Organisatie | Bloemendaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van Bloemendaal tot vaststelling van regels over de Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten TONK gemeente Bloemendaal 2021) |
Citeertitel | Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten TONK gemeente Bloemendaal 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-05-2021 | 01-01-2021 | 01-07-2021 | Nieuwe regeling | 16-03-2021 |
gezien de Kamerbrief, d.d. 9 december 2020, van de minister van Economische Zaken en Klimaat e.a. inzake Aanpassingen in het economische steun- en herstelpakket als gevolg van de ontwikkeling in de bestrijding van het coronavirus;
het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden een burger in aanmerking kan komen voor een tegemoetkoming Tijdelijke ondersteuning noodzakelijk kosten (TONK);
het daarom wenselijk is voor dit doel aparte, tijdelijke, beleidsregels vast te stellen;
Artikel 2 Voorwaarden tegemoetkoming TONK
Het college kan een tegemoetkoming TONK verstrekken aan de aanvrager bij wie sprake is van een netto inkomensterugval op de gewenste ingangsdatum van minimaal 25% ten opzichte van januari 2020 en die volgens opgave van de aanvrager verband houdt met de coronacrisis, waardoor de financiële draagkracht niet meer toereikend is voor de betaling van de netto woonkosten, mits wordt voldaan aan de voorwaarden in deze beleidsregels.
De aanvraag voor de tegemoetkoming TONK wordt bij voorkeur digitaal ingediend via www.iasz.nl/tonk. Een schriftelijke aanvraag is uitsluitend mogelijk via een daartoe verstrekt aanvraagformulier indien naar het oordeel van het college bijzondere omstandigheden in het individuele geval hiertoe aanleiding geven.
Verstrekkingen die ten onrechte dan wel tot een te hoog bedrag zijn uitgekeerd, kunnen van de aanvrager worden teruggevorderd.
Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK kan het college, gelet op alle omstandigheden waaronder een terugval in inkomen van de aanvrager als gevolg van de coronacrisis, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK, indien zeer dringende redenen hiertoe noodzaken.
Toelichting Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) gemeente Bloemendaal 2021
Vanuit de wens om huishoudens daadwerkelijk te ondersteunen in situaties waarbij de bestaande steunmaatregelen geen of onvoldoende soelaas bieden, heeft het kabinet de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) geïntroduceerd. Deze tegemoetkoming is voor huishoudens die te maken hebben met een substantiële inkomensterugval als gevolg van de coronacrisis en daardoor de noodzakelijke kosten niet meer kunnen betalen uit het inkomen. Het gaat om een vergoeding voor daadwerkelijke noodzakelijke kosten, niet om een inkomensondersteunende regeling. De TONK is met name bedoeld voor woonkosten en geldt voor de periode januari tot en met juni 2021.
De TONK is niet echt een losstaande regeling. De tegemoetkoming TONK is een vorm van bijzondere bijstand in het kader van de Participatiewet. Vanwege de zeer bijzondere situatie waarin grote delen van het economische leven stilliggen, is er aanleiding om tijdelijk af te wijken van regels die normaal worden gehanteerd bij de bijzondere bijstand. Gemeenten kunnen hiervoor in deze periode de regels van de bijzondere bijstand op onderdelen tijdelijk aanpassen. Met deze beleidsregels geeft het college hieraan invulling.
Wij wijken hierbij af van de vermogensgrenzen die in het algemeen bij de bijzondere bijstand worden gehanteerd. Ook mensen met overwaarde in hun woning of andere vormen van niet-liquide vermogen of die beschikken over spaargeld (tot de vermogensgrens van de huurtoeslag, € 31.340 p.p.) kunnen een vergoeding voor hoge woonkosten krijgen in het kader van de TONK. Verder wijken wij af van de bestaande draagkrachtberekening in de bijzondere bijstand.
Ook hoeft iemand zich bij een toekenning van de TONK niet in te zetten om goedkopere woonruimte te vinden (zie artikel 7, zevende lid Verstrekking tegemoetkoming TONK). Deze inspanningsverplichting hanteren we normaal gesproken wel als we bijzondere bijstand verlenen voor hoge woonlasten.
Artikel 2 Voorwaarden tegemoetkoming TONK
De TONK is bedoeld voor huishoudens die verklaren door de coronacrisis substantieel te zijn teruggevallen in inkomen en daarmee hun woonlasten niet meer kunnen betalen. Bij een minimale inkomensterugval van 25% ten opzichte van het inkomen in de maand januari 2020 kunnen huishoudens in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in eventuele (te) hoge woonlasten.
Het moet bij de TONK gaan om huishoudens met een zelfstandige woning (huur of in eigendom); dit kan ook een woonschip zijn of woonwagen (zie artikel 1 Definities). Dat het moet gaan om een zelfstandige woonruimte is ook de hoofdregel bij de huurtoeslag.
De minimumleeftijd van 18 jaar wordt gehanteerd omdat minderjarigen wettelijk gezien zijn uitgesloten van bijstand. De ouders zijn (financieel) aansprakelijk voor hun kinderen. We weten uit de praktijk dat slechts een zeer klein aantal minderjarigen zelfstandig woonachtig is én te maken heeft met een substantiële inkomensachteruitgang als gevolg van de coronamaatregelen. Wanneer ouders niet in staat zijn om de noodzakelijke woonlasten van hun uitwonende minderjarige kinderen te helpen betalen kan door een minderjarig uitwonend kind mogelijk toch aanspraak op TONK worden gemaakt op basis van de hardheidsclausule in deze beleidsregels.
Als peildatum voor het bewonen van een zelfstandige woning wordt 1 januari 2021 gehanteerd. Daarnaast wordt als voorwaarde gesteld dat de betrokkene ten tijde van de aanvraag voor tegemoetkoming TONK daadwerkelijk ook in deze woning woont. Wanneer de betrokkene na 1 januari 2021 naar de gemeente is verhuisd bestaat in principe geen recht op TONK. Reden hiervoor is dat er mogelijk aanspraak gemaakt kan worden op TONK in de gemeente waar iemand op 1 januari 2021 woonachtig was. Dubbele verstrekking van TONK in verschillende gemeenten over dezelfde periode is niet mogelijk.
Artikel 3 Noodzakelijke woonkosten
De definitie van woonkosten in het kader van deze beleidsregels bestaat uit de over januari 2021 in rekening gebrachte maandelijkse kosten van gas, elektra en water én bij een huurwoning uit de huur zoals die op 1 januari 2021 verschuldigd was (inclusief de verschuldigde maandelijkse servicekosten). Bij koopwoningen wordt, naast de in rekening gebrachte maandelijkse kosten van gas, elektra en water, als woonkosten mede in aanmerking genomen de maandelijkse hypotheekkosten (rente en aflossing) zoals deze verschuldigd waren op 1 januari 2021.
Er is gekozen voor rente én aflossing en niet alleen voor rente vanwege het uitgangspunt dat de meeste eigenaren van een woning niet daadwerkelijk geholpen zijn met alleen een tegemoetkoming in de kosten van rente. Het daadwerkelijk financieel ondersteunen is het uitgangspunt van deze beleidsregels. Met eventueel andere verschuldigde woonkosten wordt geen rekening gehouden in verband met de uitvoerbaarheid en het tijdelijke karakter van de beleidsregels.
Met een mogelijke teruggaaf van belastingen in verband met de hypotheekrente of een door de aanvrager ontvangen voorschot daarop, wordt geen rekening gehouden. Dit heeft te maken met het voorlopige karakter van een dergelijk voorschot van de Belastingdienst en de uitvoerbaarheid van de beleidsregels.
Wanneer TONK wordt aangevraagd met een latere ingangsdatum dan 1 januari 2021 blijven de verschuldigde woonkosten over januari 2021 evengoed het uitgangspunt voor de berekening van het recht op TONK. De latere ingangsdatum is met name van belang wanneer de inkomstenterugval in januari 2021 nog geen 25% bedraagt en op een later moment in de TONK periode wel.
In het algemeen geldt voor het recht op algemene bijstand een vermogensgrens van € 6.295 voor een alleenstaande en van € 12.590 voor alleenstaande ouders en gehuwden. Bij bijzondere bijstand hanteert het college soms een lagere vermogensgrens. Opgebouwd vermogen is immers voor een deel bedoeld om noodzakelijke uitgaven te kunnen doen voor bijvoorbeeld duurzame gebruiksgoederen.
Door het uitzonderlijke karakter van de coronacrisis en de beperkende maatregelen die hierbij gelden, waardoor grote delen van het economische leven stilliggen, is er aanleiding om voor de TONK een aanzienlijke ruimere vermogensgrens te hanteren. Zo kunnen ook mensen die beschikken over enig spaargeld e.d., voor te hoge woonkosten een vergoeding vanuit de TONK krijgen. De vermogensgrens wordt binnen deze beleidsregels gelegd bij de vermogensgrenzen die gelden voor huurtoeslag (€ 31.340 per persoon). Ook worden nu alleen de vermogensbestanddelen meegeteld die een meer liquide karakter hebben. Voor de aanspraak op tegemoetkoming TONK geldt bij de vermogenstoets 31 december 2020 als peildatum. Per deze datum is het saldo voor bank- en spaarrekeningen eenvoudig door de aanvrager bij de bank op te vragen.
Artikel 5 Financiële draagkracht in het inkomen
Voor de tegemoetkoming TONK gelden ook specifieke regels om de financiële draagkracht in het inkomen van de aanvrager te bepalen. Zo wordt een uniforme peilmaand gehanteerd voor het inkomen. Voor de TONK gaan we voor het inkomen uit van de peilmaand januari 2021. Voorbeelden van inkomen zijn: loon, winst uit onderneming, uitkering (waaronder Tozo), alimentatie/ onderhoudsbijdrage en inkomsten uit (onder)verhuur.
Het netto inkomen van het huishouden is van belang om te kunnen bepalen of iemand over voldoende inkomen beschikt om de netto woonkosten van te kunnen betalen. Hoe bepaald wordt of het inkomen voldoende is om de netto woonkosten van te kunnen betalen wordt beschreven in artikel 7.
Voor de tegemoetkoming TONK is het niveau van de netto inkomsten van belang. Bij bruto winst uit een eigen bedrijf vindt een correctie plaats voor de verwachte belastingen en premies die daarover verschuldigd zijn. Hiervoor wordt conform het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen een percentage van 18% gehanteerd. Bij huurinkomsten vindt eenzelfde correctie plaats, in verband met te betalen belasting.
Eventueel verschuldigde kinder- of partneralimentatie die daadwerkelijk betaald is in de maand januari 2021 wordt van het netto inkomen afgetrokken.
Voor de tegemoetkoming TONK geldt een beperkte aanvraagperiode (tot en met 31 juli 2021). Aanvragen die langs de digitale weg worden gedaan moeten uiterlijk 31 juli 23:59 uur zijn ontvangen. Aanvragen TONK die per post worden verstuurd worden geacht tijdig te zijn ingediend wanneer deze uiterlijk 3 augustus 2021 door de gemeente zijn ontvangen.
Gedurende de gehele aanvraagperiode is het mogelijk om een TONK aanvraag te doen met terugwerkende kracht tot maximaal 1 januari 2021.
Wijzigingen in iemands financiële situatie na beoordeling van de aanvraag hebben geen invloed op de hoogte van de toegekende tegemoetkoming TONK.
Omdat veel ondernemers hun aangifte over 2020 mogelijk nog niet hebben afgerond of nog geen beschikking van de belastingdienst hebben ontvangen over 2020 en ook het inzichtelijk maken van het fiscale inkomen over januari 2021 nog lastig is mogen ondernemers volstaan met een eigen verklaring over het inkomen uit het eigen bedrijf in januari 2020 en het inkomen uit eigen bedrijf in januari 2021.
Het college bepaalt de aanspraak op tegemoetkoming TONK aan de hand van de gevraagde bewijsstukken en de opgave van de aanvrager dat de inkomstenterugval het gevolg is van de coronacrisis. Als bij de beoordeling van een aanvraag vragen rijzen over de juistheid, kan het college nadere informatie opvragen en de opgaven controleren aan de hand van aanvullende bewijsstukken.
Artikel 7 Verstrekking tegemoetkoming TONK
Ieder huishouden in Nederland zal altijd een deel van het inkomen moeten besteden aan woonkosten. Na de betaling daarvan moet er nog voldoende inkomen resteren om de overige maandelijkse kosten van te kunnen betalen. Om te kunnen bepalen hoeveel iemand minimaal nodig heeft om deze overige kosten te kunnen betalen wordt een vergelijk gemaakt met de situatie van iemand in de bijstand.
Om de hoogte van de TONK vergoeding zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de individuele situatie wordt uitgegaan van het bedrag dat resteert van het netto inkomen van het huishouden na aftrek van de netto woonkosten van het huishouden.
Dit bedrag wordt afgezet tegen een gemiddeld bedrag per huishoudtype (alleenstaande, alleenstaande ouder met minderjarige kinderen, gehuwden met of zonder kinderen) in de bijstand,
dat resteert na betaling van de netto woonkosten. Omdat het bedrag dat in de bijstand resteert na betaling van de netto woonkosten in de praktijk voor iedereen in de bijstand anders zal zijn is gekozen voor een gemiddelde bijstandsnorm en een gemiddeld bedrag voor woonlasten per huishoudtype.
De gemiddelde bijstandsnorm voor een alleenstaande ouder die gehanteerd wordt voor deze regeling bestaat uit de bijstandsnorm voor een alleenstaande, verhoogd met een bedrag van € 370. Hiermee wordt getracht enigszins tegemoet te komen aan het feit dat alleenstaande ouders in de bijstand aanspraak kunnen maken op kindgebonden budget van de belastingdienst en daarmee een hoger netto bedrag te besteden hebben (na aftrek van de netto woonkosten) dan een alleenstaande. Hier tegenover staan ook extra kosten die alleenstaande ouders hebben ten opzichte van alleenstaanden.
We hanteren geen andere niveaus voor het sociaal minimum (zoals kostendelersnormen en normen voor personen jonger dan 21 jaar of in de AOW-leeftijd.) Bij inwonende meerderjarige kinderen wordt geen rekening gehouden met een bijdrage in de woonkosten.
Wanneer het feitelijke netto inkomen van de aanvrager, dat resteert na aftrek van de netto woonkosten van de aanvrager, lager is dan het bedrag voor het huishoudtype genoemd in dit artikel wordt het verschil toegekend als maandelijkse tegemoetkoming TONK.
Omdat wordt uitgegaan van een peilmaand betreft dit een maandbedrag, dat wordt omgerekend naar een bedrag voor de gehele TONK periode (maximaal zes maanden of zoveel minder maanden als de periode betreft tussen de gevraagde ingangsdatum en 1 juli 2021) en direct in één keer wordt uitbetaald.
Conform bovengenoemde manier wordt per huishouden maatwerk geleverd. We hanteren geen staffels. De tegemoetkoming moet daarmee daadwerkelijk iets betekenen voor de getroffen doelgroep.
Anders dan bij de reguliere woonkostentoeslag wordt aan de tijdelijke tegemoetkoming TONK niet de verplichting gekoppeld om te zoeken naar andere woonruimte.