Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Den Helder

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder houdende regels omtrent het begrip onverwijld, het afzien van een bestuurlijke boete, het afgeven van een waarschuwing en de hoogte van een boete (Beleidsregel Bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDen Helder
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder houdende regels omtrent het begrip onverwijld, het afzien van een bestuurlijke boete, het afgeven van een waarschuwing en de hoogte van een boete (Beleidsregel Bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ)
CiteertitelBeleidsregel Bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Beleidsregel bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ van 19 januari 2016.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
  2. artikel 18a van de Participatiewet
  3. artikel 20a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
  4. artikel 20a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
  5. Boetebesluit socialezekerheidswetten
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-04-201701-01-2017nieuwe regeling

28-03-2017

Stadsnieuws, nr. 14, 09-04-2017

b17.00159

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder houdende regels omtrent het begrip onverwijld, het afzien van een bestuurlijke boete, het afgeven van een waarschuwing en de hoogte van een boete (Beleidsregel Bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder; gelet op de hem toekomende bevoegdheid;

 

besluit:

 

  • 1.

    in te trekken zijn besluit van 19 januari 2016 tot vaststelling van Beleidsregel met betrekking tot Bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ;

  • 2.

    vast te stellen de navolgende Beleidsregel Bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ.

Bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ

 

Algemeen

Het Besluit aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving is op 13 oktober 2012 (Stb 484) vastgesteld.

In dit besluit is geregeld dat per 1 januari 2013 bij schending van de inlichtingenplicht bestuurlijke boeten worden opgelegd, waar voorheen de uitkering werd afgestemd door middel van een verlaging.

 

De inlichtingenplicht houdt in dat de belanghebbende op grond van artikel 17 van de Participatiewet of artikel 13 van de IOAW/IOAZ verplicht is aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededelingen te doen van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dan zij van invloed kunnen zijn op zijn arbeidsinschakeling of het recht op bijstand/uitkering.

 

Binnen het Besluit aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving heeft de gemeente de bevoegdheid om nadere regels te stellen met betrekking tot het begrip onverwijld, het afzien van een bestuurlijke boete, het afgeven van een waarschuwing, de hoogte van een boete.

 

Gemeentelijk beleid

Artikel 1 Termijn verstrekken inlichtingen

  • 1.

    De belanghebbende dient zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen 7 kalenderdagen na het zich voordoen van een wijziging in zijn persoonlijke of financiële situatie het college hiervan op de hoogte te stellen.

  • 2.

    Er is sprake van niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht wanneer de informatie na kalenderdag 7 van belanghebbende wordt ontvangen.

  • 3.

    Bij te late melding zonder benadelingsbedrag bedraagt de boete € 150.

  • 4.

    In afwijking op lid 3 van dit artikel geldt bij de melding voor personen die in detentie raken;

    • a.

      bij een detentie periode van minder dan 1 maand wordt afgezien van het opleggen van een boete en

    • b.

      bij een detentieperiode van langer dan 1 maand wordt bij te late melding een waarschuwing gegeven.

Artikel 2 Afzien van bestuurlijke boete

  • 1.

    Het college ziet af van het opleggen van een boete wanneer iedere vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

  • 2.

    Het college ziet eveneens af van het opleggen van een boete indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn. Om af te zien van de boete bij dringende redenen moet onomstotelijk vaststaan dat er sprake is van een dermate acute noodsituatie dat het opleggen van een bestuurlijke boete tot onevenredige omstandigheden leidt.

  • 3.

    Het afgeven van een beschikking dat het college afziet van het opleggen van een bestuurlijke boete wegens dringende redenen is van belang in verband met eventuele recidive.

  • 4.

    Het college ziet af van het opleggen van een boete als het benadelingsbedrag € 50,00 bedraagt of minder. In deze situaties wordt een waarschuwing gegeven.

Artikel 3 Kwijtschelding van de bestuurlijke boete

  • 1.

    Indien wordt voldaan aan de voorwaarden als genoemd in artikel 18a lid 13 en 14 Participatiewet, verleent het college geheel of gedeeltelijke kwijtschelding van de boete.

  • 2.

    De voorwaarden van lid 1 zijn:

    • a.

      Er is geen sprake van opzet of grove schuld

    • b.

      Er is geen sprake van schending van de inlichtingenplicht binnen 1 jaar na de eerste boete,

    • c.

      Er is sprake van een verzoek van de belanghebbende

    • d.

      Er is sprake van medewerking van de belanghebbende aan een schuldregeling.

Artikel 4 verwijtbaar handelen bestuursorgaan.

Indien het bestuursorgaan niet tijdig reageert na ontvangst van gegevens die kunnen leiden tot een benadelingsbedrag, wordt het benadelingsbedrag voor de berekening van de boete beperkt tot het bedrag dat teveel zou zijn betaald als er wel tijdig zou zijn gereageerd.

Artikel 5 Evenredigheidsbeginsel

  • 1.

    De hoogte van de boete wordt altijd afgestemd op de ernst van de overtreding, de mate van verwijtbaarheid en de omstandigheden van betrokkene (n).

  • 2.

    De in het eerste lid aangegeven afstemming vindt plaats op individuele gronden.(maatwerk)

  • 3.

    Het benadelingsbedrag is het boetebedrag. Bij de Participatiewet wordt het netto benadelingsbedrag aangehouden; er vindt geen brutering van het benadelingsbedrag plaats. Bij de IOAW en IOAZ wordt het bruto benadelingsbedrag aangehouden.

Artikel 6 Draagkracht

  • 1.

    Bij de vaststelling van de draagkracht moet worden gekeken naar de financiële draagkracht ten tijde van het besluit tot opleggen van een boete.

  • 2.

    Bij de vaststelling van de financiële draagkracht blijft het vermogen buiten beschouwing.

  • 4.

    In het geval van kostendeling wordt de fictieve draagkracht vastgesteld op 10% van de van toepassing zijnde norm als er geen sprake zou zijn van kostendeling.

Artikel 7 Hoogte van de bestuurlijke boete

  • 1.

    Afhankelijk van de mate van verwijtbaarheid wordt de hoogte van de bestuurlijke boete bij schending van de inlichtingenplicht met benadeling van de gemeente als volgt afgestemd:

    • a.

      100% van het benadelingsbedrag bij opzet;

    • b.

      75% van het benadelingsbedrag bij grove schuld,

    • c.

      50% van het benadelingsbedrag bij normale gemiddelde verwijtbaarheid;

    • d.

      25% van het benadelingsbedrag bij verminderde verwijtbaarheid.

  • 2.

    De boete mag niet hoger zijn dan de boetes zoals in het strafrecht is vastgelegd.

  • 3.

    Bij de mate van verwijtbaarheid opzet en grove schuld ligt de bewijslast bij het college.

  • 4.

    Indien de inlichtingenplicht is geschonden waarbij de gemeente is benadeeld en er eerder een boete is opgelegd binnen een periode van vijf jaar, dan bedraagt de bestuurlijke boete 150% van het benadelingsbedrag. De op te leggen boete wordt hierbij afgestemd op de mate van verwijtbaarheid, zoals beschreven in het eerste lid.

  • 5.

    De maximale aflossingstermijn is :

    • a.

      24 maanden bij opzet,

    • b.

      18 maanden bij grove schuld,

    • c.

      12 maanden bij normale gemiddelde verwijtbaarheid en

    • d.

      6 maanden bij verminderde verwijtbaarheid.

Artikel 8 Schriftelijke waarschuwing en hoogte bestuurlijke boete zonder benadeling

  • 1.

    In plaats van een boete wordt een schriftelijke waarschuwing gegeven als het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht niet heeft geleid tot een benadelingsbedrag, tenzij:

    • a.

      het college een gegrond vermoeden heeft dat de belanghebbende opzettelijk de inlichtingenplicht heeft geschonden, en

    • b.

      het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht plaatsvindt binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbende een waarschuwing is gegeven.

  • 2.

    Wanneer sprake is van het bepaalde in het eerste lid onder a en b kan het college een boete opleggen van € 150,00.De boete wordt conform artikel 7 afgestemd op de mate van verwijtbaarheid.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het college kan in individuele bijzondere situaties ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze beleidsregel, indien toepassing van deze beleidsregel tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 10 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking de dag na publicatie en werkt terug tot 1 januari 2017.

Den Helder, 28 maart 2017

Burgemeester en Wethouders van Den Helder

burgemeester

Koen Schuiling

secretaris

Robert Reus