Organisatie | Den Helder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder houdende regels omtrent het begrip onverwijld, het afzien van een bestuurlijke boete, het afgeven van een waarschuwing en de hoogte van een boete (Beleidsregel Bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ) |
Citeertitel | Beleidsregel Bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregel bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ van 19 januari 2016.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-04-2017 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 28-03-2017 Stadsnieuws, nr. 14, 09-04-2017 | b17.00159 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder; gelet op de hem toekomende bevoegdheid;
Bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW en IOAZ
Het Besluit aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving is op 13 oktober 2012 (Stb 484) vastgesteld.
In dit besluit is geregeld dat per 1 januari 2013 bij schending van de inlichtingenplicht bestuurlijke boeten worden opgelegd, waar voorheen de uitkering werd afgestemd door middel van een verlaging.
De inlichtingenplicht houdt in dat de belanghebbende op grond van artikel 17 van de Participatiewet of artikel 13 van de IOAW/IOAZ verplicht is aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededelingen te doen van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dan zij van invloed kunnen zijn op zijn arbeidsinschakeling of het recht op bijstand/uitkering.
Binnen het Besluit aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving heeft de gemeente de bevoegdheid om nadere regels te stellen met betrekking tot het begrip onverwijld, het afzien van een bestuurlijke boete, het afgeven van een waarschuwing, de hoogte van een boete.
Artikel 2 Afzien van bestuurlijke boete
Het college ziet eveneens af van het opleggen van een boete indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn. Om af te zien van de boete bij dringende redenen moet onomstotelijk vaststaan dat er sprake is van een dermate acute noodsituatie dat het opleggen van een bestuurlijke boete tot onevenredige omstandigheden leidt.
Artikel 4 verwijtbaar handelen bestuursorgaan.
Indien het bestuursorgaan niet tijdig reageert na ontvangst van gegevens die kunnen leiden tot een benadelingsbedrag, wordt het benadelingsbedrag voor de berekening van de boete beperkt tot het bedrag dat teveel zou zijn betaald als er wel tijdig zou zijn gereageerd.
Artikel 7 Hoogte van de bestuurlijke boete
Indien de inlichtingenplicht is geschonden waarbij de gemeente is benadeeld en er eerder een boete is opgelegd binnen een periode van vijf jaar, dan bedraagt de bestuurlijke boete 150% van het benadelingsbedrag. De op te leggen boete wordt hierbij afgestemd op de mate van verwijtbaarheid, zoals beschreven in het eerste lid.
Het college kan in individuele bijzondere situaties ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze beleidsregel, indien toepassing van deze beleidsregel tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.