Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Enkhuizen

Besluit van het college van de gemeente Enkhuizen van 13 april 2021 tot vaststelling van Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Enkhuizen 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEnkhuizen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit van het college van de gemeente Enkhuizen van 13 april 2021 tot vaststelling van Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Enkhuizen 2021
CiteertitelRegeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Enkhuizen 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 44 van de Gemeentewet
  2. artikel 66 van de Gemeentewet
  3. artikel 3.3.2 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  4. artikel 3.3.3, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
  5. artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-05-202101-01-2019Nieuwe regeling

13-04-2021

gmb-2021-151390

909801

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van de gemeente Enkhuizen van 13 april 2021 tot vaststelling van Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Enkhuizen 2021

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enkhuizen;

 

gelet op de artikelen 44 en 66 van de Gemeentewet en de artikelen 3.3.2, 3.3.3, tweede lid en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

besluit vast te stellen de volgende regeling:

“Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Enkhuizen 2021”.

Artikel 1. Definitiebepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    college: college van burgemeester en wethouders.

  • b.

    burgemeester: voorzitter van het college van burgemeester en wethouders.

  • c.

    secretaris: de secretaris bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • d.

    rechtspositiebesluit: Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers

  • e.

    rechtspositieregeling: Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers

  • f.

    wethouder: lid van het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2. Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing burgemeester en wethouders

  • 1.

    De burgemeester of de wethouder die in verband met de vervulling van hun functie willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing bedoeld in artikel 3.3.3 van het rechtspositiebesluit dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de secretaris.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    Het maximaal beschikbare budget voor vergoeding van de scholing voor de burgemeester en wethouders als bedoeld in lid 1 bedraagt in totaal € 5.000,- per jaar. In bijzondere gevallen kan het college besluiten tot overschrijding van dit budget.

  • 4.

    Het college beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.

Artikel 3. Informatie- en communicatievoorzieningen

  • 1.

    De burgemeester of de wethouder tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2 van het rechtspositiebesluit. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2.

    De burgemeester of de wethouder levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

Artikel 4. Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het rechtspositiebesluit.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze regeling, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 5. Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het rechtspositiebesluit of de rechtspositieregeling anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze regeling, het rechtspositiebesluit en de rechtspositieregeling voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur, of

    • b.

      betaling vooruit door de burgemeester of de wethouder uit eigen middelen.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de kosten als bedoeld in lid 1 onder b. gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen vier weken na factuurdatum of betaling door de burgemeester of de wethouder ingediend bij de secretaris.

Artikel 6. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Artikel 7. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Enkhuizen 2021.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Enkhuizen op 13 april 2021.

De burgemeester,

E.A. vanZuijlen

De secretaris,

A.N. van denBergh