Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
West Betuwe

Besluit van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente West Betuwe houdende regels omtrent mandaat (Mandaatbesluit gemeente West Betuwe)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWest Betuwe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente West Betuwe houdende regels omtrent mandaat (Mandaatbesluit gemeente West Betuwe)
CiteertitelMandaatbesluit gemeente West Betuwe
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling betreft deel 2 van de Mandaatregeling West Betuwe, deel 1 betreft het Bevoegdhedenbesluit West Betuwe.

Deze regeling vervangt het Mandaatbesluit West Betuwe.

Deze regeling is tevens vastgesteld door de burgemeester.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 160 van de Gemeentewet
  2. artikel 171 van de Gemeentewet
  3. afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-05-2021nieuwe regeling

04-05-2021

gmb-2021-153497

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente West Betuwe houdende regels omtrent mandaat (Mandaatbesluit gemeente West Betuwe)

Het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester en de heffings-en invorderingsambtenaar van de gemeente West Betuwe, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

 

gelet op de artikelen 160 en 171 van de Gemeentewet en titel 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);

 

overwegende,

  • -

    dat voor de gemeenten Culemborg, West Betuwe, Tiel en de Bedrijfsvoeringsorganisatie West Betuwe een gelijkluidend Bevoegdhedenbesluit met bevoegdhedenregister van toepassing is;

  • -

    dat in deze mandaatregeling de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke bevoegdheden aan functionarissen in de organisatie worden toegekend om hen in staat te stellen deze taken rechtmatig uit te voeren;

BESLUITEN:

vast te stellen de Mandaatregeling West Betuwe bestaande uit een Bevoegdhedenbesluit West Betuwe met een Bevoegdhedenregister, dat gesynchroniseerd is met de gemeenten Culemborg, West Betuwe, Tiel en de bedrijfsvoeringsorganisatie West Betuwe (bvoWB of BWB) (het Bevoegdhedenbesluit West Betuwe - deel 1) en een niet-gesynchroniseerd deel (het Mandaatbesluit West Betuwe -deel 2.).

 

Deel 1.

Gesynchroniseerd deel:

Het Bevoegdhedenbesluit West Betuwe met bevoegdhedenregister, zoals dat gesynchroniseerd is met Culemborg, Tiel en de bedrijfsvoeringsorganisatie BWB.

 

Deel 2.

Niet gesynchroniseerd deel:

Het Mandaatbesluit West Betuwe met de specifieke, interne mandaten, volmachten en machtigingen voor uitsluitend West Betuwe bestaande uit:

  • a.

    de interne bevoegdheden die van mandaat zijn uitgezonderd op grond van artikel 5, tweede lid van het Mandaatbesluit West Betuwe;

  • b.

    de interne bevoegdheden die zijn gemandateerd aan de gemeentesecretaris van West Betuwe op grond van artikel 5, derde lid van het Mandaatbesluit West Betuwe.

  • c.

    de interne bevoegdheden die zijn gemandateerd aan de directeur, de programmamanagers, de concerncontroller, teamleiders en projectleiders die budgetbeheerders zijn van West Betuwe op grond van artikel 5, vierde lid van het Mandaatbesluit West Betuwe.

DEEL 2

Het Mandaatbesluit West Betuwe

voor specifieke mandaten aan de interne organisatie van de gemeente West Betuwe

 

Het college van burgemeester en wethouders van West Betuwe en de burgemeester van West Betuwe, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

 

gelet op de artikelen 160 en 171 van de Gemeentewet en de titel 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht (Awb):

 

overwegende,

  • -

    dat in dit Mandaatbesluit de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke bevoegdheden aan functionarissen in de organisatie worden toegekend om hen in staat te stellen deze taken adequaat en efficiënt rechtmatig uit te voeren;

  • -

    dat naast dit Mandaatbesluit (Deel 2) ook nog het Bevoegdhedenbesluit (Deel 1) van toepassing is.

BESLUITEN:

vast te stellen het navolgende Mandaatbesluit gemeente West Betuwe

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • 1.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van West Betuwe;

  • 2.

    de burgemeester: de burgemeester van West Betuwe als bestuursorgaan en als vertegenwoordiger van de gemeente in en buiten rechte;

  • 3.

    de gemeentesecretaris: de (loco-)gemeentesecretaris van West Betuwe;

  • 4.

    de directeur: functionaris die eindverantwoordelijkheid draagt voor de integrale bedrijfsvoering;

  • 5.

    de teamleider: functionaris die eindverantwoordelijk leidinggevende is zijn of haar team(s);

  • 6.

    Programmamanager: functionaris die als zodanig is aangesteld;

  • 7.

    concerncontroller: functionaris die als zodanig is aangesteld;

  • 8.

    mandaat: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester besluiten te nemen;

  • 9.

    mandaatgever: het bestuursorgaan dat de oorspronkelijke wettelijke bevoegdheid heeft en deze aan een ander mandateert;

  • 10.

    mandaathouder: de functionaris die namens het bestuursorgaan een bevoegdheid uitoefent;

  • 11.

    volmacht: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • 12.

    machtiging: de bevoegdheid om namens het college of de burgemeester handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • 13.

    budgethoudersregeling: de budgethoudersregeling van de gemeente West Betuwe;

  • 14.

    krediet: door de raad beschikbaar gestelde middelen voor een bepaald doel;

Artikel 2 Schakelbepaling volmacht en machtiging

Waar in dit besluit gesproken wordt over mandaat, dient tenzij anders is bepaald, daaronder tevens te worden begrepen volmacht en machtiging.

Artikel 3 Inhoud mandaat

  • 1.

    Het mandaat omvat naast het nemen van besluiten ook het verrichten van alle voorbereidings- en uitvoeringshandelingen die bij de uitoefening van de bevoegdheid behoren, zoals:

    • a.

      het verstrekken van mondelinge en/of schriftelijke informatie en gegevens van feitelijke en objectieve aard

    • b.

      het verzenden van ontvangstbewijzen

    • c.

      het voeren van overige correspondentie;

    • d.

      het vragen van adviezen en inwinnen van inlichtingen;

    • e.

      het verzorgen van publicaties.

  • 2.

    Tenzij anders bepaald, strekt het mandaat tevens tot intrekking en wijziging van een besluit.

Artikel 4 Algemene bepalingen

  • 1.

    Het college en de burgemeester van West Betuwe verleent de functionaris die werkzaam is onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur het mandaat om alle besluiten te nemen en alle overige (rechts)handelingen te verrichten, waaronder de vertegenwoordiging in rechte, die in het kader van een goede uitoefening van zijn taken en bevoegdheden nodig zijn.

  • 2.

    Het gestelde in het eerste lid geldt uitsluitend wanneer is voldaan aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 5.

  • 3.

    De mandaathouder heeft tevens de bevoegdheid het in het eerste lid bedoelde mandaatbesluit te ondertekenen.

  • 4.

    Een besluit wordt niet in mandaat, maar door het bestuursorgaan zelf genomen, indien de mandaatgever vooraf te kennen heeft gegeven zelf te willen beslissen.

  • 5.

    Indien redelijkerwijs te verwachten is dat een beslissing omstreden is en om een eigen afweging door het bestuursorgaan vraagt, is voorafgaande kennisgeving van het besluit aan het bestuursorgaan vereist. Hieronder wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      een voornemen of besluitvorming tot het sluiten van een inrichting;

    • b.

      als betrokkenen gegroepeerd zijn in bijvoorbeeld een actiecomité;

    • c.

      als er publicitaire belangstelling is of wordt verwacht;

    • d.

      als er met betrekking tot een dossier raadsvragen gesteld zijn;

    • e.

      het besluit een afwijking zou inhouden van het bestaande beleid, richtlijnen, voorschriften, of een advies als bedoeld in afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • f.

      advies nodig is van andere afdelingen/teams en het advies en het eigen standpunt niet op elkaar aansluiten respectievelijk niet tot dezelfde conclusie leiden;

    • g.

      het besluit overschrijding van budgetten, kredieten of onvoorziene uitgaven kan inhouden;

    • h.

      in geval van ongewone voorvallen: bij (dreigende) ernstige gevolgen voor het milieu en/of slachtoffers.

  • 6.

    Besluiten die genomen worden op grond van ondermandaat worden – in verband met het waarborgen van het vier-ogen principe- niet ondertekend door degene die het besluit ook heeft voorbereid/opgesteld, tenzij het ondermandaat wordt uitgeoefend door een functionaris met leidinggevende bevoegdheden.

Artikel 5 Voorwaarden en uitzonderingen mandaatverlening

  • 1.

    Het in het artikel 4, eerste lid, bedoelde mandaat komt de mandaathouder slechts toe, voor zover de uitoefening van de bevoegdheid overeenstemt met de taken en verantwoordelijkheden van het team waarbinnen de functionaris werkzaam is.

  • 2.

    De in bijlage I genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan het college respectievelijk de burgemeester.

  • 3.

    De in bijlage II genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de gemeentesecretaris

  • 4.

    De in bijlage III genoemde bevoegdheden blijven voorbehouden aan de directeur, de programmamanagers en de teamleiders.

  • 5.

    Ondermandaat is niet toegestaan, tenzij het college of de burgemeester ten aanzien van een bepaalde bevoegdheid hebben aangegeven dat ondermandaat wel is toegestaan.

  • 6.

    De Budgethoudersregeling en het Treasurystatuut dienen in acht te worden genomen.

  • 7.

    In geval van strijdigheid tussen de Budgethoudersregeling en het Mandaatbesluit vervalt laatstgenoemd besluit.

  • 8.

    Naast de mandaten die op basis van dit Mandaatbesluit worden verleend, kunnen er ook individuele mandaten worden verleend.

Artikel 6 Plaatsvervanging

  • 1.

    Indien het mandaat, de volmacht of machtiging aan een bepaalde functionaris wordt verleend, wordt daarmee het mandaat, de volmacht of machtiging eveneens geacht te zijn verleend aan de hiërarchisch hoger geplaatsten, zoals de gemeentesecretaris/ directeur en de teamleiders.

  • 2.

    Bij afwezigheid of verhindering van een teamleider als bedoeld in het eerste lid, kan deze worden vervangen door een andere teamleider..

Artikel 7 Ondertekeningswijze bij mandaat

  • 1.

    Een krachtens mandaat genomen besluit vermeldt namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen, als volgt:

  • 2.

    Bij de uitoefening van een mandaat worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:

    • Burgemeester en wethouders / de burgemeester van de gemeente West Betuwe,

    • namens hen/haar/hem

      De <naam mandaathouder> en <functienaam mandaathouder> en <naam team>

    • Handtekening

  • 3.

    Een krachtens mandaat genomen besluit en bij vervanging genomen besluit vermeldt de naam, functie en het team die wordt vervangen met daarachter “bij afwezigheid” (b.a.) en de handtekening van de vervanger.

Artikel 8 Instructies

Het college respectievelijk de burgemeester kan instructies geven over de wijze waarop de gemandateerde bevoegdheden worden uitgeoefend.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Dit mandaatbesluit West Betuwe treedt in werking een dag na de bekendmaking hiervan in het elektronisch Gemeenteblad.

Artikel 10 Intrekking oude regelingen

Het mandaatbesluit West Betuwe, vastgesteld op 15 januari 2019, komt te vervallen met de inwerkingtreding van het nieuwe Mandaatbesluit.

Artikel 11 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Mandaatbesluit gemeente West Betuwe’.

Geldermalsen, 4 mei 2021

Het college van burgemeester en wethouders,

Secretaris,

Burgemeester

respectievelijk de burgemeester van West Betuwe,

Burgemeester

Toelichting bijlagen I, II en III (hebben alleen betrekking op de interne organisatie van West Betuwe).

De methodiek die in dit onderdeel van het Mandaatbesluit wordt toegepast wijkt af van de methodiek in het Bevoegdhedenbesluit met Bevoegdhedenregister van West Betuwe. Hier gaat het om omgekeerd mandaat. Voor de interne organisatie van de gemeente West Betuwe worden de bevoegdheden zo laag mogelijk in de organisatie gelegd om de organisatie zo slagvaardig mogelijk te maken. Alle collegebevoegdheden worden gemandateerd tot op medewerkers-niveau, tenzij de bevoegdheid expliciet wordt voorbehouden aan een ander (leidinggevend) niveau.

 

Ondertekening- en beslissingsmandaat

In het mandaatbesluit is degene die bevoegd is in mandaat een besluit te nemen tevens bevoegd dit besluit te ondertekenen. Uitgangspunt van het mandaatbesluit is dat alle bevoegdheden beslissingsmandaten zijn. Met beslissingen worden hier zowel beslissingen gericht op rechtsgevolg bedoeld (besluiten in de zin van de Awb) als beslissingen die niet zijn gericht op rechtsgevolg (feitelijke handelingen) alsook privaatrechtelijke rechtshandelingen (zoals besluiten tot het aangaan van overeenkomsten).

Bijlage I. Aangelegenheden die ingevolge artikel 5, tweede lid, van het Mandaatbesluit West Betuwe blijven voorbehouden aan het college respectievelijk de burgemeester van West Betuwe.

 

Algemeen

  • 1.

    De bevoegdheid tot het nemen van beslissingen die zijn neergelegd in een document, gericht tot:

    • a.

      de raad;

    • b.

      de Koning en andere leden van het Koninklijk Huis;

    • c.

      de raad van ministers van het Koninkrijk, de ministerraad of een daaruit gevormde onderraad of commissie, ministers en staatssecretarissen;

    • d.

      de voorzitter van de Eerste of Tweede Kamer der Staten-Generaal of van een uit die Kamer gevormde commissie;

    • e.

      de vice-president van de Raad van State;

    • f.

      de president van de Algemene Rekenkamer;

  • 2.

    Het nemen van besluiten waarbij wordt afgeweken van het beleid door toepassing van artikel 4:81 Awb, van verordeningen door toepassing van de hardheidsclausule of van richtlijnen en/of vergunningvoorschriften.

  • 3.

    Het nemen van besluiten waardoor een budget, zoals genoemd in de budgethoudersregeling, of krediet wordt overschreden.

Publiekrecht

  • 1.

    Het doen van voorstellen aan de raad.

  • 2.

    Het afleggen van verantwoording, het informeren en raadplegen van de raad.

  • 3.

    Het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften (verordeningen en nadere regels), aanwijzingsbesluiten en beleidsregels, voor zover deze niet door de raad worden vastgesteld.

  • 4.

    Het beslissen om een besluit met uniforme voorbereidingsprocedure voor te bereiden, tenzij wettelijk is bepaald dat deze procedure moet worden gevolgd.

  • 5.

    Het nemen van besluiten - niet zijnde omgevingsvergunningen - die zijn voorbereid met de uniforme voorbereidingsprocedure waarbij zienswijzen zijn ingediend.

  • 6.

    Het besluiten op bezwaarschriften waarbij: (1) voorgesteld wordt om af te wijken van het advies van de Adviescommissie voor bezwaarschriften, (2) door de Adviescommissie voor bezwaarschriften geadviseerd wordt het bestreden besluit te herroepen en (3) het primaire besluit door het college respectievelijk de burgemeester is genomen (dus een besluit dat niet in mandaat is genomen).

  • 7.

    Het beslissen op formele klachten op grond van hoofdstuk 9 Awb.

  • 8.

    Het besluiten over verzoeken om planschade en nadeelcompensatie boven de € 25.000 en/of waarbij wordt afgeweken van het advies van de wettelijk adviseur.

  • 9.

    Het uitoefenen van alle bevoegdheden op grond van de Apv ten aanzien van seksinrichtingen.

  • 10.

    Het vaststellen van het subsidieplafond en de wijze van verdeling ervan.

  • 11.

    Het doen van voordrachten voor of benoeming van personen op grond van een wettelijk voorschrift anders dan het aangaan van een dienstverband.

  • 12.

    Het aanwijzen van de heffings-en invorderingsambtenaar op grond van 231, tweede lid sub b en sub c. van de Gemeentewet.

  • 13.

    Het instellen van commissies als bedoeld in artikel 83 en 84 Gemeentewet.

  • 14.

    Het benoemen van personen in adviesorganen van het college.

  • 15.

    Het benoemen van personen als vertegenwoordiger van de gemeente West Betuwe in bestuurs-en toezichthoudende organen van publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen.

  • 16.

    Het geven van een zienswijze op een voorgenomen besluit van een bestuursorgaan van een ander bestuursorgaan.

  • 17.

    Het verlenen, wijzigen of intrekken van vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen ten behoeve van de gemeente zelf.

  • 18.

    Het besluiten tot deelneming aan een gemeenschappelijke regeling

Privaatrecht

  • 1.

    Het besluiten tot de oprichting van of de deelneming in rechtspersonen.

  • 2.

    Het afgeven van een borgstelling of garantie.

  • 3.

    Het besluiten tot het doen van een schenking.

  • 4.

    Het besluiten tot aanvaarding of afwijzing van erfstellingen/legaten/schenkingen.

  • 5.

    Het aanvragen van surseance van betaling en faillissement.

  • 6.

    Het besluiten tot het aangaan van convenanten, intentieverklaringen, bestuursovereenkomsten.

  • 7.

    Het besluit tot het aangaan van overeenkomsten indien:

    • a.

      op grond van de Gemeentewet het college de raad vooraf over de overeenkomst moet informeren of omdat de raad daarom heeft verzocht;

    • b.

      op grond van de Gemeentewet de raad vooraf in de gelegenheid moet worden gesteld zijn wensen en bedenkingen ten aanzien van de overeenkomst ter kennis van het college te brengen omdat deze ingrijpende gevolgen voor de gemeente kan hebben;

    • c.

      de raad ter zake om informatie heeft gevraagd.

  • 8.

    Het verstrekken van kapitaal aan instellingen en ondernemingen.

  • 9.

    Het besluiten over het opnemen van geldleningen op de kapitaalmarkt met een looptijd langer dan een jaar.

  • 10.

    Het besluiten over het verstrekken van geldleningen op de kapitaalmarkt

  • 11.

    Het besluiten over het doen van beleggingen op de kapitaalmarkt.

  • 12.

    Het besluiten om af te wijken van het vastgestelde inkoop- en aanbestedingsbeleid.

Personeelsaangelegenheden

  • 1.

    Het vaststellen, wijzigen of intrekken van regels omtrent de ambtelijke organisatie.

  • 2.

    Het vaststellen van de definitieve functiebeschrijvingen/functiewaarderingen.

Bevoegdheden burgemeester

  • 1.

    Het uitoefenen van de bevoegdheden op grond van artikel 172 tot en met 180 van de Gemeentewet.

  • 2.

    Het besluiten tot het opleggen van een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang op grond van de Wet tijdelijk huisverbod of artikel 13b van de Opiumwet.

  • 3.

    Het verkrijgen van het Nederlandershap door optie.

  • 4.

    Het uitoefenen van de bevoegdheden op grond van de Rijkswet op het Nederlanderschap.

  • 5.

    Het geven van een last tot inbewaringstelling krachtens de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen.

  • 6.

    Het verlenen van evenementenvergunningen, risico-categorie C.

  • 7.

    Het uitoefenen van de bevoegdheden op grond van de Wet veiligheidsregio’s.

  • 8.

    Het nemen van besluiten op grond van de Wet aanpak woonoverlast en de daarop gebaseerde bepalingen in de APV

  • 9.

    Het nemen van besluiten op grond van de APV ten aanzien van het toezicht op horecabedrijven.

  • 10.

    Het besluiten tot weigeren dat de ambtenaar van de burgerlijke stand en de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand op verzoek elders binnen de gemeente ambtsbezigheden verricht.

  • 11.

    Het besluiten tot het inzetten van camera’s ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats.

  • 12.

    Het besluiten tot het verlenen van een vergunning voor het opgraven van een lijk op grond van de Wet op de lijkbezorging.

  • 13.

    Het besluiten tot deelneming aan een gemeenschappelijke regeling, voor zover de burgemeester als bestuursorgaan deelneemt.

Bijlage II. Aangelegenheden die ingevolge artikel 5, derde lid, van het Mandaatbesluit West Betuwe blijven voorbehouden aan de gemeentesecretaris.

 

Algemeen

  • 1.

    Het nemen van besluiten indien bij betrokkenheid van meerdere afdelingen er geen overeenstemming is over het te nemen besluit.

  • 2.

    Het besluiten tot alternatieve geschillenbeslechting, zoals mediation.

Privaatrecht

-

Personeelsaangelegenheden

  • 1.

    Het uitvoeren van de regeling klokkenluiders.

  • 2.

    Het jaarlijks in afstemming met de Ondernemingsraad aanwijzen van verplichte vrije dagen.

  • 3.

    Het ontzeggen van de toegang tot het gemeentehuis of gemeentedienst ten aanzien van alle (hiërarchisch ondergeschikte) medewerkers.

Bijlage III. Aangelegenheden die ingevolge artikel 5, vierde lid, van het Mandaatbesluit West Betuwe blijven voorbehouden aan de directeur, de programmamanagers en de teamleiders

 

Bestuursrecht

  • 1.

    Het besluiten over verzoeken om planschade en nadeelcompensatie onder de € 25.000 en/of waarbij niet wordt afgeweken van het advies van de wettelijk adviseur.

  • 2.

    Het besluiten tot het verlenen, vaststellen, weigeren, intrekken, wijzigen en terugvorderen van subsidies, het verstrekken van voorschotten en het aangaan van subsidie-uitvoeringsovereenkomsten die in overeenstemming zijn met het vastgestelde beleid en die passen binnen de begroting en/of het subsidieplafond.

  • 3.

    Het besluiten op verzoeken op grond van de Wmo, de Participatiewet of de Jeugdwet, waarmee een bedrag is gemoeid van meer dan € 25.000,-.

  • 4.

    Het beslissen op bezwaar indien door de Adviescommissie voor bezwaarschriftencommissie geadviseerd wordt conform haar advies te besluiten en niet (mede) geadviseerd wordt het bestreden besluit te herroepen en waarbij het primaire besluit niet zelf door het college respectievelijk de burgemeester is genomen.

  • 5.

    Het verlenen van een machtiging tot het vertegenwoordigen van de gemeente in een bestuursrechtelijke-, strafrechtelijke- of privaatrechtelijke procedures.

  • 6.

    Het aanvragen van vergunningen/ontheffingen en het doen van meldingen ten behoeve van de gemeente.

  • 7.

    Het besluiten tot het aanvragen van subsidie ten behoeve van de gemeente.

  • 8.

    Het besluiten tot het indienen van zienswijzen of bedenkingen voor zover daartoe ingevolge wettelijk voorschrift voor het bestuursorgaan de mogelijkheid bestaat.

  • 9.

    Het beslissen op verzoeken op grond van de Wet hergebruik Overheidsinformatie.

  • 10.

    Het besluiten tot het weigeren of intrekken van een vergunning of ontheffing op grond van hoofdstuk 2 tot en met 5 APV.

  • 11.

    Het besluiten tot het weigeren of intrekken van een vergunning of ontheffing op grond van de Drank- en horecawet.

  • 12.

    Het besluiten tot het weigeren of intrekken van een vergunning of ontheffing op grond van de Wet op de Kansspelen.

  • 13.

    Het besluiten tot het weigeren of intrekken van een ontheffing op grond van de Zondagswet.

  • 14.

    Het besluiten tot het weigeren of intrekken van een ontheffing op grond van de Winkeltijdenwet.

  • 15.

    Het besluiten tot het weigeren of intrekken van een ontheffing op grond van de Wegenverkeerswet in verband met een evenement.

  • 16.

    Het besluiten tot het benoemen van een of meer gemeentelijke lijkschouwers.

  • 17.

    Het besluiten tot het stilleggen van werkzaamheden.

  • 18.

    Het opstellen van een voornemen tot uitoefening van bestuursdwang of het opleggen van een last onder dwangsom i.v.m. geconstateerde overtredingen betreffende WRO, Woningwet, Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht, Bouwbesluit, Bouwverordening, Monumentenwet, Wet milieubeheer.

  • 19.

    Het besluiten tot het stilleggen van sloopwerkzaamheden

  • 20.

    Het besluiten tot het toe-/afwijzen marktstandplaatsen.

  • 21.

    Het vaststellen van het uitvoeringsplan gladheidsbestrijding.

Privaatrecht

  • 1.

    Het openen/sluiten/wijzigen van bankrekeningen.

  • 2.

    Het afspreken van bankcondities en tarieven.

  • 3.

    Het besluit tot dwanginvordering per deurwaarder.

  • 4.

    Het besluiten tot het in gebruik geven of verhuren van grond of opstallen of van op de grond rustende rechten, eigendom van de gemeente

  • 5.

    Het besluiten tot het verstrekken van een optie op bouwgrond.

  • 6.

    Het besluiten tot het aangaan van vastgoedtransacties (aankopen, ruilen, verkopen, vestigen of opheffen van zakelijke rechten, kwalitatieve verplichtingen op onroerende zaken en het ontpachten van agrarische gronden, met uitzondering van zekerheidsrechten).

  • 7.

    Het besluiten tot het verlenen van een volmacht voor het verlijden van notariële aktes betreffende de vastgoedtransacties als bedoeld onder 12.

  • 8.

    Het besluiten tot het aangaan en/of beëindigen van huurovereenkomsten, pacht, in gebruik geven/nemen, jachtrecht, visrecht of het op enige andere wijze in gebruik geven van onroerend goed van de gemeente; idem in gevallen waarbij de gemeente optreedt als huurster, verpachtster, gebruikster van een onroerend goed van een derde.

  • 9.

    De aanwijzen van de ambtenaar van de burgerlijke stand en van de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand.

Personeelsaangelegenheden

  • 1.

    Het toekennen van een vergoeding bedrijfshulpverlening (programmamanager is niet bevoegd).