Organisatie | Delft |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van de burgemeester van de gemeente Delft houdende regels omtrent de helingaanpak van handelaren in ongeregelde en gebruikte goederen (Beleidsregels heling voor handelaren in ongeregelde en gebruikte goederen) |
Citeertitel | Beleidsregels heling voor handelaren in ongeregelde en gebruikte goederen |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
29-04-2021 | nieuwe regeling | 09-04-2021 |
Straatroven, woninginbraken en overvallen hebben een grote impact op slachtoffers en vormen een gevaar voor de openbare orde en het woon- en leefklimaat. De gestolen goederen worden vaak doorverkocht. Heling is dus veelal het gevolg van een high-impact-crime. Daarom is er alle belang bij om het doorverkopen van gestolen goederen zo moeilijk mogelijk te maken.
Iedere ondernemer kan het beroep van ‘handelaar’ uitoefenen. 1 Handelaren horen ook bij een stad als Delft. Een deel van de branche is echter kwetsbaar voor het faciliteren van criminaliteit. Handelaren dragen hiermee een grote verantwoordelijkheid.
Daarom heeft de gemeente Delft voor deze handelaren, als aanvulling op landelijke wet- en regelgeving2 , een aantal regels opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening voor Delft (hierna: APV Delft). 3
Het niet voldoen aan deze regels levert, vooral bij herhaling, de aanmerkelijke kans op dat er heling plaatsvindt en vormt daarmee een inbreuk op de openbare orde op. Op basis van genoemde wet- en regelgeving is daarom beleidsregels opgesteld.
Indien een handelaar de regels niet nakomt, kan de burgemeester dan ook ter bescherming van de openbare orde bestuurlijke maatregelen nemen. Een maatregel kan zijn dat de burgemeester op basis van artikel 174 van de Gemeentewet het pand van waaruit de overtreding plaatsvindt, sluit.
De doelstelling van deze beleidsregels is drieledig:
In deze beleidsregels wordt aan de hand van het handhavingsarrangement in hoofdstuk 2 uiteengezet hoe de burgemeester onder andere omgaat met haar sluitingsbevoegdheid.
In onderstaand schema wordt per soort overtreding aangegeven op welke wijze hiermee wordt omgegaan.
Ingeval van verzwarende omstandigheden kunnen bestuurlijke maatregelen worden overgeslagen, of kan een zwaardere bestuurlijke maatregel worden opgelegd.
Verzwarende feiten en omstandigheden zijn (niet limitatief):
De burgemeester weegt in haar besluitvorming over het treffen van een bestuurlijke maatregel het belang van de handelaar en overige belanghebbenden af tegen dat van de openbare orde. De openbare orde weegt daarbij zwaar. De openbare orde kan in bepaalde gevallen zijn aangetast zonder dat direct sprake is van een overtreding door de handelaar.
Naast de naleving van de geldende wet- en regelgeving kijkt de burgemeester dus ook naar de invloed van de onderneming op haar omgeving. Een handelaar heeft in die zin een zogenaamde ‘risicoaansprakelijkheid’ bijvoorbeeld wanneer de onderneming als (bekende) afzetmarkt dient voor gestolen goederen.
Het soort, de hoeveelheid en/of de locatie van de aangetroffen gestolen goederen, net als de frequentie waarmee dit soort goederen wordt aangetroffen spelen hierin voor de mate van aantasting van de openbare orde een belangrijke rol.
Daarnaast wordt in de afweging ook meegenomen op welke wijze de handelaar aantoonbaar invulling heeft gegeven aan zijn ‘onderzoeksplicht’ voorafgaande aan de inkoop van goederen. Oftewel welke voorzorgsmaatregelen neemt een handelaar om te voorkomen dat gestolen goederen worden ingekocht. Van de handelaar mag worden verwacht dat deze de handelsmarkt in de betreffende goederen goed kent.
Van een handelaar mag tevens worden verwacht dat deze zich bewust is van het feit dat de handel in ongeregelde en gebruikte goederen verantwoordelijkheden met zich mee brengt ten aanzien van het voorkomen van handel in gestolen goederen.
Van een handelaar wordt verwacht dat hij zich aan de geldende wet- en regelgeving houdt. Van hem wordt derhalve verwacht dat hij heling actief tegengaat. Heling is het gevolg van een high-impact-crime en heeft een grote impact op het woon- en leefklimaat en tast de openbare orde aan. De burgemeester ziet heling als een zeer ernstig incident.
Wanneer het aannemelijk is dat een handelaar zich schuldig maakt aan heling, zal de burgemeester dan ook direct overgaan tot een sluiting van drie maanden. Bij recidive sluit de burgemeester de inrichting voor een onbepaalde tijd.
2.1.3 Niet voldoen aan voorschriften
Het niet voldoen aan de voorschriften uit afdeling 12 APV Delft en de artikelen 437 en 437bis Sr betekent niet direct dat sprake is van heling. Het betekent wel dat een handelaar nalatig is in zijn plicht om heling actief tegen te gaan. Het (herhaaldelijk) niet naleven van deze voorschriften levert de aanmerkelijke kans op dat er heling plaatsvindt, hetgeen een inbreuk op de openbare orde oplevert.
Op het niet voldoen aan deze voorschriften volgt daarom in beginsel een bestuurlijke waarschuwing. De handelaar krijgt daarbij de ruimte om zijn gedrag aan te passen en maatregelen te nemen. Het hangt van de ernst van de overtredingen af hoeveel waarschuwingen er worden gegeven, voor er daadwerkelijk wordt overgegaan tot het opleggen van een bestuurlijke maatregel: een last onder dwangsom.
De burgemeester rekent het een handelaar bijvoorbeeld zwaarder aan wanneer hij vermoedens van een strafbaar feit niet meldt, dan wanneer hij zijn in- en/of verkoopregister niet (volledig) heeft bijgehouden. Ook rekent de burgemeester het een handelaar zwaar aan, indien hij een toezichthouder geen medewerking verleent bij het controleren van het in- en/of verkoopregister. Immers, heling kan alleen voorkomen worden als handelaren en toezichthouders daarbij samenwerken.
Wordt geen medewerking verleend aan een toezichthouder, volgt een bestuurlijke waarschuwing, waarna bij een tweede constatering een last onder dwangsom volgt en bij een derde constatering een sluiting voor de duur van drie maanden.
Hetzelfde geldt voor het onder zich houden van een goed korter dan de vereiste zeven dagen of voor het niet naleven van een last van de toezichthouder om een verdacht goed voor een bepaalde periode onder zich te houden dan wel een andere aanwijzing gegeven bij die last. Een handelaar die zich hier niet aan houdt, geeft toezichthouders onvoldoende ruimte om strafbare feiten te constateren. In deze situaties waarschuwt de burgemeester daarom slechts eenmalig.
2.1.4 Het verwerven van een goed van een minderjarige
Ook minderjarigen (<18 jaar) maken zich schuldig aan misdrijven waarbij goederen worden buitgemaakt en/of verworven. Het verwerven van een goed van een minderjarige rekent de burgemeester dan ook zwaar aan. Jeugdcriminaliteit is zeer kwalijk, een gevaar voor de openbare orde en het woon- en leefklimaat en dit dient zoveel mogelijk voorkomen en bestreden te worden. Indien een goed van een minderjarige wordt verworven, wordt derhalve eenmalig een waarschuwing gegeven, waarna bij een tweede constatering een last onder dwangsom volgt.
2.1.5 Artikel 2:57 onder a APV Delft
Een handelaar moet de burgemeester binnen drie dagen schriftelijk in kennis stellen dat hij het beroep van handelaar uitoefent. Datzelfde geldt ook indien zijn woonadres dan wel het adres van zijn onderneming wijzigt en wanneer hij het beroep van handelaar niet langer uitoefent. Om als handelaar aan deze verplichting te kunnen voldoen is het digitaal opkopers loket (DOL) ingericht die via de website van de gemeente Delft te benaderen valt. Indien een handelaar niet voldoet aan deze verplichting bestaan de eerste twee maatregelen uit een waarschuwing waarna een sluiting volgt van vier weken.
2.1.6 Geldigheidstermijn overtreding
Voor het handhavingsarrangement geldt dat een volgende maatregel wordt genomen wanneer binnen een jaar na een vorige overtreding opnieuw een overtreding plaatsvindt.
Een overtreding blijft vijf jaar meetellen. Vindt een overtreding binnen vijf jaar na de vorige overtreding plaats, maar is de vorige keer langer dan een jaar geleden, dan wordt de handhavingsstap (maatregel) herhaald.
Tegen een overtreding kan zowel op basis van het strafrecht als op basis van het bestuursrecht respectievelijk een sanctie en bestuurlijke maatregel worden getroffen.
Strafrecht is punitief: op een overtreding van een wetsartikel volgt een, door een opsporingsambtenaar op te leggen, straf. Een bestuurlijke maatregel die de burgemeester treft is een reparatoire maatregel, die als doel heeft de aangetaste openbare orde en veiligheid te herstellen, dan wel te voorkomen dat deze (verder) wordt verstoord. Bestuursrecht en strafrecht worden naast elkaar toegepast.
De handelaar of een voor hem handelend persoon is verplicht:
Artikel 437, lid 1, Wetboek van Strafrecht
Ingevolge deze bepaling uit het Wetboek van Stafrecht wordt een handelaar in voormelde zin met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie gestraft, die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf:
aan een hem schriftelijk uitgereikt last van een ambtenaar, zoals bedoeld in onderdeel c, tot het gedurende een daarbij aangegeven tijd, veertien dagen niet te boven gaande, bewaren of in bewaring geven van een goed dat hij voorhanden heeft, of aan een hem bij die last gegeven aanwijzing, geen gevolg geeft, of
Artikel 2, lid 2, van het Uitvoeringsbesluit ex artikel 437 Wetboek van Strafrecht
De handelaar, aangewezen in artikel 1 van dit besluit, voldoet aan de verplichting ingevolge artikel 437, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht tot het aantekening houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij heeft verworven of voorhanden heeft indien hij een doorlopend en een door of namens de burgemeester gewaarmerkt register houdt en daarin onverwijld vermeldt:
Artikel 437bis, lid 1, Wetboek van Strafrecht
Met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft de handelaar die op grond van artikel 437 bij algemene maatregel van bestuur is aangewezen en in de oefening van zijn beroep of bedrijf: