Organisatie | Nissewaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Nissewaard, houdende regels omtrent een gebiedsgerichte bestemmingsheffing voor gezamenlijke investeringen door ondernemers in de kwaliteit van de bedrijfsomgeving (Verordening Bedrijveninvesteringszone Stadscentrum Spijkenisse 2021-2025) |
Citeertitel | Verordening Bedrijveninvesteringszone Stadscentrum Spijkenisse 2021-2025 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De eerste wijziging van deze regeling is geconsolideerde in deze versie van de regeling. De bekendmaking van de wijziging is in te zien via Gemeenteblad 2021, 136914.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2021.
artikel 1, eerste lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-09-2021 | nieuwe regeling | 09-12-2020 |
De raad der gemeente Nissewaard;
gelet op artikel 1, eerste lid, van de Wet op de bedrijveninvesteringszones;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 december 2020;
gezien de met de Stichting BIZ Stadscentrum Spijkenisse gesloten Uitvoeringsovereenkomst Bedrijven Investeringszone Stadscentrum Spijkenisse van 10 november 2020, en gehoord het advies van de commissie Leefomgeving van 25 november 2020;
vast te stellen de Verordening Bedrijveninvesteringszone Stadscentrum Spijkenisse 2021-2025.
Hoofdstuk 1 Belastingbepalingen
Artikel 1 Belastbaar feit, aard van de belasting en aanwijzing bedrijveninvesteringszone
De BIZ-bijdrage is een bestemmingsheffing die strekt ter bestrijding van de kosten die verbonden zijn aan activiteiten in de openbare ruimte en op het internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.
Voor de toepassing van dit artikel wordt:
gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;
het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld; degene die het belastingobject ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is gesteld;
Een onroerende zaak dient in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van de onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.
Artikel 4 Maatstaf van heffing
Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 9, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
Artikel 8 Termijnen van de betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en de tweede termijn één maand later. Op deze termijnen is de Algemene termijnenwet niet van toepassing.
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 en in afwijking van het eerste lid kan de aanslag worden betaald door automatische incasso. Het bedrag moet worden betaald in gelijke termijnen. Het aantal termijnen is gelijk aan twaalf min het aantal kalendermaanden dat vooraf is gegaan aan de maand die in de dagtekening van de aanslag is vermeld, met dien verstande dat het aantal termijnen ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand die in de dagtekening van de aanslag is vermeld, en elke volgende termijn telkens een maand later.
In afwijking in zoverre van artikel 4 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf in de kalenderjaren 2022 tot en met 2025 buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet al is gebeurd bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:
straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanige gebouwde eigendommen – niet zijnde gebouwen – welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek, ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri’s, hekken en palen;
Hoofdstuk 2 Subsidiebepalingen
Artikel 12 Subsidieregeling en aanwijzing Stichting
De opbrengst van de BIZ-bijdrage wordt als subsidie verstrekt, ter bestrijding van de kosten die verbonden zijn aan activiteiten in de openbare ruimte en op het internet, die zijn gericht op het bevorderen van de leefbaarheid of de veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.
De te subsidiëren activiteiten, en de voorwaarden waaronder en de wijze waarop de subsidie wordt verstrekt, zijn verder uitgewerkt in de Uitvoeringsovereenkomst Bedrijven Investeringszone Stadscentrum Spijkenisse van 12 mei 2020, met bijlagen, waaronder het businessplan BIZ Stadscentrum Spijkenisse 2021-2025.