Organisatie | Albrandswaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Albrandswaard houdende regels omtrent het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen (Verordening algemene begraafplaatsen Albrandswaard 2021) |
Citeertitel | Verordening algemene begraafplaatsen Albrandswaard 2021 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen Albrandswaard 2013.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
11-05-2021 | nieuwe regeling | 26-04-2021 | 228644 |
De raad van de gemeente Albrandswaard;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 16 maart 2021;
overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen;
gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;
Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
de bij een algemeen graf in de administratie geregistreerde contactpersoon of de bij een vanaf het van kracht zijn van deze verordening uitgegeven particulier graf voor onbepaalde tijd waarvan het recht op naam van de gemeente Albrandswaard is overgeschreven en een belanghebbende is geregistreerd welke dezelfde recht heeft als een rechthebbende.
Hoofdstuk 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaats
Artikel 2 Openstelling begraafplaatsen
Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as of voor het verrichten van noodzakelijke werkzaamheden op de begraafplaats, mits met toestemming van de beheerder.
Artikel 4 Herdenkingen en plechtigheden
Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaatsen kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste een maand tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.
Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging
Artikel 6 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf
Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk, doch uiterlijk twee werkdagen voorafgaande aan het tijdstip waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk of per email kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.
Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen op eigen risico deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.
De rechthebbende die een begraving of bijzetting wil laten plaatsvinden in een particulier graf, of een opgraving van een lijk of een asbus wil laten verrichten, is verplicht op zijn kosten de voor of op het graf aanwezige grafbedekking, inclusief eventuele afdekplaten door een steenhouwer of een ander ter zake kundig persoon weg te doen nemen, indien deze naar het oordeel van de beheerder de begraving, bijzetting of opgraving zouden verhinderen of onevenredig zouden bemoeilijken.
Artikel 8 Over te leggen stukken
Tot begraving wordt niet overgegaan voordat het verlof tot begraven en het registratieformulier is overlegd aan de beheerder. Indien het lijk binnen 36 uur na het overlijden met verlof van de burgemeester wordt begraven dient behalve het in de vorige zin bedoelde verlof of document ook het verlof van de burgemeester te worden overgelegd.
Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de termijn met een periode van 10 jaar of op verzoek met een periode van 20 jaar of omzetting naar een uitsluitend recht voor onbepaalde tijd. De wijze van verlenging dient kenbaar te worden gemaakt door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door de nieuwe rechthebbende volgens artikel 17. Gedurende een periode van één jaar na de datum van begraven kan deze periode van verlenging door de rechthebbende worden gewijzigd.
Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte van de graven
Artikel 11 Indeling particuliere graven
Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en hoeveel asverstrooiingen er op of in een particulier graf kunnen plaatshebben. Het college bepaalt tevens de afmetingen van de particuliere graven.
Artikel 15 Gedeeltes specifieke doelgroepen
Het college kan bij nader vast te stellen regels gedeeltes op de begraafplaats bestemmen voor specifieke doelgroepen.
Artikel 16 Recht particuliere graven
Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig jaar of voor onbepaalde tijd recht op een particulier graf, niet zijnde een kinder- of foetusgraf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven. Gedurende een periode van één jaar na de datum van begraven kan deze termijn door de rechthebbende worden omgezet in een uitsluitend recht voor onbepaalde tijd.
Het in het eerste, tweede, vierde en vijfde lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van vijf, tien of twintig jaar per keer. Het uitsluitend recht van graven zoals bedoeld in artikel 1 sub f.1 (particulier(e) graf/grafkelder) kan worden omgezet in een uitsluitend recht voor onbepaalde tijd. De aanvraag voor verlenging of omzetting naar onbepaalde tijd dient vóór het verstrijken van de lopende termijn te worden ingediend maar niet eerder dan één jaar voor het verstrijken van de lopende termijn en mits de aanvraag niet strijdig is met een voorgenomen sluiting van de begraafplaats.
De rechthebbende, wiens adres bij de houder van de begraafplaats bekend is, wordt een jaar voor het verlopen van de in lid 1 bedoelde termijn per brief aan deze bepaling herinnerd en krijgt vervolgens de gelegenheid verlenging van de termijn aan te vragen. Indien zulks niet geschiedt vervalt het graf aan de gemeente Albrandswaard en kan de grafbedekking worden verwijderd en het graf worden geruimd.
Wanneer na een mededeling zoals genoemd in artikel 24 lid 2 niet binnen een periode van maximaal vijf jaar in het onderhoud van het graf wordt voorzien, vervalt het recht op het graf aan de gemeente Albrandswaard. Wanneer na deze vijf jaar het recht op het graf nog geen tien jaar is gevestigd, blijft de bekendmaking in stand totdat deze periode van 10 jaar is verstreken. Na deze periode vervalt het recht op het graf aan de gemeente Albrandswaard.
Bij overschrijving van het recht voor onbepaalde tijd op naam van de gemeente Albrandswaard, teneinde het onderhoud door de gemeente Albrandswaard te laten uitvoeren, zoals bedoeld in artikel 20 lid 2 wordt diegene die verzocht heeft het graf over te laten schrijven op naam van de gemeente Albrandswaard aangemerkt als belanghebbende van het graf. In deze gevallen heeft de in de begraafplaatsadministratie geregistreerde belanghebbende dezelfde rechten als een rechthebbende, zoals bedoeld in lid 1. Door belanghebbende veroorzaakte schade aan de grafbedekking zal worden verhaald op de belanghebbende.
Artikel 17 Overschrijving van verleende rechten
Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de meerderjarige echtgenoot of levenspartner, dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad van zowel de rechthebbende als een der in het graf begraven overledenen. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particulier graf worden overgeschreven op naam van de meerderjarige echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad van zowel de rechthebbende als een der in het graf begraven overledenen, mits de aanvraag hiertoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.
Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van zes maanden, is het college bevoegd het recht op het particulier graf te doen vervallen en daarmee ook het recht op het hebben van een grafbedekking. Uitzondering hierop is wanneer de grafrusttermijn van de in het graf begraven overledene(n) nog niet is verstreken. Het graf inclusief grafbedekking zal onaangeroerd blijven gedurende de grafrustperiode en er zal een bordje bij het graf worden geplaatst. De grafbedekking wordt slechts verwijderd bij risico voor schade.
Artikel 21 Onderhoud door de gemeente
Het college kan voorzien in het onderhoud van de graven bedoeld in artikel 16 lid 12. Ook kan worden voorzien in het onderhoud van de graven, uitgegeven voor bepaalde tijd, welke zijn omgezet voor het verstrijken van de lopende termijn naar een uitsluitend recht voor onbepaalde tijd, zoals bedoeld in artikel 16 lid 6 of van graven waarvan na begraving of bijzetting de termijn binnen 10 jaar afloopt en op verzoek is omgezet naar onbepaalde tijd. Dit onderhoud geschiedt slechts op verzoek van de rechthebbende en onder gelijktijdige overschrijving van het uitsluitend recht op naam van de gemeente Albrandswaard.
Artikel 23 Verwijdering grafbedekking bij einde grafrecht
Het grafrecht, en daarmee ook het recht op het hebben van een grafbedekking vervalt aan de gemeente Albrandswaard indien:
er volgens artikel 17 lid 3 zes maanden na overlijden van de rechthebbende nog geen nieuwe rechthebbende is aangewezen én de termijn waarvoor het grafrecht is verleend nog loopt. De grafbedekking blijft gedurende deze termijn onaangeroerd. Er wordt een bordje bij het graf geplaatst om alsnog een rechthebbende te kunnen registreren.
Artikel 25 Verwijdering grafbedekking in andere situaties
Indien de rechthebbende of belanghebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende twaalf weken ter beschikking van de rechthebbende of de belanghebbende en vervalt daarna aan de gemeente Albrandswaard, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.
De verwijdering vindt niet eerder plaats dan nadat de rechthebbende/belanghebbende per brief is geïnformeerd over de toestand van de grafbedekking en is verzocht deze te herstellen. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een bordje geplaatst.
Indien binnen twee maanden na de dag van aanschrijving zoals bedoeld in lid 3, geen herstel of vernieuwing heeft plaatsgevonden, is het college bevoegd tot het verwijderen en vernietiging van de grafbedekking over te gaan. Hierbij geldt dat zij voor deze handeling niet aansprakelijk kan worden gesteld, onverlet het recht van het college tot herstel of vernieuwing op kosten van de rechthebbende over te gaan.
Niet-blijvende beplantingen (seizoensgebonden beplantingen) op een graf die in een verwaarloosde staat verkeren kunnen door de beheerder zonder voorafgaande kennisgeving worden verwijderd. Dit geldt tevens voor losse bloemen, planten, kransen en dergelijke die zijn verwelkt. In beide gevallen kan geen aanspraak worden gemaakt op een schadevergoeding.
Artikel 26 Verplichtingen en risico’s
Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking geschiedt door of namens de rechthebbende of belanghebbende en voor rekening van en voor risico van de rechthebbende, de belanghebbende of de eigenaar. Schade als gevolg van brand, vorst, storm, wateroverlast, bliksem, ontploffing, molest, vandalisme en andere van buiten komende oorzaken, of ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van een grafbedekking ten behoeve van een bijzetting, en eventuele gevolgschade voor derden, is voor rekening van de rechthebbende, de belanghebbende of de eigenaar.
De rechthebbende of de belanghebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen. Onder dit onderhoud wordt begrepen het herstellen of vernieuwen, het verven van opschriften, en het bijkleuren of schilderen van stenen en hekwerken en ornamenten, alsmede het regelmatig snoeien van winterharde gewassen en het verwijderen van dode beplanting.
Hoofdstuk 6 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen
Artikel 27 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as
Nabestaanden van een overledene die begraven is in een algemeen graf kunnen voor afloop van het gebruiksrecht bij de beheerder een aanvraag indienen om bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor crematie of voor herbegraving elders. Herbegraven op de gemeentelijke begraafplaatsen kan uitsluitend plaatsvinden in een particulier graf.
De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder voor afloop van de (verlengde) termijn van uitgifte van het graf een aanvraag indienen om de overblijfselen van lijken te doen opgraven voor herbegraving of voor crematie elders. De rechthebbende op een urnengraf of urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.
Artikel 28 Schudden van particuliere graven
De rechthebbende van een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weder in dezelfde grafruimte te doen plaatsen (schudden). Dit is alleen mogelijk wanneer de wettelijke grafrusttermijn van 10 jaar is verstreken én is afhankelijk van de lokale situatie. Na het schudden is er weer ruimte om één of twee overleden te begraven. Schudden van een kindergraf, een foetusgraf of een grafkelder is niet mogelijk.
Artikel 31 Indiening, behandeling en beslissing
Ingezetenen en natuurlijke en rechtspersonen die een belang hebben op de algemene begraafplaats Poortugaal of de algemene begraafplaats Rhoon kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij het college een schriftelijke klacht indienen.
Artikel 32 Overgangsbepalingen
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraagvergunning op grond van de Beheerverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Albrandswaard 2013 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
De voor onbepaalde tijd uitgegeven graven worden geacht te zijn verleend volgens de bepalingen van deze verordening. Het recht om in deze grafruimte te doen begraven tot aan het tijdstip dat de begraafplaats of het gedeelte van de begraafplaats waar deze graven gelegen zijn gesloten wordt verklaard, blijft gehandhaafd. Het recht om in de grafruimte te doen begraven kan wel vervallen indien het beschrevene in artikel 16 lid 3 of artikel 17 lid 1 zich voordoet.
In uitzondering op lid 3 en 4 geldt artikel 24 lid 2 van deze verordening niet voor de graven die zijn uitgegeven voor het inwerkingtreden van deze verordening. Voor deze graven gelden de regels met betrekking tot het onderhoud zoals beschreven in de geldende verordening uit de tijd van de verlening van het uitsluitend recht tot begraven of bijzetten van as voor het betreffende graf.
Overtreding van artikel 2 lid 3 en artikel 3 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechtelijke uitspraak.