Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
West Betuwe

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente West Betuwe houdende regels omtrent de rioolaansluiting (Rioolaansluitverordening gemeente West Betuwe)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWest Betuwe
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening van de gemeenteraad van de gemeente West Betuwe houdende regels omtrent de rioolaansluiting (Rioolaansluitverordening gemeente West Betuwe)
CiteertitelRioolaansluitverordening gemeente West Betuwe
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 149 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-05-2021nieuwe regeling

29-04-2021

gmb-2021-152317

136277

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente West Betuwe houdende regels omtrent de rioolaansluiting (Rioolaansluitverordening gemeente West Betuwe)

De raad van de gemeente West Betuwe;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders 2 maart 2021,

nr. 136277;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Rioolaansluitverordening gemeente West Betuwe

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • -

    rioolaansluitleiding: rioolleiding tussen een gemeentelijke voorziening voor het beheer van afvalwater en het gebouw waar afvalwater vrijkomt;

  • -

    voorziening voor het beheer van afvalwater: openbaar vuilwaterriool, openbaar hemelwaterstelsel, openbaar ontwateringstelsel, andere voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater of zuiveringsvoorziening;

  • -

    particuliere aansluitleiding: deel van de rioolaansluitleiding dat volgens artikel 2 in particulier eigendom is;

  • -

    gemeentelijke aansluitleiding: deel van de rioolaansluitleiding dat volgens artikel 2 in eigendom bij de gemeente is;

  • -

    IBA: individuele behandeling afvalwater.

Hoofdstuk 2 Eigendom en beheer aansluitleidingen

Artikel 2 Eigendom aansluitleiding

  • 1.

    De grens tussen het gemeentelijke eigendom en het particuliere eigendom van een rioolaansluitleiding ligt ter plaatse van de erfgrens.

  • 2.

    Als voor de afvoer van huishoudelijk afvalwater of bedrijfsafvalwater in het buitengebied een rioolwaterpomp is vereist, ligt de grens, in afwijking van het eerste lid, ter plaatse van de aansluiting van de rioolaansluitleiding op de pompput.

  • 3.

    Als het huishoudelijk afvalwater of bedrijfsafvalwater in het buitengebied is aangesloten op een IBA, ligt de grens, in afwijking van het eerste lid, ter plaatse van de aansluiting van de rioolaansluitleiding op de IBA.

Artikel 3 Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging

  • 1.

    Het beheer, onderhoud, de renovatie of vervanging van de gemeentelijke aansluitleiding wordt uitgevoerd door of namens de gemeente en voor rekening van de gemeente, tenzij het werkzaamheden betreft als gevolg van een onjuist gebruik van de particuliere aansluitleiding.

  • 2.

    Onder onjuist gebruik wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      het lozen van stoffen die verstoppingen in de aansluitleiding of de voorzieningen voor het beheer van afvalwater kunnen veroorzaken;

    • b.

      het lozen van stoffen die de constructie van de aansluitleiding kunnen aantasten; of

    • c.

      het lozen van afvalwater op een niet daarvoor bedoelde voorziening voor het beheer van afvalwater.

  • 3.

    De kosten voor het onderhoud van de particuliere aansluitleiding komen voor rekening van de eigenaar of gebruiker.

  • 4.

    Onder renovatie wordt tevens verstaan het aanpassen van de rioolaansluitleiding als gevolg van een wijziging van een gemeentelijke voorziening voor het beheer van afvalwater.

Artikel 4 Verstopping of andere storing

  • 1.

    Bij een verstopping of een andere storing toont de eigenaar of gebruiker aan of het een probleem in de particuliere aansluitleiding of in de gemeentelijke aansluitleiding betreft.

  • 2.

    Als wordt vermoed dat er sprake is van een verstopping of een andere storing in de gemeentelijke aansluitleiding neemt de eigenaar of gebruiker contact op met de gemeente en stelt diegene de gemeente in de gelegenheid voor het verrichten van de noodzakelijke werkzaamheden.

  • 3.

    Als er sprake is van een verstopping of een andere storing in de particuliere aansluitleiding, zorgt de eigenaar of gebruiker ervoor dat deze wordt verholpen.

  • 4.

    Gemaakte kosten voor het onderzoek ter uitvoering van het eerste lid komen voor rekening van de eigenaar of gebruiker.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking in het Elektronisch Gemeenteblad.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Rioolaansluitverordening gemeente West Betuwe.

 

Aldus is vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 29 april 2021.

De voorzitter,

De griffier,

Toelichting  

 

Algemeen

 

Gemeenten hebben op grond van artikel 10.33 Wet milieubeheer een zorgplicht voor de inzameling van stedelijk afvalwater. Onder stedelijk afvalwater wordt afvalwater verstaan dat bestaat uit huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater. De gemeente draagt zorg voor transport van stedelijk afvalwater naar de rioolwaterzuivering. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet zullen de zorgplichten overgenomen worden in artikel 2.16 en 2.17 van die wet.

 

De zorgplicht voor stedelijk afvalwater vult de gemeente in door de aanleg en beheer van een openbaar vuilwaterriool. Met een rioolaansluitverordening legt de gemeente het beleidskader ten aanzien van het eigendom en beheer van aansluitleidingen op de openbare riolering vast. Onder het huidige recht geldt de rioolaansluitverordening voor aansluitleidingen vanaf de perceelgrens tot aan het openbare riool. De terreinleidingen op het perceel zijn geregeld in het Bouwbesluit 2012, zodat de gemeente daar geen regels over mag stellen in een verordening. Onder de Omgevingswet gaat dit veranderen. Het Rijk stelt in het Besluit bouwwerken leefomgeving, de opvolger van het Bouwbesluit 2012, niet langer regels over de terreinleidingen. Het toepassingsbereik van de rioolaansluitverordening wordt in het nieuwe stelsel de aansluitleiding vanaf het gebouw tot aan het openbare riool.

 

Artikel 1

Het begrip “voorziening voor het beheer van afvalwater” is een breed begrip. Het omvat alle soorten voorzieningen die zijn bedoeld voor de inzameling, verwerking of zuivering van afvalwater. Dat is dus vrijvervalriolering en drukriolering, maar ook IBA’s (individuele behandeling van afvalwater). Deze term wordt ook gebruikt in het Activiteitenbesluit milieubeheer en het Besluit lozen buiten inrichtingen.

 

Artikel 2

Er bestond jarenlang onduidelijkheid over de vraag of de eigendom van een leidingnetwerk door verticale of horizontale natrekking werd bepaald. Bij verticale natrekking zou de eigendom van een leiding in de grond aan de eigenaar van de grond toekomen. Bij horizontale natrekking zou de eigendom aan de eigenaar van het grotere geheel van het netwerk toekomen.

Aan de onduidelijkheid over de eigendomsvraag is een einde gekomen met de wijziging van het Burgerlijk Wetboek (BW) in 2007. Volgens artikel 5:20 lid 2 BW ligt de eigendom van een net bij de bevoegde aanlegger van dat net of zijn rechtsopvolger. Op grond hiervan is de gemeente, als bevoegd aanlegger van de openbare riolering, eigenaar van het gehele rioolstelsel.

In de toelichting bij de wijziging van het Burgerlijk Wetboek is aangegeven dat de begrenzing van een leidingnetwerk bij gemeentelijke verordening kan worden bepaald. In dit artikel wordt van die mogelijkheid gebruik gemaakt, door te bepalen wat tot de gemeentelijke riolering behoort en waar de particuliere huisaansluiting, die eigendom is van de huiseigenaar, begint (zie Kamerstukken II 2005-2006, 29 834, nr. 9, Tweede nota van wijziging, p. 7).

 

Op grond van het eerste lid ligt de eigendomsgrens ter plaatse van de erfgrens. Het tweede lid bevat een afwijkende regeling voor drukriolering in het buitengebied. De gemeente is eigenaar en beheerder van de persleidingen en rioolwaterpompen in het buitengebied. De vrijvervalleiding vanaf het gebouw tot aan de pompput is geheel in eigendom van de perceeleigenaar. De pompput zelf en de rioolwaterpomp zijn in gemeentelijk eigendom.

 

Het tweede lid geldt niet voor rioolwaterpompen in het stedelijke gebied die nodig zijn als de lozingstoestellen in een gebouw lager zijn gelegen dan 150 mm boven straatpeil. De bouwregelgeving (het Bouwbesluit 2012, waarin wordt verwezen naar NEN 3215) bepaalt dat bij laaggelegen lozingstoestellen een rioolwaterpomp moet worden tussengeschakeld omdat er anders rioolwater kan terugstromen, het gebouw in. Deze rioolwaterpomp is wel in beheer bij de perceeleigenaar. Op deze gevallen is het eerste lid van toepassing: de grens tussen de particuliere aansluitleiding en de gemeentelijke aansluitleiding ligt ter plaatse van de erfgrens.

 

Voor IBA’s geldt, op grond van het derde lid, eveneens dat de gemeente eigenaar en beheerder is van de IBA. De vrijvervalleiding tot aan de IBA is in eigendom van de perceeleigenaar. De IBA zelf is in gemeentelijk eigendom, inclusief de afvoerleiding naar het oppervlaktewater en de elektrakabel tot aan de meterkast.

 

Met het vastleggen van de eigendomssituatie is duidelijk wie er verantwoordelijk is voor het verhelpen van verstoppingen en het herstellen van lekkages of andere beschadigingen aan de rioolaansluitleiding. De perceeleigenaar is verantwoordelijk voor het particuliere deel van de aansluitleiding en de gemeente is verantwoordelijk voor het deel dat behoort tot de gemeentelijke riolering. Dit is nader uitgewerkt in artikel 3 en 4.

 

Artikel 3

Dit artikel regelt wie verantwoordelijk is voor het beheer, onderhoud, de renovatie en vervanging van de gemeentelijke aansluitleiding. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt in beginsel bij de gemeente West Betuwe, tenzij de particuliere aansluitleiding niet goed wordt onderhouden. Als de verstopping in gemeentegrond zit maar veroorzaakt is door bijvoorbeeld afval vanuit huis (zoals door olie, frituurvet of schoonmaakdoekjes), dan zijn de kosten van onderhoud voor de eigenaar of gebruiker van de particuliere aansluitleiding.

 

De eigenaar of gebruiker van de particuliere aansluitleiding is op grond van het derde lid verantwoordelijk voor het onderhoud van het eigen deel van de rioolaansluitleiding tot de erfgrens. Onderhouds- of herstelwerkzaamheden aan het particuliere deel van de riolering tot en met de erfgrens zijn dan ook voor rekening van de eigenaar of gebruiker.

 

Artikel 4

In dit artikel wordt geregeld wie verantwoordelijk is voor het opsporen en verwijderen van verstoppingen in de rioolaansluitleiding. Ligt de oorzaak van de verstopping bij de gemeente, dan betaalt de gemeente de gemaakte kosten. Het is dan de bedoeling om de gemeente hiervan op de hoogte te stellen, zodat de gemeente de herstelwerkzaamheden kan verrichten.

 

De eigenaar of gebruiker van de particuliere aansluitleiding dient dit wel aan te tonen met een onderzoek. De kosten van dit onderzoek worden in alle gevallen gedragen door de eigenaar of gebruiker van de particuliere aansluitleiding. Als de oorzaak van de verstopping of andere storing ligt bij de particuliere aansluitleiding, dan is de eigenaar of gebruiker van de particuliere aansluitleiding ook verantwoordelijk voor het verhelpen van het probleem.