Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Eindhoven

Nadere regels voor compensatie Verordening bomen 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieEindhoven
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels voor compensatie Verordening bomen 2021
CiteertitelNadere regels Compensatieplicht Verordening Bomen 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 156 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-05-2021nieuwe regeling

20-04-2021

gmb-2021-135462

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels voor compensatie Verordening bomen 2021

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven;

 

gelet op artikel 156 van de Gemeentewet en artikel 2, zesde lid, van de Verordening bomen 2021;

besloten:

1.De Nadere Regels voor Compensatie Verordening bomen 2021 vast te stellen en de Nadere Regels voor compensatie 2015 in te trekken;

2.In te stemmen met de Groene kaart 2021 en de Groene kaart 2015 in te trekken;

besluit vast te stellen:

Nadere regels Compensatieplicht Verordening Bomen 2021

Artikel 1 Begrippen

Bomencompensatiefonds: Gemeentelijk fonds voor storting van financiële compensatie van de kap van een houtopstand, als ingesteld door de gemeenteraad op 21 mei 2013 (Gemeenteblad 2013, 63).

Boomdeskundige: Persoon in het bezit van een ETT (European Tree Technician) certificaat of vergelijkbaar kennisniveau

Compensatieplicht: Een voorschrift voor compensatie van de gekapte houtopstand behorende bij een vergunning.

Artikel 2 Compensatieplicht

Een compensatieplicht wordt in beginsel opgelegd wanneer een houtopstand gekapt wordt om een ‘rode reden’.

1. Rode reden

Rode redenen zijn alle redenen voor kappen, die niets te maken hebben met het beheer van bomen. Bijvoorbeeld: Bouwplannen, aanleg van parkeerplaatsen, vervangen van riolering, civieltechnische werkzaamheden, (uit)bouwen van woningen en opstallen. In deze situaties moeten de te kappen bomen worden gecompenseerd.

2. Groene reden

Wanneer het kappen van bomen een groene reden heeft, hoeft er niet gecompenseerd te worden. Groene redenen zijn groene beheermaatregelen of maatregelen ten gunste van natuur, te behouden bomen. Bijvoorbeeld: het verwijderen van bomen vanwege een dunning, natuur- en landschapsontwikkeling, het verwijderen van bomen ten behoeve van het realiseren van natuurvriendelijke oevers langs waterstructuren of ten behoeve van de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland.

3. Particuliere bomen en compensatie

Bij particuliere eigenaren van een houtopstand kan rekening worden gehouden met (bijzondere) omstandigheden van de situatie. Een uitzondering op de gelijkwaardige compensatie kan in uitzonderlijke gevallen worden gemaakt. De programmaleider groen beoordeeld dit. Fysieke compensatie (herplant) van de te verwijderen houtopstand is daarbij het uitgangspunt. Indien dit aangetoond niet haalbaar is, kan financieel worden gecompenseerd.

Artikel 3 Hoogte compensatie

Om de hoogte van het compensatiebedrag voor fysieke en financiële compensatie te bepalen wordt de monetaire waarde van de houtopstand als uitgangspunt genomen. De kosten voor de herplant of het te storten bedrag in het Bomencompensatiefonds moeten ten minste gelijk te zijn aan de (monetaire) waarde van de te kappen bomen. Uitgangspunt is dus gelijkwaardige compensatie. De monetaire waarde van de houtopstand wordt bepaald op basis van de NVTB- methode. Met NVTB wordt de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen bedoeld. Als rekenmodel om de boomwaarde te bepalen wordt de Methode NVTB zoals ontwikkeld door de Nederlandse Vereniging van Taxateurs van Bomen gehanteerd. Dit rekenmodel boomwaarde is op dit moment algemeen geaccepteerd als juridisch aanvaardbare methode om de waarde van bomen te bepalen.

Artikel 4 Uitvoering compensatieplicht

Aan de compensatieplicht kan op twee manieren worden voldaan.

1. Herplant (fysieke compensatie);

2. Financiële compensatie via storting in het Bomencompensatiefonds.

Ad. 1 Herplant

Wanneer een compensatieplicht wordt opgelegd, wordt in de basis uitgegaan van fysieke compensatie, dus herplant van bomen (groen voor groen). Gelijkwaardige compensatie is hierbij het uitgangspunt. Gelijkwaardigheid is gericht op het volume en kwaliteiten, de waarden van het verloren gegane groen. Indien er binnen de projectgrenzen/kavelgrens niet voldoende openbare groeiruimte voor herplant van een houtopstand beschikbaar is, kan de compensatieplicht ook worden vervuld door de realisatie van dak en/of gevelgroen. De toepassing van dak en/of gevelgroen ter vervanging van fysieke compensatie met bomen dient al voor de indiening van het compensatieplan te worden voorgelegd aan de boombeheerder en/of adviseur groen om te beoordelen of de compensatie middels dak en gevelgroen geoorloofd is. Bij blijvend verschil van mening over de inhoud van gelijkwaardigheid bepaalt de programmaleider groen. Tot deze herplant behoort ook minimaal 3 jaar zorgplicht t.b.v. een goede start/aanslaan van de boom. Onder zorgplicht wordt naast water geven, begeleidingssnoei, het vervangen van de boom verstaan wanneer deze dood gaat, of van dusdanig slechte kwaliteit is geworden, dat het eindbeeld niet meer kan ontstaan.

Compensatieplan

Ten behoeve van de compensatieplicht, moet een compensatieplan worden opgesteld. Een plan waarin staat beschreven hoe de te verwijderen houtopstand hinder wordt gecompenseerd en binnen welke termijn. Het plan is onderdeel van de aanvraag omgevingsvergunning. In beginsel dient er sprake te zijn van fysieke compensatie op basis van de waarde van de verwijderde houtopstand. De waarde van de te kappen bomen (NVTB-methode) is daarbij minimaal gelijk aan de waarde van de herplant.

Uit het compensatieplan blijkt:

• wat de waarde is van de te kappen houtopstand;

• op welke wijze deze waarde wordt gecompenseerd, bomen, dak en/of gevelgroen (fysieke compensatie is het uitgangspunt);

• welke bomen worden herplant;

• welke maat deze bomen hebben;

• wat de waarde is van de te herplanten bomen inclusief groeiplaatsverbetering en onderbeplanting;

De kosten van de herplant dienen in beginsel minimaal gelijk te zijn aan de (monetaire) waarde van de te kappen bomen. Uitzonderingen hierop kunnen zijn:

o herplant van een particuliere houtopstand;

o herplant van een compleet deel van de structuur (bestaande uit tenminste 20 bomen).

o waar de bomen, dak en/of gevelgroen precies worden gerealiseerd;

o in geval van (gedeeltelijke) financiële compensatie, dient te worden aangetoond, waarom fysieke compensatie niet haalbaar is en welk bedrag zal worden gestort in het Bomencompensatiefonds.

Het compensatieplan dient in een ontwerp, inclusief bijbehorende plantlijsten, groeiplaatsverbetering (duurzame groeiplaats) te worden aangeleverd, waarbij de maatvoering van de nieuwe bomen bij voorkeur 20-25 centimeter stamomtrek is, gemeten op een hoogte van 130 centimeter vanaf maaiveld. De nieuwe bomen dienen te beschikken over voldoende boven- en ondergrondse ruimte. Hierdoor krijgt de houtopstand de kans om te groeien en duurzaam bij te dragen aan de leefbaarheid van Eindhoven. Richtlijnen voor de benodigde ruimte voor bomen zijn te vinden in het handboek bomen (uitgave van het Norminstituut bomen). Het terug planten van het exacte aantal bomen is van ondergeschikt belang. De kwaliteit van de bomen, het te bereiken bladvolume en het groen beeld wat daarmee wordt gecreëerd staat voorop.

In het geval van herplant van een compleet deel van de structuur (bestaande uit tenminste 20 bomen) is de compensatieplicht minimaal 70% van de (monetaire)waarde van de te kappen boomstructuur. De aanlegkosten, inclusief het realiseren van ondergrondse groeiruimte en onderbeplanting en de eerste 3 jaar onderhoud mogen worden meegenomen in de berekening. De gespecificeerde begroting maakt onderdeel uit van het compensatieplan.

Compensatie dient in eerste instantie op dezelfde locatie plaats te vinden als waar de te kappen houtopstand aanwezig is/was. De bomen moeten voldoende boven- en ondergrondse ruimte hebben om zich te kunnen ontwikkelen. Indien herplant op de locatie niet mogelijk is, kan een alternatieve locatie in het plangebied of een soortgelijke locatie (op basis van het Groenbeleidsplan 2017) worden gebruikt. De aanschaf, aanplant van een boom, inclusief inrichten van een duurzame groeiplaats al dan niet met onderbeplanting, tellen mee bij de compensatie van de gekapte waarde.

Compensatietoets

Het compensatieplan wordt gedurende de vergunningprocedure voorgelegd aan de adviseur groen en/of boombeheerder van de gemeente. Deze toetst het compensatieplan op boomtechnische aspecten. Deze toets maakt onderdeel uit van het vergunningentraject. Op een goedgekeurd compensatieplan, kan, na uitvoer van dit plan geen financiële verrekening meer plaatsvinden. Bij blijvend verschil van mening over de inhoud van gelijkwaardigheid bepaalt de programmaleider groen.

Compensatietermijn

De compensatie moet binnen een bepaalde termijn plaatsvinden (standaard 3 jaar) en volgens schriftelijke aanwijzingen van het college. Er worden afspraken gemaakt hoe niet aangeslagen herplant dient te worden vervangen en binnen welke termijn.

Ad.2 Financiële compensatie

Wanneer herplant op basis van de monetaire waarde van de te kappen houtopstand, aantoonbaar fysiek niet mogelijk is of de compensatie kan niet binnen het gestelde tijdsbestek worden gerealiseerd, kan financieel worden gecompenseerd. Er moet dan wel schriftelijk worden gemotiveerd waarom herplant niet mogelijk is. Indien met herplant niet de gehele monetaire waarde van de te kappen bomen wordt gerealiseerd, resteert in beginsel een financiële compensatie ter grootte van het verschil met de investering in nieuwe aanplant, dak en/of gevelgroen. Het verschil in financiële waarde wordt gestort in het Bomencompensatiefonds.

Compensatiefactor

Bij financiële compensatie wordt een bedrag gestort in het Bomencompensatiefonds. Hierbij is de (monetaire) waarde van de te kappen bomen het uitgangspunt. De waarde van de te kappen bomen kan met een factor worden vermenigvuldigd. Dit is aan de orde in centrumgebieden en in groenarme gebieden, in verband met de hoge kosten van aanplanten van bomen in deze gebieden. Voor deze gebieden wordt daarom compensatiefactoren van respectievelijk 5 voor het centrum en 2 voor de groenarme gebieden gehanteerd. De uiteindelijke financiële compensatie bestaat in beginsel uit de (monetaire) waarde van de te kappen bomen (NVTB-methode) vermenigvuldigd met de bijbehorende compensatiefactor. Het totaal van deze berekening is het compensatiebedrag dat in het Bomencompensatiefonds gestort dient te worden. Ook in geval van gedeeltelijke financiële compensatie wordt in genoemde gebieden de compensatiefactor gehanteerd.

 

 

 

Eindhoven, .

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

 

 

 

 

,burgemeester

 

 

 

, secretaris

 

 

 

Mij bekend,

De gemeentesecretaris van Eindhoven