Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zevenaar

Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZevenaar
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar
CiteertitelNadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2015
  2. https://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Historie/Zevenaar/CVDR628446/CVDR628446_1.html
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-05-202104-05-2021Nieuwe regeling

04-05-2021

gmb-2021-151401

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar

Het college van de gemeente Zevenaar;

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de artikelen 20, zevende lid onder c en 21 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2020 gemeente Zevenaar;

besluit vast te stellen:

 

Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar 2021

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Dit besluit verstaat onder:

    • a.

      Collectief vraagafhankelijk vervoer (CVV): vraagafhankelijk vervoer van de regio Arnhem-Nijmegen (AVAN);

    • b.

      het college: het College van burgemeester en wethouders;

    • c.

      Verordening: de Verordening maatschappelijke ondersteuning 2020 gemeente Zevenaar;

    • d.

      Wet: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

  • 2.

    Alle begrippen die in dit Besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet, de Verordening en het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.

Artikel 2 Waardering mantelzorgers

De waardering voor mantelzorgers bestaat uit ondersteuning en informatie van Mantelzorg Zevenaar.

Artikel 3 Collectief vraagafhankelijk vervoer

  • 3.1

    Een inwoner die zelfstandig met openbaar vervoer kan reizen, of die dit kan leren, komt niet in aanmerking voor een maatwerkvoorziening voor vervoer.

  • 3.2

    Een inwoner die door een beperking niet zelfstandig met openbaar vervoer kan reizen, komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening voor collectief vraagafhankelijk vervoer wanneer

    • a.

      uit onderzoek een structurele vervoersbehoefte blijkt én

    • b.

      in de vervoerbehoefte niet kan worden voorzien met inzet van voorliggende mogelijkheden.

  • 3.3

    Behalve openbaar vervoer zijn (niet limitatief) ook de volgende mogelijkheden voorliggend:

    • a.

      fiets, e-bike, aangepaste fiets, rolstoelfiets,

    • b.

      eigen auto, deelauto, auto-aanpassing,

    • c.

      gehandicaptenvoertuig (bijv. Canta),

    • d.

      rolstoel, scootmobiel en vergelijkbare hulpmiddelen,

    • e.

      gebruikelijke hulp (brengen en halen door anderen),

    • f.

      de Plusbus en ander vrijwilligersvervoer.

  • 3.4

    Een maatwerkvoorziening voor collectief vervoer kan bestaan uit:

    • a.

      Een pas (“de Wmo-pas”) waarmee een maximaal aantal kilometers worden gereisd met collectief vraagafhankelijk vervoer.

    • b.

      Routevervoer naar dagbesteding, groepsbehandeling of vergelijkbaar.

  • 3.5

    Bij het onderzoek naar een maatwerkvoorziening voor collectief vraagafhankelijk vervoer wordt de specifieke vervoerbehoefte van de inwoner onderzocht en vertaald in een jaarlijks kilometerbudget.

  • 3.6

    De specifieke vervoerbehoefte wordt vastgesteld aan de hand van de vaste bestemmingen van de inwoner en enkele algemene reisdoelen.

  • 3.7

    De Wmo-pas is bedoeld voor alledaags vervoer binnen 25 kilometer van de woning, met uitzondering van:

    • a.

      vervoer naar werk (inclusief beschut werk, vrijwilligerswerk e.a.),

    • b.

      vervoer naar onderwijs,

    • c.

      vervoer naar behandeling,

    • d.

      vervoer vanwege de dagbesteding of de zorgverzekeraar, als de inwoner een Wlz-indicatie heeft.

  • 3.8

    Het jaarlijks kilometerbudget is even groot als de specifieke vervoerbehoefte, maar is nooit hoger dan een maximaal aantal kilometers.

    • a.

      Heeft de inwoner de beschikking over een scootmobiel of vergelijkbaar hulpmiddel voor lokale verplaatsingen, dan is het kilometerbudget niet hoger dan 375 kilometer per jaar.

    • b.

      Heeft de inwoner geen beschikking over zulke hulpmiddelen, dan is het kilometerbudget niet hoger dan 750 kilometer per jaar.

  • 3.9

    In bijzondere gevallen kan een kilometerbudget boven de gestelde maxima worden toegekend. Dit geldt uitsluitend als de inwoner:

    • a.

      Geen gebruik kan maken van de Plusbus. Dan gelden als maxima 750 en 1500 kilometer.

    • b.

      Een partner of kind of ouder bezoekt in een instelling en hierdoor het gebruikelijke maximum wordt overschreven.

    • c.

      Met regelmaat naar behandeling reist en de zorgverzekeraar een aanvraag van de inwoner voor een vervoervoorziening aantoonbaar heeft afgewezen.

  • 3.10

    Aan het gebruik van de Wmo-pas kunnen algemene beperkingen worden verbonden in bestemmingen, tijden, tarieven, reservering en ritplanning, dit om te bevorderen dat de inwoner gebruik maakt van voorliggende voorzieningen.

  • 3.11

    Aan de Wmo-pas kunnen puntbestemmingen worden verbonden die de Wmo-pas tegen het gebruikelijke tarief kunnen worden bereisd, ook wanneer ze voor de inwoner meer dan 25 kilometer van het woonadres liggen.

  • 3.12

    Aan de Wmo-pas van een inwoner kunnen enkele bijzondere indicaties worden verbonden wanneer het reguliere vervoer niet passend is voor de inwoner. Gaat de behoefte van de inwoner verder dan de mogelijkheden van deze indicaties, dan wordt ter bescherming van de inwoner en andere reizigers geen Wmo-pas toegekend.

Artikel 4 Maatwerkvoorzieningen en afschrijftermijn

  • 1.

    Indien de belanghebbende (mede) eigenaar is van de woning en de woonvoorziening bestaat uit een bouwkundige of woontechnische ingreep aan die woning dan wordt bij de bepaling van de maatwerkvoorziening rekening gehouden met de afschrijvingstermijn van de te vervangen zaak als deze afschrijvingstermijn voor de helft of meer is verstreken.

  • 2.

    Voor het bepalen van de maatwerkvoorziening bij een bouwkundige of woontechnische ingreep aan de woning worden de volgende afschrijvingstermijnen gehanteerd:

    • a.

      Keuken 15 jaar.

    • b.

      Badkamer 25 jaar.

    • c.

      Toilet en kranen 25 jaar.

Artikel 5 Kosten woningaanpassing

Het college rekent de volgende uitgaven tot kosten van een woningaanpassing bij woningaanpassingen van meer dan € 20.000,-:

  • a.

    Aanneemsom inbegrepen loon- en materiaalkosten voor het realiseren van de woonvoorziening. Indien de voorziening door zelfwerkzaamheid tot stand komt, vervalt de post loonkosten.

  • b.

    Architectenhonorarium tot ten hoogste 10% van de aanneemsom met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in DNR2011 van de BNA en ONRI en alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect de woningaanpassing ontwerpt.

  • c.

    De kosten voor het toezicht op de uitvoering, indien dit noodzakelijk is en de bouwkosten meer bedragen dan € 1.000,- tot een maximum van 2% van de aanneemsom.

  • d.

    Bouwleges voor zover deze betrekking hebben op het realiseren van de woonvoorziening.

  • e.

    Verschuldigde en niet verreken- of terugvorderbare omzetbelasting.

  • f.

    Renteverlies in verband met het verrichten van noodzakelijke betaling aan derden, voordat de financiële tegemoetkoming is uitbetaald, voor zover deze verband houdt met de bouw dan wel het treffen van voorzieningen.

  • g.

    Kosten in verband met noodzakelijk technisch onderzoek en adviezen met betrekking tot het verrichten van de aanpassing.

  • h.

    Kosten van heraansluiting van openbare nutsvoorzieningen.

  • i.

    Administratiekosten tot ten hoogste € 350,- voor de verhuurder die een woningaanpassing realiseert voor een persoon met beperkingen.

  • j.

    Door het college (schriftelijk) goedgekeurde kostenverhogingen, die ten tijde van de raming van de kosten redelijkerwijs niet waren te voorzien.

Artikel 6 Anti-speculatiebeding

  • 1.

    De in artikel 21 lid 5 van de Verordening bedoelde termijn gaat in op de datum van de verkoop van de woning.

  • 2.

    De in artikel 21 lid 5 van de Verordening genoemde terugbetalingsverplichting wordt aan de hand van onderstaand schema berekend:

    • a.

      Bij verkoop in het eerste jaar na gereedmelding 100% van de door de gemeente Zevenaar vergoede aanpassingskosten.

    • b.

      Bij verkoop in het tweede jaar na gereedmelding 80% van door de gemeente Zevenaar vergoede aanpassingskosten.

    • c.

      Bij verkoop in het derde jaar na gereedmelding 60% van de door de gemeente Zevenaar vergoede aanpassingskosten.

    • d.

      Bij verkoop in het vierde jaar na gereedmelding 40% van de door de gemeente Zevenaar vergoede aanpassingskosten.

    • e.

      Bij verkoop in het vijfde t/m tiende jaar na gereedmelding 20% van de door de gemeente Zevenaar vergoede aanpassingskosten.

In alle bovenbedoelde gevallen verminderd met de bijdrage die voor rekening van de cliënt is gebleven.

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Het besluit over de nadere regels maatschappelijke ondersteuning van 22 oktober 2019 wordt ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van deze nadere regels.

  • 2.

    Deze Nadere regels treden in werking op 4 mei 2021.

  • 3.

    Aanvragen die zijn ingediend onder de in het eerste lid genoemde besluiten en waarop nog niet is beslist bij het in werking treden van deze nadere regels, worden afgehandeld krachtens deze nadere regels.

  • 4.

    Op bezwaarschriften tegen een besluit op grond van een van de in het eerste lid genoemde besluiten, wordt beslist met inachtneming van deze nadere regels.

  • 5.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Nadere regels maatschappelijke ondersteuning gemeente Zevenaar.

 

Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders op 4 mei 2021.

De secretaris,

D.Janssen,

de burgemeester,

L.J.E.M. vanRiswijk