Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Den Helder

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder, houdende regels over het beheer en toezicht basisregistratie personen (Reglement Beheer en toezicht basisregistratie personen (BRP))

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDen Helder
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder, houdende regels over het beheer en toezicht basisregistratie personen (Reglement Beheer en toezicht basisregistratie personen (BRP))
CiteertitelReglement Beheer en toezicht basisregistratie personen (BRP) gemeente Den Helder
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 1.3 van de Wet basisregistratie personen
  2. artikel 1.4 van de Wet basisregistratie personen
  3. artikel 1.5 van de Wet basisregistratie personen
  4. artikel 1.9 van de Wet basisregistratie personen
  5. artikel 1.10 van de Wet basisregistratie personen
  6. artikel 1.11 van de Wet basisregistratie personen
  7. artikel 6 van het Besluit basisregistratie personen
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-05-2021nieuwe regeling

30-09-2014

gmb-2021-151054

a14.01094

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder, houdende regels over het beheer en toezicht basisregistratie personen (Reglement Beheer en toezicht basisregistratie personen (BRP))

Burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder,

 

 

Gelet op;

 

Artikelen 1.3 t/m 1.5, 1.9 t/m 1.11 van de Wet basisregistratie personen;

Artikel 6 Besluit basisregistratie personen;

Artikel 13 Wet bescherming persoonsgegevens.

 

Besluiten:

 

Vast te stellen het navolgende reglement beheer en toezicht basisregistratie personen (BRP) gemeente Den Helder :

 

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1  

Deze regeling verstaat onder:

a)

de Wet:

de Wet basisregistratie personen (Stb. 2013, 315);

b)

gemeentelijke voorziening (GV):

de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens over de ingeschrevenen van de gemeente Den Helder in de basisregistratie personen waarvoor het college van burgemeester en wethouders op grond van artikel 1.9 van de Wet verantwoordelijk is;

c)

gegevensmagazijn:

magazijn met persoonsgegevens over personen die zijn ingeschreven in de gemeentelijke voorziening aangevuld met de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens over personen die niet behoren tot de bevolking van de gemeente Den Helder;

d)

ingeschrevene:

degene ten aanzien van wie een persoonslijst als bedoeld in artikel 1 van de Wet BRP, in de basisregistratie is opgenomen;

e)

centrale voorzieningen (CV):

De (toekomstige) centrale voorzieningen waarmee de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties uitvoering geeft aan artikel 1.4 van de Wet;

f)

autorisatiebesluit:

een besluit als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, van de Wet betreffende de systematische verstrekking van persoonsgegevens uit de centrale voorzieningen;

g)

informatiebeheerder:

de functionaris die namens het college burgemeester en wethouders is belast met de zorg voor de gemeentelijke voorziening, het gegevensmagazijn en het beheer van het autorisatiebesluit;

h)

informatiebeheer:

het geheel van activiteiten gericht op beleidsvoorbereiding ter zake de basisregistratie personen, de ontwikkeling van kwaliteitsprocedures, beveiligingsprocedures, verstrekking- en privacy procedures, evenals de coördinatie bij de uitvoering van deze procedures;

i)

Informatiebeveiliging:

Informatiebeveiligingsplan voor de gemeentelijke voorziening BRP en voor de waarde documenten;

j)

beveiligingsbeheer:

het geheel van activiteiten gericht op de inrichting, organisatie en uitvoering van de beveiliging van de persoonsinformatievoorziening;

k)

beveiligingscontrole:

het geheel van activiteiten gericht op het toezicht op de naleving van de maatregelen en procedures die voortkomen uit het Informatiebeveiligingsplan BRP;

l)

gegevensbeheer:

het geheel van activiteiten gericht op de inhoudelijke kwaliteitszorg betreffende het gegevens verzamelen, de gegevensverwerking en de informatievoorziening;

m)

systeembeheer:

het geheel van activiteiten gericht op het onderhouden van de technische aspecten van het toepassingssysteem, waarmee de gemeente uitvoering geeft aan de Wet;

n)

applicatiebeheer:

het geheel van activiteiten gericht op het ondersteunen van het toepassingssysteem voor de gemeentelijke voorziening en de waarborging van continuïteit aan de gebruikerszijde van de informatievoorziening;

o)

privacybeheer:

het geheel van activiteiten gericht op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer bij het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens in de basisregistratie personen en de informatievoorziening daaruit;

p)

gegevensverwerking:

het ontlenen van gegevens aan documenten en deze op een persoonlijke levenssfeer bij het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens in de basisregistratie personen en de informatievoorziening daaruit;

q)

toezicht:

het geheel van activiteiten gericht op de bewerkstelliging dat de burger zijn verplichten op grond van de Wet nakomt.

Hoofdstuk 2 VERANTWOORDELIJKHEID EN BEHEER

Artikel 2  

  • 1.

    De verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens in de basisregistratie is het college van burgemeester en wethouders;

  • 2.

    Beheerder van de basisregistratie personen en het autorisatiebesluit is de functionaris die daarvoor krachtens besluit van de verantwoordelijke is aangewezen;

  • 3.

    De verantwoordelijke regelt de verstrekking van gegevens aan gemeentelijke organen, organen met een gewichtig maatschappelijk belang en de toegang van gemeentelijke organen tot de gemeentelijke voorziening van de basisregistratie personen evenals de verbanden tussen de basisregistratie personen en andere gegevensverzamelingen van de gemeente.

Artikel 3  

  • 1.

    De manager van de afdeling Dienstverlening is beheerder van de basisregistratie personen en in die hoedanigheid informatiebeheerder.

  • 2.

    Deze beheerstaak kan geheel of gedeeltelijk gemandateerd worden aan één of meer aan de manager van de afdeling Dienstverlening ondergeschikte ambtenaren.

Hoofdstuk 3 AANWIJZEN FUNCTIONARISSEN

Artikel 4  

Het college van burgemeester en wethouders benoemd functionarissen die belast worden met het:

  • a.

    Systeembeheer

  • b.

    Toezicht houden op de basisregistratie personen

  • c.

    Namens het college van burgemeester en wethouders afnemen van de verklaring als bedoeld in artikel 2.8,lid 2, onder e van de Wet.

Artikel 5  

De burgemeester benoemd functionarissen die belast zijn met:

  • a.

    Beveiliging van de reisdocumenten

  • b.

    Beveiliging van de rijbewijzen.

Artikel 6  

De concerndirectie benoemd functionarissen die belast worden met:

  • a.

    Coördinatie, beheer, toezicht en naleving van de procedures rond informatiebeveiliging

  • b.

    Coördinatie, beheer, toezicht en naleving van de procedures rond gegevens- verstrekking en privacybeheer.

Artikel 7  

De informatiebeheerder wijst functionarissen aan die worden belast met:

  • a.

    gegevensbeheer;

  • b.

    applicatiebeheer;

  • c.

    gegevensverwerking;

Hoofdstuk 4 HET INFORMATIEBEHEER

Artikel 8  

De informatiebeheerder voorziet in het dagelijks beheer van de gemeentelijke voorziening, het gegevensmagazijn en het autorisatiebesluit.

Artikel 9  

De informatiebeheerder voorziet in:

  • a.

    een jaarlijkse planning van de beheeractiviteiten;

  • b.

    een jaarlijkse rapportage aan het college van burgemeester en wethouders over de bij a. bedoelde planning, waarbij tevens inzicht wordt gegeven in de kengetallen van de bijhoudings- en beheerprocedures;

  • c.

    een jaarlijkse rapportage over de resultaten die voortvloeien uit de in artikel 18 bedoelde kwaliteitssteekproef;

  • d.

    administratieve beheerprocedures, voor zover hier niet door of bij de wet in is voorzien;

  • e.

    periodiek overleg tussen hem en de op basis van de regeling aangewezen beheerders;

  • f.

    richtlijnen voor de bijhouding van de basisregistratie personen.

Artikel 10  

De informatiebeheerder is verantwoordelijk voor:

  • a.

    de uitvoering van het periodieke onderzoek op grond van artikel 4.3 van de Wet naar de inrichting, de werking en de beveiliging van de basisregistratie, alsmede naar de verwerking van gegevens in de basisregistratie;

  • b.

    de periodieke toezending van een uittreksel van de resultaten van het onderzoek aan het College bescherming persoonsgegevens en aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 11  

De informatiebeheerder adviseert het college van burgemeester en wethouders over de navolgende aspecten die voortvloeien uit de basisregistratie te weten:

  • a.

    persoonsinformatievoorziening;

  • b.

    beveiliging;

  • c.

    gegevenskwaliteit;

  • d.

    personeelsaangelegenheden.

Artikel 12  

De informatiebeheerder beslist:

  • a.

    over de installatie van nieuwe of gewijzigde versies van het toepassingssysteem voor de gemeentelijke voorziening;

  • b.

    op verzoeken van organen van de gemeente tot het verkrijgen van gegevens uit de basisregistratie personen;

  • c.

    met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.21, lid 2 van de Wet op verzoeken tot het verkrijgen van gegevens uit de basisregistratie personen van derden als genoemd in artikel 3.6 van de Wet en van derden als genoemd in de Verordening basisregistratie personen Den Helder 2014;

  • d.

    over de wijze van de verstrekking van gegevens met betrekking tot het bepaalde in dit artikel, onder b en c.

Artikel 13  

De informatiebeheerder ziet er op toe dat:

  • a.

    de in deze regeling opgenomen bepalingen worden nageleefd;

  • b.

    de behandeling en afhandeling van verzoeken om gegevensverstrekking als genoemd in artikel 9 geschiedt volgens de bepalingen uit de Wet, de Verordening basisregistratie personen Den Helder 2014 en Wet bescherming persoonsgegevens;

  • c.

    de bij of krachtens de wet opgelegde verplichtingen ten aanzien van inrichting en bijhouding, evenals de beveiliging van de gemeentelijke voorziening voor de basisregistratie personen worden nageleefd;

  • d.

    alle in artikel 4 tot en met 7 genoemde functionarissen op de hoogte zijn van de installatie van nieuwe of gewijzigde versies van het toepassingssysteem voor de gemeentelijke voorziening voor de basisregistratie personen en van de gevolgen van deze installatie;

  • e.

    de beveiligingsvoorschriften die voortvloeien uit het Informatiebeveiligingsplan BRP worden nageleefd.

Artikel 14  

De informatiebeheerder, of een op grond van de artikelen 4 t/m 7 aangewezen functionaris, neemt deel aan buitengemeentelijk overleg betreffende onderwerpen die het beheer van de gemeentelijke voorziening voor de basisregistratie personen aangaan.

Hoofdstuk 5 HET GEGEVENSBEHEER

Artikel 15  

  • 1.

    De gegevensbeheerder is verantwoordelijk voor:

    • a.

      de juistheid, actualiteit en betrouwbaarheid van de gegevens die opgenomen zijn of worden in de gemeentelijke voorziening voor de basisregistratie personen;

    • b.

      het beheer van documentatie op het gebied van de wet en overige regelgeving op het gebied van de basisregistratie personen;

    • c.

      de communicatie met de overheidsorganen aan wie gegevens worden verstrekt uit de basisregistratie personen en andere houders van voorzieningen voor de basisregistratie personen over gegevensverwerking;

    • d.

      het verwerken van complexe mutaties en correcties met betrekking tot de basisregistratie personen;

    • e.

      het uitzetten van richtlijnen met betrekking tot het actualiseren en corrigeren van persoonsgegevens in de gemeentelijke voorziening voor de basisregistratie personen.

  • 2.

    De gegevensbeheerder beslist binnen 5 werkdagen op het in behandeling nemen van een melding van een overheidsorgaan die gerede twijfel heeft over de juistheid van een in de gemeentelijke voorziening van de basisregistratie personen opgenomen (authentiek) gegeven en stelt het overheidsorgaan in kennis van deze beslissing.

Artikel 16  

De gegevensbeheerder voorziet in:

  • a.

    de behandeling van wijzigingsverzoeken als bedoeld in artikel 2.57, 2.58 en 2.60 van de Wet ;

  • b.

    controlewerkzaamheden ter waarborging van de kwaliteit van de basisregistratie personen.

Artikel 17  

De gegevensbeheerder is bevoegd, in overleg met de applicatiebeheerder, vanuit de in artikel 13 bedoelde verantwoordelijkheid de gegevensverwerkers aanwijzingen te geven betreffende de opname en bijhouding van gegevens in de gemeentelijke voorziening voor de basisregistratie personen.

Artikel 18  

  • 1.

    Periodiek wordt de inhoudelijke kwaliteit van het bestand van persoonslijsten in de basisregistratie personen onderworpen aan een inhoudelijke controle door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 2.

    De gegevensbeheerder voorziet in een doorlopende kwaliteitssteekproef en de uitvoering van de daarmee samenhangende verbetermaatregelen gericht op de handhaving van de kwaliteitsnorm van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

  • 3.

    De gegevensbeheerder voorziet in de uitvoering van het periodiek onderzoek op grond van artikel 4.3 van de Wet, voor wat betreft de verwerking van persoonsgegevens in de gemeentelijke voorziening.

Artikel 19  

De gegevensbeheerder neemt deel aan het in artikel 9, onder e genoemde overleg.

Hoofdstuk 6 HET SYSTEEMBEHEER

Artikel 20  

De systeembeheerder is verantwoordelijk voor het technisch onderhoud van het toepassingssysteem waarmee de gemeentelijke voorziening voor de basisregistratie personen wordt gevoerd (hierna toepassingssysteem).

Artikel 21  

De systeembeheerder voorziet in:

  • a.

    de fysieke beveiliging van het toepassingssysteem;

  • b.

    een dagelijkse back-up die wordt ondergebracht in een daartoe uitgeruste en beveiligde ruimte op een andere locatie dan de ruimte waarin de apparatuur voor de gemeentelijke voorziening is opgesteld;

  • c.

    de technische installatie van gewijzigde of nieuwe versies van het toepassingssysteem;

  • d.

    de beschikbaarheid van het toepassingssysteem overeenkomstig hetgeen daarover intern en met derden is overeengekomen.

Artikel 22  

De systeembeheerder is bevoegd:

  • a.

    direct maatregelen te treffen wanneer de continuïteit van het toepassingssysteem of de daarin opgeslagen informatie acuut in het geding is. Hij is verplicht achteraf ter zake te rapporteren aan de informatiebeheerder;

  • b.

    aanwijzingen te geven over:

    – beheer toepassingssystemen;

    – beheer van bestanden;

    – reconstructiemaatregelen.

Artikel 23  

De systeembeheerder neemt deel aan het in artikel 9, onder e genoemde overleg.

Hoofdstuk 7 HET APPLICATIEBEHEER

Artikel 24  

De applicatiebeheerder voorziet in:

  • a.

    de communicatie bij storingen in hard- en software;

  • b.

    een logboek waarin bijzondere gebeurtenissen worden bijgehouden;

  • c.

    de toekenning van de autorisatieniveaus voor actualiseringen aan de gegevensverwerkers, de gegevensbeheerder, de applicatiebeheerder en de informatiebeheerder op grond van een besluit van de informatiebeheerder;

  • d.

    de bijhouding van een dossier van de autorisaties, die overeenkomstig artikel 12 door de informatiebeheerder zijn toegekend;

  • e.

    het testen en evalueren van nieuwe versies van het toepassingssysteem, alsmede het testen en evalueren van nieuwe apparatuur;

  • f.

    de beoordeling van de gevolgen van de installatie van nieuwe en of gewijzigde versies van het toepassingssysteem;

  • g.

    de bijhouding van een verzameling van alle problemen en klachten, die bij het gebruik van het toepassingssysteem ontstaan;

  • h.

    een oplossing, eventueel door inschakeling van de systeembeheerder of een derde, voor de onder 9 genoemde problemen en klachten;

  • i.

    de voorlichting aan de alle in de artikelen 4 t/m 7 genoemde functionarissen met betrekking tot de gevolgen van een nieuwe of gewijzigde versie van het toepassingssysteem;

  • j.

    de coˆrdinatie van de werkzaamheden in geval van uitwijk in overleg met de systeembeheerder;

  • k.

    de vormgeving en inhoud van documenten, die rechtstreeks aan de basisregistratie personen worden ontleend;

  • l.

    de afhandeling van verzoeken omtrent managementgegevens;

  • m.

    een zo spoedig mogelijke oplossing in geval van storingen binnen het toepassingssysteem, zonodig door inschakeling van een derde.

Artikel 25  

De applicatiebeheerder is verantwoordelijk voor:

  • a.

    de ondersteuning bij het gebruik van het toepassingssysteem;

  • b.

    het tijdig opschonen van de relevante bestanden in de database;

  • c.

    het beheer van de tabellen van de basisregistratie personen;

  • d.

    het beheer van de gebruikersdocumentatie.

Artikel 26  

De applicatiebeheerder is bevoegd:

  • a.

    gegevensverwerkers en het personeel van externe afdelingen/diensten die direct toegang hebben tot de basisregistratie personen aanwijzingen te geven over het gebruik van het toepassingssysteem;

  • b.

    over het gebruik van de basisregistratie personen gedragsregels op te stellen.

Artikel 27  

De applicatiebeheerder is verantwoordelijk voor de gehele of gedeeltelijke uitvoering van de uitwijkprocessen zoals beschreven in de procedure uitwijk van het plan Informatiebeveiliging.

Artikel 28  

De applicatiebeheerder ziet erop toe dat voorgeschreven procedures uit het plan Informatiebeveiliging worden nageleefd.

Artikel 29  

De applicatiebeheerder neemt deel aan:

  • a.

    het overleg genoemd in artikel 9, onder e;

  • b.

    het externe gebruikersoverleg.

Hoofdstuk 8 HET PRIVACYBEHEER

Artikel 30  

  • 1.

    De privacybeheerder adviseert de informatiebeheerder en het college van burgemeester en wethouders over de privacyaspecten die voortvloeien uit de uitvoering van de Wet en Verordening basisregistratie personen Den Helder 2014.

  • 2.

    De privacybeheerder is verantwoordelijk voor:

    • a.

      de advisering over de inhoudelijke afhandeling van de verzoeken als bedoeld in artikel 12, onder b, c en d van deze regeling;

    • b.

      het dagelijkse toezicht op de naleving van de privacyvoorschriften in relatie tot het gebruik van gegevens uit de basisregistratie personen die voortvloeien uit de Wet en de Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel 31  

De privacybeheerder adviseert over:

  • a.

    de afhandeling van de verzoeken om inzage in de basisregistratie personen overeenkomstig artikel 2.55 van de Wet respectievelijk artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens (inzage);

  • b.

    de behandeling van alle verzoeken om verstrekkingsbeperking die op basis van artikel 2.59 van de Wet ingediend worden en de eventuele privacytoets als bedoeld in artikel 3.21 lid 2 van de Wet;

  • c.

    de afhandeling van verzoeken ingevolge de artikelen 36, 37 en 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens;

  • d.

    de kennisgeving ingevolge artikel 38 van de Wet bescherming persoonsgegevens;

  • e.

    de afhandeling van verzoeken om inzage in verstrekkingen uit de basisregistratie personen aan overheidsorganen en derden.

Artikel 32  

De privacybeheerder is bevoegd:

  • a.

    op grond van het in artikel 30, lid 2 onder sub b genoemde toezicht, alle gebruikers van gegevens uit de basisregistratie personen aanwijzingen te geven;

  • b.

    ongevraagd advies uit te brengen over alle procedures en producten die betrekking hebben op de basisregistratie personen, waarbij de persoonlijke levenssfeer in het geding is.

Artikel 33  

De privacybeheerder is betrokken bij alle bezwaarschriftenprocedures die voortvloeien uit genomen beslissingen op grond van de Wet en daarbij behorende regelingen, de Wet bescherming persoonsgegevens voor zover hierbij privacyaspecten aan de orde zijn.

Hoofdstuk 9 DE GEGEVENSVERWERKING

Artikel 34  

De gegevensverwerkers voorzien in:

  • a.

    het verwerken van de gegevens in de basisregistratie personen overeenkomstig de voorschriften van de krachtens de wet voorgeschreven systeembeschrijving Logisch Ontwerp) en de handleiding uitvoeringsprocedures, voor zover daartoe door de applicatiebeheerder geautoriseerd;

  • b.

    het verzamelen van de daarvoor bestemde gegevens;

  • c.

    de archivering van de brondocumenten op grond waarvan de gegevens zijn verwerkt;

  • d.

    de behandeling van mutaties;

  • e.

    de behandeling van het netwerkverkeer;

  • f.

    de behandeling van de foutverslagen, voortvloeiend uit de inkomende netwerk- berichten;

  • g.

    de toetsing van de waarde die aan overgelegde brondocumenten kan worden toegekend aan de hand van artikel 2.8 van de Wet en ziet erop toe dat geen gegevens worden verwerkt uit documenten waaraan bij of krachtens de Wet geen ontleningstatus is gegeven;

  • h.

    de dagelijkse controle van de in de basisregistratie personen aangebrachte actualiseringen;

  • i.

    de kennisgeving aan de ingeschrevene voor wat betreft de verwerking van:

    – wijziging van het naamgebruik;

    – vervolginschrijving voor zover het een adreswijziging betreft die leidt tot opname in de basisregistratie personen;

  • j.

    de toezending van de complete persoonslijst aan de ingeschrevene ingeval van een inschrijving in de basisregistratie personen;

  • k.

    de afhandeling van de verzoeken om inzage in de basisregistratie personen overeenkomstig artikel 2.55 van de wet respectievelijk artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens (inzage)

  • l.

    de behandeling van alle verzoeken om verstrekkingsbeperking die op basis van artikel 2.59 van de Wet ingediend worden en de eventuele privacy toets als bedoeld in artikel 3.21 lid 2 van de Wet;

  • m.

    de afhandeling van verzoeken ingevolge de artikelen 36, 37 en 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens;

  • n.

    de kennisgeving ingevolge artikel 38 van de Wet bescherming persoonsgegevens;

  • o.

    de afhandeling van verzoeken om inzage in verstrekkingen uit de basisregistratie personen aan overheidsorganen en derden.

Artikel 35  

De gegevensverwerkers:

  • a.

    beslissen op aangiften en verzoekschriften die op grond van de Wet worden gedaan met inachtneming van het gestelde in artikel 30 en voor zover hier niet op andere wijze in is voorzien;

  • b.

    beslissen over het verwerken van resultaten van onderzoeken die zijn ingesteld naar aanleiding van een melding van een overheidsorgaan;

  • c.

    stellen overheidsorganen in kennis van de beslissing ingevolge lid 2 van dit artikel.

Hoofdstuk 10 HET TOEZICHT

Artikel 36  

De toezichthouder als bedoeld in artikel 4.2 van de Wet, is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de verplichtingen van de burger ingevolge hoofdstuk 2, afdeling 1, paragraaf 5 van de Wet.

Artikel 37  

De toezichthouder controleert of de burger voldoet aan zijn verplichtingen met betrekking tot de inschrijving in de basisregistratie personen (artikel 2.38), de wijziging van diens adres (artikel 2.39), het rechtmatig gebruik van een briefadres (artikelen 2.40 t/m 2.42), zijn vertrek uit Nederland (artikel 2.43), de verstrekking van alle inlichtingen die nodig zijn voor de bijhouding van de basisregistratie personen.

Artikel 38  

De toezichthouder ziet er op toe dat, indien de burger niet zelf aan zijn verplichtingen voldoet of kan voldoen, de verplichtingen worden vervuld door degene die daartoe bevoegd is op grond van de artikelen 2.49 en 2.50 van de Wet.

Artikel 39  

  • 1.

    De toezichthouder ontleent de in lid 2 van dit artikel genoemde bevoegdheden aan hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2.

    De toezichthouder is in verband met de uitvoering van de taken als genoemd in artikel 34, bevoegd:

    • a.

      met uitzondering van het zonder toestemming van een bewoner betreden van een woning, elke plaats te betreden met meeneming van apparatuur (zoals laptop, fotocamera);

    • b.

      zich zonodig toegang te verschaffen met behulp van de sterke arm;

    • c.

      zich te laten vergezellen door personen die door hem zijn aangewezen;

    • d.

      inlichtingen te vorderen;

    • e.

      inzage te vorderen van een identiteitsbewijs;

    • f.

      zakelijke gegevens te vorderen, kopieën te maken of documenten mee te nemen om te kopiëren;

    • g.

      onderzoek te doen;

    • h.

      rapport op te maken ter zake een geconstateerde overtreding van de bepalingen van de Wet BRP, als genoemd in artikel 37.

Artikel 40  

De toezichthouder voert zijn werkzaamheden uit in samenspraak met de gegevensverwerker en koppelt het resultaat van zijn werkzaamheden terug aan de gegevensverwerker.

Artikel 41  

  • 1.

    De toezichthouder is bevoegd om namens burgemeester en wethouders een bestuurlijke boete op te leggen.

  • 2.

    De toezichthouder neemt bij gebruik van de bevoegdheid als bedoeld in lid 1 van dit artikel binnen de gemeente Den Helder ter zake geldende beleidsregels in acht.

Artikel 42  

De toezichthouder legt het resultaat van zijn werkzaamheden vast in een onderzoekrapportage en draagt zorg voor dossiervorming.

Hoofdstuk 11 DE (INFORMATIE)BEVEILIGINGSCOÖRDINATOR

Artikel 43  

  • 1.

    De (informatie)beveiligingscoördinator is verantwoordelijk voor de inrichting, organisatie en uitvoering van het informatiebeveiligingsbeleid op het gebied van de persoonsinformatievoorziening.

  • 2.

    De (informatie)beveiligingscoördinator is in het bijzonder verantwoordelijk voor de opstelling, actualisering en uitvoering van het Informatiebeveiligingsplan BRP voor de gemeentelijke voorzieningen waarmee de gemeente Den Helder uitvoering geeft aan de Wet en voor het gegevensmagazijn.

Artikel 44  

  • 1.

    De (informatie)beveiligingscoördinator ondersteunt en adviseert de informatiebeheerder op het gebied van informatiebeveiliging op zodanige wijze, dat de informatiebeheer diens verantwoordelijkheid genoemd in het Informatiebeveiligingsplan BRP en op grond van de bepalingen van dit reglement op deugdelijke wijze kan invullen.

  • 2.

    De (informatie)beveiligingscoördinator coördineert de uitvoering van de beveiligingsmaatregelen van het Informatiebeveiligingsplan BRP.

Artikel 45  

De (informatie)beveiligingscoördinator is bevoegd:

  • a.

    uit hoofde van diens verantwoordelijkheid als bedoeld in artikel 40, alle gebruikers van gegevens uit de basisregistratie personen aanwijzingen te geven;

  • b.

    ongevraagd advies uit te brengen over alle procedures en producten die betrekking hebben op de basisregistratie personen, waarbij de beveiliging in het geding is.

Artikel 46  

De (informatie)beveiligingscoördinator:

  • a.

    onderkent en reageert op incidenten en adviseert over de maatregelen die nodig zijn om de gevolgen van een incident te beperken en om herhaling te voorkomen;

  • b.

    stelt passende normen en controlemaatregelen op;

  • c.

    implementeert beveiligingsmaatregelen;

  • d.

    coördineert en handhaaft de uitvoering van de maatregelen als genoemd onder c.

Artikel 47  

De (informatie)beveiligingscoördinator is het aanspreekpunt op het gebied van Informatiebeveiliging en bevordert het beveiligingsbewustzijn bij management en medewerkers.

Artikel 48  

De (informatie)beveiligingscoördinator:

  • a.

    neemt deel aan het in artikel 9, onder e genoemde overleg;

  • b.

    participeert in de ontwikkeling en formulering van het gemeentebrede informatiebeveiligingsbeleid.

Artikel 49  

De (informatie)beveiligingscoördinator rapporteert jaarlijks over de informatieveiligheid aan de informatiebeheerder en verzorgt de bijdragen aan de gemeentebrede managementrapportage over de informatieveiligheid met betrekking tot de persoonsinformatievoorziening.

Hoofdstuk 11 (INFORMATIE)BEVEILIGINGSCONTROLE

Artikel 50  

De (informatie)beveiligingscoördinator is verantwoordelijk voor het toezicht op naleving van de beveiligingsmaatregelen en –procedures zoals uitgewerkt in het algemeen Informatiebeveiligingsplan gemeente Den Helder en het Informatiebeveiligingsplan BRP en met inachtneming van de voor de gemeente vastgestelde baseline informatiebeveiliging gemeenten.

Artikel 51  

De (informatie)beveiligingscoördinator is bevoegd om managers en leidinggevenden dwingende adviezen te geven ten aanzien van de naleving van de beveiligingsvoorschriften, die voortvloeien uit de Wet, het algemeen Informatiebeveiligingsplan gemeente Den Helder en het Informatiebeveiligingsplan BRP.

Artikel 52  

De (informatie)beveiligingscoördinator ziet er op toe dat:

  • a.

    beveiligingsvoorschriften die voortvloeien uit de Wet en het Informatiebeveiligingsplan BRP worden nageleefd;

  • a)

    de in deze regeling opgenomen bepalingen inzake beveiliging worden nageleefd.

Artikel 53  

De (informatie)beveiligingscoördinator adviseert rechtstreeks aan het college van burgemeester en wethouders over beveiligingsaspecten die uit het Informatiebeveiligingsplan BRP voortvloeien.

Artikel 54  

De (informatie)beveiligingscoördinator voorziet in een jaarlijks verslag over de activiteiten inzake het Beveiligingsbeheer van de gemeentelijke voorziening.

Hoofdstuk 12 SLOTBEPALINGEN

Artikel 55  

De in dit reglement opgenomen bepalingen gelden voor de gemeentelijke voorziening als bedoeld artikel 1.2 juncto 1.4 van de Wet evenals voor de in de gemeentelijke voorziening genoemde aangehaakte gegevens en voor de basisgegevens uit de basisregistratie personen in het gegevensmagazijn.

Artikel 56  

  • 1.

    Dit reglement treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

  • 2.

    Dit reglement wordt aangehaald als Reglement Beheer en toezicht basisregistratie personen (BRP) gemeente Den Helder.

 

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van

30 september 2014.

Burgemeester en wethouders van Den Helder,

burgemeester,

Koen Schuiling

loco-secretaris,

drs. M.J. van Dam-Gravestijn CCMM