Organisatie | Nunspeet |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Persoonsgebonden budget Beschermd Wonen gemeente Nunspeet |
Citeertitel | Beleidsregels Persoonsgebonden budget Beschermd Wonen gemeente Nunspeet |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Beleid Persoonsgebonden budget Beschermd Wonen |
Externe bijlagen | Kader Pgb en beschermd wonen Toelichting beleidsregels |
Geen
artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-05-2021 | Nieuwe regeling | 23-03-2021 | 0302115932 |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet,
Het wenselijk is om richtlijnen vast te stellen voor de inzet van persoonsgebonden budget voor Beschermd Wonen, omdat deze zullen bijdragen aan het verbeteren van de maatregelen op het gebied van Beschermd Wonen in de regio Noord-Veluwe.
• het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
• de bepalingen in de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet;
Artikel 1.1. Begripsbepalingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
beschermd wonen: is er op grond van de Wmo 2015 ‘wonen in een accommodatie van een instelling’. Op grond van deze definitie is er sprake van beschermd wonen alleen daar waar de cliënt het dak boven zijn hoofd niet zelf betaalt inclusief alles wat bij een huishouden hoort en het verblijf onlosmakelijk verbonden is met de directe nabijheid van 24 uur per dag toezicht en ondersteuning;
gewaarborgde hulp: iemand die de volledige regie overneemt van de budgethouder en staat volledig in voor de bijbehorende verantwoordelijkheden en taken. Dit betreft zowel zorg, administratie én financiële afhandeling. Een gewaarborgde hulp is in de regio Noord-Veluwe niet standaard verplicht, maar alleen als de cliënt zelf niet pgb-vaardig is en geen curator, mentor of bewindvoerder heeft;
Artikel 1.2. Relatie met de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet
Deze beleidsregels geven een invulling aan de bevoegdheden zoals opgenomen in de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Nunspeet.
Artikel 1.3 Doel van deze regeling
Het doel van deze beleidsregels is om de inzet van pgb in beschermd wonen mogelijk maken waar dat meerwaarde heeft. Deze sluit met name aan op ambities in de regio Noord-Veluwe omtrent het vraaggericht werken en het waarborgen van de kwaliteit en continuïteit van ondersteuning. Het is de visie om mensen zoveel mogelijk zo zelfstandig mogelijk te laten wonen.
Artikel 1.4 Voorwaarden om in aanmerking te komen voor een pgb
In de Wmo 2015 voor de maatwerkvoorzieningen worden drie voorwaarden beschreven waar personen aan moeten voldoen:
de aanvrager dan wel zijn (wettelijk) vertegenwoordiger naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat is te achten tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake, dan wel met hulp uit zijn sociale netwerk of van zijn (wettelijk) vertegenwoordiger in staat is te achten de aan een pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren;
de aanvrager of diens (wettelijk) vertegenwoordiger geeft deze motivatie op grond van zijn eigen situatie door deze te koppelen aan het resultaat wat hij wil bereiken in de ondersteuning. Volgens de aanvrager zou dit dan niet kunnen worden bereikt met een maatwerkvoorziening in de vorm van zorg in natura.
Artikel 2.1 Voorwaarden pgb-vaardigheid
Naast de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een pgb wordt ook getoetst of iemand in staat is om een pgb te beheren. Dat heet pgb-vaardigheid. De Centrale Toegang van de GGD NOG beoordeelt de pgb-vaardigheid in een persoonlijk gesprek met de cliënt.
In deze toets kan de ‘budgethouder’ ook worden geïnterpreteerd als een vertegenwoordiger of gewaarborgde hulp.
Een cliënt is pgb-vaardig als hij aan onderstaande voorwaarden voldoet:
Zelfstandig handelen en zelf voor zorgverleners kiezen: met het pgb moet de budgethouder zelf zorgverleners uitzoeken een afspraken met deze zorgverleners maken over de zorg die ze gaan verlenen, voor welke prijs en voor hoeveel uur. Dit gebeurt dus niet door een (pgb-)aanbieder. Een lokale cliëntondersteuner kan hierbij helpen.
Aanvullende voorwaarden pgb-cliënten BW in de Noord-Veluwe
11. Het pgb wordt ingezet voor zorgkosten, niet voor huisvestingslasten.
12. De cliënt dient een aanvraagformulier, een zorgplan en een budgetplan in.
13. De cliënt koopt van het Pgb zorg in binnen de regio Noord-Veluwe. Mocht er buiten de regio zorg ingekocht worden, dan meldt de cliënt dit bij de centrale toegang van de Noord-Veluwe (GGD NOG).
3 Kaders voor beschermd wonen voor pgb-zorgaanbieders
Artikel 3.1 Voorwaarden pgb-zorgaanbieders en medewerkers
De zorgaanbieder beschermd wonen:
De werknemers en vrijwilligers die in contact komen met cliënten zijn in het bezit zijn van een verklaring omtrent gedrag (VOG), welke niet eerder is afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop betrokkene voor de aanbieder ging werken. De VOG mag niet langer dan 3 jaar geleden zijn afgegeven. Vrijwilligers die in contact komen met cliënten dienen eveneens te beschikken over een VOG die niet langer dan 3 jaar geleden is afgegeven.
het niet nakomen van essentiële verplichtingen of regels, ook niet na herhaaldelijk (schriftelijk) aandringen of waarschuwen door de zorgaanbieder. Daar waar er onder die omstandigheden aanleiding is vanuit de zorgaanbieder om het bieden van de voorziening beschermd wonen vroegtijdig en eenzijdig te beëindigen, draagt de zorgaanbieder vanuit de ‘zorgplicht’ maximaal zorg voor dat de reeds door de zorgaanbieder aangevangen ondersteuning zoveel mogelijk wordt voortgezet totdat de noodzakelijke ondersteuning bij een andere zorgaanbieder wordt geboden.
Artikel 3.4 Informatievoorziening
Verstrekt desgevraagd kosteloos en tijdig aan de gemeente dan wel de GGD NOG gegevens die de gemeente dan wel de GGD nodig hebben. De gemeente en de GGD NOG bepalen de aard en de omvang van de gegevens, de wijze van verstrekking, de tijdvakken waarop de te verstrekken gegevens betrekking hebben en de tijdstippen waarop de verstrekking dient plaats te vinden;
Bij een substantiële verandering van ondersteuningsbehoefte bij cliënten (bijv. als gevolg uitstroom of noodzakelijke wijziging van intensiteit van begeleiding en toezicht) de cliënt ertoe te bewegen dit te melden bij de regionale Centrale Toegang beschermd wonen zodat de GGD, indien nodig, het toekenningsbesluit kan wijzigen. Indien de cliënt dit weigert te doen, is de aanbieder verplicht dit zelf te melden aan de GGD.
Meldt onderzoek bij de gemeente, daar waar het gaat om onderzoek door een gemeentebestuur (en/of toezichthouder Wmo), de Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie van de Gezondheidszorg, de Inspectie SZW, het Zorgkantoor en/of de zorgverzekeraar of de politie of Justitie. De gemeente belegt deze taak op één centraal punt, zodat zorgaanbieders weten waar zij met de melding terecht kunnen.
De zorgaanbieder van een beschermd wonen voorziening in pgb:
de zorgaanbieder er voor zorgdraagt dat de cliënt, op het moment dat uitstroom in beeld komt, een reëel beeld heeft van zijn huisvestingsmogelijkheden en actief reageert op passende huisvesting van de woningcorporaties of particuliere woningaanbieders. Indien van toepassing zorgt de zorgaanbieder ervoor dat de cliënt gebruik maakt van de mogelijkheden die de corporaties bieden om cliënten versneld te huisvesten.
Maakt bij uitstroom afspraken met de cliënt over passende huisvesting in een passende woonomgeving en over de mogelijkheden die de cliënt heeft in het geval van terugval. En zorgt dat de gemaakte afspraken zijn vastgelegd in het pgb-plan van de cliënt. De cliënt of zijn gewaarborgde hulp of vertegenwoordiger ondertekenen het pgb-plan voor akkoord.
Artikel 3.7 Cliëntontwikkeling en –ervaring
De zorgaanbieder van een beschermd wonen voorziening in pgb:
Artikel 3.9 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
De zorgaanbieder van een beschermd wonen voorziening in pgb:
Heeft een meldcode vastgesteld en hanteert deze, waarin stapsgewijs wordt aangegeven hoe met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling wordt omgegaan en die bijdraagt aan het zo snel en adequaat mogelijk bieden van hulp. Daar waar de betreffende meldcode door de aanbieder wordt gewijzigd, meldt de aanbieder dat onverwijld aan de centrumgemeente Harderwijk, waarbij de aanbieder aan de centrumgemeente Harderwijk de meest actuele vastgestelde meldcode toezendt.
Artikel 3.10 Klachten en calamiteiten
De zorgaanbieder van een beschermd wonen voorziening in pgb:
Beschikt over een regeling voor de afhandeling van klachten van cliënten ten aanzien van onder meer beschermd wonen voorzieningen. Daar waar de betreffende regeling door de aanbieder wordt gewijzigd, meldt de aanbieder dat onverwijld aan de centrumgemeente Harderwijk, waarbij de aanbieder aan de centrumgemeente Harderwijk de meest actuele vastgestelde meldcode toezendt.
Doet onverwijld melding aan de toezichthouder Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang van iedere calamiteit en ieder geweldsincident dat zich heeft voorgedaan bij het bieden van beschermd wonen en verstrekt naar aanleiding van een melding gegevens, daaronder begrepen persoonsgegevens, en gegevens betreffende de gezondheid en andere bijzondere persoonsgegevens, voor zover deze voor het onderzoek van de melding noodzakelijk zijn. Persoonsgegevens ten aanzien waarvan de zorgaanbieder of de beroepskracht op grond van een wettelijk voorschrift of op grond van zijn ambt of beroep tot geheimhouding is verplicht, worden uitsluitend zonder toestemming van betrokkene verstrekt, indien deze niet meer in staat is de toestemming te geven dan wel dit noodzakelijk kan worden geacht ter bescherming van cliënten (conform artikel 3.4 lid 2 en 3 Wmo 2015).
De zorgaanbieder van een beschermd wonen voorziening in pgb:
Draagt zorg dat de te benutten locatie(s) voldoen aan het lokale bestemmingsplan en de vergunnings-technische eisen alsmede andere wet- en regelgeving die van toepassing is ten aanzien van gezondheid, veiligheid en leefbaarheid en heeft nadrukkelijk oog voor de woonomgeving van de beschermd wonen locaties. Dat betekent dat de zorgaanbieder bereikbaar is voor omwonenden en instanties en bij overlast zorgt voor een open communicatie, zodat daarmee de leefbaarheid van de direct omgeving wordt gewaarborgd.
Het college ziet op verschillende manieren toe op de naleving van deze eisen. Bijvoorbeeld door gesprekken met de cliënt, het opvragen van documenten/ administratie en het zo nodig in overleg met de cliënt ter plaatse controleren van de geleverde voorzieningen. Daarnaast kan de Toezichthouder kwaliteits- en/of rechtmatigheidsonderzoek doen.
4 Pgb en kleinschalige wooninitiatieven
Artikel 4.1 Kleinschalige wooninitiatieven
Een kleinschalige wooninitiatief is een kleinschalige woonsituatie waarin een groep bewoners die zorg en/of ondersteuning nodig hebben vanwege een beperking, op één of meerdere adressen dicht bij elkaar wonen en gezamenlijk hun zorg en ondersteuning inkopen en organiseren.
De Wmo 2015 heeft geen definitie of omschrijving van “kleinschalige wooninitiatieven”. Hiervoor is in het ‘Besluit langdurige zorg’ een bepaling opgenomen.
Artikel 4.3 Beleid in de Noord-Veluwe met betrekking tot kleinschalige wooninitiatieven
De visie in de regio Noord-Veluwe is dat zorgaanbieders (pgb en ZiN) worden gestimuleerd om wonen en zorg te scheiden. Wij vinden het belangrijk dat bewoners zoveel mogelijk een eigen woning hebben zonder afhankelijk te zijn van zorg(zwaarte). Wij ondersteunen de visie van ouder- of familie initiatieven. Deze past bij het beleid van de regio Noord-Veluwe dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig moeten kunnen blijven wonen, met ondersteuning van het sociale netwerk in plaats van wonen in een instelling. De Noord-Veluwe gaat eventuele aanvragen voor kleinschalige wooninitiatieven zorgvuldig beoordelen en uitvoeren en kent alleen een woontoeslag toe bij initiatieven van ouders of familie via het persoonsgebonden budget.
Artikel 4.4 Kleinschalige wooninitiatieven met een pgb
Woon- of ondernemersinitiatieven: Hierbij gaat het om kleinschalige woonvorm die niet door ouders- of familie (eventueel bewoners) wordt opgezet. Deze woonvormen worden door een zorgondernemer opgezet en beheerd. De betrokkenheid van ouders/familie is minder. De regie ligt volledig in handen van de zorgondernemer. Wonen en zorg zijn bijna altijd gekoppeld. De woning is meestal in bezit van de zorgondernemer. Wanneer de zorg wordt opgezegd, moet de bewoner het wooninitiatief verlaten. Een bekend voorbeeld zijn de ‘Thomashuizen’.
Artikel 4.6 Ouder- of familie initiatieven
Het doel van een ouder- of familie initiatief is om een eigen thuis te creëren waar hun kind zelfstandig kan wonen als alternatief voor het ouderlijk huis. Een huis met huiselijkheid, waarin voldoende structuur en begeleiding wordt geboden, afgestemd op de behoefte van elke individuele bewoner met aandacht voor ontwikkeling en groei naar meer zelfstandigheid.
Artikel 4.7 Voorwaarden ouder- of familie initiatief met een pgb
Aanvullende voorwaarde m.b.t. de huur van de gemeenschappelijke ruimte
In de regio Noord-Veluwe wordt op basis van het landelijke beleid de huur van de gemeenschappelijke ruimte vanuit de toeslag voor pgb bekostigd, als voorwaarde dat de daadwerkelijk zorg verleend wordt in de gemeenschappelijke ruimte.