Organisatie | Noordwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Noordwijk houdende regels omtrent de nadeelcompensatie voor het project Drain Parallel Boulevard |
Citeertitel | Verordening Nadeelcompensatie Drain Parallel Boulevard |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Aanvraagformulier |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-04-2021 | nieuwe regeling | 13-04-2021 |
[Deze publicatie betreft een rectificatie vanwege een onjuistheid in de tekst van het aanvraagformulier. De oorspronkelijke publicatie is op 22 april 2021 bekendgemaakt, beschikbaar via Gemeenteblad 2021, 126934.]
De Raad der gemeente Noordwijk;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 maart 2021;
gelet op artikel 147 en 149 van de Gemeentewet en de artikelen 3:2 en 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht;
Verordening Nadeelcompensatie project Drain Parallel Boulevard
In deze verordening wordt verstaan onder:
project: het project Drain Parallel Boulevard betreffende de reconstructie van de Parallel Boulevard tussen de Grent en het Vuurtorenplein inclusief de aanleg van een drain(grondwatermaatregel), een infiltratieriool(Regenwatermaatregel) en de vervanging van de riolering, waartoe de gemeenteraad van Noordwijk heeft besloten op 19 februari 2019;
Artikel 2 Recht op nadeelcompensatie
Iedere belanghebbende die meent dat hij rechtstreeks door het project materiële schade lijdt of heeft geleden welke, gezien alle relevante omstandigheden uitgaat boven het normaal maatschappelijk risico en redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven kan bij het college een verzoek om nadeelcompensatie indienen.
Indien een strikte toepassing van deze verordening zou leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard voor de belanghebbende, kan het college afwijken van het in deze verordening bepaalde.
Noordwijk, 13 april 2021
De gemeenteraad van Noordwijk,
De secretaris,
M.R Fabricotti
De burgemeester,
W.J.A. Verkleij
AANVRAAGFORMULIER voor nadeelcompensatie Drain Parallel Boulevard
Ondergetekende verzoekt het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordwijk in aanmerking te komen voor een compensatie van nadeel op grond van de "Verordening Nadeelcompensatie Drain Parallel Boulevard”.
Indien u als particulier nadeelcompensatie aanvraagt, kunt u de vragen 2 t/m 7 overslaan.
Dit aanvraagformulier inclusief bijlage(n) dient te worden toegestuurd aan:
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordwijk
Niet door verzoeker in te vullen
Datum van ontvangst aanvraagformulier
Sinds 2013 zijn de gemeente Noordwijk en het Hoogheemraadschap van Rijnland geconfronteerd met grootschalige grondwateroverlast in Noordwijk aan Zee. De kennis is vastgelegd in de door Wareco/Deltares opgestelde rapportages “Grondwateronderzoek Noordwijk aan Zee 2013/2014”, d.d. 28 mei 2014 en “Oorzaken hoge grondwaterstand Noordwijk aan Zee”, d.d. 6 mei 2015.
Voornoemde rapporten geven een onderbouwing van de oorzaken voor deze overlast. Als gevolg van de kustversterking in 2007 door het hoogheemraadschap van Rijnland en de grootschalige infiltratie van regenwater door de gemeente Noordwijk hebben deze overheden de beslissingen genomen een grondwatermaatregel te treffen. In opdracht van voornoemde overheden wordt een drain onder de Parallel Boulevard aangelegd. Deze drain moet de grondwaterstand voor een groot deel van Noordwijk aan Zee weer verlagen naar ongeveer de grondwatersituatie van voor de kustversterking.
De aanleg van de drain, putten en pompinstallatie wordt gecombineerd met de reconstructie van de Parallel Boulevard. Het project is door Rijnland en Noordwijk gezamenlijk voorbereid en aanbesteed. De uitvoering start in 3e kwartaal van 2021.
Noordwijk en Rijnland zijn zich bewust van de belangen van de burgers, ondernemers en andere stakeholders. Daarvoor is in samenwerking met deze partijen een BLVC kader opgesteld. Aan de hand van een uitgebreid communicatietraject en een omgevingsscan zijn de kaders geformuleerd voor Bereikbaarheid, Leefbaarheid, Veiligheid en Communicatie. Deze kaders zijn in het bestek aan de aannemer meegegeven waarbij de aannemer deze kaders moet omzetten in een BLVC-plan. Aan de hand van dit plan zullen de directievoering van Noordwijk en de aannemer het project gaan uitvoeren waarbij zorgvuldig en met gevoel voor de omgeving invulling wordt gegeven aan de bereikbaarheid, veiligheid en leefbaarheid. Omgevingsmanagers van de gemeente en de aannemer personen staan voor deze belangrijke taak en zijn hierop aanspreekbaar en bereikbaar. Een uitgebreide communicatie draagt hieraan bij.
Gedurende het toeristenseizoen in de zomer worden er in het kader van de reconstructie geen werkzaamheden uitgevoerd. Dit om nadelige gevolgen voor horeca en ondernemers gedurende het toeristenseizoen weg te nemen.
De aanleg van de drain en de reconstructie van de openbare ruimte worden geacht te zijn in het algemeen belang.
Een aan de overheid gericht verzoek om schadevergoeding kan worden gebaseerd op zowel de onrechtmatige als de rechtmatige daad. Schadevergoeding op basis van een onrechtmatige daad is aan de orde als de overheid een fout heeft gemaakt die haar kan worden toegerekend. Schade die hieruit voortvloeit dient volledig te worden vergoed, waarbij herstel in de oude toestand het uitgangspunt is. Schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad wordt uitsluitend toegekend door de civiele rechter.
Daarnaast kan een burger door rechtmatige uitoefening van overheidsbevoegdheden schade lijden. In deze gevallen komt alleen de schade die in redelijkheid niet ten laste van de burger mag blijven voor vergoeding in aanmerking. De schadevergoeding die uit een rechtmatige overheidsdaad voortvloeit, wordt nadeelcompensatie genoemd.
Voorwaarden beroep op nadeelcompensatie
Om voor schadevergoeding door nadeelcompensatie in aanmerking te komen moet aan alle onderstaande voorwaarden worden voldaan.
Elke burger moet een zekere overlast en/of financieel nadeel dulden als gevolg van de omstandigheid dat hij tezamen met anderen op een beperkt grondgebied in een gemeenschap verenigd leeft. Zolang de nadelige gevolgen van rechtmatig overheidshandelen door de gemeenschap gedragen worden, behoort dit nadeel in beginsel voor rekening van betrokkene te blijven. Echter indien slechts een enkel individu of een beperkte groep van burgers/instellingen dit nadeel moet dragen, terwijl de rest van de gemeenschap voornamelijk profijt heeft van het handelen, moet de overheid dit nadeel (deels) compenseren.
Zo wordt in de jurisprudentie aangenomen dat ingrepen in de infrastructuur moeten worden beschouwd als een normale maatschappelijke ontwikkeling, waarmee iedereen kan worden geconfronteerd. Een zekere omzetdaling behoort dan tot het normaal maatschappelijk/ondernemersrisico. Welk percentage redelijk is hangt van andere omstandigheden af. Vaak wordt gekeken naar de duur van de maatregel, schadebeperkende maatregelen van de gemeente en in hoeverre het bedrijf nog bereikbaar was.
Er moet een causaal verband bestaan tussen het betreffende rechtmatig overheidshandelen en de geleden schade. Dit houdt in dat er een direct en rechtstreeks verband moet zijn tussen de schade en het betreffende overheidshandelen en/of uitvoering van werkzaamheden. Het kan zijn dat de schade (mede) andere oorzaken heeft. Dit kunnen maatschappelijke ontwikkelingen zijn, zoals bijvoorbeeld omzetdaling als gevolg van een verzadiging van de markt, brancheontwikkelingen etc. of door het bedrijf gemaakte keuzen m.b.t. de bedrijfsvoering.
Tot slot kan bij vaststelling van de te vergoeden schade ook gekeken worden of het besluit dat schade heeft veroorzaakt ook niet tevens een voordeel voor de benadeelde heeft opgeleverd. Dit voordeel moet worden verrekend met de te vergoeden schade. Voorbeeld daarvan is een zusterfiliaal van de benadeelde onderneming dat een deel van de klap opvangt door de overloop van klanten.
In dit artikel worden enkele kernbegrippen van de regeling omschreven.
Lid 2: In de omschrijving van het project is aangegeven waarop de onderhavige regeling betrekking heeft en ligt derhalve tevens de beperking van de werkingssfeer van deze verordening. De regeling ziet uitsluitend op de feitelijke uitvoering van werkzaamheden van substantiële omvang en duur door of in opdracht van de gemeente Noordwijk.
Lid 5: In het kader van deze verordening dient het te gaan om op geld waardeerbare schade die leidt tot aantasting van het inkomen en/of vermogen.
Artikel 2. Het recht op nadeelcompensatie.
Lid 1: Dit is de maatstaf aan de hand waarvan wordt gekeken of nadeelcompensatie zal worden toegekend:
Het nadeel komt niet voor vergoeding in aanmerking, indien het anderszins is verzekerd. Deze verordening heeft een aanvullend karakter. Indien nadeel al via een andere weg vergoed is, valt dit nadeel niet meer onder de verordening. De verordening treedt dan ook niet in de plaats van bestaande (wettelijke) compensatieregelingen (zie ook lid 3).
De schade moet het rechtstreekse gevolg zijn van de feitelijke uitvoering van het project Drain Parallel Boulevard. Er moet derhalve sprake zijn van causaal verband. Indien zonder de werkzaamheden in verband met het project het nadeel zich eveneens zou hebben voorgedaan, is er geen oorzakelijk verband tussen het project en de schade, waardoor de schade niet voor vergoeding in de zin van deze verordening in aanmerking komt.
Verder komt het nadeel niet voor vergoeding in aanmerking, indien de verzoeker het risico van mogelijke benadeling (actief of passief) heeft aanvaard. Zie voor de uitleg van deze begrippen de algemene toelichting. Kosten voor schadevoorkomende en/of –beperkende maatregelen vallen juist onder "nadeel" dat in principe wel voor vergoeding in aanmerking kan komen (zie artikel 5 lid 1 sub c van deze verordening).
Lid 2: De vergoeding kan in geld of op andere wijze plaatsvinden. Dit kan op verzoek of voorstel van de belanghebbende , het college of op advies van de deskundige. De waarde van de compensatie anders dan in geld mag echter niet hoger zijn dan het bedrag in geld waarop de belanghebbende aanspraak zou kunnen maken. Wanneer de waarde van de compensatie op andere wijze groter zou zijn dan het bedrag in geld waarop de belanghebbende aanspraak zou kunnen maken, kan het college besluiten alsnog nadeelcompensatie in geld toe te kennen.
Artikel 3. Het verzoek om nadeelcompensatie.
Verzoeken kunnen niet eerder dan zes maanden na oplevering van het project worden ingediend. Hiervoor is gekozen, omdat men na de eindoplevering dan een periode kan wennen aan de nieuwe situatie. Klanten van ondernemingen kunnen dan weer hun weg terug vinden naar de ondernemingen en bewoners kunnen wennen aan de veranderde omstandigheden. Na die zes maanden kan men dan overwegen om een verzoek om compensatie in te dienen. Voor spoedeisende zaken tijdens de bouw en voordat de zes maandentermijn verstreken is, kan gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid van een versnellingsverzoek.
Verzoeken dienen uiterlijk binnen twee jaar ingediend te worden. Hiervoor is gekozen, zodat in het geval van bijvoorbeeld omzetderving door de belanghebbende ondernemer heeft kunnen bekijken wat de effecten zijn gedurende ten minste één volledig boekjaar. Bij het stellen van een nog langere termijn wordt het steeds moeilijker het oorzakelijk verband tussen het project en de schade te bepalen. Er kunnen zich echter gevallen voordoen, waarbij de schade eerst na langere tijd intreedt of kenbaar wordt en derhalve pas na geruime tijd een verzoek om nadeelcompensatie ingediend kan worden. Het tegenwerpen van een termijn die is verstreken, is dan onjuist. Indien de aanvrager redelijkerwijs niet eerder een verzoek kon indienen, zal zijn aanvraag toch in behandeling worden genomen.
Om misverstanden te voorkomen zal door het college worden bepaald welke datum geldt als eindoplevering van het project. Dit zal worden gepubliceerd op de gebruikelijke wijze in de gemeenterubriek binnen zes weken na de eindoplevering.
Op deze verzoeken is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing (onvolledigheid stukken, aanvullen, buiten behandeling laten etc.).
Artikel 4. De procedure met advies deskundige.
Lid 4.1: Afdeling 3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is op deze adviesprocedure van toepassing.
Lid 4.2: Van de mondelinge zienswijzen gepresenteerd tijdens een eventuele hoorzitting wordt een verslag gemaakt. Het verslag wordt aan de belanghebbende en de gemeente toegezonden. Zowel de belanghebbende als de gemeente kunnen zich tijdens de hoorzitting laten bijstaan door meegebrachte deskundigen. Deze deskundigen worden in de gelegenheid gesteld een toelichting te geven.
Artikel 5. Het advies van de deskundige.
Lid 5.1.f: Het betreft hier door belanghebbende gemaakte deskundigenkosten, voor zover het inschakelen van bijstand van een professioneel deskundige (zoals een financieel deskundige of rechtsbijstand) redelijkerwijs noodzakelijk was voor indiening en onderbouwing van het verzoek en voor zover de gemaakte kosten redelijk zijn.
Artikel 6. De beslissing op het verzoek.
Lid 6.1: Het advies van de deskundige is niet bindend. Het college behoudt zijn eigen verantwoordelijkheid voor het te nemen besluit. Zoals elk besluit van een bestuursorgaan dient, met name een besluit dat afwijkt van het advies, voldoende te worden onderbouwd.
Lid 6. 2: Een verlenging van de beslistermijn dient gemotiveerd aan de belanghebbende te worden medegedeeld.
Artikel 7. De vereenvoudigde procedure zonder advies deskundige.
Lid 7.1: De vereenvoudigde procedure is bedoeld voor zaken waarbij een onderzoek en advies van de deskundige overbodig zijn, omdat burgemeester en wethouders over voldoende gegevens beschikken om een toe- of afwijzend besluit te nemen. Indien een verzoek naar het oordeel van burgemeester en wethouders kennelijk gegrond of kennelijk ongegrond is, wordt het verzoek zonder behandeling door de deskundige toe- of afgewezen. Indien bijvoorbeeld na summier onderzoek reeds duidelijk is dat het geleden nadeel voor vergoeding in aanmerking komt en de hoogte hiervan duidelijk is, kunnen burgemeester en wethouders het verzoek direct, zonder nader onderzoek, toewijzen. Eveneens kunnen burgemeester en wethouders het verzoek om nadeelcompensatie direct afwijzen indien duidelijk is dat het geleden nadeel niet door de gemeente is veroorzaakt.
Lid 7.2: Een verlenging van de beslistermijn dient gemotiveerd aan de belanghebbende te worden medegedeeld.
Artikel 8. Versnellingsverzoek.
Lid 8.1: In bijzondere gevallen kan het voorkomen dat niet gewacht kan worden op de eindbeslissing op het verzoek om nadeelcompensatie. Een versnellingsverzoek zal veelal bestaan uit een voorschot, maar kan bijvoorbeeld ook bestaan uit het door de gemeente uitvoeren van bepaalde werkzaamheden ten gunste van de belanghebbende (zoals het verbeteren van de bereikbaarheid). De mogelijkheid een voorschot te verkrijgen staat open voor:
Voor ondernemers zal bijvoorbeeld van een dergelijk spoedeisend belang sprake zijn, indien bij toepassing van het uitgangspunt dat nadeel pas achteraf wordt gecompenseerd, de bedrijfscontinuïteit wordt bedreigd. Op deze wijze wordt met name met de belangen van kleine(re) ondernemingen rekening gehouden.
Lid 8.2: Als start van het bouwproject kan gehanteerd worden 1 september 2021.
Lid 8.3: Een positief besluit van het college op het verzoek tot het treffen van een versnellingsverzoek betekent niet per definitie dat er ook op het verzoek om nadeelcompensatie positief besloten zal worden. Het besluit omtrent de versnellingsverzoek wordt al genomen gedurende de werkzaamheden. De situatie over de langere termijn is dan nog onvoldoende in beeld. Na afronding van het project is het daadwerkelijke nadeel vaak pas goed te overzien. Dit kan een heel ander beeld van het geleden nadeel geven dan gedurende de werkzaamheden het geval kan zijn.
Lid 8.4: De term "versnellingsverzoek " impliceert al dat er nog een definitief besluit genomen moet worden. Het verzoek om een versnelling wordt dan ook zes maanden na afronding van de werkzaamheden (dus als de periode waarin verzoeken om nadeelcompensatie ingediend kunnen worden begint) aangemerkt als verzoek om nadeelcompensatie. De belanghebbende zal dan de noodzakelijke gegevens moeten overleggen om te beoordelen of hij in aanmerking komt voor nadeelcompensatie. Pas als het project afgerond is, kan d.m.v. het onderzoek voor de nadeelcompensatie vastgesteld worden of er nadeel is en zo ja, hoe hoog het nadeel daadwerkelijk is geweest en kan definitief geconcludeerd worden of een eventueel toegekend voorschot terecht was of niet. Het voorschot kan dan worden verrekend met het uitgekeerde nadeelcompensatie.
Lid 8.6 : Het college bepaald de vorm van een zekerheidsstelling. Een terugbetalingsverklaring is van toepassing op bedragen tot honderdduizend Euro(Indicatief). Boven de honderdduizend Euro (Indicatief) zal het college een zekerheidsstelling in de vorm van een bakgarantie vragen. Het college kan bij de keuze voor een zekerheidsstelling zonder opgaaf van reden afwijken van de hiervoor genoemde grens van honderdduizend Euro.
Via de hardheidsclausule is de mogelijkheid opengelaten om in zeer bijzondere, incidentele gevallen van het bepaalde in deze verordening af te wijken.