Organisatie | Groningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Instructie en mandaatbesluit voor de gemeentesecretaris 2021 |
Citeertitel | Instructie en mandaatbesluit voor de gemeentesecretaris 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-05-2021 | Nieuwe regeling | 09-03-2021 | 80564-2021 |
Het college en de burgemeester, ieder voor zover het zijn eigen bevoegdheid betreft besluiten vast te stellen:
Instructie en mandaatbesluit voor de gemeentesecretaris 2021
Dit besluit is voor wat betreft het eerste gedeelte de uitwerking van de verplichting verwoord in artikel 103 van de Gemeentewet. Daarin is gesteld dat het college en de burgemeester een instructie vaststellen voor de gemeentesecretaris. In dit besluit zijn daarom algemene taken van de gemeentesecretaris weergegeven.
In het tweede gedeelte geeft dit besluit de gemeentesecretaris een aantal specifieke bevoegdheden, die niet op een andere plek in de organisatie worden belegd. Veel van de bevoegdheden waren al eerder aan de gemeentesecretaris gemandateerd; het besluit is geactualiseerd, onder meer aan de WNRA en geeft nog wat meer mogelijkheden om in mandaat te besluiten.
Artikel 8. Bevoegdheden opgedragen aan de gemeentesecretaris:
In dit besluit wordt een aantal specifieke en belangrijke bevoegdheden neergelegd bij de gemeentesecretaris. Belangrijk zijn de bevoegdheden om met vakbonden en ondernemings-ra(a)d(en) te overleggen.
Belangrijk is dat het college hier de bevoegdheid aan de gemeentesecretaris geeft om correspondentie te voeren n.a.v. collegebesluitvorming, standpuntbepaling en bespreking. Die mandatering maakt mogelijk dat collegebesluitvorming niet altijd vastgelegd hoeft te worden in formele, door college vast te stellen, collegebrieven. Het college draagt daarmee de secretaris op om het gevoelen van het college in correspondentie te verwoorden, de inhoud vast te stellen, de burgemeester draagt tevens de bevoegdheid op om in die gevallen namens het college te ondertekenen.
Verder houdt/krijgt de gemeentesecretaris de bevoegdheid om bezwaar en (hoger) beroep in te stellen en juridische procedures in brede zin aan te spannen. Het gaat hier bestuursrechtelijk om een belangrijke bevoegdheid, veelal gaat het om procedures tegen beslissingen van rijk en/of provincie.
Uitgangspunt in het gemeentelijk mandateringssysteem is dat het college of de burgemeester hier zelf over beslist. In de praktijk komt het nog wel eens voor dat er spoedheidshalve een procedure moet worden ingesteld en de tijd om de termijn te halen daarvoor ontbreekt. Ook kan het zijn dat het politieke belang minder groot is. In dat soort gevallen, ter beoordeling van de gemeentesecretaris zelf, kan er door de gemeentesecretaris namens het college of de burgemeester beroep of bezwaar worden ingediend. Dit wordt dan wel naderhand ter informatie aan het college voorgelegd. Het college of de burgemeester kan desgewenst het beroep of bezwaar intrekken. De gemeentesecretaris kan zelf beoordelen of toepassing van dit mandaat nodig en of wenselijk is, waarbij urgentie, belang en tijdsdruk een rol kunnen spelen.
Artikel 6 lid a is de tegenhanger van de HRM-regeling in het Algemeen mandaatbesluit 2021. Uitgangspunt is dat het personeelsmanagement bij de directeuren wordt neergelegd met een aantal uitzonderingen. Waar het om gaat is dat directeuren bevoegd worden om alle bevoegdheden uit te oefenen, behalve het ontslag op staande voet en/of verzoeken om ontslag bij de rechter en/of UWV.
De bevoegdheid om medewerkers te ontslaan, wordt hier exclusief aan de gemeentesecretaris toegekend. Het gaat hier om zwaarwegende besluiten, waarbij het van belang is om eenheid van beleid te garanderen. Directeuren zullen een belangrijke rol hebben bij de voorbereiding en uitvoering van dergelijke besluiten, maar het is de gemeentesecretaris die beslist.
Nieuw is het achtste lid: de gemeentesecretaris krijgt daar de bevoegdheid om bijzondere maatregelen te treffen jegens burgers die ernstig ongewenst gedrag vertonen. Soms komt het voor dat mensen zich zodanig gedragen, dat daardoor de normale uitvoering van werkzaamheden in het gedrang komt en/of dat medewerkers zich niet meer veilig voelen. Het kan gaan om zowel non verbaal als verbaal gedrag.
Daarvoor kunnen maatregelen getroffen worden: contactbeperkingen of -verboden, verboden om gebouwen te bezoeken, instellen van vaste contactpersonen enz. Dit komt op diverse plekken in de organisatie voor en het is goed om de beslissingsbevoegdheid daarover bij de gemeentesecretaris te leggen. Het gaat om een zware bevoegdheid en het is raadzaam om dit ook centraal te beleggen om niet al te lichtvaardig maatregelen te treffen.
Het gaat hier overigens om het besluiten tot feitelijk handelen.
Artikel 2 van het Algemeen mandaatbesluit 2021 is hierop onverkort van toepassing.
Toelichting: Net zoals dat geldt voor alle medewerkers van de gemeentelijke organisatie, is ook de gemeentesecretaris verplicht om in voorkomende gevallen terug te leggen. Wel is het zo dat juist van de gemeentesecretaris verwacht moet worden in te kunnen schatten wanneer het college de bevoegdheid aan zichzelf had kunnen voorbehouden.
Maar er zou een verkeerde inschatting gemaakt kunnen worden, hetgeen onverlet laat dat het mandaat geldt.