Organisatie | Reusel-De Mierden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels bekostiging leerlingenvervoer Reusel-De Mierden 2021 |
Citeertitel | Beleidsregels bekostiging leerlingenvervoer Reusel-De Mierden 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp | Onderwijs en wetenschap |
Deze beleidsregels vervangen de beleidsregels leerlingenvervoer 2016.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-05-2021 | Nieuwe regeling | 09-03-2021 | BW21.0062 |
Burgemeester en wethouders van Reusel-De Mierden;
Gelezen het voorstel aan het college van 2021;
Gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht en artikel 24 van de Verordening bekostiging leerlingen-vervoer gemeente Reusel-De Mierden 2021;
1. vanuit de praktijk van de Kempengemeenten Bladel, Reusel-De Mierden, Eersel, Oirschot en
Bergeijk blijkt dat voormelde verordening op een aantal punten verduidelijking / inkadering behoeft;
2. deze beleidsregels zijn opgesteld om aanvragen voor bekostiging van leerlingenvervoer op een eenduidige manier te kunnen beoordelen.
“Beleidsregels bekostiging leerlingenvervoer Reusel-De Mierden 2021”
1. Regels met betrekking tot onaanvaardbaar wangedrag in het leerlingenvervoer (artikel 7)
Voor het bepaalde in het vorige lid geldt het volgende:
tijdelijke uitsluiting: Vindt er opnieuw ongewenst gedrag plaats, dan ontvangen de ouders een brief waarin hen, onder verwijzing naar de waarschuwingsbrief, wordt medegedeeld dat de leerling voor een termijn van één dag tot maximaal vier weken wordt uitgesloten van het leerlingenvervoer. Als de leerling zich na de schorsing opnieuw schuldig maakt aan ongewenst gedrag, dan wordt de leerling uitgesloten van het leerlingenvervoer met een maximum van twee maanden (exclusief vakan-ties);
(tijdelijke) uitsluiting zonder voorafgaande waarschuwing: Indien de leerling zich schuldig maakt aan een zeer ernstig incident, dan wordt de leerling, zonder waarschuwing vooraf, gedurende een perio-de van minimaal drie maanden uitgesloten van het leerlingenvervoer. Onder zeer ernstig incident wordt verstaan: een situatie waarin een leerling dreigt met geweld of feitelijk geweld gebruikt tegen medeleerlingen en/of chauffeur (bijvoorbeeld: zwaaien met een mes of wapen dan wel het feitelijk gebruik ervan).
3. Tweede opstapplaats (artikel 10)
Leerlingen in het aangepast vervoer die (nog) geen gebruik kunnen maken van de centrale opstapplaats worden op het woonadres opgehaald en teruggebracht. Indien ouders/verzorgers verzoeken om een tweede opstap- of afzetadres gelden onderstaande voorwaarden:
indien het vervoer naar een tweede opstapplaats leidt tot individueel vervoer of om andere redenen leidt tot hogere kosten dan vervoer naar het woonadres dan wel langere reistijd voor de overige leerlingen, behoudt het college zich het recht voor het vervoer naar een tweede opstapplaats niet toe te staan.
4. Afwijkende schooltijden (artikel 13)
Aangepast vervoer op afwijkende tijden in verband met introductiedagen, verkorte lesdagen, proefwerkweken, studiedagen etc. is niet mogelijk. Uitzondering hierop is het vervoer tijdens de eindexamenweken.
5. Individueel aangepast vervoer (artikel 19)
Individueel aangepast vervoer wordt niet genoemd in de verordening. Onder individueel aangepast vervoer verstaat de gemeente Reusel-De Mierden dat een leerling vanwege een beperking niet samen met andere leerlingen kan worden vervoerd. Het doel van leerlingenvervoer voor leerlingen met een beperking is het waarborgen van de toegankelijkheid van onderwijs. Vanuit dat oogpunt wordt individueel aangepast vervoer alleen ingezet als een leerling vanwege de beperking ook aangewezen is op individueel onderwijs. Om dit vast te kunnen stellen, leveren ouders het individuele ondersteuningsplan aan dat door de school is opgesteld en waaruit blijkt dat de leerling aangewezen is op individueel onderwijs en dit ontvangt. Daarnaast geldt dat begeleiding in het aangepaste vervoer voorliggend is aan individueel aangepast vervoer.