Organisatie | Cocensus |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Klachtenregeling Gemeenschappelijke Regeling Cocensus |
Citeertitel | Klachtenregeling Cocensus |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | klachtenregeling |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | nieuwe regeling | 07-03-2014 |
Besluit van Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Cocensus
Het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Cocensus;
gelet op de artikelen 9 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 49 van de Gemeentewet;
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. de wet: de Algemene wet bestuursrecht;
b. bestuursorgaan: het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur, de voorzitter en de
directie van de Gemeenschappelijke Regeling;
c. Gemeenschappelijke Regeling: de Gemeenschappelijke Regeling Cocensus;
- een persoon in dienst van de Gemeenschappelijke Regeling Cocensus, inclusief
- een persoon die in dienst van de Gemeenschappelijke Regeling Cocensus of arbeidscontractant
d. klaagschrift: een schriftelijk ingediende klacht;
e. klacht: een uiting van ongenoegen over de wijze waarop een bestuursorgaan of medewerker van
de gemeenschappelijke regeling zich in een bepaalde aangelegenheid tegenover een
natuurlijk persoon of rechtspersoon heeft gedragen;
f. klachtencoördinator: een coördinerend medewerker die verantwoordelijk is voor de afstemming
en behandeling van de klachten en desgevraagd de klachtbehandelaars ondersteunt, de persoon
bedoeld in artikel 3 van deze regeling ;
g. klager: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die een klacht heeft ingediend (als bedoeld in
h. Nationale Ombudsman: het bureau van de Nationale Ombudsman te Den Haag.
1. Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan van de Gemeenschappelijke Regeling zich in
een bepaalde aangelegenheid tegenover hem of een ander heeft gedragen een klacht in te dienen bij dat bestuursorgaan.
2. Een gedraging van een persoon werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de Gemeenschappelijke
Regeling Cocensus wordt aangemerkt als een gedraging van dat bestuursorgaan.
3. De behandeling van een klacht vindt plaats door een persoon die niet bij de gedraging waarop de klacht betrekking heeft, betrokken is geweest.
Artikel 3: De klachtencoördinator
1. Er is een door het Dagelijks Bestuur aangewezen klachtencoördinator, die alle klachten in het
kader van deze regeling ontvangt, aan een eerste beoordeling onderwerpt en zorg draagt voor
een adequate verdere behandelingsprocedure.
2. De klachtencoördinator onderzoekt of zich omstandigheden voordoen om de klacht buiten
behandeling te laten zoals genoemd in artikel 5 van deze regeling.
3. De klachtencoördinator draagt zorg voor de informele behandeling van klachten, behoudens in de
gevallen als genoemd in artikel 8 van deze regeling.
1. Een klacht kan zowel mondeling als schriftelijk worden ingediend.
2. Een schriftelijke klacht moet door de klager worden ondertekend en bevat tenminste:
- naam, adres en woonplaats van de klager;
- een omschrijving van de gedraging waartegen de klacht gericht is.
3. Indien een schriftelijke klacht, dan wel een mondelinge klacht die op verzoek van klager op schrift
is gesteld, betrekking heeft op een gedraging tegenover de klager of een ander en voldoet aan de
vereisten van het tweede lid van dit artikel, zijn de artikelen 5 tot en met 16 van deze regeling van
4. Voor de behandeling van een mondelinge klacht die betrekking heeft op een gedraging tegenover
klager of een ander en bij een schriftelijke klacht die betrekking heeft op een gedraging tegenover
een ander is alleen het bepaalde in de artikelen 8 tot en met 10 van deze regeling van toepassing.
Artikel 5: Buiten behandeling laten van een klacht
1. Een klacht wordt niet in behandeling genomen indien deze betrekking heeft op een gedraging:
a. die langer dan een jaar voor indiening van de klacht heeft plaatsgevonden, tenzij de
gevolgen van de gedraging zich pas na een jaar openbaren in welk geval zo spoedig mogelijk
daarna de klacht moet zijn ingediend;
b. die reeds eerder met toepassing van deze of voorgaande klachtenregeling is behandeld;
c. waartegen door de klager bezwaar ingevolge de wet gemaakt had kunnen worden;
d. waartegen door de klager beroep ingevolge de wet kan of worden ingesteld;
e. die door het instellen van een procedure aan het oordeel van een andere rechterlijke
instantie dan een bestuursrechter onderworpen is, dan wel onderworpen is
f. zolang ter zake daarvan een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een
vervolging gaande is dan wel indien een gedraging deel uitmaakt van de opsporing of
vervolging van een strafbaar feit en ter zake van dat feit een opsporingsonderzoek op bevel
van de officier van justitie of een vervolging gaande is.
2. Van het niet in behandeling nemen van een klacht wordt de klager zo spoedig mogelijk doch
uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het klaagschrift door de klachtenbehandelaar in
Artikel 6: Ontvangstbevestiging
1. De klachtencoördinator zendt de klager zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 5 werkdagen na
ontvangst van de klacht een ontvangstbevestiging met vermelding van de te volgen procedure en
de daaraan verbonden termijnen.
2. Indien een schriftelijke klacht niet voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 4, lid 2 van deze
regeling, is artikel 6:6 van de wet van overeenkomstige toepassing. Klager wordt door de
klachtencoördinator van het verzuim in kennis gesteld onder het bieden van de mogelijkheid tot
herstel van het verzuim binnen een gestelde termijn.
3. Indien de klager het geconstateerde verzuim niet binnen de ingevolge het vorige lid gestelde
termijn, dan wel zo spoedig mogelijk als dat redelijkerwijs van hem kan worden verwacht, herstelt,
wordt de klacht niet in behandeling genomen en wordt de klager hiervan door de
klachtencoördinator zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het
klaagschrift, dan wel binnen vier weken na het verstrijken van de ingevolge het vorige lid gestelde termijn schriftelijk op de hoogte gebracht.
Artikel 7: Mededeling klacht aan beklaagde
Een afschrift van het klaagschrift en de daarbij meegezonden stukken wordt zo spoedig mogelijk aan de afdelingsmanager/coördinator van de betreffende medewerker over wie de klacht is ingediend, toegezonden.
Artikel 8: Klachtbehandeling, gedraging bestuursorgaan, diens voorzitter of lid ervan en directie
1. Een klacht over het algemeen bestuur, diens voorzitter of één of meer leden daarvan wordt
informeel behandeld door het dagelijks bestuur, met schriftelijk kennisgeving van hun
bevindingen aan het algemeen bestuur. Indien de voorzitter van het algemeen bestuur zelf of
mede onderwerp van de klacht is, wordt door hem of haar niet deelgenomen aan de behandeling
2. Een klacht over het dagelijks bestuur of over een lid ervan wordt behandeld door de
voorzitter van het dagelijks bestuur, tenzij de voorzitter zelf het onderwerp van
de klacht is, in welke geval lid 3 van dit artikel van toepassing is.
3. Een klacht over de voorzitter wordt behandeld door de plaatsvervangend voorzitter.
4. Een klacht over de directie wordt behandeld door de voorzitter van het dagelijks
5. Alle overige klachten worden informeel behandeld door de klachtenbehandelaar.
6. Het is de klachtbehandelaars als bedoeld in de leden 1 tot en met 3 van dit artikel toegestaan om
de in artikel 3 genoemde klachtenbehandelaar bij de klachtbehandeling te betrekken.
Artikel 9: Behandeling van de klacht
1. De klachtencoördinator handelt de klacht af binnen zes weken of – indien afdeling 9.1.3 van de
wet van toepassing is – binnen tien weken na ontvangst van het klaagschrift.
2. Verder uitstel is mogelijk voor zover de klager daarmee schriftelijk instemt
3. De klachtencoördinator kan overgaan tot het houden van een hoorzitting, indien hij dat nodig
acht voor een goede behandeling van de klacht op informele wijze. Het horen vindt in
4. De klager en de beklaagde worden in beginsel in elkaars aanwezigheid gehoord. De
klachtencoördinator kan, al dan niet op verzoek van klager, beslissen om klager afzonderlijk te
5. Van het horen wordt een verslag gemaakt. Het verslag mag in de vorm van beknopte
aantekeningen worden opgesteld. Indien tijdens de hoorzitting de klacht naar tevredenheid van
klager is of kan worden afgehandeld, wordt daarvan in het verslag melding gemaakt.
6. De informele behandeling van de klacht geschiedt binnen een termijn van maximaal 6 weken na
Artikel 10: Afhandeling -Tegemoetkoming aan klacht
1. Zodra naar tevredenheid van de klager tegemoet is gekomen aan diens klacht, vervalt de
verplichting tot het verder toepassen van deze regeling.
2. De klachtencoördinator stelt de klager schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de bevindingen
van het onderzoek naar de klacht, zijn oordeel daarover alsmede van de eventuele conclusies die
3. Indien door toepassing te geven aan het eerste lid van dit artikel verdere behandeling van de
klacht niet plaatsvindt, wordt door de klachtencoördinator aan de klager schriftelijk medegedeeld
dat de klacht als afgedaan wordt beschouwd. De beklaagde ontvangt van deze mededeling een
Artikel 11: Registratie en evaluatie
1. De klachtencoördinator registreert alle klachten naar:
2. De klachtencoördinator legt deze gegevens vast in een jaarverslag.
3. Een geanomiseerde versie van de geregistreerde klachten wordt jaarlijks gepubliceerd.
4. In het jaarverslag wordt aandacht besteed aan de klachtenafhandeling met vermelding
van de wijze waarop binnen de gemeenschappelijke regeling geldende dienstverlening met de
bevindingen naar aanleiding van de klachten is omgegaan.
Artikel 12: Verzoek Nationale Ombudsman (externe klachtenregeling)
Is de klacht binnen het kader van deze regeling niet afgehandeld naar tevredenheid van de klager dan kan de klager een verzoekschrift richten aan de Nationale Ombudsman. Het bureau Nationale Ombudsman verricht als onafhankelijke externe instantie onderzoek naar de feiten die aanleiding gaven tot de klacht. Het bureau Nationale Ombudsman rapporteert aan het dagelijks bestuur over zijn bevindingen en geeft een behoorlijkheidoordeel over de gedraging, eventueel voorzien van aanbevelingen.
Artikel 13: Inwerkingtreding en citeertitel
1. De ‘Klachtenregeling Gemeenschappelijke regeling Cocensus’ treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.
2. Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Klachtenregeling Cocensus’.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van Cocensus van 7 maart 2014.