik maken zonder dat een indicatie, verwijzing of diagnose nodig is. Bij niet-vrij toegankelijke voorzieningen wordt er altijd allereerst samen met de inwoner onderzoek gedaan naar de hulpvraag waarna een officieel besluit (beschikking), verwijzing of diagnose volgt. Dit uitvoeringskader richt zich op de vrij toegankelijke voorzieningen binnen het sociaal domein en het maatschappelijke veld. Ook wel open magazijn genoemd.

 

 

Waarom hebben we eigenlijk vrij toegankelijke voorzieningen?

Bij een vrij toegankelijke voorziening is iedere inwoner welkom. Er vindt vooraf geen onderzoek, diagnose of indicatiestelling plaats. Voor inwoners met een (tijdelijke) kwetsbaarheid is dit erg belangrijk: “je hoeft niet ‘aan te tonen’ dat je een beperking hebt of te ‘bewijzen’ dat je een handicap hebt” (zie bijlage 2). Verschillende inwoners met een kwetsbaarheid benadrukten tijdens gesprekken dat het een hele stap is om om hulp te vragen. Zeker bij een formele instantie als de gemeente. Schaamte speelt hier in een grote rol en ook het onderkennen van het feit dat je ‘iets’ niet meer zelf of alleen kan. Vrij toegankelijke voorzieningen zijn laagdrempeliger; ze geven inwoners ongeacht wie ze zijn de kans om deel te nemen aan de maatschappij. Ook zijn het voorzieningen waar inwoners met een kwetsbaarheid ‘sterke’ inwoners treffen. De Hartenbrigade en Altena Actief voor jongeren met autisme werden in dit kader als positieve voorbeelden genoemd.

 

Sport, cultuur en volksgezondheid

In 2020 is samen met het sport en maatschappelijke veld een lokaal sportakkoord opgesteld. In de komende jaren wordt dit sportakkoord uitgevoerd. Sport voor inwoners met een handicap vormt een aandachtspunt en er wordt nog onderzocht of de gemeentelijke buurtsportcoaches meer begeleiding kunnen bieden aan specifieke groepen inwoners (zoals zij bijvoorbeeld hebben gedaan bij het activiteitenprogramma voor kinderen tijdens de coronacrisis ). In 2021 wordt als equivalent van het sportakkoord ook een lokaal preventieakkoord opgesteld. Dan worden afspraken gemaakt over thema’s als: rookvrije omgeving, sport als middel voor participatie en bewegen v00r 55+plussers. Ook zal het gemeentelijke gezondheidsbeleid in 2021 verder worden uitgewerkt en is de lopende aanpak rond alcohol- en drugsproblematiek in uitvoering. Bovenstaande zijn allemaal voorbeelden van hoe we de gemeentelijke inzet binnen sport, bewegen, cultuur en volksgezondheid (inclusief de opdracht aan de GGD) verbinden aan het sociaal domein. Met als doel dat de druk op het sociaal domein wordt beperkt. Vanuit een preventief oogpunt of door curatief bij te dragen aan het herstel: op eigen kracht deelnemen aan de samenleving.

 

 

Onderwijs

In de Lokale Educatieve Agenda Altena (LEA) 2020-2024 hebben onderwijs, gemeente en kinderopvang gezamenlijk afspraken gemaakt over het onderwijs- en jeugdbeleid. De gezamenlijke thema’s en speerpunten zijn gericht op: het voorkomen van (taal)achterstanden, een betere aansluiting op de arbeidsmarkt, versterken van de gezondheid (alcohol- en drugsproblematiek, weerbaarheid en bewegen & voeding) en de aansluiting tussen onderwijs en jeugdhulp. Ten aanzien van de aansluiting tussen onderwijs en jeugdhulp hebben we er voor gekozen om op scholen een ambulant jeugdconsulent met aandachtsgebied onderwijs te laten aansluiten en periodiek fysiek aanwezig te laten zijn. Op deze manier versterken we de relatie tussen school en het gemeentelijk toegangsteam. De frequentie waarmee de jeugdconsulent op de scholen aanwezig is, wordt afgestemd op de de behoefte van de scholen. In de nieuwe situatie wordt in directe afstemming met school gekeken of een vraag op school thuis hoort, door de ambulant jeugdconsulent zelf wordt opgepakt in een kort begeleidings- c.q. hulpverleningstraject of in de werkvoorraad van Team regie wordt opgenomen. Naast individuele hulpverlening aan kind en ouder(s) is een minstens zo belangrijke taak van de jeugdconsulent met aandachtsgebied onderwijs het geven van advies en consultatie over de hulp en ondersteuning die professionals (leerkrachten, IB’ers, pedagogisch coaches in de kinderopvang, zorgcoördinatoren en binnen netwerkbijeenkomsten) aan ouders en leerlingen kunnen bieden.

 

Ambulante jeugdconsulenten met aandachtsgebied onderwijs

Het laatste deel schoolmaatschappelijk werk dat nog in de gemeente werd aangeboden wordt eind 2021 beëindigd. Ambulante jeugdconsulenten met aandachtsgebied onderwijs (circa 1,8 fte) in dienst van de gemeente zijn vanaf 2022 het vaste aanspreekpunt voor en actief binnen het onderwijs. In een groot deel van de gemeente is dat al het geval. Deze ambulante jeugdconsulenten zullen een indicerende en hulpverlenende bevoegdheid hebben.

 

Jongerenwerk

Ook voor het jongerenwerk hebben we de keuze gemaakt om dit volledig in eigen uitvoering op te gaan pakken. De uitvoering lag verspreid over de gemeentelijke organisatie en een externe partner. Een verdeling die niet goed werkte. De komende jaren zetten we meer in op jongeren met een kwetsbaarheid en risicogroepen. In plaats van universele preventie richten we ons op selectieve preventie. Door de uitvoering in de eigen organisatie kan de samenwerking met onderwijs, zorg en veiligheid verder worden versterkt. Ook wordt binnen het team Triage en hulpverlening een cluster van consulenten met een hulpverlenende rol op het gebied van onderwijs, opgroeien en jongeren in het leven gevormd. De inzet van jongerenwerkers, ambulante jeugdconsulenten met aandachtsgebied onderwijs, leerplichtambtenaren en buurtsportcoaches komt hierin samen.

 

Jongerenwerk onderdeel gemeentelijke uitvoering

Vanaf 2022 wordt het jongerenwerk volledig vanuit de gemeente ingevuld. Er zal vanaf 2022 circa 2,5 fte jongerenwerk beschikbaar zijn. De focus van het jongerenwerk ligt dan niet langer op alle jongeren, maar op kwetsbare jongeren en risicogroepen; degenen die de hulp het hardste nodig hebben. Uit analyses van hulpvragen en signalen van professionals blijkt dat in onze gemeente de grootste uitdagingen liggen op het gebied van mantelzorg, ggz, lvb en complexe gezinssituaties als gevolg van echtscheiding, armoede en bijvoorbeeld verslaving. De jongerenwerkers houden een preventieve rol, maar de inzet wordt meer gericht op het vroegtijdig signaleren van problematiek.

 

3. Uitdagingen

Inwoners zijn allereerst zelf verantwoordelijk voor hun gezondheid en welbevinden. Als gemeente dragen we hier, samen met andere partijen in de keten, lokaal aan bij. Tegelijkertijd zijn we ook een schakel in een groter geheel. Denk aan de effecten van landelijke beleidskeuzes vanuit het Rijk, de inrichting van ons zorgstelsel en de rol van zorgverzekeraars op de gezondheid en het welbevinden van onze inwoners. In deze paragraaf schetsen we de belangrijkste uitdagingen in relatie tot het voorliggend veld. De uitdagingen komen voort uit de meerjarenagenda WZW waar partners binnen het platform Wonen, Zorg en Welzijn (WZW)2 in 2020 met de gemeente aan hebben gewerkt. Dit hebben we aangevuld met signalen uit de gemeentebrede conferentie op 19 november 2020 en verschillende gesprekken met maatschappelijke partners en ervaringsdeskundigen (zie bijlage 2 voor een toelichting).

 

Welzijnsorganisaties staan onder druk

Welzijnsvoorzieningen voor ontmoeting, informatie en advies, ontspanning, vervoer en bijvoorbeeld persoonlijke verzorging helpen inwoners om hun leven in elke levensfase zo zelfstandig mogelijk in te richten. Deze diensten kunnen worden gezien als ‘smeerolie’ tussen wonen en zorg. Met het grote potentieel aan informele ondersteuning ontlasten welzijnsdiensten de zorg (professionals en mantelzorgers) en voorkomen eenzaamheid. De woningcorporaties, nog steeds belangrijke partners voor deze welzijnsdiensten, zijn de afgelopen jaren door het Rijk teruggezet naar hun kerntaken. Gelukkig kennen wij in Altena een lange traditie van samenwerken met de woningcorporaties en zijn we trots op bijvoorbeeld de woonzorgpunten en op de woonconsulent die op het snijvlak van wonen en welzijn actief is.

 

De budgetten voor leefbaarheid, ontmoetingsruimten, welzijn en sociaal beheer staan onder druk. Welzijn is op deze onderdelen in hoge mate afhankelijk van gemeentelijke financiering. Deze financiering staat door de tekorten op het Sociaal Domein onder druk van besparingsopgaven. Welzijn kent geen strikte wettelijk borging, maar is globaal omschreven in de Wmo: bevorderen maatschappelijke participatie en sociale samenhang. Structurele financiering, zoals we die kennen bij de bekostiging van (langdurige) zorg (Zvw en Wlz) en ondersteuning thuis (Wm0), is afhankelijk van gemeentelijke keuzes. Het is voor welzijnsdiensten lastig om het hoofd boven water te houden.

 

De eigen kracht van kwetsbare personen en hun netwerken worden overschat

De Rijksoverheid heeft hoge verwachtingen van de eigen kracht van kwetsbare personen en de mogelijke inzet van netwerken en vrijwilligers. Naast het kwantitatieve probleem van te weinig mantelzorgers en vrijwilligers, blijkt echter dat het voor een toenemend aantal kwetsbare ouderen en jongeren te hoog gegrepen is om zelf hulp te organiseren. Zo stelt het SCP3 dat het met veel ouderen goed gaat, terwijl tegelijkertijd minder dan de helft van de 65-plussers beschikt over voldoende inzicht in hun eigen ondersteuningsbehoefte. En als er ondersteuning nodig is, beschikt wederom de helft van de 65-plussers niet over voldoende vaardigheden om deze te organiseren. Ook ouderen die wel inzicht hebben in hun ondersteuningsbehoefte, durven niet altijd om die ondersteuning te vragen.

 

Vraagverlegenheid komt veel voor, ook in de gemeente Altena. Hoe geef je toe dat je eenzaam bent? Durf je toe te geven dat je niet weet hoe je jouw kinderen aanspreekt op hun alcoholgebruik? Ouderen schromen om hun kinderen, vrienden of buren om (meer) hulp te vragen, omdat ze bijvoorbeeld bang zijn om iemand voor het blok te zetten of om ‘nee’ te horen. Daarbij kan een rol spelen dat hun mogelijkheden om een wederdienst te verlenen afnemen naarmate hun leeftijd toeneemt. Ook bij het vragen om professionele hulp kan vraagverlegenheid een rol spelen. Door het initiatief vooral bij inwoners zelf te laten, zal een deel van hen (te) lang wachten met een hulpvraag, wat tot (zelf)verwaarlozing kan leiden en zelfs tot opname op de spoedeisende hulp.

 

Er heerst een onrealistisch en onhoudbaar verwachtingspatroon van zorg en ondersteuning

De extramuralisering4, decentralisering van taken in het sociaal domein en ambulantisering5 van zorg (GGZ, (L)VG, Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang) betekenen een andere positie van de cliënt. Daarnaast zorgen deze ontwikkelingen ervoor dat er op een andere manier een beroep wordt gedaan op mantelzorgers en omgeving. De rol van de omgeving wordt belangrijker. Dit vraagt om een andere mindset van zowel cliënten/bewoners, als ook van omwonenden en professionals. Bij de inwoners van Altena die een beroep doen op zorg en ondersteuning is er niet altijd het besef dat van hen wordt verwacht dat ze in eerste instantie bekijken wat hun directe omgeving voor en met hen kan doen. Zij verwachten een beroep te kunnen doen op de voorzieningen, zoals de generatie voor hen dat nog kon. Denk aan de oude bejaarden-oorden en de (vaak gratis) toegang tot seniorenvoorzieningen voor vervoer, recreatie en ontmoeting. Of de voorzieningen voor mensen met een psychische, lichamelijke of verstandelijke beperking. Dat de verantwoordelijkheid is verschoven weten veel mensen wel, maar ze handelen er nog niet naar. Daardoor ondernemen inwoners te laat of geen actie, waardoor ze in een woning wonen die, bij vermindering van de zelfstandigheid en bij intensieve zorg, ongeschikt is om in te blijven wonen. Het gevoel van urgentie is niet bij iedereen voldoende aanwezig.

 

Woningen sluiten niet aan bij de zorg- en ondersteuningsbehoefte (nu en straks)

Een geschikte woning is cruciaal om zelfstandig te kunnen (blijven) wonen en zo min mogelijk afhankelijk te worden van zorg. De woningen van de groeiende groep zelfstandig wonende ouderen moeten geschikt zijn, of worden gemaakt, om zelfstandig thuis wonen met zorg te faciliteren. De opgave om zelfstandig (thuis) wonen te faciliteren vraagt van gemeente, wooncorporaties en particuliere eigenaren dat zij anders naar hun woning(voorraad) kijken. Dat ze weten of een woning geschikt is om een bewoner met (intensieve) zorg te huisvesten en dat doorstroom (nog meer) wordt bevorderd, zodat minder vaak kostbare woningaanpassingen gerealiseerd hoeven te worden. Vraag en aanbod moeten scherper in beeld worden gebracht. De rapporten en beleidsvisies zoals we die nu kennen, geven nog niet voldoende richting. De veranderde vraag naar geschikte woningen heeft ook effect op de nieuwbouwopgave voor Altena. Ook bij nieuwbouwwoningen zou voorgesorteerd moeten worden op bewoners met een zorgvraag. Deze uitdaging en het bevorderen van doorstroom worden uitgewerkt in de nieuwe gemeentelijke Woonvisie.

 

Rendement sociaal werk

Er wordt de laatste jaren steeds meer onderzoek gedaan naar de maatschappelijke meerwaarde van sociaal werk. Recent onderzoek6 van de Erasmus School of Economics – in opdracht van werkgeversorganisatie Sociaal Werk Nederland en de werknemersorganisaties FNV Zorg & Welzijn en CNV Zorg & Welzijn – laat een rendement zien van 1,6 (de baten liggen een factor 1,6 hoger dan de kosten). De onderzoekers stellen dat ‘sociaal werk potentieel op korte termijn een belangrijke maatschappelijke meerwaarde heeft door het verminderen van het beroep op zorg, enerzijds als direct substituut voor dure vormen van zorg en anderzijds via preventie van een (direct) beroep op dure zorg’. Op korte termijn vermindert via sociaal werk het beroep op de ggz en verslavingszorg en zorgt het voor minder inzet van kostbare jeugdzorg, uitstel van instroom in een verzorgingstehuis of verpleeghuis, minder huisartsenbezoeken. Sociaal werk dempt tekorten op de zorg-arbeidsmarkt en heeft een belangrijke signaalfunctie. Op lange termijn zijn er maatschappelijke effecten, zoals het tegengaan van voortijdige schooluitval of het verminderen van intergenerationele ongelijkheid binnen gezinnen, stellen de onderzoekers. Echter landen de baten vaak niet waar de kosten worden gemaakt. In de praktijk zijn gemeenten de belangrijkste financier, maar ‘het leeuwendeel van de baten, in het bijzonder besparingen op zorgkosten en eventuele winsten in termen van arbeidsparticipatie en arbeidsproductiviteit vallen aan andere partijen, zoals zorgverzekeraars, de zorgsector en bedrijven’.

 

Innovatie en vernieuwing

Verschillende gemeenten maken een ‘beweging naar voren’. Om uitgaven in het sociaal domein te beteugelen ‘bouwen’ ze individueel bekostigde en niet-vrij toegankelijke voorzieningen om naar collectieve en vrij toegankelijke voorzieningen. Ze zetten stevig in op de signaalfunctie van het vrij toegankelijke veld, zodat problematiek eerder in beeld komt. Ook in Altena kennen we deze werkwijze bijvoorbeeld rond het signaleren van schulden door middel van de ‘Vroeg Eropaf aanpak’ en de inzet van bemoeizorg.

 

De ‘beweging naar voren’ houdt in: met dezelfde middelen meer inwoners bereiken (collectieve bekostiging), deze inwoners eerder (laagdrempelig) ondersteunen en minder bureaucratie (geen indicatiestelling). Deze aannames dienen echter per voorziening en in de context van de gemeente Altena te worden geanalyseerd. Ook is er vaak sprake van een overgangsperiode waarin de collectieve voorziening vooraf moet worden bekostigd, terwijl individuele inwoners nog een lopende beschikking hebben.

 

Op weg naar een Sociale Altenacode

In dit uitvoeringskader is gekozen voor het opnieuw definiëren van het niveau van de basisvoorzieningen, waarvoor meerjarige subsidierelaties worden aangegaan. In de komende jaren kan deze basis verder worden uitgebreid door per voorziening op tijdelijke basis uit te proberen of het collectief en vrij toegankelijk aanbieden van een voorziening in de gemeente Altena meerwaarde heeft: minder kosten en/of hogere kwaliteit voor dezelfde kosten. In de begroting proberen we ruimte te reserveren voor een innovatiebudget.

De Sociale Altenacode (maatschappelijke agenda in ontwikkeling) kan hier richting en verdere inhoud aan geven. Op deze manier kan het vrij toegankelijke veld samen met inwoners en partners binnen welzijn, onderwijs, sport, wonen, zorg en cultuur gericht worden doorontwikkeld en mogelijk uitgebreid. Zie ontwikkelrichting in figuur 3. Ook biedt dit de mogelijkheid om verder aan te sluiten op het kerngericht werken en de subsidieregeling ‘kerngericht werken’ voor het mede mogelijk maken van bewonersinitiatieven.

 

4. Thema’s

In Altena staat de inwoner centraal. In het sociaal domein werken we op vijf thema’s samen aan vijf ambities. Deze thema’s vormen ‘de kapstok’ voor alle hulp en ondersteuning en zijn op 16 maart 2021 door de gemeenteraad vastgesteld. Ook alle hulp en ondersteuning in het vrij toegankelijke veld valt binnen tenminste één van deze vijf thema’s.

 

Thema 1: Werk en participatie: Iedereen werkt, als betaald werken niet lukt doen inwoners naar vermogen mee. De gemeente Altena vindt het belangrijk dat inwoners met een uitkering die wel kunnen werken, worden geholpen bij het vinden van betaald werk. De hulpmiddelen die worden ingezet heten voorzieningen. Deze voorzieningen moeten op een goede manier worden verdeeld over verschillende doelgroepen. Inwoners die (al dan niet tijdelijk) een grotere afstand tot de arbeidsmarkt hebben, ondersteunen we door inzet van loonkostensubsidie. Dit thema gaat verder over de wederkerigheid die wordt gevraagd, de maatschappelijke waarde van deze wederkerigheid en hoe inwoners met een beperking kunnen meedoen aan activiteiten in de samenleving. Het is belangrijk dat deze inwoners volwaardig kunnen meedoen en dat hun positie in de samenleving verbetert.

 

Thema 2:Gezond en veilig opgroeien:In Altena krijgen kinderen en jongeren optimale kansen.” Jongeren in Altena moeten zo gezond en veilig mogelijk kunnen opgroeien. Dat is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van jongeren, hun ouders en hun netwerk. Als zij daarbij hulp nodig hebben, dan kunnen zij een beroep doen op ondersteuning door de gemeente. Deze hulp wordt zo vroeg mogelijk aangeboden, om het aantal beroepen op dure, gespecialiseerde hulp te verminderen. Daarbij staat het versterken van de eigen kracht van de jongere en van het zorgend en probleemoplossend vermogen van het gezin en de sociale omgeving voorop. Met jongeren bedoelen we kinderen en jongeren tot 18 jaar en jongvolwassenen van 18 tot 23 jaar die al jeugdhulp ontvingen toen zij 18 werden en die deze hulp na hun 18e verjaardag nog nodig hebben. Dit zijn de jeugdigen zoals beschreven in artikel 1.1 van de Jeugdwet.

 

Thema 3: Wonen in een veilige en gezonde omgeving:“Inwoners die hulp nodig hebben, ervaren een hoge kwaliteit van leven en hebben regie over hun leven.” Inwoners met een beperking en/of met langdurige psychosociale problemen hebben soms hulp nodig om zo lang en zelfstandig mogelijk in hun eigen leefomgeving te kunnen blijven wonen. Jongvolwassenen hebben soms hulp nodig om zelfstandig(er) te gaan wonen. De gemeente heeft de taak om inwoners te helpen als ze niet in staat zijn om zelf oplossingen te vinden voor knelpunten in hun woning, bij normale dagelijkse activiteiten en in de huishouding. De gemeente moet ook maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat inwoners met een beperking zich fysiek, mentaal en emotioneel gezond voelen (positieve gezondheid) en zo lang mogelijk voor zichzelf kunnen zorgen (zelfredzaamheid). De gemeente kijkt hierbij niet alleen naar de korte termijn, maar ook naar de te verwachten ontwikkelingen.

Thema 4: Vervoer:Inwoners kunnen veilig, flexibel en zelfstandig reizen om deel te kunnen (blijven) nemen aan de samenleving.” In Altena maken we werk van een inclusieve samenleving, waaraan iedereen kan deelnemen. Ongeacht waar je woont en ongeacht welke ondersteuning je nodig hebt. Een van de voorwaarden hiervoor is dat reizigers -jong en oud- veilig, flexibel en zelfstandig kunnen reizen en dat vervoersondersteuning-op-maat (of passende vervoersondersteuning) wordt geboden aan hen die dat nodig hebben. Waar mogelijk worden koppelingen gemaakt om zo vervoersstromen slimmer te organiseren door integratie van doelgroepenvervoer en openbaar vervoer.

 

Thema 5: Inkomen en schulden:“Inwoners worden versterkt in hun financiële zelfredzaamheid en hebben voldoende middelen om in hun eigen levensonderhoud te voorzien.” Voor inwoners die de dagelijkse kosten niet kunnen betalen heeft de gemeente een financieel vangnet: een maandelijkse bijstandsuitkering. Om inwoners met een bijstandsuitkering en andere inwoners met een laag inkomen extra te ondersteunen, kunnen zij bij de gemeente een aantal aanvullende uitkeringen en toeslagen aanvragen. Ook biedt de gemeente hulp bij het voorkomen en oplossen van schuldenproblematiek.

5. Uitvoeringsvoorwaarden

Als gemeente kunnen we niet voorkomen dat inwoners in situaties terecht komen waarin ze het even niet meer weten, dat ze (tijdelijk) kwetsbaar zijn en er zelf niet meer uitkomen. Denk aan thema’s als dementie, eenzaamheid, verslaving, leven met een beperking, mantelzorg of omgaan met huiselijk geweld. Thema’s die een aantal overeenkomsten hebben:

  • Het zijn life events, dat wil zeggen dat het gebeurtenissen zijn die veel impact hebben op het leven van de mensen wie het aan gaat;

  • Het zijn taboe-onderwerpen, die zo langzamerhand bespreekbaar worden;

  • Er is vaak sprake van isolement, extra moeite moeten doen voor verbinding met anderen;

  • Er is sprake van (een zekere mate van) acceptatie door individu, omgeving en samenleving;

  • Er is uitzicht op een zelfredzaam leven: bewustwording, informatie en preventie zijn de eerste drie laagdrempelige interventies die in al deze thema’s terugkomen en tegelijkertijd moeilijk zijn, geduld vragen en taai zijn.

 

Zelfredzaam leven

In Altena willen we ons sterk maken voor een zelfredzaam leven. Als we de individuele leefeenheid7 (die een beperking heeft, dementerend is etc.) centraal stellen dan kunnen we in de benadering onderscheid maken in:

  • Contact, verbinding, het gesprek, inzicht in eigen situatie, taal kunnen geven;

  • Bewustwording van lotgenoten en de mogelijkheid van ontmoeting;

  • Praktische informatie en hulp; ook gebruikelijke hulp door familie, buren en dorpsgenoten;

  • Deelname aan het dorps-, verenigings- en kerkelijk leven.

Verbondenheid en samenredzaamheid

Bovenstaande rollen worden vervuld door familie, buren, dorpsgenoten en (georganiseerde) vrijwilligers: de sociale basis. Met het centraal stellen van deze sociale basis vestigen we de aandacht op de positieve maatschappelijke effecten van verbondenheid en samenredzaamheid. We zorgen hiermee namelijk voor meer inwoners die:

  • zich fysiek, mentaal en emotioneel gezond voelen (positieve gezondheid);

  • het heft in eigen handen nemen om vorm te geven aan hun leven (eigen regie);

  • sociaal en betrokken zijn en een bijdrage willen leveren in de gemeenschap.

Vroegsignaleren, samenredzaam en collectief ondersteunen

Niemand leeft op zichzelf. We hebben vaak een ander nodig voor een boodschap, een klusje en soms alleen maar een praatje. Het is niet voor iedereen vanzelfsprekend om een medemens hiervoor te benaderen. We zetten dan ook in op vroegsignalering om vraagverlegenheid te voorkomen. Alle partijen in het vrij toegankelijke veld hebben hier een rol in. Zij zijn de extra ogen en oren in wijken, buurten en kernen, zodat hulpvragen aan de gemeente worden voorkomen of vroegtijdig worden gesignaleerd om erger te voorkomen.

 

Ondersteuning en hulp wordt bij voorkeur ‘in het normale leven’ gegeven, door buren, lotgenoten of vrijwilligers. Professionals vanuit maatschappelijke organisaties faciliteren en voegen expertise, een netwerk en ervaring toe. We noemen dat versterken van de samenredzaamheid. Professionals geven voorlichting, advies en helpen (burger)initiatieven, verenigingen en kernen met het organiseren van ondersteuning en ontmoeting. Collectieve ondersteuning, voorlichting en trainingen hebben daarbij de voorkeur boven individuele trajecten, zodat inwoners elkaar ontmoeten en elkaars netwerk versterken. We vinden het dan ook belangrijk dat er wordt ingezet op vroegsignaleren, samenredzaamheid en collectieve ondersteuning.

 

Als collectieve ondersteuning niet passend is, wordt probleemoplossend gewerkt door middel van individuele ondersteuning.

 

Vier uitvoeringsvoorwaarden

In het kader van de subsidieverstrekking is bovenstaande vertaald naar vier uitvoeringsvoorwaarden. Bij de beoordeling van de subsidieaanvragen wordt beoordeeld in welke mate de voorgestelde activiteiten bijdragen aan deze uitvoeringsvoorwaarden:

 

  • Vroegsignaleren: de activiteiten moeten passend zijn bij de vraag en behoefte van de inwoner van Altena. Subsidieaanvragers maken gebruik van de kracht van de samenleving. We vinden het belangrijk dat er verbindingen ontstaan met bestaande infrastructuren en logische ‘vindplekken’ van doelgroepen. Denk aan het verenigingsleven, sport en kerkgenootschappen. Ook bij het gebruik van ruimtes sluit de subsidieaanvrager aan bij waar mensen al komen en werken. De subsidieaanvrager kent dan ook de weg in Altena en de mogelijkheden voor (door)verwijzen naar brede maatschappelijke voorzieningen, voorzieningen vanuit andere maatschappelijke opgaven, toeleiden naar de integrale toegang tot hulp en ondersteuning OnS Altena;

  • Samenredzaamheid: subsidieaanvrager werkt aan het vergroten van de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van inwoners. Zet zich in voor het versterken van de eigen kracht en versterken van het informele sociale netwerk: laagdrempelige toegang, zonder indicatie, geen wachttijd. Wat ons betreft gaat collectieve ondersteuning in het vrij toegankelijke veld voor op individuele ondersteuning. Bij collectieve ondersteuning kan herkenning in elkaar ontstaan en het ‘samen leren’ biedt voor deelnemers ontwikkeling in herstel. Ook kan een cursussen leiden tot een zelfhulpgroep, waarin inwoners elkaar verder ondersteunen of het verbinden van een ‘krachtige’ inwoner met een ‘kwetsbare’ inwoners in de vorm van buddy’s of maatjes. In het plan van aanpak moet zijn beschreven hoe de aanbieder gaat bijdragen aan het versterken van de samenredzaamheid;

  • Samenwerking: de subsidieaanvrager voert zijn activiteiten samen met andere partners uit en pakt deze integraal op. De subsidieaanvrager werkt domein-overstijgend samen met partners, zoals de samenwerking tussen de formele en informele zorg of een publieke-private samenwerking. De subsidieaanvragers die samenwerken, nemen samen een signalerende rol op zich, zodat de kwetsbare inwoners tijdig en op de juiste manier worden ondersteund. In het plan van aanpak bij de aanvraag moet beschreven zijn hoe de samenwerking eruit ziet, wat de rollen zijn en met wie de subsidieontvanger samenwerkt bij het uitvoeren van zijn activiteiten.

  • Een inclusieve en toegankelijke samenleving: iedereen moet in Altena zichzelf kunnen zijn en kunnen meedoen in de maatschappij, ongeacht achtergrond, godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, geaardheid, beperking en burgerlijke staat. Gemeente Altena wil dat meer inwoners zichzelf kunnen zijn en zich sociaal geaccepteerd voelen. In het kader van het VN-verdrag over rechten van mensen met een beperking vragen we om er voor te zorgen dat mensen met een beperking op voet van gelijkheid met anderen kunnen meedoen aan de samenleving (sociale toegankelijkheid). In het plan van aanpak bij de aanvraag moet beschreven zijn hoe de subsidieaanvrager sociale acceptatie borgt bij het uitvoeren van activiteiten. De subsidieaanvrager geeft aan hoe er rekening wordt gehouden met digitale en fysieke toegankelijkheid bij de uitvoering van activiteiten.

 

6. Opdrachtgeverschap

Succesvolle vrij toegankelijke voorzieningen hebben als kenmerk dat ze laagdrempelig zijn. Inwoners voelen zich vertrouwd met de vrijwilligers en professionals. De voorzieningen en ondersteuning staan midden in de samenleving en zijn onderdeel van de leefwereld. Professionals en vrijwilligers zijn bekend en worden gekend. Professionals en vrijwilligers zijn actief op bestaande vind- en ontmoetingsplaatsen en hebben de ruimte om een vertrouwensband op te bouwen en te onderhouden. Welzijnswerk is mensenwerk en vertrouwen opbouwen vraagt continuïteit. Daarom worden subsidieafspraken gemaakt voor drie jaar: 2022, 2023 en 2024.

 

Meerjarige basis

Organisaties werken een plan van aanpak uit voor in totaal drie jaar. Zo ontstaat ruimte om een stevig fundament te bouwen vanuit de gesubsidieerde organisaties. Jaarlijks wordt een aangepast plan van aanpak ingediend, zodat kan worden geanticipeerd op veranderingen. Ook zijn in de subsidieregeling voorwaarden opgenomen voor halfjaargesprekken en een vaste set indicatoren (zie bijlage 1) om voortgang te kunnen monitoren.

 

Fijnmazig netwerk met eigen toegang

Als gemeente Altena kiezen we ook de komende jaren voor een fijnmazig netwerk van vrij toegankelijke voorzieningen. Organisaties die subsidie ontvangen zijn actief onder hun eigen naam en zijn bereikbaar onder hun eigen telefoonnummer en e-mailadressen. Dit in tegenstelling tot de werkwijze van (vaak grotere) gemeenten, die kiezen voor één centrale toegang (één logo, één telefoonnummer en één e-mailadres). Maatschappelijke partijen en inwoners geven aan dat de pluriformiteit past bij de eigenheid en verscheidenheid in het werkgebied van de gemeente Altena. Door organisaties met verschillende initiatieven dichtbij inwoners te laten werken, blijft de drempel om een hulpvraag te stellen laag. Kortom, professionals werken vanuit hun eigen organisatie en expertise en hun ondersteuning is via de kanalen van deze organisaties vindbaar en bereikbaar. Vanuit de gemeentelijk toegang wordt door de triage waar mogelijk doorverwezen naar de vrij toegankelijke voorzieningen.

 

Inzichtelijk maken wat er is

Een inwoner die de stap neemt een hulpvraag te stellen, moet zo goed mogelijk geholpen worden, ongeacht aan wie de hulpvraag gesteld wordt. Dit legt wel een verantwoordelijkheid bij de persoon aan wie de hulpvraag wordt gesteld. Professionals, vrijwilligers en inwoners moeten in staat zijn om de hulpvraag op de plek te krijgen waar die kan worden opgepakt. Daarom wordt er vanuit de gemeente een digitale sociale kaart ontwikkeld. Deze sociale kaart wordt voor iedereen toegankelijk: inwoners, professionals, vrijwilligers en gemeentelijke consulenten. De digitale sociale kaart sluit aan bij het veelgehoorde geluid “er is zoveel binnen onze gemeente, maar vaak weten mensen niet wat er waar wordt georganiseerd”. In het verleden hadden de drie voormalige gemeenten nog een schaal waarop ‘ons kent ons’ en ‘mond-tot-mondreclame’ ervoor zorgde dat initiatieven en voorzieningen bekend werden, maar uit de samenleving komt inmiddels uitdrukkelijk de vraag om inzicht en overzicht.

 

Digitale sociale kaart

De digitale sociale kaart wordt een overzicht met alle vrij toegankelijke voorzieningen, cursussen en trainingen en contactgegevens. Ook worden privaat aanbod uit de markt (denk aan fysiotherapeuten, mediators en mantelzorgmakelaars) en burgerinitiatieven voor bijvoorbeeld ontmoeting of burenhulp opgenomen. Er ligt een uitdaging om ook oplossingen vanuit de samenleving, de markt en/of gefinancierd vanuit andere wetten (denk aan respijtzorg vanuit de zvw) inzichtelijk te maken: een continu verbeterproces.

 

Naast het instrument sociale kaart worden partijen die uitvoering gaan geven aan welzijnswerk en praktische ondersteuning uitgenodigd om deel te nemen aan een periodiek werkoverleg met het gemeentelijke triageteam. Het vrij toegankelijke veld en de gemeente triage (toegangsteam) zullen verder naar elkaar toe moeten groeien. Regelmatig overleg helpt om nieuwe initiatieven onder de aandacht te brengen en samen te leren welke vragen wel en welke vragen niet in het vrij toegankelijke veld kunnen worden belegd.

 

 

Casuïstiek

Het vrij toegankelijke veld en de professionals en vrijwilligers die hierin actief zijn, zijn onderdeel van een groter geheel. Samen met de gemeentelijk toegang en de niet-vrij toegankelijke voorzieningen vormen ze het sociaal domein. In een goed functionerend sociaal domein zijn de niet-vrij toegankelijk voorzieningen en de vrij toegankelijke voorzieningen communicerende vaten. In hoofdstuk drie is onder het kopje ‘Op weg naar een Sociale Altenacode’ beschreven hoe in de komende jaren verdere innovatie en vernieuwing vorm kan krijgen. Het omvormen van niet-vrij toegankelijke voorzieningen naar vrij-toegankelijke voorzieningen staat hierin centraal. Maar zowel nu, als in de toekomst is uitwisseling, overleg, doorverwijzen en nazorg tussen de verschillende onderdelen van het sociaal domein en het maatschappelijke veld nodig. Uit de gesprekken met partners komt de wens naar voren om voor deze casuïstiekbesprekingen een simpele wekelijkse overlegvorm te gebruiken (zie tekstvak op de volgende pagina).

 

Motorkap-overleg voor casuïstiekbespreking

Als gemeente nemen we het initiatief voor wekelijks overleg voor casuïstiekbespreking. Er wordt een splitsing gemaakt tussen team Oost (gebied rondom Aalburg/Woudrichem) en team West (gebied rondom Werkendam/Hank), zodat gebiedsgericht kan worden gewerkt en mogelijk ook op basis van specialisme (bijvoorbeeld dementie en gezinsproblematiek). In beide gevallen wordt wekelijks, op een vast moment overleg gevoerd. Een kleine groep professionals vanuit vrij toegankelijke partners en een vertegenwoordiger vanuit het gemeentelijke Team Regie nemen namens hun organisaties casussen mee. Gezamenlijk wordt een oplossing gezocht. We noemen deze overleggen motorkap-overleggen; Een suggestie van één van de gesprekspartners tijdens de ontwikkeling van dit uitvoeringskader.

 

Vertegenwoordigers van organisaties nemen deel in deze integrale teams, ze doen dit namens hun organisatie en koppelen terug aan hun collega’s. Uitgangspunten zijn: vertrouwen, een onbelemmerde hulpverlening door te werken volgens de AVG en een integrale benadering. Vanuit het vrij toegankelijke veld verwachten wij dat organisaties die met name één op één begeleiding bieden wekelijks aansluiten (maatschappelijk werk en eventueel onafhankelijke cliëntondersteuning). Ook partijen als thuiszorg en bijvoorbeeld de woningcorporaties kunnen aansluiten bij deze motorkap-overleggen. Uit gevoerde gesprekken komt naar voren dat er een grote behoefte is om op uitvoerend niveau frequent integraal naar oplossingen te zoeken voor casussen met meervoudige problematiek.

 

7. Maatschappelijke opgaven

De gemeente Altena heeft op basis van gesprekken met maatschappelijke partners en inwoners en het beleid, de uitdagingen en ambities zes maatschappelijke opgaven geformuleerd:

  • 1.

    Maatschappelijk werk

  • 2.

    Onafhankelijke cliëntondersteuning

  • 3.

    Praktische ondersteuning

  • 4.

    Mantelzorgondersteuning

  • 5.

    Vrijwilligersondersteuning

  • 6.

    Ontmoetingsvoorzieningen

Opgaven binnen de subsidietender

De maatschappelijke opgaven dragen bij aan één of meer van de thema’s uit hoofdstuk 4. Deze maatschappelijke opgaven zijn op de volgende pagina’s uitgewerkt op basis van beleidsdocumenten, trends en ontwikkelingen, gesprekken en signalen van huidige uitvoerder, ervaringsdeskundigen en andere ketenpartners. De relatie tussen de maatschappelijke opgaven en de vijf thema’s uit hoofdstuk vier is als volgt:

 

Professionele en vrijwilligersorganisaties

Voor de opgaven (1) maatschappelijk werk, (2) onafhankelijk cliëntondersteuning en (4) mantelzorgondersteuning, (5) vrijwilligersondersteuning en (6) ontmoetingsvoorzieningen komen enkel professionele welzijnsorganisaties in aanmerking. Voor de opgave praktische ondersteuning kunnen zowel professionele welzijnsorganisaties als vrijwilligersorganisatie op het gebied van welzijn een aanvraag indienen. Organisaties kunnen zelf per opgave een keuze maken of ze zelfstandig een aanvraag indienen of een samenwerkingsverband vormen. In de subsidieregeling is dit nader beschreven.

 

Uitwerking

De maatschappelijke opgaven zijn nader uitgewerkt. Per opgave zijn doelen, uitdagingen, aandachtspunten, te bereiken resultaten, doelgroepen en bereik nader uitgewerkt in bijlage 1. De belangrijkste wijzigingen met voorgaande jaren per maatschappelijke opgave zijn als volgt:

 

  • 1.

    Maatschappelijk werk

    • a.

      Focus op kwetsbare inwoners. Voor zelfredzame inwoners die tijdelijk problemen ervaren door bijvoorbeeld een relatiebreuk, stress of werkdruk, zijn er andere voorzieningen, zoals de psycholoog, arbo-arts, mediator of relatietherapeut. De in ontwikkeling zijnde actuele digitale sociale kaart vormt hierbij een hulpmiddel om een inwoner met een hulpvraag in contact te brengen met passende ondersteuning;

    • b.

      Passende en kortdurende ondersteuning is het uitgangspunt. Waar mogelijk wordt groeps-/ collectieve begeleiding geboden, zoals trainingen, cursussen en informatiebijeenkomsten. De totstandkoming van zelfhulpgroepen en de inzet van ervaringsdeskundigen worden hierbij gestimuleerd;

    • c.

      De ondersteuning van inwoners bij het aanpakken van problematische schulden ligt vanaf 2022 volledig bij de Kredietbank. Maatschappelijk werk heeft een rol in de toeleiding naar de Kredietbank en bij eventuele nazorg. Als er naast schulden ook sprake is van psychosociale problematiek, dan heeft maatschappelijk werk hierop wel een rol. Voor de educatieve aspecten rond omgaan met geld kan maatschappelijk werk in samenspraak met de Kredietbank collectieve ondersteuning bieden in de vorm van een cursus of bijvoorbeeld door de inzet van schuldhulpmaatjes of getrainde vrijwillige budgetcoaches;

    • d.

      Schoolmaatschappelijk werk werd, in een deel van de gemeente, nog door maatschappelijk werk uitgevoerd. Schoolmaatschappelijk werk in zijn huidige vorm vormt geen onderdeel meer van deze maatschappelijke opgave, maar wordt vanaf 2022 vanuit de gemeente door ambulante jeugdconsulenten met aandachtsgebied onderwijs uitgevoerd.

  • 2.

    Onafhankelijke cliëntondersteuning

    • a.

      Diagnostiek is niet meer als vrij toegankelijke ondersteuning beschikbaar. Deze kostbare vorm van ondersteuning kan alleen nog niet-vrij toegankelijk worden ingezet;

    • b.

      Er wordt geen jeugdconsulent meer gedetacheerd naar het gemeentelijke consulententeam. Dit is geen onderdeel van het vrij toegankelijke veld en dit capaciteitsvraagstuk dient niet via de subsidierelatie te worden opgelost.

    • c.

      Mediation is niet meer als vrij toegankelijke voorziening beschikbaar. Deze ondersteuning is in de afgelopen jaren minimaal ingezet.

  • 3.

    Praktische ondersteuning

    • a.

      De focus ligt niet langer op de specifieke doelgroep ouderen. De diversiteit onder deze doelgroep neemt namelijk steeds verder toe. Ook verandert het maatschappelijke beeld van wanneer iemand een oudere is. Het voormalige ouderenwerk is in deze opgave opgenomen, maar de doelgroep is verbreed naar inwoners met een hulpvraag. Natuurlijk zullen dit in de praktijk nog steeds voor een aanzienlijk deel ouderen zijn;

    • b.

      Op het gebied van vervoer wordt een nieuwe laagdrempelige vervoersvoorziening door een professional gecoördineerd en met vrijwilligers uitgevoerd (AutoMaatje);

    • c.

      Binnen deze opgave bieden getrainde vrijwilligers hulp, advies en voorlichting. Zij worden door professionals ondersteund. De professionals organiseren collectieve activiteiten en trainingen. Daarnaast koppelen zij vrijwilligers aan hulpvragers op thema’s als financiën, maaltijdvoorziening, personen-alarmering, formulierenbrigade, klussendienst en ouderenadviseurs.

  • 4.

    Mantelzorgondersteuning

    • a.

      Geen bezuiniging op de mantelzorgondersteuning, conform motie gemeenteraad in juli 2020. Er wordt in de periode 2022 – 2024 wel toegewerkt naar meer inzet op collectieve ondersteuningsvormen, het verkennen van digitale toepassingen en een aanbod dat aansluit op verschillende typen mantelzorgers (denk bijvoorbeeld aan werkende en jonge mantelzorgers).

    • b.

      Mantelzorgwaardering wordt anders vormgegeven:

      • i.

        De uitvoering wordt onderdeel van de maatschappelijke opgave mantelzorgondersteuning en hiervoor worden middelen aan de opgave toegevoegd, zodat mantelzorgers die gebruik maken van de waardering ook kunnen worden geïnformeerd over de ondersteuning en vice versa.

      • ii.

        De mantelzorgwaardering wordt waarschijnlijk ingevuld middels bonnen die bij lokale ondernemers kunnen worden uitgegeven (voorstel is nog in ontwikkeling).

    • c.

      We geven een extra (financiële) impuls aan ‘laagdrempelige respijtzorg’. Wij denken daarbij aan uitbreiding van de mantelzorgondersteuning door het koppelen van maatjes of buddy’s, vrijwillige oppas en bezoekers, familie- en burennetwerken met eenvoudige ondersteuning.

  • 5.

    Vrijwilligersondersteuning

    • a.

      Er wordt ingezet op de ontwikkeling van een matchingsplatform. Inwoners met een hulpvraag en inwoners die iets voor een andere inwoner willen betekenen kunnen elkaar daar vinden. Als matching online niet lukt, wordt bemiddeld door de inzet van een welzijnsorganisatie, deze organisatie is tevens coördinator en beheerder van het platform;

    • b.

      De vrijwilligersondersteuning is vanaf 2022 niet langer een kennis- en informatiepunt over vrijwilligerschap, vrijwilligersbeleid en ondersteuning aan vrijwilligersorganisaties. In de praktijk blijkt aan die behoefte via landelijke (sport)bonden, koepels en provinciale organisaties als Zorgbelang en ouderenbonden reeds te zijn voldaan.

  • 6.

    Ontmoetingsvoorzieningen

    • a.

      Ontmoetingsvoorzieningen richten zich op alle inwoners: iedereen is welkom als er gemeentelijke financiering wordt ingezet voor een ontmoetingsvoorziening. Waar dat nog van toepassing was, wordt geen doelgroepenbeleid meer gevoerd, zoals bij ouderen of GGZ-problematiek. Het met elkaar in contact brengen van ‘sterke’ inwoners en inwoners met een (tijdelijke) kwetsbaarheid staat centraal. Dit zou moeten leiden tot het vergroten van het sociale netwerk en de zelfredzaamheid van kwetsbare inwoners;

    • b.

      Ontmoetingsvoorzieningen hebben een geografische spreiding en zijn herkenbaar. De nieuwe vrijwillige vervoersvoorziening kan bijdragen aan het vergroten van de bereikbaarheid van voorzieningen. De Hartenbrigade vormt een ‘pareltje’ in het bestaande aanbod. De succeselementen van dit initiatief kunnen bijdragen ontmoetingvoorzieningen op andere locaties en/of de kruisbestuiving tussen activiteiten, ervaringen en inwoners;

    • c.

      Ontmoetingsvoorzieningen zijn fysieke plaatsen waar laagdrempelig informatie en advies ingewonnen kan worden. Professionals die werken vanuit andere maatschappelijke opgaven en gemeentelijk consulenten kunnen vanuit ontmoetingsvoorzieningen werken en zijn op deze manier goed bereikbaar en benaderbaar voor inwoners.

 

Bijlage 1 – Nadere uitwerking maatschappelijke opgaven

 

Opgave 1 - Maatschappelijk werk

Inleiding

Aan welke ambitie(s) draagt deze opgave bij?

  • Wonen in een veilige en gezonde omgeving: “Inwoners die hulp nodig hebben, ervaren een hoge kwaliteit van leven en hebben regie over hun leven.”

  • Gezond en veilig opgroeien: “In Altena krijgen kinderen en jongeren optimale kansen.”

  • Inkomen en schulden: “Inwoners worden versterkt in hun financiële zelfredzaamheid en hebben voldoende middelen om in hun eigen levensonderhoud te voorzien.”

Waarom deze opgave

Maatschappelijk doel opgave

Inwoners met problemen bij het zelfstandig functioneren, slagen erin op een positieve wijze deel te nemen aan de samenleving. Dit wordt bereikt door tijdelijke ondersteuning op de gebieden welzijn, wonen en zorg wanneer de eigen verantwoordelijkheid en kracht van inwoner of samenleving niet toereikend zijn om op een positieve wijze deel te kunnen nemen aan de samenleving.

Achtergrondinformatie

Algemene achtergrondinformatie gemeente Altena

Bij vragen van individuele mensen bieden sociaal werkers een luisterend oor en praktische hulp. De hulp en begeleiding zijn vrij toegankelijk, snel inzetbaar en gericht op versterken van eigen kracht en zelfstandig weer verder. Vroegtijdige inzet van ondersteuning bij (beginnende) problemen helpt inwoners (weer) zelfredzaam en veerkrachtig te zijn en dat ook te blijven. Het gaat om concrete en laagdrempelige ondersteuning om zaken weer op het spoor te krijgen, om te voorkomen dat de zelfstandigheid ernstig achteruitgaat, of indien een beroep nodig is op geïndiceerde zorg/behandeling, de inwoner te ondersteunen tot dat dit gerealiseerd is.

Ontwikkelingen

Lokale implementatie doordecentralisatie beschermd wonen

Mensen met een psychische kwetsbaarheid zijn inwoners, ze maken deel uit van de samenleving. In de zorg komt meer nadruk op variatie, aanpassing, veerkracht en regie van hulpvragers. Een doordecentralisatie van beschermd wonen naar alle gemeenten in Nederland past bij deze ontwikkeling. De ondersteuning voor mensen die aangewezen zijn op beschermd wonen is complex. Het betreft kwetsbare inwoners met vaak complexe problematiek. Zij zullen meer aangewezen zijn op lokale voorzieningen.

Grenzen aan zelfredzaamheid

De mate waarin iemand zelfredzaam is, is per persoon en per leefdomein anders. In de afgelopen jaren is een groep inwoners ontstaan die regelmatig terugkomen voor hulp en waarvoor volledige zelfredzaamheid geen mogelijkheid blijkt te zijn. Ondersteuning is in principe tijdelijke van aard en dit botst soms met de terugkerende vragen bij een klein deel van de inwoners. Regelmatig vraagt een situatie om nazorg of iemand die een vinger aan de pols houdt na afronding van een ondersteuningstraject. Op die manier kan terugval worden voorkomen.

Krapte op de woningmarkt en jongvolwassenen

Door de krapte op de woningmarkt komt het vaker voor dat mensen die als zelfredzaam worden gezien, toch in de problemen komen. Ondanks dat zij niet te maken hebben met psychische problemen of een verslaving, kan een deel het maar moeilijk bolwerken. Het komt steeds vaker voor dat mensen na een scheiding geen huis kunnen vinden en vrouwen die uit een onveilige woonsituatie komen, blijven langer in een blijf-van-mijn-lijfhuis. Dat zijn opvanghuizen voor vrouwen, kinderen en mannen die slachtoffer zijn of bedreigd worden met huiselijk geweld. De reden: er zijn te weinig woningen om door te stromen naar een eigen plek.

We zien ook vaker problematische situaties bij jongvolwassenen die op eigen benen willen gaan staan. Voldoende inkomen genereren om een eerste woning te huren of te kopen, blijkt steeds vaker een uitdaging. Voor sommige jongvolwassenen en hun ouders leidt het noodgedwongen langer thuis wonen tot spanningen en onrust. Ook zijn jongeren in deze situatie meer gericht op ontdekken, uitproberen en experimenteren.

Gewenste situatie

Inhoud en aandachtspunten

Maatschappelijk werkers zijn zichtbaar in de dorpen, goed bereikbaar, hebben een ‘er op af-benadering’ en werken dicht bij inwoners op relevante vindplaatsen. Ze werken aan de volgende inhoud en aandachtspunten:

  • Versterken van vroegsignalering onder kwetsbare inwoners en risicogroepen. Deze inwoners bereiken en begeleiden, waar noodzakelijk in samenwerking met bemoeizorg vanuit GGZ en Novadic-Kentron;

  • Bundelen van individuele hulpvragen en deze oppakken door middel van collectieve ondersteuning;

  • Het (planmatig) begeleiden van inwoners die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving door problemen van relationele aard of geweld, in overleg met ‘Veilig Thuis’ en het Zorg- en veiligheidshuis Baronie Breda;

  • Het versterken van de verbinding tussen zorg en welzijn door deelname aan Multidisciplinaire overleggen (MDO’s) of multidisciplinaire Zorg- en Adviesteams (ZAT) van huisartsen en het laten aansluiten van dienstverlening vanuit welzijn op de werkwijze in de eerstelijnszorg;

  • Het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van de openbare geestelijke gezondheidszorg (GGZ) in samenwerking met de wijk-GGD’er;

  • Het aansluiten op en borgen van het de-escalatiemodel sociaal domein, daar waar de zorg- en veiligheidsketen elkaar raken. Inclusief deelname aan relevante overleggen, zoals MASS overleg voor inwoners die hulp mijden en overlast geven;

  • Als meldpunt functioneren voor signalen van (dreiging van) crisis bij kwetsbare personen en risicogroepen en het opvangen in crisissituaties tijdens kantooruren. De gemeentelijke bijdrage leveren aan het regionaal crisismeldpunt en -dienst West-Brabant;

  • Nazorg verlenen bij inwoners waar een begeleidings- of ondersteuningstraject is afgerond. Een vinger aan de pols houden en signaleren wanneer een terugval plaatsvindt. Middels casuïstiek overleg met OnS Altena passende nazorg interventie bieden;

  • Uitvoering van de aanpak ‘Vroeg eropaf’ op basis van het lokale convenant. Bekostiging wordt vanaf 2022 niet meer separaat gefinancierd, maar is opgenomen in het subsidieplafond;

  • Toetsen omstandigheden van inwoners die een beroep doen op de kleding- en voedselbank of beroep doen op een woonurgentie.

Doelgroep

Hoewel de individuele ondersteuning voor alle inwoners beschikbaar is, vinden wij dat de ondersteuning zich vooral moet richten op inwoners die beperkingen in hun zelfredzaamheid ervaren. Hulpvragen gaan over relaties (met partner en/of familie), (geestelijke) gezondheid en de vaak gecombineerde vraag over financiën en huisvesting. Voor zelfredzame inwoners die tijdelijk problemen ervaren door bijvoorbeeld een relatiebreuk, stress of werkdruk, zijn er andere voorzieningen, zoals de psycholoog, arbo-arts, mediator of relatietherapeut.

Gewenste resultaten

  • Maatschappelijk werkers ondersteunen kwetsbare inwoners met hun hulpvraag. Deze ondersteuning is kortdurend en is gericht op het voorkomen van de inzet van niet-vrij toegankelijke ondersteuning. Als niet-vrij toegankelijke ondersteuning toch nodig blijkt te zijn, dan zorgt maatschappelijk werk voor een soepele en warme overdracht naar OnS Altena. Andersom kan maatschappelijk werk een rol spelen in het afschalen van niet-vrij toegankelijke zorg en ondersteuning;

  • 80% van de binnengekomen vragen zijn naar tevredenheid van de klant afgehandeld. Het gaat om vragen op het vlak van psychosociale problematiek, crisisvragen, huiselijk geweld, seksueel geweld. Met alle professionele organisaties binnen de keten (lokaal en regionaal) zijn samenwerkings-, doorverwijzings- en/of overdrachtsafspraken gemaakt en uitgevoerd;

  • Maatschappelijk werkers vervullen een rol in het signaleren en doorverwijzen van inwoners met laaggeletterdheid naar het (digi)taalhuis;

  • Maatschappelijk werk opereert in het regionale netwerk op basis van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de openbare geestelijke gezondheidszorg, maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en verslavingszorg;

  • Onderdeel van maatschappelijk werk is een woonzorgconsulent. Deze beantwoordt vragen die mensen hebben wanneer ze tegen de beperkingen van hun woning aanlopen. De woonzorgconsulent begeleidt tevens mensen naar een geschikte woning (woonzorgcomplex of aangepaste woning) als aanpassingen in de eigen woning geen optie zijn. Samen met de corporatie geeft de woonzorgconsulent uitleg over de toewijzing van zorgwoningen en met de gemeentelijke consulenten begeleidt zij woningzoekenden naar een aangepaste woning.

Indicatoren

  • Unieke cliënten die worden begeleid door maatschappelijk werk, met onderverdeling naar (vergelijken met voorgaand jaar):

    • o

      Kort contact/ Hulpverlening / Huiselijk geweld / MPH / Crisis / nazorg

    • o

      Problematiek

    • o

      Doorverwijzers

    • o

      Doorlooptijden

    • o

      Vroeg eropaf (aanmeldingen en geslaagde trajecten)

  • Aantal cliënten voedsel en kledingbank

  • Aantal casussen woonurgentie

  • Aantal woonzorgadviezen (kort contact en adviezen)

Huidige situatie

Feiten en cijfers

In 2020 hebben 853 inwoners gebruik gemaakt van maatschappelijk werk bij aanbieder I. Het betrof 521 unieke casussen psychosociale hulpverlening (waarvan 76 in het kader van schulden), 28 casussen huiselijk geweld en 308 korte contact momenten. Het aantal cliënten dat een beroep deed op de voedselbank 92, het aantal casussen woonurgentie bedroeg 7 en het aantal woningzoekenden dat contact had met de woonzorgconsulent bedroeg ongeveer 200. In 2019 hebben 160 volwassen inwoners gebruik gemaakt van maatschappelijk werk bij aanbieder II. In het kader van Vroeg eropaf zijn er in 2019 315 signalen binnengekomen en 221 doorgestuurd naar AMW. In 2020 zijn er 2.771 signalen binnengekomen en zijn er 277 doorgestuurd naar AMW.

Afbakening

Bereik

Passende en kortdurende ondersteuning is het uitgangspunt, waar mogelijk wordt groeps-/collectieve begeleiding geboden. De totstandkoming van zelfhulpgroepen en de inzet van ervaringsdeskundigheid worden hierbij gestimuleerd. De ondersteuning is voorliggend op zwaardere ondersteuning/ begeleiding die niet-vrij toegankelijk wordt geleverd.

Op het gebied van schulden heeft maatschappelijk werk een rol bij: de uitvraag van geldproblemen, het ondersteunen bij het zelf oplossen (educatie en psychosociale begeleiding), ondersteuning aanvraag schuldsanering, nazorg (educatie en psychosociale begeleiding). Begeleiding van cliënten in de schuldhulpverlening wordt door de Kredietbank uitgevoerd. Maatschappelijk werk kan aanvullend een rol hebben bij andere hulpvragen. Voor de educatieve aspecten rond omgaan met geld kan maatschappelijk werk in samenspraak met de Kredietbank collectieve ondersteuning bieden in de vorm van een cursus of bijvoorbeeld door de inzet van schuldhulpmaatjes of getrainde vrijwillige budgetcoaches.

Kaders

Landelijk

Wmo, Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, Wet verplichte GGZ, aanpak personen verward gedrag, Landelijk Convenant Vroegsignalering

Gemeentelijk / regionaal

Lokale implementatie doordecentralisatie beschermd wonen, armoedepact, verordening Sociaal Domein gemeente Altena, regionaal crisismeldpunt en -dienst West-Brabant en kernteams psychosociale hulpverlening

 

Opgave 2 - Onafhankelijke cliëntondersteuning

Inleiding

Aan welke ambitie(s) draagt deze opgave bij?

  • Inkomen en schulden: “Inwoners worden versterkt in hun financiële zelfredzaamheid en hebben voldoende middelen om in hun eigen levensonderhoud te voorzien.”

  • Wonen in een veilige en gezonde omgeving: “Inwoners die hulp nodig hebben, ervaren een hoge kwaliteit van leven en hebben regie over hun leven.”

  • Gezond en veilig opgroeien: “In Altena krijgen kinderen en jongeren optimale kansen.

  • Werk en participatie: “Iedereen werkt, als werken niet lukt doen inwoners naar vermogen mee.”

Waarom deze opgave

Maatschappelijk doel opgave

Inwoners zijn geïnformeerd, geadviseerd en ondersteund ter bevordering van hun zelfredzaamheid.

Achtergrondinformatie

Algemene achtergrondinformatie gemeente Altena

Sinds 1 januari 2015 is cliëntondersteuning een wettelijke taak voor de gemeenten. De ondersteuning is gericht op het bijdragen aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie én het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen.

Informele cliëntondersteuning

In deze opgave staat de formele onafhankelijke cliëntondersteuning beschreven. Altena kent een rijk netwerk van informele ondersteuning vanuit kerken, vrijwilligersorganisaties en andere maatschappelijke partijen. In veel gevallen bieden deze organisaties ook cliëntondersteuning bij het oplossen van enkelvoudige hulpvragen, maar wordt dit in de praktijk niet zo genoemd. Een goed voorbeeld van deze informele cliëntondersteuning zijn de vrijwillige ouderadviseurs die al jaren in de gemeente Altena actief zijn. Deze praktische ondersteuning is geen onderdeel van deze opgave, maar valt binnen de opgave praktische ondersteuning.

Ontwikkelingen

  • Onafhankelijkheid - De wetgever heeft bepaald dat het belang van de inwoner het enige belang moet zijn dat meetelt voor de cliëntondersteuner. De inwoner moet er op kunnen vertrouwen dat de cliëntondersteuning die geboden wordt, volledig onafhankelijk is van het besluit dat de gemeente uiteindelijk neemt om een inwoner wel of niet een maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget toe te kennen en ook onafhankelijk moet zijn van het belang van een zorgaanbieder.

  • Bekendheid – De bekendheid van inwoners om gebruik te maken van een onafhankelijke cliëntondersteuner neemt af. In 2018 scoorde de drie separate gemeente ieder boven de 40% (41,3-47,6%) op de vraag of een Wmo-cliënt bekend was met de mogelijkheid om een onafhankelijke cliëntondersteuner in te zetten. In 2019 is dit percentage gedaald tot 39,3% voor de gemeente Altena.

Gewenste situatie

Inhoud en aandachtspunten

Onafhankelijke clientondersteuning

Een cliëntondersteuner denkt met iemand mee, helpt iemand zijn situatie op een rijtje te zetten en geeft daarbij zo nodig informatie en advies. Dit kan gaan om vragen op allerlei gebieden: wonen, inkomen, werk of dagbesteding, zorg, onderwijs, opvoeding, contacten. Een cliëntondersteuner kan iemand zo helpen bij het voorbereiden op en voeren van het keukentafelgesprek en bij het zoeken en vinden van de hulp en steun die bij hem of haar past.

De cliëntondersteuner helpt de weg te vinden naar de oplossingen en als dat nodig is, daarbij een gerichte aanspraak te doen op de gemeente (het sociaal domein: Wmo, Jeugdwet, Participatiewet), de zorgverzekeringswet of de Wlz. Hierbij wordt breed gekeken naar alle leefgebieden, waarbij de eigen kracht en het sociale netwerk van de cliënt centraal staat en wordt geactiveerd.

Integrale vroeghulp (IVH)

Voor goede diagnostiek en zorg aan kwetsbare kinderen van nul tot zeven jaar met een (dreigende) ontwikkelingsachterstand die wordt veroorzaakt door een beperking, gedragsproblemen en/of een chronische ziekte is er Integrale Vroeghulp. Een multidisciplinair team houdt zich bezig met complexe vragen over de ontwikkeling van kinderen en het begeleiden van kind en ouders bij het zoeken naar passende ondersteuning.

Informatie, advies en voorlichting

Er is specifieke kennis van mensen met een beperking beschikbaar voor informatie- en adviesvragen van inwoners en andere professionals. Wij denken hierbij aan licht verstandelijke beperking (LVB), dementie, somatiek, verstandelijke beperking (VB), niet-aangeboren hersenletsel (NAH), autisme, GGZ en chronisch zieken. Ook kunnen relevante cursussen worden aangeboden.

Doelgroep

Hoewel de ondersteuning voor alle inwoners beschikbaar is, vinden wij dat de ondersteuning zich vooral moet richten op inwoners die beperkingen in hun zelfredzaamheid ervaren en behoefte hebben aan iemand die meedenkt, informatie geeft en adviseert. Specifieke aandacht is er binnen deze opgave voor inwoners met een beperking.

Gewenste resultaten

  • U geeft namens de gemeente invulling aan de wettelijke verplichte onafhankelijke cliëntondersteuning. Dit zijn kortdurende trajecten van maximaal 6 maanden.

  • U biedt Integrale vroeghulp (IVH) aan in complexe casussen waar wordt verwacht dat dit meerwaarde kan bieden. IVH is tijdige hulp aan kinderen van 0 tot 7 jaar en te vroeg geboren kinderen. De hulp wordt ingezet bij vragen over ontwikkeling of gedrag en wordt gegeven aan kind en ouder/verzorger. Het betreft trajecten van maximaal 24 maanden.

  • U biedt inwoners de gelegenheid tot deelname aan trainingsaanbod voor inwoners met een beperking (u houdt het cursusaanbod actueel in de digitale sociale kaart en maakt de aanstaande start van een cursus actief bekend bij OnS Altena.

Indicatoren

  • Aantal unieke cliënten

    • o

      Onderverdeling naar leeftijd

    • o

      Onderverdeling naar beperking

  • Aantal casussen IVH

  • Aantal vragen informatie en advies

  • Aantal deelnemers per cursus

Huidige situatie

Feiten en cijfers

In 2019/2020 zijn er respectievelijk 189/163 inwoners ondersteund, waarvan:

  • 73/61 informatie- en adviesvragen;

  • 110/88 trajecten cliëntondersteuning;

  • 6/12 trajecten integrale vroeghulp (IVH).

Afbakening

Bereik

De cliëntondersteuner helpt de weg te vinden naar de oplossingen en, als dat nodig is, daarbij een gerichte aanspraak te doen op de gemeente (het sociaal domein: Wmo, Jeugdwet, Participatiewet), de zorgverzekeringswet of de Wlz. Deze omschrijving maakt meteen ook duidelijk wat een cliëntondersteuner niet doet: zelf begeleiding bieden. Daarnaast en in aanvulling daarop kan iemand te allen tijde een naastbetrokkene vragen aanwezig te zijn bij het keukentafelgesprek. Dit noemen we géén cliëntondersteuning. De inzet van mediation en diagnostiek zijn geen onderdeel van deze opgave of andere opgaven binnen dit uitvoeringskader. Hiervoor wordt doorverwezen naar OnS Altena.

Kaders

Landelijk

Wmo

Gemeentelijk

Verordening sociaal domein gemeente Altena

 

Opgave 3 - Praktische ondersteuning

Inleiding

Aan welke ambitie(s) draagt deze opgave bij?

  • Wonen in een veilige en gezonde omgeving: “Inwoners die hulp nodig hebben, ervaren een hoge kwaliteit van leven en hebben regie over hun leven.”

  • Vervoer: “Inwoners kunnen veilig, flexibel en zelfstandig reizen om deel te kunnen (blijven) nemen aan de samenleving.”

  • Inkomen en schulden: “Inwoners worden versterkt in hun financiële zelfredzaamheid en hebben voldoende middelen om in hun eigen levensonderhoud te voorzien.”

Waarom deze opgave

Maatschappelijk doel opgave

(Kwetsbare) mensen wonen langer thuis, ook als ze ouder zijn en hulp nodig hebben. Dit komt onder andere door de vergrijzing en het feit dat meer zorg buiten het ziekenhuis of de zorginstelling wordt aangeboden. Mensen worden eerder naar huis gestuurd, en minder snel vanuit huis naar een zorginstelling overgebracht. De keerzijde van kwetsbare mensen langer thuis laten wonen is helaas dat dit eenzaamheid en isolatie tot gevolg kan hebben. Daarnaast kunnen mensen zich minder vitaal gaan voelen. Daardoor wordt er meer beroep gedaan op zorg en ondersteuning, zowel van mensen in de buurt als professionals. Familie in de buurt, een goede buur zijn en het hebben van een netwerk worden (weer) belangrijker.

Achtergrondinformatie

Algemene achtergrondinformatie gemeente Altena

In Altena zijn veel verenigingen die zich al met verschillende vormen van praktische ondersteuning bezighouden en een informeel netwerk voor informatie en advies vormen. Vrijwilligersorganisaties zoals De Zonnebloem, het Rode Kruis, maar ook kerkgemeenschappen zijn op veel plekken in de gemeente actief en bieden vaak een passend antwoord op eenvoudige hulpvragen. Wel is de beschikbaarheid van vrijwilligers voor deze organisaties een zorg. De vraag naar vrijwillige ondersteuning is groter dan in de afgelopen jaren kon worden opgepakt, wat voornamelijk komt doordat het aantal vrijwilligers dat zich hiervoor wil en kan inzetten beperkt is en zelfs afneemt. In het bijzonder voor de doelgroep mensen met een psychiatrische achtergrond, was het vinden van geschikte vrijwilligers zoeken naar een speld in de hooiberg. Juist bij deze groep zien we een groeiend aantal hulpvragen.

Ontwikkelingen

Zie ontwikkelingen mantelzorgondersteuning en vrijwilligersondersteuning.

Gewenste situatie

Inhoud en aandachtspunten

De activiteiten binnen praktische ondersteuning kenmerken zich door de inzet van getrainde vrijwilligers die mede-inwoners op weg helpen en ondersteunen. Professionele of vrijwillige welzijnsorganisaties bieden de vrijwilligers ondersteuning. Ook pakken professionele sociaal werkers samen met vrijwilligers individuele vragen in een collectieve setting op. Denk aan cursussen, lotgenotencontacten en het koppelen van inwoners met een hulpvraag aan vrijwilligers. De vragen zijn uiteenlopend van aard en o.a. gericht op het verstrekken van informatie rondom de sociale kaart, verwijzing van en naar andere organisaties, het aanmelden van hulpvragen, een training of bijeenkomst. De vragen komen vanuit zorgprofessionals, mantelzorgers, burgers, cliënten en buddy’s. De opgave richt zich op deze thema’s::

  • -

    Personenalarmering - Formulierenbrigade - Maaltijdservice

  • -

    Klussendienst/Repaircafe - Woonadvies - Ouderenadviseurs

  • -

    Bewegen voor senioren - Juridisch informatie - Vervoersvoorziening

Of en in welke mate een thema wordt ingevuld is afhankelijk van de aanbieder(s).

Vervoersvoorziening

Wij vragen u om met een voorstel te komen tot het opzetten en coördineren van de vrijwillige vervoersvoorziening AutoMaatje. AutoMaatje is een initiatief van de ANWB waarbij vrijwilligers mensen die minder mobiel zijn (vooral ouderen) met hun eigen auto vervoeren, naar bijvoorbeeld de dokter, kennissen, de kapper of een uitje. Het doel is tweeledig; het invullen van een vervoersvraag én het koppelen van een mobiele vrijwilliger met een minder mobiele hulpvrager, om zo aan sociale contacten en ontmoeting te werken. Vrijwillige chauffeurs brengen plaatsgenoten met hun eigen auto naar plaats van bestemming. Er wordt gewerkt vanuit één centraal telefoonnummer en de vrijwilligersactiviteit wordt gecoördineerd door een professional die samenwerkt met vrijwillige matchmakers, de zogenaamde ‘ritmatchers’. In andere gemeenten is gebleken dat menselijk contact en nabijheid belangrijk is voor succes, betrokkenheid en sociale veiligheid. Hierbij is er een logische samenwerking tussen welzijn en diverse dorps- /wijkverenigingen. De professional voert de volgende taken uit:

  • -

    Het lokale professionele coördinatie- en aanspreekpunt zijn

  • -

    Werving en beheer van vrijwilligers en deelnemers verzorgen

  • -

    Lokale communicatie verrichten

  • -

    Werving, intake en begeleiding van ’ritmatchers’ verzorgen

  • -

    De vrijwilligersverzekeringen verzorgen

  • -

    Zorgdragen voor het gebruik van de AutomMaatje planningssoftware

  • -

    Intake van vrijwilligers (geschiktheid, controle verzekeringen, apk, verklaring omtrent gedrag)

  • -

    intake van potentiële gebruikers (is degene inderdaad minder mobiel).

Doelgroep

Ouderen en inwoners met een beperking die als gevolg van extramuralisering (zorg buiten instelling en ziekenhuis) zelfstandig thuis moeten/kunnen blijven wonen. Deze groep moet gebruik kunnen maken van een sociaal netwerk, burenhulp en professionele (ambulante) ondersteuning. Het gaat hier uitdrukkelijk níet alleen om ouderen/senioren, maar ook om ouders en (jong)volwassenen.

In het verleden werd de term ouderenwerk voor deze doelgroep gebruikt. Echter nemen de diversiteit van deze groep en daarmee hun behoeften steeds meer verschillende vormen aan. Ook de leeftijd waarop een inwoner zich tot de groep vindt behoren verschilt steeds meer. In dit beleidskader wordt niet langer met specifiek doelgroepenbeleid gewerkt, maar de geboden ondersteuning dient aan te sluiten bij alle inwoners die een hulpvraag hebben op de genoemde thema’s.

De vervoersvoorziening is bedoeld voor inwoners die niet meer zelf voor vervoer kunnen zorgen en geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer. Het is een aanvulling op de bestaande vervoersvoorzieningen.

Gewenste resultaten

Vrijwilligers zijn mensen die zich onbezoldigd inzetten om een ander te helpen. Vrijwillig zegt dus iets over geld, niet over kwaliteit. De kracht van vrijwilligers is dat ze er echt zijn voor de cliënt(en) en niet gebonden zijn aan een caseload, urenverantwoording of restricties waar professionals vaak wel mee te maken hebben. Daarnaast hebben vrijwilligers een eigen sociaal netwerk dat ook niet zelden wordt ingezet voor de cliënt. Denk hierbij aan het vinden van een baan of stageplek, het verkrijgen van (gebruikte) huisinrichting of een (gebuikte) computer. Cliënten geven in de toekomst aan dat ze de ondersteuning van een vrijwilliger als iets heel positiefs hebben ervaren en dat het hen motiveerde om zelf actief te worden en zo de regie weer terug te krijgen over hun leven.

Door vrijwilligers individuele begeleiding te laten bieden ontstaan er voor professionals mogelijkheden om de beweging naar de voorkant te maken. Vrijwillig waar het kan, professioneel waar het moet, kan daardoor ook werkelijkheid worden. Vrijwilligers kunnen in plaats van een professional werken, maar ook naast een professional. Hierdoor kan er ook worden op- en afgeschaald.

Indicatoren

  • Aantal actieve getrainde vrijwilligers per thema;

  • Aantal ondersteunde inwoners per thema’s;

  • Voor de vervoersvoorziening vragen wij u het aantal ritten, actieve deelnemers, nieuwe deelnemers, actieve vrijwilligers (chauffeurs- en mobiliteitsconsulenten) en nieuwe vrijwilligers in beeld te brengen. Ter vergelijking graag de aantallen van voorgaande twee jaar opnemen, zodra deze beschikbaar zijn.

Huidige situatie

Feiten en cijfers

Zie maatschappelijke opgaven vrijwilligers- en mantelzorgondersteuning.

Afbakening

Bereik

Inwoners van de gemeente Altena

Kaders

Landelijk

Wmo, armoede en schuldhulpverlening

Gemeentelijk

Armoedepact, één tegen eenzaamheid, dementievriendelijke gemeente, verordening sociaal domein, vervoer

 

Opgave 4 - Mantelzorgondersteuning

Inleiding

Aan welke ambitie(s) draagt deze opgave bij?

  • Wonen in een veilige en gezonde omgeving: “Inwoners die hulp nodig hebben, ervaren een hoge kwaliteit van leven en hebben regie over hun leven.”

  • Gezond en veilig opgroeien: “In Altena krijgen kinderen en jongeren optimale kansen.”

Waarom deze opgave

Maatschappelijk doel opgave

Het doel van deze opgave is om de overbelasting van mantelzorgers te voorkomen en verminderen. Daarnaast wordt met de opgave gestreefd naar de verminderen van eenzaamheid, zowel onder volwassen mantelzorgers, jonge mantelzorgers en (zeer) kwetsbare inwoners zonder eigen netwerk.

Achtergrondinformatie

Algemene achtergrondinformatie gemeente Altena

Het aanbod aan vrijwilligers en mantelzorgers neemt af, terwijl de vraag toeneemt, zowel voor ouderen als voor jonge mantelzorgers en werkende mantelzorgers. De druk op mantelzorgers zal de komende jaren verder toenemen. Bijvoorbeeld doordat inwoners minder kinderen hebben en kinderen vaker verder weg wonen. Ouderen zullen ook vaker kinderloos en alleenstaand zijn. Bijna 50% van de 75-plussers woont nu al alleen. 17% heeft geen kinderen. Dat betekent dat het verlenen van mantelzorg ingewikkelder wordt, omdat mantelzorgers letterlijk en figuurlijk op een grotere afstand komen te staan. Ook het potentiële aanbod van informele zorgverleners (vrijwilligers in de leeftijd 50-75 jaar) neemt af. Er zal gezocht moeten worden naar nieuwe vormen van mantelzorg en informele zorg. Bijvoorbeeld vormen van informele zorg over generaties en familieverbanden heen en de inzet van betaalde “mantelzorg” en inzet van mantelzorgmakerlaars vanuit de zvw. Dit vraagt om meer aandacht in de ondersteuning aan werkende mantelzorgers en jonge mantelzorgers.

Ontwikkelingen

(Kwetsbare) mensen wonen langer thuis, ook als ze ouder zijn en hulp nodig hebben. Dit komt onder andere door de vergrijzing en het feit dat meer zorg buiten het ziekenhuis of de zorginstelling wordt aangeboden. Mensen worden eerder naar huis gestuurd, en minder snel vanuit huis naar een zorginstelling overgebracht. Mantelzorg wordt dan ook steeds belangrijker.

Mensen worden meer en meer opgeroepen om bij hulpvragen na te gaan wie in hun eigen netwerk informele hulp kan bieden. De verwachting is echter dat het aantal mantelzorgers waar een kwetsbare oudere met een hulpvraag gestaag afneemt. In 2018 waren er voor iedere thuiswonende 75-plusser in potentie 5 mantelzorgers beschikbaar, in 2040 zijn dat er nog geen 3.

Gelukkig is de bereidheid er om voor elkaar te zorgen. Dat blijkt wel uit het feit dat landelijk maar liefst 1 op de 3 volwassenen mantelzorg geeft. Naar schatting 750.000 mantelzorgers zorgen langdurig (langer dan 3 maanden) en intensief (meer dan 8 uur per week). Het is daarom van groot belang dat mantelzorgers op hun eigen wijze voor een ander kunnen zorgen, zodat zij de zorg kunnen combineren met hun werk, opleiding, sociaal leven etc.

Gewenste situatie

Inhoud en aandachtspunten

  • U biedt passende collectieve ondersteuning om te voorkomen dat mantelzorgers overbelast raken. U realiseert een samenhangend aanbod van diensten, activiteiten en producten voor (jonge) mantelzorgers in de hele gemeente Altena. De dag van de mantelzorger maakt onderdeel uit van uw aanbod. Wij vragen u daarbij invulling te geven aan groepsgerichte activiteiten in de vorm van cursussen. De cursussen dragen tevens bij aan de totstandkoming van zelfhulpgroepen waarin de deelnemers na afloop van de cursusbijeenkomsten bij elkaar komen (lotgenotencontact en de inzet van ervaringsdeskundigheid).

  • U geeft mantelzorgers informatie en advies. U doet dit zowel on- als offline en zorgt dat informatie ook beschikbaar is in de avonduren en weekenden (denk aan werkende mantelzorgers). Een gevarieerdere dienstverlening is nodig om aan te sluiten op de behoeften van subgroepen, zoals jonge mantelzorgers, werkende mantelzorgers en mantelzorgers met een migratieachtergrond. U biedt uw ondersteuning aan binnen de keten van zorg & welzijn en werkt waar mogelijk samen met huisartsen, ziekenhuizen, gemeente en vrijwilligersorganisaties.

  • Intensieve (vrijwilligers)ondersteuning – U leidt zwaar- of overbelaste mantelzorgers en (zeer) kwetsbare inwoners zonder eigen netwerk toe naar passende ondersteuning. Waar mogelijk door de inzet van vrijwilligers, activiteiten uit het collectieve ondersteuningsaanbod en ondersteuning vanuit de ZVW. Ook werkt u samen met de consulenten vanuit OnS Altena.

  • U geeft uitvoering aan de mantelzorgwaardering door de mantelzorgers te registreren en de door de gemeente vastgestelde mantelzorgwaardering aan de mantelzorgontvanger te verstrekken.

Doelgroep

Mantelzorgers van alle leeftijden en (zeer) kwetsbare inwoners zonder eigen netwerk

Gewenste resultaten

Voorkomen overbelasting van mantelzorgers. Door de mantelzorg blijft er voor mantelzorgers minder tijd over voor eigen activiteiten, sociale contacten en aandacht voor de eigen gezondheid. Om overbelasting te voorkomen, is het goed om de ervaringen te delen met anderen. Het aanbod draagt bij aan het vergroten van het informele netwerk van de mantelzorger. Daar waar mantelzorgers overbelast raken en/of ontsporen wordt kortdurende één-op-één ondersteuning geboden en met de consulenten van OnS Altena naar een duurzame ondersteuningsoplossing gezocht.

Mantelzorgers in beeld en ontvangen de mantelzorgwaardering. Er is duidelijk in beeld wie mantelzorgers zijn en wat zij aan ondersteuning nodig hebben, zodat het juiste netwerk kan worden ingezet (bijvoorbeeld door een jaarlijkse enquête). Mantelzorgers ontvangen op regelmatige basis informatie en voorlichting via een bijvoorbeeld een nieuwsbrief, korte filmpjes en door te participeren in het Alzheimer café. Ook geeft u uitvoering aan de bekendheid, registratie en verstrekking van de mantelzorgwaardering.

Bewustwording en combinatie mantelzorg en werk. Bewustzijn vergroten bij werkgevers, scholen, sportclubs, welzijnsverenigingen over de rol van mantelzorgers en wat dit betekent voor een volwassene en/of jongere. U neemt deel aan de initiatieven ‘Oog voor Elkaar’ en ‘Dementievriendelijke gemeente’. 

Bewustzijn vergroten bij mantelzorgers. Het eigen leven van de mantelzorger staat onder druk. Veel mantelzorgers nemen steeds meer taken op zich. Het delen van ervaringen en zorgen is belangrijk. De combinatie werk en zorg wordt voor steeds meer inwoners ‘gewoon’. Hoe bespreek je dat met je werkgever? Hoe doe je dat met je eigen bedrijf? En wat zijn de valkuilen?

Laagdrempelige respijtzorg

Respijtzorg is een verantwoordelijkheid van de gemeente, toekenningen vanuit Wmo, Wlz of zorgverzekeringswet. Dit zijn stabiel georganiseerde en gefinancierde voorzieningen. Daarnaast is er in onze optiek behoefte aan “laagdrempelige respijtzorg”. Wij denken daarbij aan het koppelen van maatjes of buddys (project), vrijwillige oppas en bezoekers, familie en burennetwerken met eenvoudige ondersteuning. Daarnaast denken we aan vrijwilligers- activiteiten/projecten voor met name NAH en dementerenden. We vragen hierbij binnen deze opgave om een faciliterende en verbindende rol richting netwerken, ondersteuningsactiviteiten en geografische spreiding. Niet zelf organiseren, maar informeel aanbod stimuleren en actief (door)verwijzen.

Intensieve vrijwilligerszorg

Intensieve vrijwilligerszorg richt zich op de zeer kwetsbare inwoners zonder eigen netwerk, die vaak (nog) niet passen in het collectieve aanbod. Voor hen wordt informele individuele ondersteuning (bijvoorbeeld via een buddy) ingezet om het eigen netwerk te vergroten en de maatschappelijke participatie te bevorderen. De ondersteuning is gericht op het toewerken naar deelname aan collectieve ondersteuningsvormen en deelname aan de laagdrempelige ontmoetingsvoorzieningen.

Indicatoren

  • Aantal mantelzorgers in beeld

  • Aantal zeer kwetsbare inwoners (intensieve vrijwilligerszorg)

  • Aantal verstrekte mantelzorgwaarderingen

  • Verdeling van mantelzorgers naar leeftijd

  • Aantal deelnemers aan activiteiten, per activiteitsoort

  • Percentage mantelzorgers dat aangeeft zwaar of overbelast te zijn

Huidige situatie

Feiten en cijfers

In ons gebied zijn 7700 mantelzorgers actief. Landelijke cijfers geven aan dat 8,6% van de mantelzorgers zich zwaar belast voelt. In onze gemeente zijn dat 662 mensen. Ruim 445 mantelzorgers hiervan zijn in 2019 aangemeld bij welzijnsorganisaties in onze gemeente. Naast professionele organisaties bieden ook vrijwilligers ondersteuningshulp. Een groot aantal mantelzorgers in onze gemeente wordt dus ondersteund. Van het overige aantal, 217 (schatting op basis van landelijke cijfers), is geen duidelijk beeld of/en hoe zij de ondersteuning geregeld hebben.

Afbakening

Bereik

Alle kernen van de gemeente Altena. Onder mantelzorgondersteuning vallen ook de in het verleden gebruikte termen intensieve vrijwilligerszorg en informele zorg. Logeerzorg (vervangende zorg door professionals) en (planbaar) kortdurend verblijf zijn geen onderdeel van deze opgave. Deze onderwerpen vallen onder de Wmo maatwerkvoorzieningen. De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de wettelijke taken omtrent respijtzorg. De uitvoering van de mantelzorgwaardering valt vanaf 2022 onder deze opgave.

Kaders

Landelijk

CBS, Movisie, Mezzo, VWS programma Langer thuis/ Zorg en Ondersteuning thuis, Wmo 2015, Wlz en de Jeugdwet

Gemeentelijk

Verordening sociaal domein gemeente Altena, dementievriendelijke gemeente, adviesnota mantelzorgondersteuning gemeente Altena, mantelzorgwaardering.

 

Opgave 5 - Vrijwilligersondersteuning

Inleiding

Aan welke ambitie(s) draagt deze opgave bij?

  • Werk en participatie: “Iedereen werkt, als werken niet lukt doen inwoners naar vermogen mee.”

  • Wonen in een veilige en gezonde omgeving: “Inwoners die hulp nodig hebben, ervaren een hoge kwaliteit van leven en hebben regie over hun leven.”

Waarom deze opgave

Maatschappelijk doel opgave

Doel is dat inwoners zich medeverantwoordelijk voelen voor elkaar en bereid zijn er voor elkaar te zijn en te ondersteunen bij het (zelfstandig) deelnemen aan de samenleving.

Achtergrondinformatie

Algemene achtergrondinformatie gemeente Altena

De gemeente Altena heeft een rijk verenigingsleven. Duizenden inwoners zijn vrijwillig actief bij verschillende organisaties, zoals kerken, sportverenigingen, dorpsverenigingen en maatschappelijke organisaties. De vrijwilligers zetten zich met heel hun hart in voor de Altenase gemeenschap. Zij leveren een flinke bijdrage aan het welzijn van onze inwoners.

Ontwikkelingen

Door vergrijzing, ontgroening en bezuinigingen ontstaat er een toenemende behoefte aan vrijwillige inzet:

  • Mensen worden ouder en blijven langer thuis wonen;

  • Eenzaamheid en gezondheidsproblemen door chronische ziekten nemen toe;

  • De veranderende rol van de overheid creëert een groter beroep op zelfredzaamheid.

Eenzaamheid

Onderzoek laat zien dat 70% van de kwetsbare Nederlanders geen sociaal netwerk heeft om op terug te vallen. Deze groep heeft dus geen vangnet wanneer bezuinigd wordt op hun ondersteuning. Wanneer het hen niet lukt hun sociale netwerk te versterken, zal deze groep voor ondersteuning een beroep blijven doen op het vangnet van gemeenten.

Verschuiving soort vrijwilligerswerk

Mensen zetten zich, in vergelijking met vroeger, minder uren in als vrijwilliger. Tegelijkertijd is er sprake van een trend in duurzaam/maatschappelijk verantwoord ondernemen waarbij organisaties iets terug willen doen voor de maatschappij, o.a. in de vorm van vrijwillige inzet. Er is een groot onbenut potentieel aan mensen die graag iets voor een ander willen doen, 8 op de 10 Nederlanders geeft namelijk aan andere te willen helpen. Ze weten vaak echter niet hoe ze in contact kunnen komen met een ander en vinden het lastig om iets passends (agenda/interesses) te vinden. Er vindt een verschuiving plaats van structureel naar meer incidenteel en/of tijdelijk vrijwilligerswerk en private partijen nemen steeds vaker (mede) initiatief.

Gewenste situatie

Inhoud en aandachtspunten

Vrijwilligerswerk wordt steeds belangrijker voor onze maatschappij. De klassieke verzorgingsstaat is aan het veranderen in een participatiesamenleving. Dit is een samenleving waarin, van iedereen die dat kan, wordt gevraagd verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar eigen leven én omgeving. Dit betekent dat we van mensen verwachten dat ze langer thuis wonen en zich bij hulpvragen in eerste instantie beroepen op familie of ander ondersteunend netwerk. Dit is echter niet voor iedereen even gemakkelijk en soms zelfs helemaal niet mogelijk. Vrijwilligers gaan daarom een steeds belangrijkere rol spelen. Dankzij vrijwilligers krijgen veel mensen weer de kans om mee te doen en mee te tellen in de maatschappij.

Wij vragen uw inzet voor het beheer en de coördinatie van een online en offline matchingsplatform. Dit platform moet de transformatie van het sociaal domein ondersteunen, waarbij inwoners gestimuleerd worden tot meer zelf- en samenredzaamheid. Het platform vormt een onafhankelijke plaats voor het matchen van vraag en aanbod op het gebied van vrijwilligerswerk. Uitgangspunt is het faciliteren van vraag en aanbod, om elkaar te vinden zonder tussenkomst van persoonlijke bemiddeling. Makelen kan op verschillende niveaus plaatsvinden, tussen personen, tussen personen en instanties en tussen instanties onderling.

Een digitaal platform vormt hierin de eerste bouwsteen. Persoonlijk contact versterkt de sociale functie van vrijwilligerswerk: voor zowel de hulpvrager als de vrijwilliger. Een laagdrempelige locatie of spreekuur voor ontmoeting en matching is daarom de tweede bouwsteen. De derde bouwsteen is een aanjager: professionele kracht die bekendheid genereert, het platform modereert en aanspreekpunt is (eventueel met ondersteuning van vrijwilligers). In uw aanpak zien we deze drie bouwstenen graag terug. Verder vragen we u aan te geven hoe het matchingsplatform kan bijdragen aan wederkerigheid in het kader van de participatiewet (tegenprestatie) en maatschappelijke stages voor jongeren.

Doelgroep

De dienstverlening wordt ingezet voor alle inwoners en organisaties die onderdeel zijn het dagelijks leven in Altena. Prioriteit hebben welzijn, zorg en ondersteuning, maar de dienstverlening kan ook worden ingezet voor sport-, muziek-, cultuur- en andere verenigingen. De dienstverlening is gericht op individuele vragen vanuit inwoners, maar ook op vragen vanuit verenigingen en vrijwilligersorganisaties.

Gewenste resultaten

  • Vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties weten waar ze terecht kunnen voor matching;

  • Hulpvragen en aanbod sluiten op elkaar aan;

  • Meer inwoners nemen deel en dragen bij aan de maatschappij;

  • Het informele netwerk in de gemeente Altena wordt versterkt;

  • We vergroten de zelfredzaamheid van kwetsbare inwoners die zich vrijwillig inzetten;

  • Vrijwilligers zijn vitaal en voelen zich gewaardeerd.

Indicatoren

Voor het matchingsplatform vragen wij u het aantal vrijwilligers, particuliere hulpzoekers, maatschappelijke organisaties en matches in beeld te brengen. Ter vergelijking graag de aantallen van voorgaande twee jaar opnemen, zodra deze beschikbaar zijn.

Huidige situatie

Feiten en cijfers

39% van de 19 tot 64 jarigen en 38% van de 65-plussers in de gemeente verricht vrijwilligerswerk8 . Dit zijn ruim 22.000 inwoners die zich vrijwillig inzetten. 20 % hiervan wil graag iets extra’s doen en 55% is waarschijnlijk bereid. Hierbij is ‘gevraagd worden’/’aangesproken voelen’ essentieel voor de activatie van dit potentieel. Tussen de 2.275 en 14.500 inwoners van gemeente Altena zijn nog niet actief als vrijwilliger, maar zouden wel iets willen doen. Deze groep bestaat voor een groot gedeelte uit inwoners jonger dan 45 jaar. 9

Afbakening

Bereik

Alle kernen van de gemeente Altena. Verenigingsondersteuning in het kader van stimulering van sport en bewegen en arbeidsmatige dagbesteding vallen buiten deze opgave.

Kaders

Landelijk

één tegen eenzaamheid, maatschappelijke diensttijd en participatiewet

Gemeentelijk

Verordening sociaal domein gemeente Altena, deeltaxi, mobiliteitsvisie

 

Opgave 6 - Ontmoetingsvoorzieningen

Inleiding

Aan welke ambitie(s) draagt deze opgave bij?

  • Inkomen en schulden: “Inwoners worden versterkt in hun financiële zelfredzaamheid en hebben voldoende middelen om in hun eigen levensonderhoud te voorzien.”

  • Wonen in een veilige en gezonde omgeving: “Inwoners die hulp nodig hebben, ervaren een hoge kwaliteit van leven en hebben regie over hun leven.”

  • Werk en participatie: “Iedereen werkt, als werken niet lukt doen inwoners naar vermogen mee.”

Waarom deze opgave

Maatschappelijk doel opgave

Meedoen in de samenleving wordt bevorderd door (kwetsbare) mensen sociaal te activeren en te ondersteunen in het uitbouwen van hun sociale netwerk. Laagdrempelige ontmoetingsvoorzieningen met vrijwillige en/of professionele ondersteuning tijdens spreekuren, aanlopen of maaltijden geven wekelijks ondersteuning aan inwoners met psychosociale en/of GGZ- problematiek.

Achtergrondinformatie

Algemene achtergrondinformatie gemeente Altena

In Altena zijn verenigingen, Dorpsbelang en (vrijwilligers)organisaties (maaltijden, sport, zorg en welzijn) actief die verschillende vormen van ontmoeting organiseren in de verschillende wijken en kernen. Ook worden inwonersinitiatieven gefaciliteerd vanuit het kernenbeleid. Via de Hartenbrigade is het thema ontmoeting de afgelopen periode duurzaam tot leven gebracht; er is een actief netwerk ontstaan van vrijwilligers (met ondersteuning van professionele inzet) met een breed bereik in de gemeente. Ook kent de gemeente Altena 8 steunpunten voor zorg en welzijn, een verscheidenheid aan dorpshuizen en/of multifunctionele accommodaties en drie dagdelen een aanloopvoorziening vanuit de GGZ.

Ontwikkelingen

Lokale implementatie doordecentralisatie beschermd wonen

In de zorg voor mensen met een psychische kwetsbaarheid komt meer nadruk op variatie, aanpassing, veerkracht en regie van hulpvragers. Een doordecentralisatie van beschermd wonen naar alle gemeenten in Nederland past bij deze ontwikkeling. De ondersteuning voor mensen die aangewezen zijn op beschermd wonen is complex. Het betreft kwetsbare inwoners met vaak complexe problematiek. Zij zullen aangewezen zijn op lokale voorzieningen voor bijvoorbeeld ontmoeting en het versterken van hun sociale netwerk.

Fysieke ontmoetingsplekken

Een samenleving met een sterk gevoel van onderlinge verbondenheid en samenredzaamheid heeft een rijke sociale basis. In een tijd van toenemende digitale communicatie en ontmoetingen kan die verbondenheid onder druk komen te staan. (Sport)verenigingen, kerkgemeenschappen, de bibliotheek, dorpshuizen en scholen vormen fysieke plekken voor ontmoeting. Voor wie het (even) niet lukt om zelf aan te sluiten bij deze maatschappelijke voorzieningen vinden we het als gemeente belangrijk dat er laagdrempelige en vrij toegankelijke ontmoetingsplekken zijn in een ‘huiskamersetting’.

Gewenste situatie

Inhoud en aandachtspunten

  • Er wordt invulling gegeven aan de Hartenbrigade. Op de locatie wordt invulling gegeven aan maatschappelijke programmering gericht op verbinding. Kinderen, vrijwilligers, organisaties en bedrijven samen inzetten voor mensen die een hart onder de riem verdienen. De werkvorm is nadrukkelijk een coproductie met andere vrijwilligersorganisaties, het lokale bedrijfsleven en andere maatschappelijke organisaties. De gemeente levert een bijdrage, voor de verdere ontwikkeling is de Hartenbrigade aangewezen op sponsering en fondsenwerving.

  • Er wordt invulling gegeven aan en er vindt een doorontwikkeling plaats van de woon/zorg-steunpunten. Het streven is zo veel mogelijk een brede toegankelijkheid voor alle inwoners. Waar mogelijk fungeren de steunpunten ook als uitvalsbasis voor maatschappelijk werk, andere welzijnsvoorzieningen en worden ze onderdeel van een breder netwerk van ontmoetingsvoorzieningen;

  • Er wordt op verschillende locaties binnen de gemeente een ontmoetingspunt of inloopvoorziening georganiseerd. Een ontmoetingspunt is een plaats waar je andere mensen kunt ontmoeten. Soms om een praatje te maken met anderen en soms om samen een kop koffie te drinken. Een inloopvoorziening kan ook bezocht worden om anderen, zoals lotgenoten, te treffen waarmee je bijvoorbeeld je zorgen en dagelijkse bezigheden kunt delen. Vooral voor mensen die de aansluiting met de samenleving dreigen kwijt te raken, is dit een manier om zomaar eens onder de mensen te zijn (ggz-problematiek). En willen zij over hun eventuele problemen praten, dan kan dat met de aanwezige medewerker. De bezoeker wordt de weg gewezen naar hulpverlening op allerlei terrein, zoals maatschappelijk werk of ggz-hulpverlening. We dagen u uit om met verrassende en nieuwe vormen te komen. We zoeken daarbij:

    • o

      geografische spreiding binnen de gemeente en aanvullend op de hartenbrigade;

    • o

      de bestaande bezoekers van de GGZ-aanlopen dienen zich thuis te voelen binnen de door u voorgestelde ontmoetingsvoorziening. U neemt een actieve rol in het begeleiden van de huidige en toekomstige groep bezoekers naar de door u voorgestelde voorziening;

    • o

      aansluiting op de regionale ontwikkeling van buurtpleinen in samenwerking met SMO Breda.

Er vindt een doorontwikkeling plaats van de verschillende ontmoetingsvoorzieningen. In een ideaal beeld zien wij als gemeente een netwerk van laagdrempelige ontmoetingsvoorzieningen met een herkenbare uitstraling. De verschijningsvorm en frequentie verschilt en is per locatie is aangepast op de behoefte van de kern en bezoekers. Wij dagen aanvragers uit om de succeselementen van de Hartenbrigade op andere locaties terug te laten komen.

Invalshoek bij de professionele ondersteuning is enerzijds gericht op inhoudelijke ondersteuning en anderzijds op zelfredzaamheid en zelf-organiserend vermogen. Waar mogelijk neemt u de huidige steunpunten en GGZ-aanlopen mee in deze doorontwikkeling. Ook maakt u gebruik van bestaande accommodaties, zoals bibliotheeklocaties en dorpshuizen. Door de ontwikkeling van een vervoersvoorziening kan ook invulling worden gegeven aan vervoersvraagstukken door vrijwilligers (zie maatschappelijke opgave vrijwilligersondersteuning). Vanuit de andere maatschappelijke opgaven en binnen de toegang (OnS Altena) wordt signalerend gewerkt en kunnen vanuit deze signalerende functie (eenzaamheid, etc) inwoners worden doorverwezen naar de ontmoetingsvoorzieningen.

Doelgroep

De ontmoetingsvoorzieningen zijn herkenbare en laagdrempelige (huiskamer-gevoel) algemene voorzieningen en hebben de bevordering van de maatschappelijke participatie van alle inwoners, inclusief die met GGZ-problematiek tot doel. Belangrijk is dat een mix aan mensen (met en zonder kwetsbaarheid) met elkaar in contact kan komen. De focus ligt op wat wél kan, op de veerkracht van mensen en het uitbreiden van het eigen netwerk. Deze preventieve insteek, waarbij mensen elkáár ontmoeten en ondersteunen, is een manier om met inwoners samen te werken aan het versterken van de zelfredzaamheid. De regie blijft dan maximaal bij de persoon zelf en het verstevigde netwerk dat daar ook een bijdrage aan levert.

Gewenste resultaten

  • Ontmoeting bevorderen ter voorkoming van eenzaamheid;

  • Ontmoeting om de sociale interactie in de kernen te versterken;

  • Bevorderen van de zelfredzaamheid: o.a. maaltijden en koken worden ingezet om ontmoeting te stimuleren;

  • Doelgroepen met verschillende achtergronden en overtuigingen voelen zich welkom, thuis en veilig binnen de ontmoetingsvoorzieningen.

  • Er wordt actief gewerkt aan de mogelijkheid om met eigen bijdragen te werken en sponsoring en fondsenwerving te verwerven voor ontmoetingsplekken.

Er wordt nadrukkelijk gezocht naar een dynamisch netwerk van ontmoetingsvoorzieningen. In een ideale situatie mede opgezet en gestart door vrijwilligers en in verschijningsvorm passend bij de kern en bezoekers. Waar mogelijk worden ook combinaties gemaakt met bestaande maaltijd-, eetpunten en steunpunten.

Indicatoren

  • Gemiddeld aantal bezoekers per locatie;

  • Overzicht van samenwerkingsactiviteiten en organisaties.

Huidige situatie

Feiten en cijfers

In 2021 verstrekt de gemeente subsidie voor:

  • De Hartenbrigade (exclusief beheer De Jager);

  • Drie dagdelen aanlopen voor de GGZ-doelgroep;

  • De instandhouding en het faciliteren van acht steunpunten;

  • In 2022 start een pilot vanuit beschermd wonen rond Buurtplein(en) – dit is geen onderdeel van deze opgave, maar heeft er wel raakvlakken mee.

Afbakening

Bereik

Alle inwoners van de gemeente Altena. Naast de Hartenbrigade zijn er op tenminste drie andere locaties ontmoetingslocaties die minimaal 1 dagdeel per week open zijn. Ook wordt maatwerk geboden aan de steunpunten voor zorg en welzijn en is GGZ-expertise (op afroep) beschikbaar.

Het beheer van de maatschappelijke accommodaties De Dussenaar, De Jager en begeleiding De Nijenburcht maken geen onderdeel uit van de maatschappelijke opgaven.

Kaders

Landelijk

Een tegen eenzaamheid, Wmo, gezondheid, Doordecentralisatie BW

Gemeentelijk

Verordening sociaal domein

 

Bijlage 2 – Participatieproces

Dit uitvoeringskader is tot stand gekomen in de periode oktober 2020 tot en met maart 2021. Ervaringsdeskundigen, maatschappelijke organisaties, de BASDA en uitvoerenden binnen en buiten de gemeentelijke organisatie hebben in verschillende stadia ideeën, feedback en knelpunten aangeleverd. In deze bijlage worden kort de verschillende onderdelen van het participatieproces beschreven.

 

Sociale Altenacode conferentie

Op 19 november 2020 is er een gemeentebrede raadsconferentie met maatschappelijke partners georganiseerd. Hier hebben circa 80 personen aan deelgenomen en de tijdens de conferentie gedeelde beelden en ideeën zijn meegenomen in de uitwerking van de beleidsuitgangspuntennotitie en dit uitvoeringskader.

 

Beleidsuitgangspuntennotitie Sociaal Domein

Op 16 maart 2021 heeft de gemeenteraad de beleidsuitgangspuntennotitie vastgesteld. De uitgangspunten die in deze notitie zijn opgenomen komen terug in dit uitvoeringskader, wanneer ze van betrekking hebben op het vrij toegankelijke deel van het sociaal domein in de gemeente Altena.

 

Wonen, zorg en welzijn

Binnen het platform door Wonen, Zorg en Welzijn (WZW) hebben zorgaanbieders, woningcorporaties, welzijnsorganisaties en de gemeente Altena in 2020-2021 een samenwerkingsagenda uitgewerkt. Een aantal uitdagingen en onderwerpen vanuit deze multidisciplinaire agenda hebben een plek gekregen in dit uitvoeringskader. Verder heeft er een reeks verdiepende gesprekken plaatsgevonden met partijen als de bibliotheek, Midzuid, Bazalt Wonen, Trema, Farent, MEE, Pro-senioren, GGZ en GGD. Vanwege de beperkende maatregelen als gevolg van corona hebben de (groeps)gesprekken voor het overgrote deel digitaal plaatsgevonden.

 

Welzijnsorganisaties

De huidige dienstverlening en ideeën vanuit de uitvoering zijn opgehaald door een 15-tal gesprekken met uitvoerende professionals op de verschillende onderdelen binnen het welzijnswerk. Ook heeft er vanaf oktober minimaal maandelijks op managementniveau overleg plaatsgevonden over inhoud, samenwerking en opdrachtgeverschap.

 

BASDA

Naast een formeel advies hebben leden van de BASDA meegedacht en meegelezen met de totstandkoming van dit uitvoeringskader. Samen met de BASDA is er een digitale groepsgesprek (aangevuld met enkele individuele gesprekken) gevoerd met ervaringsdeskundigen uit de netwerken van de BASDA-leden. In de gesprekken zijn ervaringen, ideeën, behoeften en signalen opgehaald.

 

 

 

 

 


1

Bestuursakkoord 2019-2022 Gemeente Altena, blz. 9.

2

In het platform WZW wisselen zorgaanbieders, woningcorporaties, welzijnsinstellingen en gemeente informatie uit en initiëren ontwikkelingen op het terrein van Wonen, Zorg en Welzijn. Het gaat niet alleen over wonen met zorg, maar ook over gewoon mee kunnen doen (participeren) in Altena, wanneer je zorg nodig hebt of kwetsbaar bent. In het platform gaat het er over hoe partijen dat gezamenlijk kunnen doen en waar aanbieders elkaar kunnen versterken.

3

“Zorgen voor thuiswonende ouderen”, SCP, april 2019.

4

Extramuralisering is het streven om buiten de muren van een intramurale instelling (waar iemand opgenomen wordt) gelijkwaardige zorg te bieden, bijvoorbeeld in de eigen woning (thuiszorg).

5

Ambulantisering houdt in dat mensen met psychische aandoeningen zo veel mogelijk kunnen deelnemen aan en wonen in de maatschappij. Het streven is: minder en kortere psychiatrische opnamen en gelijktijdig verbetering van de ambulante zorg en ondersteuning.

6

Meta-analyse businesscases Sociaal werk: eindrapport, december 2020 Rotterdam School of Economics.

7

Alleenwonende, stel, kerngezin, driegeneratie gezin met kangoeroe woning etc., of met andere woorden het individu in haar of zijn directe sociale leefomgeving.

8

GGD gezondheidsmonitor (2016) via www.brabantscan.nl.

9

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) Statline ' vrijwilligerswerk' 29 april 2020 en Vrijwilligerswerk en informele hulp in Rotterdam 2019; Resultaten uit de Omnibusenquête 2019. P.A. de Graaf, Rotterdam augustus 2019.