Organisatie | Smallingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Smallingerland houdende regels omtrent de heffing en invordering van straat-, kade- en havengeld (Verordening straat-, kade- en havengeld 2021-II) |
Citeertitel | Verordening straat-, kade- en havengeld 2021-II |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De datum van ingang van de heffing is 19 april 2021.
Deze regeling vervangt de Verordening straat-, kade- en havengeld 2021.
artikel 228 van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
08-05-2021 | nieuwe regeling | 20-04-2021 |
De raad van de gemeente Smallingerland;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 maart 2021;
overwegende dat de Verordening straat-, kade- en havengeld 2020 dient te worden aangepast als gevolg van de vaststelling van de Havenbeheersverordening gemeente Smallingerland 2021;
gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN STRAAT-, KADE- EN HAVENGELD 2021-II
Het straatgeld wordt geheven van degene op wiens naam de in artikel 2, sub a - f bedoelde vergunning of ontheffing is gesteld of indien nog geen aanvraag is ingediend door wie of op wiens laste de gebruikmaking geschiedt.
Geen recht wordt geheven wegens het tijdelijk in gebruik nemen van de openbare dienst bestemde gemeentegrond, indien dit geschiedt:
Artikel 10 Aard van de heffing
Onder de naam "kadegeld" wordt een recht geheven voor alle schepen, die aan gemeentewallen in de gemeente gaan liggen om te laden of te lossen. Uitgesloten word de industriehaven Drachten zoals beschreven in de havenbeheersverordening gemeente Smallingerland 2021.
Het kadegeld wordt geheven van de schipper, de eigenaar, de gebruiker of de geleider van het vaartuig.
Artikel 12 Maatstaf van heffing
Grondslag voor de berekening van het kadegeld is het aantal tonnage dat wordt gelost of geladen.
Artikel 17 Aard van de heffing, belastbaar feit
Onder de naam "havengeld" wordt een recht geheven ter zake van het afmeren en vervolgens doen of laten liggen van een woonschip, een passagiersschip, een beroepsvaartuig of een ander vaartuig aan een bij de gemeente in beheer en onderhoud zijnde kade of wal. Uitgesloten word de industriehaven Drachten zoals beschreven in de Havenbeheersverordening gemeente Smallingerland 2021.
Belastingplichtig is degene, die eigenaar, reder, schipper, huurder of gebruiker is van een woonschip, passagiersschip, beroepsvaartuig of ander vaartuig, of degene die het heeft gecharterd dan wel degene die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt.
Het havengeld wordt niet geheven van historische schepen die in de wintermaanden een winterligplaats innemen aan de steiger langs de kade aan het Moleneind. Deze schepen voeren verlichting en dragen hiermee bij aan de aankleding van het centrum in de donkere wintermaanden.
Voor het afmeren en vervolgens doen of laten liggen van een passagiersschip of een beroepsvaartuig aan een bij de gemeente in beheer en onderhoud zijnde kade of wal in de industriehaven en de Drachtstervaart: de oppervlakte van dit vaartuig uitgedrukt in vierkante meters, zoals deze blijken uit de meetbrief of ambtshalve worden vastgesteld.
Voor het afmeren en vervolgens doen of laten liggen van een vaartuig niet zijnde een woonschip, passagiersschip of beroepsvaartuig aan een bij de gemeente in beheer en onderhoud zijnde kade of wal in de Drachtstervaart: de lengte van het vaartuig uitgedrukt in meters, zoals deze blijken uit de meetbrief of ambtshalve worden vastgesteld.
Hoofdstuk IV Algemene bepalingen
De "Verordening straat-, kade- en havengeld 2021", laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 15 december 2020, wordt ingetrokken met ingang van de in het artikel 26, derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
In afwijking van het in het voorgaande lid bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze Verordening ligt na de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken Verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.
Aldus vastgesteld door de raad voornoemd
in zijn vergadering van 20 april 2021,
griffier,
Gert-Jan Fokkema
voorzitter,
Jan Rijpstra
Bijlage 1 Tarieventabel 2021-II behorende bij de "Verordening straat-, kade- en havengeld 2021-II”.