Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groningen

Besluit bodycam gemeente Groningen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroningen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBesluit bodycam gemeente Groningen
CiteertitelBesluit bodycam gemeente Groningen
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 6 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming
  2. artikel 160, eerste lid, van de Gemeentewet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

05-05-2021Nieuwe regeling

26-04-2021

gmb-2021-138286

173394-2021

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit bodycam gemeente Groningen

Het college van burgemeester en wethouders,

 

Gelet op artikel 6 Algemene Verordening Gegevensbescherming en artikel 160, eerste lid, onderdeel c Gemeentewet; Overwegende dat:

  • Agressie en geweld een verhoogd risico vormen voor toezichthouders en buitengewoon opsporingsambtenaren bij de controle en handhaving op wet- en regelgeving;

  • Een bodycam voor deze medewerkers als persoonlijk beschermingsmiddel kan dienen;

  • Het gebruik van de bodycam vraagstukken meebrengt rondom privacy van zowel de medewerkers als van de opgenomen betrokkenen en eventuele derden;

  • Het wenselijk is om kaders vast te stellen voor het opnemen met de bodycam, de opslag van het opgenomen beeld- en geluidsmateriaal en het bekijken van de opgenomen beelden;

Besluit vast te stellen als het ‘Besluit bodycam gemeente Groningen’.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Definities

a.

APV:

De vigerende Algemene Plaatselijke Verordening van Groningen

b.

Arbowet:

Arbeidsomstandighedenwet

c.

AwB:

de Algemene Wet Bestuursrecht

d.

AVG:

Algemene Verordening Gegevensbescherming

e.

Blurring:

het onherkenbaar maken van zaken en/of personen

f.

Boa:

Buitengewoon Opsporingsambtenaar

g.

Bodycam:

Een camera die op het lichaam wordt gedragen die beeld en geluid kan vastleggen

h.

College:

College van Burgemeester en Wethouders van Groningen

i.

DHW:

de Drank- en Horecawet

j.

Hvw:

Huisvestingswet 2014

k.

RVV:

Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990

l.

SV:

Wetboek van Strafvordering

m.

THOR:

Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

n.

WED:

Wet Economische Delicten

o.

Wm:

Wet Milieubeheer

p.

Wp2000:

Wet Personenvervoer 2000

q.

WVW:

Wegenverkeerswet 1994

Hoofdstuk 2 Protocol voor opname, opslag en bekijken van beelden

 

Opname

Artikel 2 Gebruik bodycam

  • 1.

    De toezichthouder of boa draagt de bodycam duidelijk en zichtbaar.

  • 2.

    Op het moment dat de handhaver dit voor zijn veiligheid, de veiligheid van betrokkene of derden (collega of publiek) nodig acht, wordt de knop ingedrukt die een opname start.

  • 3.

    Bij opname van individuen wordt altijd door de medewerker vooraf gemeld (met een luide stem) dat er opnamen gemaakt gaan worden. Indien waarschuwing vooraf niet mogelijk is, omdat er door de boa direct gehandeld moet worden, wordt de bodycam direct aangezet.

  • 4.

    De bodycam maakt constant opnames die telkens na minimaal 60 seconden worden overschreven (pre-recording). Dit betekent dat als de opname gestart wordt, de voorafgaande 60 seconden ook opgenomen worden.

  • 5.

    De medewerker waarschuwt collega’s als er opnamen zijn gemaakt, waarbij zij (mogelijk) herkenbaar in beeld komen.

  • 6.

    De bodycam wordt direct uitgezet, nadat de dreigende situatie voorbij is of geen sprake is van escalatie.

 

Opnamelocaties

Artikel 3 Locaties

  • 1.

    Gegeven het uitgebreide werkterrein van de medewerkers kan de bodycam worden ingezet op alle werkterreinen van de medewerkers, deze terreinen bestaan uit:

    • a.

      Openbare ruimte

    • b.

      Voor publiek toegankelijke ruimten

    • c.

      Privéterrein en –eigendom (zoals woningen)

  • 2.

    In geval opnames zijn gemaakt op de terreinen zoals bedoeld onder a en b van dit artikel worden andere personen (inclusief medewerkers) van het incident, voor zover ze niets met het incident te maken hebben, onherkenbaar gemaakt door blurring.

  • 3.

    In het geval dat de medewerker de bodycam meevoert op een terrein zoals bedoeld onder c van dit artikel legt de medewerker aan de betrokkene vooraf uit waarvoor de bodycam dient, tenzij dit (vanwege de snelheid van de controle) niet mogelijk is.

  • 4.

    In het geval dat opnames zijn gemaakt op terreinen zoals bedoeld onder c van dit artikel dan worden de beelden enkel opgeslagen voor vastlegging van het voorgevallen incident tussen de medewerker en de betrokkene. De gemeente gebruikt de beelden niet als bewijslast voor andere overtredingen die zijn waargenomen door de bodycam. Andere personen (inclusief medewerkers), voor zover zij niets met het incident van doen hebben, worden onherkenbaar gemaakt met blurring.

 

Rapporteren gebruik bodycam

Artikel 4 Verslaglegging

  • 1.

    Als een medewerker beelden heeft gemaakt met de bodycam dan legt hij dit gebruik, voor het einde van de dienst, vast in een verslag. In dit verslag beschrijft hij de feiten en omstandigheden die hebben geleid tot het gebruik en de situatie die is vastgelegd.

  • 2.

    In het verslag wordt beschreven of de betrokkene vooraf is gewaarschuwd dat de bodycam is aangezet. Indien de waarschuwing vooraf niet mogelijk was moet dit worden toegelicht in het verslag met daarbij de reden om niet te waarschuwen.

  • 3.

    In geval de controle heeft plaatsgevonden in een situatie zoals bedoeld artikel 3 onder c, geeft de medewerker aan of de betrokkene vooraf uitleg heeft gehad over de bodycam. Als dat niet mogelijk is geweest, dan moet de medewerker dit toelichten in het verslag.

  • 4.

    Het in lid 1 bedoelde ambtelijke verslag wordt onverwijld aan het afdelingshoofd of diens plaatsvervanger gezonden.

  • 5.

    Het is de medewerker niet toegestaan zelfstandig bodycam-opnamen te vernietigen.

  • 6.

    Als een medewerker naar aanleiding van een incident aangifte heeft gedaan, dan meldt hij het eventuele gebruik van de bodycam bij de aangifte.

 

Opslag van beeldmateriaal door de bodycam

Artikel 5 Toegestane opslag

De opslag van data wordt alleen toegestaan op de bodycam en voor de opslag bestemde servers.

Artikel 6 Opslag op de bodycam

  • 1.

    De opslag van beeldmateriaal op de bodycam wordt alleen toegestaan als:

    • a.

      Opgeslagen data op professionele wijze is versleuteld door middel van encryptie

    • b.

      Toegang tot de data op professionele wijze is beveiligd

    • c.

      Data niet beschikbaar is op de bodycam na overdracht op de bestemde server.

    • d.

      Data niet over te dragen is naar een andere gegevensdrager dan daarvoor bestemde servers of software.

Artikel 7 Opslag op gemeentelijke server

  • 1.

    De opslag van data afkomstig van beeldmateriaal van de bodycam wordt alleen toegestaan op een gemeentelijke server als:

    • a.

      Opgeslagen data op professionele wijze wordt versleuteld door middel van encryptie;

    • b.

      Toegang tot de data op professionele wijze wordt beveiligd;

    • c.

      Data wordt maximaal 28 dagen opgeslagen, berekend vanaf de opname datum;

    • d.

      Data is na verwijdering niet meer beschikbaar op de gemeentelijke server;

    • e.

      Gebruik van de data over de gehele keten, van downloaden tot definitieve verwijdering, wordt gelogd in de software voor het bekijken van beelden;

Artikel 8 Opslag op externe server

  • 1.

    De opslag van data afkomstig van beeldmateriaal wordt alleen toegestaan op een externe server als:

    • a.

      De beheerder/opdrachtnemer van de externe server de verplichte gemeentelijke verwerkingsovereenkomst, security afspraken en vergelijkbaar ondertekent;

    • b.

      De opgeslagen data op professionele wijze wordt versleuteld door middel van encryptie

    • c.

      De toegang tot de data op professionele wijze wordt beveiligd;

    • d.

      De data wordt maximaal 28 dagen opgeslagen, berekend vanaf de opname datum;

    • e.

      De data is na verwijdering niet meer beschikbaar op de externe server;

    • f.

      Gebruik van de data over de gehele keten, van downloaden tot definitieve verwijdering, wordt gelogd in de software voor het bekijken van beelden.

 

Bekijken van door de bodycam opgenomen beeldmateriaal

Artikel 9 Bekijken door medewerkers Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte

  • 1.

    De volgende medewerkers van de afdeling Toezicht en Handhaving mogen de beelden bekijken:

    • a.

      Afdelingshoofd THOR

    • b.

      Teamleider

    • c.

      Coördinator

  • De volgende medewerkers mogen enkel hun eigen beelden en beelden voor trainingsdoeleinden bekijken:

    • d.

      Boa’s

    • e.

      Toezichthouders / parkeercontroleur / medewerker parkeren

    • f.

      Senior adviseur parkeerhandhaving

  • 2.

    Het bekijken van de beelden geschiedt nooit individueel, maar altijd samen met een andere medewerker. Bij het bekijken van de beelden is altijd minimaal aanwezig een medewerker zoals bedoeld in lid 1 onder a, b, c en d.

  • 3.

    Medewerkers bedoeld onder lid 1 onder e en f mogen alleen beelden bekijken waar ze zelf opstaan of die zij zelf hebben opgenomen.

  • 4.

    Het doel van bekijken door medewerkers mag uitsluitend zijn:

    • a.

      Klachtafhandeling;

    • b.

      Leerervaring op het plaatsgevonden incident.

  • 5.

    De opnames kunnen alleen worden bekeken met als doel klachtafhandeling en leerervaring als de betrokken medewerkers daar toestemming voor geven. Het bekijken van de beelden mag nooit gevolgen hebben voor de rechtspositie van de betrokken medewerkers. De beelden worden ook niet gebruikt voor het beoordelen van het functioneren van de betrokken medewerkers (werkbegeleidingscyclus).

  • 6.

    De volgende maatregelen worden genomen bij het bekijken van de beelden:

    • a.

      Bij het bekijken van de beelden wordt bewaakt dat geen andere derden dan de bekijkende medewerkers beeldopnamen kunnen waarnemen;

    • b.

      Bij het bekijken van de beelden mogen op geen enkele wijze beelden, foto’s, geluidsopnames of kopieën worden gemaakt. Mocht dit gebeuren, dan wordt het bekijken direct beëindigd en melding gemaakt bij het Afdelingshoofd of diens plaatsvervanger;

    • c.

      Het afdelingshoofd, of diens plaatsvervanger, wordt voor het bekijken is begonnen mondeling dan wel schriftelijk op de hoogte gesteld.

Artikel 10 Bekijken door anderen

  • 1.

    Politie en Openbaar ministerie kunnen in het kader van strafrechtelijk onderzoek beelden vorderen:

    • a.

      Hiervoor dient een schriftelijke vordering te worden verstrekt;

    • b.

      De beelden worden overgedragen conform de strekking van de vordering uit lid 1 onder a;

    • c.

      Het afdelingshoofd, of diens plaatsvervanger, wordt voordat het beeldmateriaal is overgedragen mondeling of schriftelijk op de hoogte gesteld.

  • 2.

    Bekijken beelden door betrokken burger of belangenbehartiger:

    • a.

      Zij mogen de beelden alleen inzien als zij (vermoedelijk) zijn opgenomen met de bodycam.

    • b.

      De beelden mogen opgevraagd worden in kader van het recht op inzage zoals beschreven in artikel 15 AVG of om een klacht of verzoek om schadevergoeding in te dienen;

    • c.

      Op verzoek kan een kopie van de beelden worden verstrekt zoals bedoeld in artikel 15 lid 3 AVG, met in achtneming van artikel 15 lid 4 AVG

    • d.

      Bij het bekijken van de beelden is altijd een medewerker van de handhavingsorganisatie zoals bedoeld in artikel 9 onder lid 1 onder a, b of c aanwezig;

    • e.

      Een betrokkene of belangenbehartiger ontvangt nooit tijdens inzage een kopie en het is tevens niet toegestaan om foto’s, geluidsopnames of beeldmateriaal te maken. Bij het bekijken van de beelden van de bodycam mogen aantekeningen worden gemaakt. De betrokkene of diens belangenbehartiger krijgt hier vooraf uitleg over;

    • f.

      Bij overtreding van het bepaalde in lid 2 onder d wordt het bekijken van de beelden direct beëindigd;

    • g.

      Het afdelingshoofd, of diens plaatsvervanger, wordt voor het bekijken is begonnen mondeling of schriftelijk op de hoogte gesteld;

  • 3.

    De betrokken medewerkers worden geïnformeerd als er een verzoek om inzage is ingediend. Waar nodig of op verzoek van de medewerkers worden zij betrokken bij de verstrekking van de kopie.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 11 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking op overheid.nl.

Artikel 12 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit bodycam gemeente Groningen.

Aldus besloten in de collegevergadering van 26 april 2021.

Burgemeester,

KoenSchuiling

Gemeentesecretaris,

ChristienBronda

Toelichting Doel, Grondslag en Noodzaak

Doel

Boa’s en toezichthouders worden in Groningen met regelmaat geconfronteerd met vooral verbaal maar ook fysiek geweld. Onze medewerkers zien dat de samenleving verruwt. Dit zorgt ervoor dat zij zich niet altijd veilig voelen op straat. De bodycam zal worden ingezet om de veiligheid van deze medewerkers te vergroten.

 

Het doel van het gebruik van de bodycam is meervoudig:

  • -

    Het draagt bij aan het veiligheidsgevoel van medewerkers;

  • -

    Het draagt bij aan de-escalatie;

  • -

    De beelden opgenomen met de bodycam kunnen worden gebruikt voor training en evaluatie.

Beelden die met de bodycams zijn gemaakt, waarbij eventuele strafbare feiten zijn gepleegd, kunnen in een opsporingsonderzoek na vordering van de officier van justitie, worden gebruikt.

 

Een burger (of diens belangenbehartiger) heeft op basis van artikel 15 AVG recht om inzage te vragen van beelden die zijn opgenomen. Het doel van deze inzage kan ter verificatie dienen van hetgeen zich heeft voorgedaan, bijvoorbeeld ter onderbouwing van het indienen van een klacht of schadevergoeding.

Grondslagen

Grondslagen Toezichthouders en buitengewoon opsporingsambtenaren

De gemeente heeft toezichthouders en boa’s in dienst. Zij houden toezicht en handhaven op wet- en regelgeving. Dit betreft zowel landelijke als lokale regelgeving. De juridische grondslag voor toezichthouders, en de kaders waarbinnen zij mogen werken, staan beschreven in de Algemene Wet Bestuursrecht. De term toezichthouder is gedefinieerd in artikel 5:11 AWB. Toezichthouders houden enkel toezicht op de wet- en regelgeving waarvoor zij zijn aangewezen.

De gemeente heeft ook boa’s, of handhavers, in dienst. Boa’s ontlenen hun bevoegdheden aan artikel 142 Wetboek van Strafvordering. Zij hebben strafrechtelijke opsporingsbevoegdheid en mogen binnen het domein waarin zij zijn aangesteld strafbare feiten opsporen.

Een toezichthouder kan tevens opsporingsambtenaar zijn.

Toezicht en Handhaving van wet en regelgeving

Boa’s en toezichthouders worden aangewezen om toezicht te houden en te handhaven op aangewezen wet en regelgeving. Bijvoorbeeld de algemene Plaatselijke verordening Groningen en de Drank- en Horecawet. De uitvoering van toezicht en handhaving is een publiek rechtelijke taak, waarover het College beslist.

Grondslag Persoonlijk beschermingsmiddel

Werknemers moeten veilig en gezond kunnen werken. De Arbowet voorziet in het juridisch kader en verplicht werkgevers om Arbobeleid te voeren. De bodycam wordt aan medewerkers ter beschikking gesteld op basis van artikel 3 lid 1 onder b Arbowet. Ondanks alle maatregelen (zowel landelijk als lokaal) om agressie en geweld een halt toe te roepen blijft er een verhoogd risico bij de uitvoering van toezichthoudende en handhavende taken. De bodycam wordt verleent als persoonlijk beschermingsmiddel.

Privacy

Met de inzet van bodycams wordt gepoogd om incidenten en onrechtmatige gedragingen jegens de medewerkers te voorkomen en hiermee de veiligheid van de medewerkers te garanderen en psychosociale arbeidsbelasting zoveel mogelijk te beperken. De medewerkers van THOR dragen de bodycams tijdens werkzaamheden in het kader van de handhaving van de lokale veiligheid en leefbaarheid, een publiekrechtelijke taak van de gemeente. De medewerker zet de bodycam enkel aan als de situatie op straat daar om vraagt.

Wettelijke grondslag AVG

Het gebruik van de bodycam leidt tot een inmenging in de persoonlijke levenssfeer en daarmee tot een inbreuk op een grondrecht (artikel 10 Grondwet en artikel 8 EVRM). Eén van de voorwaarden voor de beperking van dit recht, is dat hier een wettelijke grondslag voor moet bestaan.

 

Bij het maken van beelden met de bodycam en het opslaan en beoordelen van deze beelden is sprake van het verwerken van (bijzondere) persoonsgegevens.

 

De verwerking van persoonsgegevens is alleen rechtmatig indien er aan een grondslag in artikel 6 van de AVG wordt voldaan. In dit geval wordt er voldaan aan artikel 6 lid 1 sub f AVG:

 

de verwerking is noodzakelijk voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, behalve wanneer de belangen of de grondrechten en de fundamentele vrijheden van de betrokkene die tot bescherming van persoonsgegevens nopen, zwaarder wegen dan die belangen, met name wanneer de betrokkene een kind is.

 

Hoewel dit artikel niet geldt voor de verwerking van gegevens door overheidsinstanties in het kader van de uitoefening van hun taken, is deze uitzondering niet van toepassing in het onderhavige geval. Het uitrusten van de toezichthouders en boa’s wordt gedaan in het kader van ‘goed werkgeverschap’, en wordt derhalve niet gedaan in het kader van de uitoefening van de uitvoering van een overheidstaak. Het gaat er immers om of het gebruik van bodycams noodzakelijk wordt geacht voor het bieden van een veilige werkplek aan de toezichthouders en handhavers in de openbare ruimte. Dit belang weegt zwaarder dan het belang van een persoonlijke levenssfeer zonder inmenging. De wettelijke grondslag voor de inzet van de bodycams is derhalve gelegen in artikel 3 lid 1 onder b en 3 lid 2 van de Arbowet en artikel 2.15 van het Arbobesluit.

 

Uit evaluatie-momenten moet blijken of het gebruik van bodycams een positieve invloed heeft op het veiligheidsgevoel van de boa’s en of deze een bijdrage kunnen leveren aan het voorkomen dan wel de-escaleren van ongewenst gedrag.

 

Noodzaak, proportionaliteit en subsidiariteit

Noodzaak

Agressie en geweld kunnen ernstige gevolgen hebben voor de medewerker. Geweld kan zowel fysieke als mentale gevolgen hebben voor de medewerker. De fysieke gevolgen kunnen variëren van lichte verwondingen, permanente fysieke gevolgen tot in potentie het overlijden. De gevolgen van verbale vormen van agressie lijken wellicht minder schadelijk, maar komen veel vaker voor. Dit kan leiden tot psychische pijn en andere gezondheidsklachten zoals:

  • -

    angstgevoelens;

  • -

    slaapstoornissen;

  • -

    maagpijn; en

  • -

    psychosomatische klachten- PTSS.

Agressie en geweld zijn volgens de Arbowet een vorm van psychosociale arbeidsbelasting. Werkgevers zijn, zoals beschreven in artikel 2.15 Arbobesluit, verplicht maatregelen vast te stellen en uit te voeren om psychosociale arbeidsbelasting te voorkomen of indien dat niet mogelijk is te beperken.

Proportionaliteit

De bodycams worden pas aangezet wanneer de boa’s en/of toezichthouders in situaties terechtkomen die (dreigen te) escaleren. De beelden zijn voorzien van encryptie en worden opgeslagen op een beveiligde server waardoor ze niet zomaar bekeken kunnen worden. Voor het bekijken van de beelden zijn in dit besluit duidelijke instructies opgenomen, waarin onder meer wordt vermeld dat de beelden slechts na bekendmaking aan het afdelingshoofd door een selecte groep kunnen worden bekeken. De beelden mogen niet verspreid worden via internet of social media. Door de strikte voorwaarden die gesteld worden aan het gebruik van de bodycam, in combinatie met de doelstellingen waarvoor deze worden ingezet, wordt voldaan aan het proportionaliteitsbeginsel

Subsidiariteit

Er is altijd aandacht voor de veiligheid van de medewerkers van THOR. In het bijzonder het afgelopen jaar. Het algemene beeld is dat de samenleving verruwt. Onze medewerkers krijgen steeds vaker met geweld te maken. Dit blijkt onder andere uit intern onderzoek onder medewerkers. Medewerkers worden doorlopend getraind in gesprekstechnieken en vaardigheden om situaties te de-escaleren.

 

De huidige uitrusting van de toezichthouders en boa’s behelst tot op heden echter geen vergelijkbaar middel dat kan worden ingezet in escalerende situaties om de in de inleiding gestelde doelen te bereiken (zoals geweldsmiddelen).