Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert houdende regels omtrent mandaat (Mandatenregeling en – register gemeente Weert 2021 (inclusief volmacht en machtiging))

Mandatenregeling en - register gemeente Weert 2021 (inclusief volmacht en machtiging)

Mandaat houdt de bevoegdheid in om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen, dit ingevolge art. 10:1 Awb. Het college c.q. de burgemeester verleent het mandaat en geeft daarnaast ook aan of en aan wie ondermandaat verleend mag worden. Ondermandaat, overeenkomstig art. 10:9 Awb, houdt in dat degene die mandaat heeft gekregen van het college c.q. de burgmeester, dit mandaat door mandateert. Op grond van art. 10:2 Awb blijft de mandaatverlener verantwoordelijk en juridisch aanspreekbaar voor de genomen besluiten. Op grond van art. 10:7 Awb blijft de mandaatverlener de optie houden om de bevoegdheid zelf uit te voeren.

Op personele aangelegenheden is vanaf 1 januari 2020 het civiele recht van toepassing en past daarbij de term ‘volmacht’ en niet ‘mandaat’. Een volmacht geeft de bevoegdheid om namens een rechtspersoon (in dit geval de gemeente Weert) privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten ingevolge art. 3:60 BW.

Als het gaat om algemeen bestuurlijke bevoegdheden alsmede budgettaire bevoegdheden dan verleent het college c.q. de burgmeester mandaat aan de gemeentesecretaris/ algemeen directeur, met de bevoegdheid voor deze om ondermandaat te verlenen aan afdelingshoofden, teamleiders en medewerkers. Als het gaat om afdelingsspecifieke bevoegdheden dan wordt mandaat verleend aan de gemeentesecretaris/ algemeen directeur en afdelingshoofden, met de bevoegdheid om ondermandaat te verlenen aan teamleiders of medewerkers. Eventuele nadere afspraken worden vastgelegd in ondermandatenbesluiten. Voor ondermandaat gelden dezelfde regels als voor mandaat.

Het college c.q. de burgemeester kan op grond van art. 10:8 Awb ten allen tijden het mandaat intrekken en instructies geven aan degene die het mandaat krijgt, ter zake van de uitoefening van de bevoegdheden.

Hieronder volgen instructies die gelden voor alle mandaten:

• 1.

  Aangelegenheden moeten aan burgemeester en wethouders of aan de burgemeester ter besluitvorming worden voorgelegd, indien:

  • a.

    het aannemelijk is dat de gemeenteraad wensen en of bedenkingen ter kennis wil brengen van het college van burgemeester en wethouders c.q. de burgemeester;

  • b.

    uit het te nemen besluit niet geraamde financiële of andere belangrijke consequenties voortvloeien;

  • c.

    het voornemen bestaat tot aanvulling of afwijking van het tot dan toe gevoerde beleid;

  • d.

    de portefeuillehouder of de gemeentesecretaris daarom vraagt;

  • e.

    een beslissing moet worden genomen op een aanvraag in de zin van art. 1;3 Awb die is ingediend door een portefeuillehouder of een raadslid van de gemeente Weert;

  • f.

    er sprake is van politiek of bestuurlijke gevoeligheid;

  • g.

    er sprake is van een negatieve uitkomst in een Bibob-onderzoek;

• 2.

  Aangelegenheden moeten vooraf aan de portefeuillehouder, zijnde als lid van het college, worden voorgelegd, indien:

  • a.

    de portefeuillehouder hierom gevraagd heeft;

  • b.

    naar het oordeel van de mandataris, de betrokken portefeuillehouder en/of college, in een bepaald specifiek geval op zijn verantwoordelijkheid voor het te nemen besluit kan worden aangesproken;

  • c.

    er sprake is van politiek of bestuurlijke gevoeligheid;

• 3.

  Mandaat en ondermandaat mogen slechts worden gebruikt in verband met de uitoefening van de aan betrokken functionaris toegewezen functie;

• 4.

  Mandaat mag niet worden toegepast indien, in welke vorm dan ook, een persoonlijk belang de besluitvorming kan beïnvloeden dan wel indien de schijn van belangenverstrengeling kan ontstaan waardoor de integriteit van de bestuurlijk verantwoordelijke en van betrokkene in het gedrang kan komen;

• 5.

  Voor mandaat en ondermandaat zijn er geldende voorschriften en afspraken, onder andere betreffende integrale advisering en voortvloeiende uit de gemeentelijke aansprakelijkheidsverzekering;

• 6.

  Overal waar mandaat staat kan ook volmacht of machtiging worden gelezen;

• 7.

  In geval van afwezigheid van de gemandateerde, gevolmachtigde of gemachtigde functionarissen, aan wie bij of krachtens dit besluit bevoegdheden zijn opgedragen, kan het mandaat worden uitgeoefend door diens plaatsvervanger of de leidinggevende van de gemandateerde.

Lijst met afkortingen/ namen:

Indien in dit register de afkorting h, t of m wordt gebruikt wordt hiermee bedoeld de h, t, m van de afdeling waaronder de bevoegdheid is gerangschikt. De mandaten die te vinden zijn onder Algemene afdeling (gehele organisatie) zijn uitgezonderd van deze regel.

Deze regeling met - register wordt periodiek, halfjaarlijks, onderhouden waarbij wenselijk geachte wijzigingen worden doorgevoerd en opnieuw vastgesteld.

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na vaststelling door het college.

Ingetrokken wordt hierbij de "Mandatenregeling 2012 gemeente Weert" alsmede het “Wijzigingsbesluit 2016 Mandatenregeling gemeente Weert” alsmede het "Besluit van de directeur Inwoners van de gemeente Weert houdende regeling ondermandaat sector Inwoners" en het "Besluit van de gemandateerde functionaris van de gemeente Weert houdende regels voor het ondermandaat VTH Ondermandaat VTH 2016".

Eventueel nog voorkomende separate mandaatbesluiten zullen bij de eerstvolgende onderhoudsronde alsnog worden opgenomen in dit besluit.

Deze regeling wordt aangehaald als de “Mandatenregeling en – register gemeente Weert 2021” (inclusief volmacht en machtiging).