Besluit NEDAB, DAEB en ‘Uitsluitend recht’ Utrecht Marketing

Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht,

Gelet op

• •

  artikel 108, eerste lid van de Gemeentewet;

• •

  de Verordening (EU) nr. 2360/2012 van de Europese Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van de VWEU op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen;

• •

  artikel 14 en 106, tweede lid van het VWEU;

• •

  de Vrijstellingsbeschikking van de Commissie voor diensten van algemeen economisch belang 2012/21/EU, Pb EU 2012 L 7;

Overwegende dat:

• 1.

  het met het oog op de te bereiken beleidseffecten, de onderlinge samenhang en synergie gewenst en noodzakelijk is om het totaalpakket van Utrecht Marketing, te weten het op stedelijk niveau in de gemeente Utrecht in onderlinge samenhang behartigen en bevorderen van stadspromotie, vrijetijdseconomie en cultuurparticipatie/ educatie, gecombineerd in één opdracht uit te zetten;

• 2.

  het om redenen van algemeen belang gewenst is om het organiseren van culturele zondagen te kwalificeren als een ‘Niet economische dienst van algemeen belang’ (NEDAB);

• 3.

  van belang is dat er een organisatie is die verbindt, partijen bij elkaar brengt en initieert, initiatieven stimuleert en ondersteunt;

• 4.

  de gemeente hiermee het merk Utrecht met sterkte wil positioneren bij bewoners, bezoekers, bedrijven en studenten concreet bijdragen aan het bereiken van de volgende doelstellingen:

• •

  aantrekken van nieuwe bewoners en stimuleren trots van bewoners op hun stad (ambassadeurs);

• •

  aantrekken van meer bezoekers die langer verblijven en meer besteden;

• •

  nieuwe studenten werven en afgestudeerden behouden;

• •

  het aantal bedrijfsvestingen bevorderen (en daarmee ook de werkgelegenheid).

• 5.

  gedurende de laatste jaren is gebleken dat citymarketing geen taak is die de markt zelfstandig en gestructureerd oppakt, terwijl wel behoefte is aan coördinatie en verbinden van bestaande activiteiten en de ontwikkeling van nieuwe activiteiten;

• 6.

  het voldoende aannemelijk is dat de markt de Utrecht Marketing taken niet zonder financiële vergoeding oppakt; gebleken is dat deze diensten op dit moment niet of niet genoegzaam in onderlinge samenhang wordt (of kan worden) uitgeoefend in en door de markt, zodat sprake is van marktfalen;

• 7.

  diensten van algemeen economisch belang (DAEB) hun bestaansrecht ontlenen aan de artikelen 14 en 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU);

• 8.

  het om redenen van algemeen belang gewenst is om de overige onderdelen van het opdrachtpakket Utrecht Marketing, te weten het op stedelijk niveau in de gemeente Utrecht in onderlinge samenhang behartigen en bevorderen van het totaalpakket van stadspromotie, vrijetijdseconomie en cultuurparticipatie/ educatie, te kwalificeren als Dienst van Algemeen Economisch Belang (DEAB);

• 9.

  een onderneming specifiek belast moet worden met het beheer van een DAEB om gebruik te kunnen maken van de bijzondere positie die een DAEB inneemt binnen de Europese mededingingsregelgeving;

• 10.

  dat burgemeester en wethouders bij besluit o.g.v. 160 lid 1 sub a, b en d van de Gemeentewet met het oog op continue en gecoördineerde aanpak een uitsluitend recht kunnen vestigen om stadspromotie, stadseconomie en cultuurpromotie op stedelijk niveau als één onderling samenhangend pakket door één daarin aan te wijzen organisatie te laten behartigen;

• 11.

  de Stichting Utrecht Marketing met instemming van de gemeente is opgericht als uitvoeringsorganisatie voor Utrecht marketing; Stichting Utrecht Marketing statutair helemaal is toegeschreven op het op te dragen takenpakket; de gemeente vervolgens in 2016 opdracht heeft gegeven per 1 januari 2017 de organisatie te starten;

• 12.

  dat de gemeente Utrecht met Stichting Utrecht Marketing in 2017 op basis van een uitsluitend recht een overeenkomst van Opdracht heeft afgesloten, welke eind 2021 afloopt;

• 13.

  Stichting Utrecht Marketing een uitvoeringsorganisatie is, die vanuit de strategie van “het verhaal van Utrecht”, bijdraagt aan de economische groei van de stad door het vestigingsklimaat te versterken (merk/imago) en Utrecht aantrekkelijker te presenteren aan bewoners, bezoekers, studenten en bedrijven;

• 14.

  door de stichting Utrecht Marketing continuïteit en zekerheid in de dienstverlening wordt geboden, en dat zij op transparante wijze financiële verantwoording aflegt en de publieke en private inkomsten/uitgaven scheidt;

• 15.

  het vanwege de geleerdheid met algemene belangen en met het oog op adequate behartiging daarvan gewenst is om de DAEB aan een niet-winst beogende instelling op te dragen;

• 16.

  het gezien de breedte van het pakket en de eindafrekeningsbepaling op grond waarvan vermogensvorming aan de gemeente moet worden afgedragen, en de overige in artikel 6 van dit besluit te stellen beperkende voorwaarden, niet te verwachten is dat er andere serieuze gegadigden zich zullen aandienen bij een eventuele openbare aanbesteding;

• 17.

  de Stichting Utrecht Marketing instelling is opgericht met het specifieke doel te voorzien in andere behoeften van algemeen belang dan die van industriële of commerciële aard; op grond hiervan en vanwege de mate van financiering uit overheidsgelden de Stichting Utrecht Marketing is aan te merken als een aanbestedende dienst;

• 18.

  het op grond van voorgaande overwegingen toelaatbaar en gewenst is om het uitsluitend recht voor Stichting Utrecht Marketing bij dit besluit te herbevestigen, en de Stichting Utrecht Marketing met de uitvoering van deze NEDAB en DAEB te belasten, een en nader te regelen in een af te sluiten overeenkomst van Opdracht;

• 19.

  dit aanwijzingsbesluit de bestaande situatie van al toegekende rechten en plichten van de stichting Utrecht Marketing bevestigt en niet verder uitbreidt;

• 20.

  om voormelde redenen een voorafgaande consultatie van eventuele andere marktdeelnemers niet zinvol is te achten; om voormelde redenen geen (nieuwe) specifieke voorbereidingsprocedure is gevolgd en gebruik is gemaakt van artikel 2 lid 1 sub a van het DAEB-vrijstellingsbesluit.

Besluiten

vast te stellen de regels omtrent de Dienst van Algemeen Economisch Belang (DAEB) Utrecht Marketing en opdracht op basis van Uitsluitend recht aan Stichting Utrecht Marketing