Subsidieregeling Ontwikkelfonds Cleantech Regio

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

• a.

  Cleantech Regio: bestuurlijke samenwerking van ondernemers, onderwijs, maatschappelijke organisaties en overheden. De reikwijdte van het samenwerkingsverband voor het Ontwikkelfonds betreft de gemeenten in de regio Stedendriehoek; Apeldoorn, Brummen, Deventer, Epe, Heerde, Lochem, Voorst en Zutphen.

• b.

  Ontwikkelfonds: bij aanvang bestaat het fonds vooral uit publieke middelen en is bedoeld voor cofinanciering van scholing en ontwikkeling van mensen op of naar de arbeidsmarkt.

• c.

  Erkende onderwijsinstelling en/of opleiding: een onderwijsinstelling of opleiding die op één van de drie lijsten ¹ van het ministerie van OCW voorkomt met register opleidingen mbo/ hoger onderwijs/ WO en/of een Cedeo-, NRTO- of CRKBO-, NOBCO- en ISO-erkenning heeft. Het college kan andere branche specifieke certificeringen van opleidingen toestaan.

• d.

  College: College van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn.

Artikel 2 Subsidiedoel

• 1.

  Het ontwikkelfonds is één van de regionale instrumenten en heeft als doel de mismatch op de arbeidsmarkt te verkleinen en zoveel mogelijk inwoners van werk naar werk te laten doorstromen dan wel de stap naar betaald werk te laten zetten. Door de beroepsbevolking in de Cleantech Regio, middels scholingsvouchers, financieel te ondersteunen bij hun persoonlijke ontwikkeling door om-, na- of bijscholing.

• 2.

  Deze regeling geeft de richtlijnen en criteria voor de inzet van het ontwikkelfonds binnen de door partijen overeengekomen ‘Samenwerkingsovereenkomst Ontwikkelfonds (voor de) Cleantech Regio’.

• 3.

  Daarbij wordt ingezet op

  • A.

    scholing voor technische en ICT-vaardigheden in brede zin, met oog op bijvoorbeeld de energietransitie en groei van de circulaire economie.

  • B.

    scholing richting tekortsectoren waaronder ook zorg, logistiek en recreatie/hospitality voor het beter functioneren van de arbeidsmarkt in algemene zin.

  • C.

    scholing voor een inkomen. Belangrijk onderdeel daarvan zijn de werkervaringsplaatsen.

• 4.

  Met deze subsidieregeling wordt beoogd de extra investeringen in opleiding en scholing van werkgevers, werknemers, zzp’ers en werkzoekenden te stimuleren door middel van het verstrekken van scholingsvouchers ten behoeve van om-, na- en bijscholing of opleiding.

Artikel 3 Subsidieaanvrager

• 1.

  Voor subsidieverlening op grond van deze subsidieregeling komen uitsluitend in aanmerking: bedrijven, ondernemingen of instellingen, met een geldige KvK inschrijving en fysiek gevestigd in de Cleantech Regio (werkgeversroute).

• 2.

  Voor subsidieverlening op grond van deze subsidieregeling komen uitsluitend in aanmerking: werknemers, zzp’ers en werkzoekenden woonachtig in de Cleantech Regio (individuele route)

Artikel 4 Subsidiecriteria

• 1.

  Een subsidie, in de vorm van een scholingsvoucher, kan worden verstrekt als wordt voldaan aan de volgende criteria:

  • a

    Het betreft een aanvraag tot om-, na- of bijscholing en/of opleiding.

  • b

    De aanvraag wordt gedaan voor één of meerdere individuen die zich willen om-, na- of bijscholen, vakinhoudelijk en/of competentiegericht op de versterking van de positie van het individu op de arbeidsmarkt in een beroep c.q. sector / branche waar men in (gaat) werk(t)en. De toegevoegde waarde van de aangevraagde opleiding is ter beoordeling van de subsidieverstrekker. De subsidieaanvraag draagt bij aan het subsidiedoel en wordt gedaan met een helder perspectief op de arbeidsmarkt in de Cleantech Regio. Dit geldt tevens voor scholing van individuen uit transitie-/of uitstroomsectoren (intersectorale mobiliteit) – van werk naar werk.

  • c

    De scholingsvoucher kan alleen worden verstrekt als de opleider een erkende instelling betreft, zoals omschreven in artikel 1 sub c van deze regeling.

  • d

    De opleiding of het (scholings-)traject moet binnen 6 maanden na toekenning van de subsidie gestart zijn en mag niet gestart zijn voor het moment van het indienen van de aanvraag

  • e

    De aanvrager genoemd onder artikel 3 lid 1 draagt zelf, of via een O&O-fonds, minimaal 50% bij in de kosten.

  • f

    De aanvrager genoemd onder artikel 3 lid 2 levert zelf geen bijdrage aan de kosten van de opleiding, mits er geen sprake is van andere voorliggende voorzieningen die volledig toereikend zijn, zoals uit landelijke regelingen of scholingsbijdrage UWV.

Artikel 5 Hoogte subsidie

• 1.

  Aan de aanvrager genoemd onder artikel 3 lid 1 kan minimaal € 1.000,- en maximaal € 2.500,- per medewerker subsidie worden verstrekt tot een maximaal bedrag van € 25.000 per aanvrager gedurende de looptijd van deze regeling.

• 2.

  Aan de aanvrager genoemd onder artikel 3 lid 2 kan minimaal € 1.000,- en maximaal € 2.500 subsidie worden verstrekt.

• 3.

  De in artikel 5 lid 1 en 2 genoemde bedragen zijn inclusief BTW.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

• 1.

  Uitsluitend kosten van de opleiding / het scholingstraject van de erkende opleider komen in aanmerking voor een subsidie. Dit betreffen directe scholingskosten, als cursus-, examen-, boeken- en arrangementskosten, zijnde door de opleider verplicht gestelde lunch/diner of overnachtingskosten.

• 2.

  Niet subsidiabel zijn wettelijk verplichte certificeringen die normaliter voor rekening van werkgever zijn, zoals: VCA, BHV, EHBO, NEN, begeleiding-, coaching en re-integratie trajecten, taaltrainingen.

• 3.

  Niet subsidiabel zijn overige kosten zoals:

  • a.

    Reis- en verblijfskosten, welke geen onderdeel zijn van door de opleider verplicht gestelde reis- en verblijfskosten.

  • b.

    Kosten ten behoeve van hulpmiddelen, zoals laptops en iPads en soortgelijke artikelen.

  • c.

    Interne loonkosten met betrekking tot de deelnemers aan de gesubsidieerde scholing of opleiding.

  • d.

    Overheadkosten

  • e.

    Kosten gemaakt om de subsidieaanvraag in te dienen.

Artikel 7 Weigeringsgronden

Het college weigert de subsidie indien:

• 1.

  De aanvrager voor de activiteit(en) al een subsidie ontvangt van een gemeente of Provincie in de Cleantech Regio

• 2.

  De ingediende aanvraag wordt getoetst op de mate van arbeidsmarktrelevantie. De scholing dient bij te dragen aan het versterken van de arbeidsmarktpositie van de aanvrager. Indien dit onvoldoende het geval is, wordt de aanvraag geweigerd.

• 3.

  Indien de drempel van staatsteun wordt overschreden blijkend uit de door de aanvrager, conform art 3 lid 1, overlegde de-minimis verklaring.

• 4.

  Subsidie wordt geweigerd indien niet voldaan wordt aan het gestelde in deze regeling.

Artikel 8 Aanvraag tot subsidieverlening

• 1.

  Subsidieaanvragen moeten worden ingediend voor aanvang van de van de activiteiten van opleiding / ontwikkeltraject. De startdatum van de opleiding / ontwikkeltraject ligt binnen 6 maanden na toekenning van de subsidie.

• 2.

  Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend bij het leerwerkloket Stedenvierkant.

• 3.

  Uit de subsidieaanvraag moet blijken voor welke persoon of personen de aanvraag wordt ingediend.

• 4.

  Een subsidieaanvraag bestaat uit:

  • a.

    een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier zoals door het college vastgesteld;

  • b.

    begroting, bestaande uit een offerte van de opleider waaruit de kosten voor de opleiding / het scholingstraject blijken.

• 5.

  Indien van toepassing bij een aanvraag zoals genoemd onder artikel 3 lid 1, een de-minimis verklaring.

• 6.

  Voor de aanvrager genoemd onder artikel 3 lid 1, geldt als aanvullende eis dat een uittreksel van de KvK, van maximaal 3 maanden oud, meegestuurd moet worden.

• 7.

  Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst, waarbij de datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als datum van binnenkomst.

Artikel 9 Afwijkingsbevoegdheid

• 1.

  Het college kan in bijzondere gevallen, gelet op het belang van de betrokken doelgroep, bepalingen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan gemotiveerd afwijken, voor zover toepassing naar het oordeel van het college, leidt tot onbillijke of onevenredige gevolgen.

Artikel 10 Vaststelling subsidieplafond

• 1.

  Het college stelt, in afstemming met de penvoerder van het ontwikkelfonds Cleantech Regio, voor aanvragen als bedoeld in artikel 3 lid 1 en 2 jaarlijks een subsidieplafond vast onder voorbehoud van het vaststellen van de Meerjaren Programmabegroting door de gemeenteraad.

Artikel 11 Subsidieverlening

• 1.

  Het college van BW neemt binnen 8 weken na de aanvraag een besluit op de subsidieaanvraag.

• 2.

  Het college kan de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste zes weken verlengen.

Artikel 12 Subsidievaststelling

• 1.

  De aanvrager dient een aanvraag tot subsidievaststelling in maximaal 3 maanden na afronding van de opleiding / traject. De subsidie wordt vastgesteld nadat de aanvrager als in artikel 3 lid 1, de gevraagde documenten heeft aangeleverd bestaande uit een betalingsbewijs, de factuur en een bewijs van deelname aan de opleiding of het scholingstraject heeft ingediend bij het college. De subsidie wordt vastgesteld voor aanvrager als in artikel 3 lid 2 een bewijs van deelname aan de opleiding of het scholingstraject heeft ingediend bij het college.

Artikel 13 Evaluatie

• 1.

  De uitvoering van deze regeling wordt tussentijds geëvalueerd.

• 2.

  Naar aanleiding van de uitkomsten van de evaluatie kan het college nadere regels vaststellen ten aanzien van de uitvoering van deze subsidieregeling.

Artikel 14 Inwerkingtreding en citeertitel

• 1.

  Deze regeling treedt na publicatie met terugwerkende kracht in werking per 15 maart 2021.

• 2.

  Deze regeling eindigt op 31 december 2022, tenzij de regeling eerder wordt ingetrokken.

• 3.

  Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Ontwikkelfonds Cleantech Regio.