Organisatie | Weert |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Weert houdende regels omtrent de landbouwmandaten |
Citeertitel | Mandaatbesluit landbouwmandaten RDW |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
04-05-2021 | nieuwe regeling | 23-03-2021 |
Mandaatbesluit ontheffingen t.b.v. de voertuigen als bedoeld in de afdelingen 7, 8 en 14 van hoofdstuk 5 van de Regeling Voertuigen
Burgemeester en wethouders van de Gemeente Weert;
gelet op artikel 149 van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 9.1 van de Regeling Voertuigen en artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990,
Dit mandaat betreft de bevoegdheid tot het verlenen van ontheffing van het bepaalde in de afdelingen 7, 8 en 14 van hoofdstuk 5 van de Regeling Voertuigen, voor de eisen en voorwaarden aan de inrichting van deze voertuigen gesteld en ten aanzien van het rijden met deze voertuigen waarvan de afmetingen en massa's de wettelijke maxima overschrijden.
De bevoegdheid ingevolge artikel 149, eerste lid, onderdeel d, van de Wegenverkeerswet 1994 juncto artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 tot het verlenen van ontheffing te mandateren aan de Algemeen Directeur van de Dienst Wegverkeer voor zover noodzakelijk en direct samenhangend met de in lid 2 van dit artikel genoemde voertuigen.
De Algemeen Directeur van de Dienst Wegverkeer wordt toegestaan ten aanzien van de in artikel 1 verleende bevoegdheden aan medewerkers in dienst van de Dienst Wegverkeer onder mandaat te verlenen.
Een beschikking als bedoeld in artikel 1 wordt verleend met omschrijving van de voertuigen waarvoor deze wordt afgegeven dan wel geweigerd, de wegen en weggedeelten waarvoor de ontheffing geldt, en overeenkomstig het bepaalde in artikel 9.3 van de Regeling Voertuigen alsmede het bepaalde in artikel 3:45 van de Algemene wet bestuursrecht.
De gemandateerde dient de houder van de ontheffing erop te wijzen dat deze zich vooraf dient te overtuigen van de mogelijkheid van transport over de te berijden weg.
De gemandateerde zendt afschriften van zijn incidentele beschikkingen op basis van dit mandaat per omgaande toe aan het college.
De leges die verschuldigd zijn voor de behandeling van de ontheffingsaanvraag worden geïnd door de gemandateerde.