Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Arnhem

BELEIDSREGELS NATUURINCLUSIEF BOUWEN

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieArnhem
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBELEIDSREGELS NATUURINCLUSIEF BOUWEN
CiteertitelBeleidsregels natuur inclusief bouwen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp
Externe bijlagenInvulformulier Natuurinclusief Bouwen in Arnhem Maatregelencatalogus Natuurinclusief bouwen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-05-2021Nieuwe regeling

11-05-2021

gmb-2021-151393

565816

Tekst van de regeling

Intitulé

BELEIDSREGELS NATUURINCLUSIEF BOUWEN

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ARNHEM;

 

gelezen / overwegende dat:

• we het mogelijk willen maken dat bij nieuwe bestemmingsplannen natuurinclusief bouwen verplicht kan worden gesteld;

• de gemeenteraad hiertoe kan besluiten door de open norm 'voldoende natuurinclusieve maatregelen' op te nemen in een bestemmingsplan.

• aan de open norm invulling wordt gegeven door het 'Puntensysteem Natuurinclusief Bouwen';

• deze open norm via een beleidsregel moet worden uitgelegd

 

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht ;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de

 

BELEIDSREGELS NATUURINCLUSIEF BOUWEN

 

In Arnhem zijn we omgeven door prachtige natuur. Rondom de stad én in de stad zelf. Door de natuur een volwaardige plek te geven in bouwprojecten ontstaat een aantrekkelijke, gezonde en toekomstbestendige leefomgeving voor mens en dier. Elk project(gebied) kan een bijdrage leveren aan een gezond functionerend stedelijk ecosysteem. Dit 'Puntensysteem Natuurinclusief Bouwen in Arnhem' (en het bijbehorende Invulformulier en de Maatregelencatalogus) wordt ingezet als middel om dat te bereiken.

 

De eerste bouwsteen van natuurinclusief bouwen is natuur in het gebouw: het inbouwen van verblijfsplaatsen in woningen, bijvoorbeeld via neststenen. Dit is noodzakelijk voor diersoorten die voor hun broedgelegenheid van gebouwen afhankelijk zijn, zoals huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen. De tweede bouwsteen is natuur aan, op en om de woning: groene daken en gevels en natuurlijke tuinen met egeldoorgangetjes en groene erfafscheidingen. De derde bouwsteen is natuur in de buurt: het toepassen van meer groen en blauw in de directe woonomgeving en het aanleggen van groene en blauwe verbindingen met andere delen van de stad of het buitengebied, zoals via hagen, bomen of natuurvriendelijke oevers,. Alle drie de bouwstenen vergroten de biodiversiteit, leefbaarheid en natuurbeleving; de laatste twee bouwstenen vergroten ook de klimaatbestendigheid van het gebied.

 

Ambitie en reikwijdte

Met dit puntensysteem streven we in Arnhem in eerste instantie naar:

A) de instandhouding en versterking van het leefgebied van gebouwgebonden diersoorten.

Dit doen we door verblijfsmogelijkheden te creëren in gebouwen en de omgeving geschikt te maken.

B) het behouden en versterken van de biodiversiteit in het algemeen, aan de hand van de doelsoorten benoemd in de Groenvisie (2017).

Dit doen we door bijvoorbeeld het aanleggen van groene daken en gevels, het planten van bomen of het creëren van amfibieënpoelen. De gekozen doelsoorten zijn nadrukkelijk niet alleen bedreigde of beschermde soorten. We willen als gemeente vooral de grote rijkdom aan soorten in stand houden en gezonde ecosystemen creëren. De doelsoorten staan symbool voor een bepaalde kwaliteit van het gebied en vormen dus een referentie voor het hele ecosysteem van dat gebied.

 

Daarnaast dragen de maatregelen in het puntensysteem ook bij aan:

C) de klimaatbestendigheid van het gebied.

De aanleg van groen gaat hittestress en droogte tegen en helpt bij wateroverlast.

D) gezonde bewoners.

Natuurinclusief bouwen vergroot de levenskwaliteit van mensen, die gezonder en gelukkiger zijn wanneer ze omringd zijn door natuur.

 

Het puntensysteem geeft initiatiefnemers kaders voor natuurinclusief bouwen bij ruimtelijke projecten in Arnhem. Er is gekozen voor een puntensysteem om de creativiteit en keuzevrijheid van ontwerpers te bevorderen. Er moet altijd een minimaal aantal punten gehaald worden door verblijfsplaatsen in te bouwen én door groene maatregelen op, aan en om de woning(en) toe te passen. In sommige gevallen zijn ook maatregelen in de buitenruimte vereist. Welke maatregelen precies worden gekozen om de punten te behalen is aan de initiatiefnemer, in overleg met de gemeente.

 

Borging

Het is van groot belang om de natuurinclusieve maatregelen vroegtijdig in de projecten mee te nemen. Om het kiezen van maatregelen zo gemakkelijk mogelijk te maken is het 'Invulformulier Natuurinclusief Bouwen in Arnhem' ontwikkeld (zie aparte bijlage). Dit formulier dient ingevuld te worden door de ontwikkelende partij(en), in overleg met de gemeentelijk stedenbouwkundige/landschapsontwerper/ecoloog. Het invulformulier is een leidraad: elk gebied heeft zijn eigen kenmerken en mogelijkheden. Om maatwerk te leveren is ecologische kennis nodig. Daarom is het bij alle projecten belangrijk en bij grotere projecten noodzakelijk dat er een ecologisch adviseur betrokken is.

 

Globale opzet puntensysteem

In het puntensysteem wordt onderscheid gemaakt tussen twee categorieën: verblijfsplaatsen voor gebouwbewonende soorten en 'groene' maatregelen. De groene maatregelen zijn onderverdeeld in opstalgebonden maatregelen (op/aan/om het huis), omgevingsgebonden maatregelen en bewustwordingsmaatregelen.

 

De verblijfsplaatsen en opstalgebonden maatregelen zijn altijd van toepassing; omgevingsgebonden maatregelen alleen als het project ook buitenruimte bevat; en de bewustwordingsmaatregelen alleen bij bepaalde grootschalige projecten waarbij het lastig is via de andere, fysieke maatregelen voldoende punten te behalen (zoals bij hoogbouw).

 

Aan het puntensysteem is een 'Maatregelencatalogus' gekoppeld (Bijlage 2). Deze catalogus bevat een uitwerking van de maatregelen waarmee punten kunnen worden behaald, zoals eisen en randvoorwaarden per maatregel. Bijvoorbeeld op welke richting en op welke hoogte neststenen moeten worden ingebouwd of welke soort planten het best gebruikt kan worden voor een groene gevel. Initiatiefnemers kunnen ook maatregelen nemen die niet in de Maatregelencatalogus staan. In dat geval wordt in overleg met de gemeente bepaald hoeveel punten de maatregel waard is.

 

Stappenplan

 

Het Puntensysteem Natuurinclusief Bouwen volgt de volgende stappen om tot geschikte en voldoende natuurinclusieve maatregelen te komen. Met dit stappenplan bij de hand kan de initiatiefnemer het Invulformulier in de bijlage invullen.

 

Stap 1. Punten bepalen

In de tabel staat hoe de initiatiefnemer het minimale aantal punten kan bepalen dat in het project behaald dient te worden. Dit hangt af van (1) de hoeveelheid woningen, (2) het soort woningen (van woningen in het midden- of topsegment worden meer natuurinclusieve maatregelen verwacht dan bij sociale woningbouw) en (3) of er wel of niet buitenruimte ingericht moet worden.

Daarnaast geldt het volgende:

• Als er alleen sprake is van opstalgebonden groene maatregelen dient 25% van het totaal aantal punten uit 'groene' maatregelen te komen. Dat is het geval als de initiatiefnemer verantwoordelijk is voor het bouwen van de woningen, maar niet voor het inrichten van de buitenruimte. Als er wel buitenruimte wordt ingericht dienen er ook omgevingsgebonden groene maatregelen te worden genomen en dient niet 25% maar 50% van het totaal aantal punten uit groene maatregelen te komen. De overige punten kunnen behaald worden door het inbouwen van voorzieningen voor gebouwbewonende soorten.

• Om te zorgen voor een gevarieerd aanbod van nestvoorzieningen en andere soortgroep-gebonden maatregelen geldt dat er voor meerdere soortgroepen maatregelen moeten worden genomen. Het minimum aantal is afhankelijk van het soort woningen dat gebouwd wordt (zie tabel).

 

 

Sociale woningbouw (woningbouw- coöperaties)

Middensegment (commercieel huur/koop: rijtjeswoningen, grondgebonden woningen, appartementen)

Topsegment

(2-kapper, vrijstaande woning, penthouse)

Totaal aantal punten (bij opstalgebonden projecten)

Aantal woningen x 2;

Aantal woningen x 4;

Aantal woningen x 6;

minstens 25% van het totaal aantal punten bestaat uit groene maatregelen

Totaal aantal punten (bij projecten waar ook (een deel van) de buitenruimte wordt ingericht)

Aantal woningen x 3;

Aantal woningen x 6;

Aantal woningen x 9;

minstens 50% van het totaal aantal punten bestaat uit groene maatregelen

Minimum # groene maatregelen

1

2

3

Minimum # soortgroepen

1

2

3

 

Stap 2. Maatregelen kiezen

Wanneer duidelijk is hoeveel punten er behaald dienen te worden, kan de initiatiefnemer gaan kijken welke maatregelen hij/zij wil treffen om het desbetreffende aantal punten te behalen. Het aantal punten per maatregel is te vinden in het Invulformulier (Bijlage 1) en de Maatregelencatalogus (Bijlage 2).

 

Categorie A: verblijfsplaatsen voor gebouwbewonende soorten

Zoals bij Stap 1 al is benoemd moet een deel van de punten worden behaald door verblijfsplaatsen voor gebouwbewonende soorten te creëren, bijvoorbeeld door het inbouwen van neststenen.

• Er kan gekozen worden voor neststenen voor de volgende doelsoorten: gierzwaluw, huiszwaluw, huismus, zwarte roodstaart, gewone dwergvleermuis, vlinders en bijen. De meeste neststenen zijn 1 punt waard. Voor een deel van deze diersoorten (gierzwaluw, huismus, gewone dwergvleermuis) ligt soms al een verplichting om vervangende nestplaatsen aan te leggen vanuit de Wet natuurbescherming. Het gaat hier echter om extra maatregelen, bovenop wat verplicht is.

 

Categorie B/C/D: groene maatregelen

De biodiversiteit wordt het meest vergroot als neststenen en groene maatregelen aan, in en om het huis op de juiste manier met elkaar gecombineerd worden. Huismussen hebben bijvoorbeeld verblijfsplaatsen nodig in gebouwen, maar ook groene hagen om zich in te kunnen verstoppen. Naast de gebouwgebonden doelsoorten profiteren ook veel andere dieren van deze maatregelen en tevens zorgen groene maatregelen voor een betere klimaatbestendigheid van het gebied. Daarom moet een deel van de punten altijd uit groene maatregelen komen.

 

De groene maatregelen zijn onderverdeeld in subcategorieën:

• Voor opstalontwikkelaars gaat het primair om groene maatregelen op, aan en om de woning; aan de gevel, op het dak, en/of in de tuin (categorie B). Bijvoorbeeld het aanleggen van groene gevels via het plaatsen van spandraden aan de muur en het aanbrengen van de juiste grond (5 punten per gevel van tenminste 2 meter hoog en 3 meter breed), het plaatsen van een groen plat of hellend dak (15 punten per 50m2, bonuspunten als er naast sedum ook struiken of (dwerg)heesters worden aangeplant) of het aanleggen van geveltuintjes (1 punt per tuintje).

• Initiatieven die zich ook deels in de buitenruimte afspelen, moeten ook omgevingsgebonden maatregelen nemen (categorie C). Bijvoorbeeld natuurvriendelijke oevers (10 punten), bomen (5 punten voor het aanplanten of behouden van 3 inheemse bomen van 1e grootte), nestkasten voor niet-gebouwbewonende soorten (meestal 1 punt) of het aanleggen van een amfibieënpoel (25 punten per poel van minimaal 30m2) of ecologische wadi (alleen in delen van Arnhem-Noord, waar goed doorlatende bodems zijn) (5 punten voor een kleine wadi, 10 punten voor een grote).

• Met maatregelen die de bewustwording van de (toekomstige) bewoners op het gebied van biodiversiteit en klimaatadaptatie vergroten, kunnen bij grotere projecten ook nog een beperkt aantal punten worden verdiend (categorie D). Deze categorie is vooral relevant voor bepaalde grotere projecten waarvoor het moeilijk kan zijn om genoeg groene maatregelen te implementeren om de noodzakelijke punten te halen (bijvoorbeeld door ruimtegebrek). Denk aan het uitdelen van biodiversiteitspakketjes, het opleveren van tuinen met zwarte aarde, het aanleggen van huizen inclusief natuurlijke tuin die meegefinancierd kan worden in de hypotheek, etc.

 

Hoe dichterbij openbaar groen zoals stadsparken en andere grotere groenstroken, hoe belangrijker het is dat er niet alleen voor de gebouwgebonden soorten maatregelen worden getroffen maar ook voor de andere doelsoorten in dat specifieke gebied. Per gebied dragen natuurinclusieve maatregelen bij aan een groter leefgebied van de volgende doelsoorten:

 

Veluws Plateau: havik, das, ree, groene en zwarte specht, nachtzwaluw, adder, zandhagedis, gladde slang, vleermuizen, edelhert, wild zwijn, inclusief inheemse vegetatie.

Veluws Gradiënt: das, ree, groene, grote bonte en zwarte specht, eekhoorn, bosuil, ijsvogel, heikikker, beekprik, bermpje en sleedoornpage, inclusief inheemse vegetatie.

Rivierengebied: ijsvogel, (zwarte) ooievaar, patrijs, steenuil, kwartelkoning, bever, otter en ringslang, kamsalamander, inclusief inheemse vegetatie.

Poldergebied: groene specht, ringslang, boomklever, kamsalamander, rietzanger, steenuil, patrijs, kwartelkoning, waterspitsmuis, kleine karekiet, rugstreeppad, ringslang, hermelijn en ijsvogelvlinder, oranjetipje, inclusief inheemse vegetatie.

 

De gemeentelijke ecoloog kan aangeven of deze doelsoorten ook inderdaad in de omgeving van het project aanwezig zijn. Een ecologisch adviesbureau kan helpen de juiste maatregelen te kiezen. Alle mogelijke maatregelen en het aantal punten dat elke maatregel waard is, zijn te vinden in het bijgevoegde Invulformulier en zijn nader toegelicht in de Maatregelencatalogus. Om de creativiteit en keuzevrijheid van ontwerpers te bevorderen, kunnen in elke categorie ook maatregelen worden voorgesteld die niet in de Maatregelencatalogus vermeld staan, mits ze op overtuigende wijze bijdragen aan het vergroten van de biodiversiteit en/of klimaatadaptatie in het gebied. In overleg met de gemeente wordt dan het aantal punten bepaald.

 

Voor alle maatregelen geldt dat ze aantoonbaar:

• realiseerbaar zijn binnen de invloedsfeer van de uitvoerende partij;

• op deskundige wijze worden uitgevoerd;

• in goede staat moeten blijven en niet in een later stadium mogen worden weggehaald;

• zijn goedgekeurd door de gemeente Arnhem.

 

Stap 3. Registratie en presentatie maatregelen

Gekozen maatregelen worden geregistreerd via het 'Invulformulier Natuurinclusief Bouwen in Arnhem' (Bijlage 1). Dit formulier dient de volgende doelen:

• Het formulier kan voor het betreffende project gebruikt worden om een keuze te maken voor bepaalde maatregelen en gemakkelijk uit te rekenen hoeveel punten dat oplevert.

• De gemeente heeft een overzicht van de gekozen maatregelen en kan die vergelijken met de uiteindelijk getroffen maatregelen.

• Het geeft de mogelijkheid om projecten als voorbeeld en inspiratiebron te gebruiken voor andere projecten in Arnhem.

 

Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 11 mei 2021,

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

BIJLAGE 1 horende bij de Beleidsregels Natuurinclusief Bouwen

Invulformulier Natuurinclusief Bouwen in Arnhem

BIJLAGE 2 horende bij de Beleidsregels Natuurinclusief Bouwen

Maatregelencatalogus Natuurinclusief Bouwen in Arnhem