Organisatie | Noord-Beveland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Noord-Beveland houdende regels omtrent mandaat aan de directeur Publieke Gezondheid van de GGD (Mandaat- en aanwijzingsbesluit directeur Publieke Gezondheid GGD Zeeland) |
Citeertitel | Mandaat- en aanwijzingsbesluit directeur Publieke Gezondheid GGD Zeeland |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is tevens vastgesteld door de burgemeester.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-05-2021 | nieuwe regeling | 28-04-2021 | D21.254935 |
Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Noord-Beveland;
ieder voor zover het zijn bevoegdheid betreft;
in het nieuwe artikel 58r onder hoofdstuk Va van de Wet publieke gezondheid voor het toezicht en handhaving daarop de relevante artikelen uit de Wet kinderopvang van toepassing zijn verklaard. Hiervoor is geregeld dat de directeur Publieke Gezondheid van de GGD toezicht houdt op de naleving van de maatregelen bij kindercentra, gastouderbureaus en voorzieningen voor gastouderopvang;
in het nieuwe artikel 58n onder hoofdstuk Va van de Wet publieke gezondheid wordt aangegeven dat de burgemeester bevoegd is bevelen te geven indien door een gedraging of activiteit in of vanuit een besloten plaats, niet zijnde een woning, een ernstige vrees voor de onmiddellijke verspreiding van het virus SARS-CoV-2 ontstaat;
vast te stellen het Mandaat- en aanwijzingsbesluit directeur Publieke Gezondheid GGD Zeeland
Het college van burgemeester en wethouders besluit:
De directeur Publieke Gezondheid van GGD Zeeland per direct aan te wijzen als toezichthouder zoals bedoeld in artikel 1.61 Wet kinderopvang, welke tevens het toezicht op de naleving van de bij of krachtens hoofdstuk Va van de Wet publieke gezondheid gestelde regels in de kinderopvang omvat, gelet op artikel 58r, vijfde lid, van die wet.
De directeur Publieke Gezondheid van GGD Zeeland toe te staan om in zijn plaats één of meerdere medewerkers te machtigen om onder verantwoordelijkheid van de directeur Publieke Gezondheid op te treden als toezichthouder in het kader van de Wet kinderopvang en de Wet publieke gezondheid, voor zover het toezicht op de naleving betreft van de bij of krachtens hoofdstuk Va van die wet gestelde regels in de kinderopvang.
De directeur Publieke Gezondheid van GGD Zeeland mandaat te verlenen om bevelen te geven die nodig zijn voor de beëindiging van een gedraging of activiteit in of vanuit een kinderopvanglocatie, indien door die gedraging of activiteit een ernstige vrees voor de onmiddellijke verspreiding van Covid-19 ontstaat, een en ander binnen de kaders van artikel 58n Wet publieke gezondheid.
De directeur Publieke Gezondheid van GGD Zeeland toe te staan om in zijn plaats één of meerdere medewerkers te machtigen om onder verantwoordelijkheid van de directeur Publieke Gezondheid bevelen te geven die nodig zijn voor de beëindiging van een gedraging of activiteit in of vanuit een kinderopvanglocatie, indien door die gedraging of activiteit een ernstige vrees voor de onmiddellijke verspreiding van Covid-19, een en ander binnen de kaders van artikel 58n Wet publieke gezondheid.
Voor de toepassing van dit mandaat- en aanwijzingsbesluit wordt met de verlening van Mandaat gelijkgesteld de verlening van de machtiging om namens het college van burgemeester en wethouders of namens de burgemeester handelingen te verrichten die geen besluit of privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.