Organisatie | Dongen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Afsprakenkader VVE gemeente Dongen mei 2017 |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-11-2017 | nieuwe regeling | 22-11-2017 |
Sinds 1 januari 2016 wordt de peuteropvang, inclusief voor-en vroegschoolse educatie (hierna:VVE) uitgevoerd door drie aanbieders (St KID, Petito's en de Toverdroom) op vijf locaties in de kern Dongen, Dongen Vaart en 's Gravenmoer. Met aanbieders is afgesproken dat zij op basis van kwartaalrapportages inzicht geven in o.a. bezettingsgegevens, aantal kinderen met een VVE indicatie en wachtlijstgegevens. De GGD voert in opdracht van de gemeente aangekondigde en niet aangekondigde inspecties uit. Tijdens deze inspecties worden alle domeinen uit de Wet Kinderopvang en Kwaliteit Peuterspeelzalen (Wkkp), inclusief VVE geïnspecteerd en wordt beoordeeld of aan alle subsidievoorwaarden is voldaan. Via diverse overleggen (netwerkoverleggen, werkgroep herijking ondersteuningsstructuur, subwerkgroep doorgaande lijn en de Lokale Educatieve Agenda) wordt verder gewerkt aan een kwalitatief goed aanbod en het verbeteren van de ondersteuning en zorg aan kinderen in de gemeente Dongen.
Verbetering, versterking en doorontwikkeling zijn daarbij belangrijke uitgangspunten.
Waar staan we in onze gemeente als het gaat om VVE?
In 2016 hebben diverse netwerkbijeenkomsten plaatsgevonden met de aanbieders, jeugdgezondheidszorg GGD (hierna: JGZ), bibliotheek en gemeente waarin verschillende onderwerpen aan bod zijn gekomen zoals afspraken over samenwerking en overdracht tussen consultatiebureau en aanbieders, afspraken over zorg op maat indien sprake is van zwaardere (gedrags)problematiek, het opstellen van ontwikkelingsplannen voor VVE geïndiceerde peuters, verder versterken van de samenwerking met het onderwijs (kwaliteitsslag doorgaande lijn, overdrachtsformulier, observatiemethode), aansluiting met de herijking ondersteuningsstructuur, vergroten ouderbetrokkenheid, aanvullende vormen van opvoedingsondersteuning en de relatie met particuliere initiatieven (o.a. logopedie). Tevens zijn afspraken gemaakt over het verlagen van de instroomleeftijd VVE van 3 jaar naar 2 jaar en 6 maanden, indien nodig tussentijds beëindigen van een VVE traject en afspraken over toeleiding en monitoring. Voor de verschillende aspecten van VVE zijn in afstemming met alle partners beleidsdoelen opgesteld en in deze nota nader toegelicht.
In deze nota wordt een aantal begrippen rondom VVE uiteengezet, afspraken rondom toeleiding , bereik en aanbod VVE benoemd en vervolgens wordt stilgestaan bij de ontwikkelpunten: vergroten ouderbetrokkenheid, versterken doorgaande lijn, interne en gemeentelijke kwaliteitszorg vroegschoolse VVE, resultaatafspraken en gemeentelijke kwaliteitszorg.
1. Definitie van voor-en vroegschoolse educatie
VVE is erop gericht om ontwikkelingsachter¬standen bij kinderen in de leeftijd van 2 tot 6 jaar te voorkomen of te vermin¬deren door middel van educatieve programma’s. In de peuteropvang in de voorschoolse periode geven pedagogisch medewerkers structureel extra aandacht aan taalvaardigheid, sociaal-emotionele en motorische ontwikkeling (voorschoolse educatie) van peuters.
In de gemeente Dongen wordt op vijf locaties voor peuteropvang gewerkt met een VVE-programma. Samen willen we ervoor zorgen dat ieder kind klaar is voor een goede start op de basisschool.
Voor de gemeente Dongen geldt de volgende definitie:
Een peuter van 2,5 tot 4 jaar die in aanmerking komt voor de extra vve-dagdelen is een peuter die een achterstand heeft opgelopen of dreigt op te lopen in de taalontwikkeling en/of op sociaal-emotioneel gebied.
Ter verduidelijking van deze definitie zijn de volgende opmerkingen toegevoegd:
een doelgroep peuter heeft niet in alle gevallen externe hulp nodig (bijvoorbeeld een kind dat de Nederlandse taal niet beheerst, maar wel taalbesef heeft, hoeft daarvoor niet per se naar logopedie). Het is dan aan de ouders om ook de Nederlandse taal aan te bieden. We stimuleren ouders nadrukkelijk om de Nederlandse taal aan te bieden.
Vanaf het eerste consult wordt door de JGZ (consultatiebureau) met de ouders gesproken over de taalontwikkeling van het kind. Het kind is weliswaar nog te jong om al een taalachterstand bij hem of haar te kunnen vaststellen, maar een potentiële achterstand doordat ouders bijvoorbeeld allebei geen Nederlands spreken of een laag opleidingsniveau hebben, kan wel gesignaleerd worden. Bij het 15- maandenconsult worden deze ouders nogmaals geattendeerd over de voorschool en wordt hierover meer informatie aangeboden (meegeven informatiefolder peuteropvang Dongen). De duur van het 2-jaars consult is per 1 januari 2016 uitgebreid, zodat de jeugdarts tijd heeft voor een zorgvuldig spraaktaalonderzoek van het kind. Door middel van het Van Wiechenschema een achterstand of dreigende achterstand gesignaleerd. Er is een stroomschema (zie bijlage I) ontwikkeld waarin de tijdstippen en routes vermeld zijn in verband met de verwijzing.
Als dat nodig is vindt een huisbezoek plaats door de jeugdverpleegkundige om het kind te observeren in de thuissituatie.
Bij peuters bij wie zorg bestaat rondom de spraaktaalontwikkeling wordt een herhaalconsult afgesproken bij 2,6 jaar bij de jeugdarts. De beoordeling van de taalontwikkeling wordt betrokken bij het advies. Instromen in VVE in de gemeente Dongen start bij de leeftijd van 2,5 jaar.
Voor het volledige oproepschema van de JGZ wordt verwezen naar bijlage II.
De JGZ investeert in voorlichting over de spraak- en taalontwikkeling en het belang van voorlezen. De JGZ werkt aan een goede samenwerking met (voor-)scholen en ondersteunen hen bij hun vragen over de ontwikkeling van kinderen. Samen met de gemeente Dongen en netwerkpartners wordt gewerkt aan een goede toeleiding van doelgroepkinderen naar VVE en desgewenst naar zorg.
In de gemeente Dongen krijgen vve-geïndiceerde peuters vier dagdelen peuteropvang met een vve-programma aangeboden. Het derde en vierde dagdeel wordt geheel bekostigd door de gemeente.
Op vijf locaties wordt peuteropvang/VVE aangeboden door St KID, Petito's en de Toverdroom. De aanbieders werken met VVE gecertificeerde medewerkers en met een aantoonbaar VVE programma dat is goedgekeurd door de inspectie (in Dongen: Uk & Puk en Puk & co, Piramide). Er is sprake van een thematische koppeling tussen reguliere peuteropvangactiviteiten en Vve activiteiten.
De gemeente stelt als voorwaarde dat de tien uren worden verdeeld over vier dagdelen en niet aaneensluitend over bijvoorbeeld één of twee dagdelen. De doelen hebben zowel betrekking op taalontwikkeling als op de sociaal emotionele ontwikkeling: o.a. vergroten van de woordenschat, taalbegrip, het doen en ervaren omzetten in taal, leren benoemen en communiceren, interactie met speelgenootjes.
In de tweemaandelijkse netwerkbijeenkomsten met de aanbieders, bibliotheek, gemeente en de JGZ is bereik en toeleiding een vast gespreksonderwerp: hebben wij alle (zorg-)peuters in beeld, moet er een extra interventie of oproepmoment worden ingezet, moeten wij ouders nabellen, is er aanvullende zorg benodigd. Tevens wordt tijdens deze netwerkbijeenkomsten input opgehaald ter versterking van het VVE beleid en worden themabijeenkomsten georganiseerd (zie bijlage IV werkafspraken).
Door Oberon wordt momenteel onderzocht wat de mogelijkheden zijn om de peuteropvang / VVE vraaggericht te financieren waarmee alleen betaald wordt voor daadwerkelijk gebruik. Tevens wordt beoogd om de keuzevrijheid van ouders te vergroten door meer locaties te contracteren met behoud van de kwaliteit zoals we die gewend zijn. Beoogde ingangsdatum is 1 januari 2018.
De GGD toetst of aanbieders voldoen aan de voorwaarden waarbinnen VVE moet worden uitgevoerd. Tijdens deze inspecties worden alle domeinen uit de Wet Kinderopvang en Kwaliteit Peuterspeelzalen (Wkkp), inclusief VVE geïnspecteerd. Op dit moment voldoen alle aanbieders.
De inspectie voor het Onderwijs ziet toe op de inhoudelijke kwaliteit van VVE en heeft deze in het schooljaar 2016-2017 onderzocht middels een digitale vragenlijst en een onderzoek naar de uitvoering van de wettelijke VVE verplichtingen. Door de inspectie is daarbij gekeken naar het beleid van de gemeente en ook de uitvoering van VVE. De inspectie is op bezoek geweest bij één van de VVE-locaties is 's Gravenmoer. In het VVE-rapport van de inspectie zijn scores gegeven op de verschillende beleidsonderdelen. Per onderdeel is beschreven op welke punten zij het gemeentelijk beleid als voldoende (3) beoordelen, waar nog verbeterpunten worden gezien, zowel zonder (2) als met (1) afspraken en op welke punten de gemeente gezien wordt als voorbeeld voor anderen (4). De gemeente Dongen scoort als volgt:
Onze gemeente heeft 9 van de 13 VVE-zaken op orde, maar er zijn ook beleidsterreinen waarvan de inspectie vindt dat die nog verder ontwikkeld moeten worden. Di t zijn de beleidsonderdelen die een score 1 of 2 haalden.
Hierbij dient opgemerkt te worden dat de overgang van activiteiten peuteropvang en VVE van Stichting Peuterspeelzalen Dongen naar drie nieuwe aanbieders voor overgangseffecten heeft gezorgd. Een aantal afspraken die voorheen golden voor de oude aanbieder moeten opnieuw gemaakt worden. In de komende periode gaan we met deze ontwikkelpunten verder aan de slag. Deze lichten we hierna verder toe.
Ad.1 en 2. Interne kwaliteitszorg en resultatenafspraken
Op gemeentelijk niveau dient aangegeven te zijn wat belangrijk is met betrekking tot de kwaliteit van vve en hoe deze kwaliteit gemeten én geborgd wordt.
Vastleggen van eisen die in de gemeente Dongen gesteld worden aan de kwaliteit van de dienstverlening. De al bestaande subsidieafspraken vormen de basis.
De taalontwikkeling wordt driemaal per jaar gemeten door middel van de citotoets / observatielijsten en vanaf schooljaar 2017-2018 met KIJK! Bij de doelgroepkinderen wordt de citotoets afgenomen bij de start, na zes maanden en een jaar later weer. Met behulp van KIJK! wordt de voortgang in de taalontwikkeling inzichtelijk gemaakt en zo nodig vervolgactie uitgezet.
Hiermee wordt inzichtelijk gemaakt dat de inspanningen rond VVE en taalbeleid effect hebben gehad op de ontwikkeling van de VVE-doelgroep
Jaarlijkse monitor met daarin in elk geval opgenomen:
Het stimuleren van de ontwikkeling van de kinderen in de thuissituatie is een belangrijke succesfactor in de VVE. Helaas moeten we constateren dat nog vele 2 tot 4 jarige allochtone (veelal Turkse en Poolse) kinderen de Nederlandse taal nog niet beheersen.
Er is nog geen concreet beleid ontwikkeld om ouders als partner te betrekken bij het voorkomen van achterstanden bij hun kinderen. Een analyse van de ouderpopulatie die doelen en activiteiten beschrijft, moet nog worden gemaakt.
Het ouderbeleid op gemeentelijk niveau dient betrekking te hebben op:
Maak voor ieder kind met VVE een hulpvraag en ontwikkelingsplan (pedagogische vraagstelling) in samenwerking met de ouders en evt. externe instanties zodat voor de ouder ook duidelijk wordt aan welk ontwikkelingsdoel bij het kind wordt gewerkt en wat de rol van de ouder hierin is en hoe zij ondersteund kunnen worden. D.m.v. de hulpvraag is ook meetbaar wanneer het doel is bereikt.
Relatie met aanpak laaggeletterdheid
Het gaat bij de bovenstaande projecten tot nog toe over (voor-)leesbevorderingsactiviteiten met doelgroepkinderen en hun ouders. Bij die integrale aanpak van laaggeletterden gaan we aansluiting zoeken bij het landelijke actieprogramma “Tel mee met Taal”. Dit gaat lopen in 2017-2018. Er komen extra middelen voor dit actieprogramma ter beschikking vanuit het rijk. Daarbij wordt ook een link gelegd met volwasseneneducatie. Het is zowel een regionale als een lokale aanpak. Nog niet duidelijk is of er ook extra middelen komen voor onderwijs inzake Tel mee met Taal.
In de periode 2017-2018 wordt binnen de gemeente samenwerking gezocht met de andere beleidsterreinen van de integrale actieprogramma Tel mee met Taal. Bezien wordt of een gemeentelijke integrale aanpak laaggeletterdheid ontwikkeld kan worden, waarbij de beleidsterreinen volwasseneneducatie en werk/inkomen en de welzijnsinstelling Contour/DeTwern worden betrokken.
Ad. 4. Interne kwaliteitszorg voorschoolse VVE
In 2014 is het Kwaliteitskader voor-en vroegschoolse educatie: VVE locaties vastgesteld. Daarin staat beschreven wat de kwaliteitseisen zijn voor een VVE-locatie. In het Kwaliteitskader staan de kwaliteitseisen (of een verwijzing naar die eisen) die de inspectie voor Onderwijs ook gebruikt in haar werkinstructie voor de VVE-locaties. De inspectie gebruikt deze Werkinstructie bij het uitvoeren van het toezicht op de VVE. Het gaat dan om:
Als instellingen voor peuteropvang/VVE die minimaal twee jaren (let op: afspreken!) een VVE-locatie hebben, moeten hun interne kwaliteitszorg op orde brengen. Aan het einde van schooljaar 2017-2018 laten deze instellingen zien dat ze hun interne kwaliteitszorg geregeld hebben. Het gaat dan onder meer over de volgende zaken:
Ontwikkeling begeleiding en zorg
Voor het volledige overzicht wordt verwezen naar de werk instructie toezichtkader VVE 2014 (onderdeel C) van de inspectie.
Vanaf 2018 gaan we wellicht ook met nieuwe VVE-locaties samenwerken. Afspraak: een beginnende VVE-locatie krijgt 1-1,5 jaar de tijd om de basiskwaliteit voor VVE op orde te brengen; dit zullen we ook communiceren met de GGD, die een controlerende taak heeft bij de basiskwaliteit van de Voorschoolse educatie.
Met de scholen en aanbieders wordt minimaal één keer per jaar de organisatie van de doorlopende leerlijn van voorschool naar vroegschool besproken en indien nodig worden dan voorstellen voor bijstelling van de afspraken gedaan. De subwerkgroep doorgaande lijn komt 4-5 keer bij elkaar en initieert, bespreekt/evalueert voorstellen voor de doorgaande ontwikkelingslijn en de monitoring hiervan in het schooljaar 2017-2018;
De subsidiering van de schakelfunctie op de basisscholen St Jan, Westerkim en Noorderpoort is de afgelopen jaren gehandhaafd. Het gaat hierbij om kinderen uit groep 1 en 2 van het basisonderwijs, die behoren tot de doelgroep van de Voor- en Vroegschoolse Educatie. Leerlingen met een grote achterstand in Nederlandse taal krijgen een jaar lang extra ondersteuning. Met de schoolbesturen INITIA, PCPO Midden Brabant en BRAVOO is afgesproken dat er een start wordt gemaakt met een update van de definitie van ‘het taalzwakke kind’. Na op dit vlak overeenstemming bereikt te hebben gaan we inventariseren om hoeveel kinderen het gaat in de gemeente en waar deze kinderen op school zitten. De uitkomst van dit onderzoek dient als basis voor een nieuwe aanpak met ingang van schooljaar 2017-2018.
Taalondersteuning nieuwkomers:
Scholen in Dongen worden regelmatig geconfronteerd worden met leerlingen die niet of nauwelijks Nederlands spreken. De schakelfunctie is in deze gevallen niet toereikend en is ook alleen gericht op kinderen in de vroegschoolse periode. In 2016 is met de drie schoolbesturen afgesproken dat deze niet Nederlands sprekende kinderen het eerste jaar onderwijs volgen op de Eerste Opvang Anderstaligen Breda (onderdeel van BS De Fontein in Breda). Daarna vindt terug verwijzing plaats naar de eerste school van aanmelding.
Gemeente Dongen , onderwijs, voorscholen en partners in Dongen hebben ingezet op betere afstemming en een sterkere verbinding tussen de ondersteuning van kinderen in de opvang en het onderwijs enerzijds en de hulp aan kinderen en gezinnen in de thuissituatie anderzijds. Doel is om kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, beter en sneller hulp te kunnen bieden. Dit gebeurt door een herijking van de zorgstructuur rond voorschoolse voorzieningen, primair - en voortgezet onderwijs in de gemeente Dongen. Overleg hierover vindt periodiek plaats in de stuurgroep en werkgroep herijking ondersteuningsstructuur, de subwerkgroep doorgaande lijn en het overleg in het kader van de Lokale Educatieve Agenda.
Op 19 april 2017 hebben de bestuurders van de gemeente, voorschoolse voorzieningen en onderwijs in Dongen de adviezen van de werkgroep overgenomen en geaccordeerd. Hiertoe hebben de bestuurders een convenant getekend.
Daarmee gaan gemeente, het onderwijs en de opvang over tot de implementatie van een set concrete werkafspraken. De afspraken, die zijn gebaseerd op de visie zoals overeengekomen in oktober 2016 en als bijlage V opgenomen.
BIJLAGE II Basiscontactschema JGZ
Hoe ziet het basiscontactschema eruit?
BIJLAGE III Voorwaarden peuteropvang/VVE in de gemeente Dongen 2017
De gemeentelijke subsidie voor peuteropvang van niet-toeslagkinderen wordt uitsluitend verleend indien de door aanbieder gehanteerde uurprijs niet hoger is dan € 8,25 per uur. De inkomensafhankelijke ouderbijdrage voor door de gemeente gesubsidieerde peuteropvang kent een maximum subsidiabele uurprijs van € 7,18 per uur. Indien de uurprijs van de aanbieder hoger is dan € 7,18 per uur is het meerdere geheel voor rekening van de ouder(s).
Voor toeslagkinderen met een VVE-indicatie worden twee dagdelen volledig bij de ouder in rekening gebracht. Voor niet-toeslagkinderen met een VVE-indicatie is voor de eerste twee dagdelen de door de gemeente vastgestelde ouderbijdragetabel van toepassing. Voor alle kinderen met een VVE indicatie zijn de 2 extra dagdelen gratis.
Ouders van niet-toeslagkinderen die geen inkomensinformatie willen verstrekken komen niet in aanmerking voor een door de gemeente gesubsidieerde plaats. (dat is immers voor ouders van toeslagkinderen ook een verplichting). Dat betekent dat deze ouders de volledige uurprijs die de ondernemer hanteert moeten betalen.
Om de effecten van de nieuwe subsidieregeling nauwlettend te monitoren brengen aanbieders via kwartaalrapportages verslag uit.Onderdelen van de rapportage zijn in elk geval:
De kwartaalrapportages ontvangen we graag van u op 1 april 2017, 1 juli 2017, 1 oktober 2017 en 2 januari 2018.
Tijdens de netwerkbijeenkomsten zijn met de partners aanvullende afspraken gemaakt over:
Ad.1. Wanneer wordt een VVE traject beëindigd?
Ad.2. Welke afspraken maken we rondom terugverwijzen van peuters bij onvoldoende voortgang VVE?
kan het kind daadwerkelijk geholpen worden d.m.v. VVE in de huidige groepssamenstelling / leidster-kind ratio of is extra ondersteuning of een andere setting vereist. Als het kind niet geholpen kan worden d.m.v. VVE dan kan i.p.v. 4 dagdelen VVE het kind wel gebruik maken van 2 dagdelen reguliere peuteropvang met evt. extra ondersteuning in de thuissituatie d.m.v. inzet van het sociaal team in afwachting op plaatsing in een vervolgtraject;
Ad.3. Hoe gaan we om met spraak/taal vs. overige gedragsproblematiek
Bij een taalverwervingsprobleem is VVE geïndiceerd, bij gedragsproblemen zal specifieke zorg op maat worden ingezet. Soms staat een taalverwervingsprobleem niet op zich zelf en zal er een combi van VVE en zorg op maat ingezet moeten worden om de kinderen de beste ontwikkelingskansen te bieden. Bij problemen in de haalbaarheid van VVE zal er opnieuw bekeken moeten worden wat de beste zorg/ begeleiding is. Signalen worden bespreken met ouders en verwijzen naar Jeugdarts voor verder onderzoek en doorverwijzing.
kunnen we het kind met een gedragsprobleem d.m.v. VVE stimuleren in zijn ontwikkeling, zijn er voldoende mogelijkheden om het gedragsprobleem te verminderen of te verhelpen en zijn er daarnaast voldoende mogelijkheden om aan de reguliere peuters zonder VVE een veilig, ontspannen klimaat te kunnen bieden waarbinnen zij zich zo optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen en positieve ervaringen op kunnen doen;
N.a.v. deze bevindingen wordt bekeken of het kind geholpen kan worden binnen de peuteropvang of dat een vervolg traject voor het kind noodzakelijk is
Ad. 4 Hoe wordt vrijblijvende deelname aan VVE voorkomen?
BIJLAGE V Zorg in en om de school
In het voorjaar van 2014 is door het college de notitie 'Doorontwikkeling Sociaal Team' vastgesteld. In deze notitie is ingegaan op de herijking van de zorgstructuur in het onderwijs. Een herijking is nodig om de huidige structuur te ontwikkelen naar een meer efficiënte en effectieve structuur die aansluit op de ontwikkelingen binnen het passend onderwijs, de transitie van de jeugdzorg en het in 2015 geïntroduceerde sociaal team in Dongen. Op basis van input van betrokken partijen (primair en voortgezet onderwijs, voorschoolse veld, IMW, ContourdeTwern, GGD, Theek 5 en gemeente) is een gezamenlijke visie ontwikkeld en is gesproken over de wijze waarop de implementatie vorm moet krijgen. Afgesproken is dat wordt ingezet op een sterkere verbinding tussen de ondersteuning van kinderen in de opvang/ onderwijs enerzijds en de hulp aan kinderen en gezinnen in de thuissituatie anderzijds. Doel is om kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, beter en sneller hulp te kunnen bieden. De volgende uitgangspunten en randvoorwaarden zijn leidend:
Het kind staat centraal in de driehoek ouders-school-zorg. Ouders worden meteen van het begin af aan betrokken, praten mét ouders (en niet over ouders) is het startpunt. De school signaleert, de zorg biedt de benodigde hulp. Het gaat om laagdrempelige hulp, zo dicht mogelijk bij het kind. Enerzijds is dit het inzetten van hulp op de scholen, anderzijds betekent dit de juiste expertise direct kunnen inzetten om het kind te helpen in plaats van tijd spenderen aan het vinden van een organisatie die het kind kan helpen.
We dragen zorg voor goede overgangen en een doorgaande ontwikkeling van kinderen van 0-18 jaar. Met aandacht voor zorg in de voorschoolse periode, de overgang naar de basisschool en vervolgens naar het voortgezet onderwijs. We zorgen voor een goede, warme overdracht van leerlingen, inclusief het benoemen van problematiek en ondersteuningsbehoefte. Hiermee wordt gezorgd voor continuïteit in de zorg en ondersteuning van kinderen, jongeren en hun gezinnen.
Het is duidelijk wie de ketenverantwoordelijke is. De ketenverantwoordelijke is één persoon en volgt het kind en biedt kind, ouders en school vertrouwen dat de zorgvraag goed wordt opgepakt en afgehandeld. De ketenverantwoordelijke bepaalt in overleg met school en ouders welke hulp moet worden ingezet. Er is sprake van actieve en regelmatige terugkoppeling naar school en ouders over voortgang en resultaten.
Alle scholen en voorschoolse voorzieningen in de gemeente Dongen hebben voor hun kinderen toegang tot dezelfde zorg – onafhankelijk van locatie of grootte. Het schoolmaatschappelijk werk en het sociaal team worden zodanig doorontwikkeld dat elke school of instelling een vast contactpersoon heeft waarbij hulpvragen belegd kunnen worden.
Het sociaal team wordt doorontwikkeld tot één loket in Dongen waar alle scholen (en burgers) met hun hulpvragen terecht kunnen. De beste generalisten staan vooraan, professionals met brede kennis en ervaring die goed kunnen inschatten wat een kind nodig heeft en wat het vervolg (o.a. opschalen naar zwaardere ondersteuning of afschalen naar lichte hulp) moet zijn.
Alle scholen en instellingen in Dongen gaan werken met dezelfde meldcode. De deskundigheid van scholen en voorschoolse instellingen met betrekking tot het werken met de meldcode dient op niveau te worden gebracht. De meldcode is in feite een stappenplan waarin de juiste expertise per casus wordt bepaald (dus er zitten niet standaard dezelfde mensen in overleg).
Gemeente, schoolbesturen en samenwerkingsverbanden primair onderwijs (po) en voortgezet onderwijs (vo) informeren elkaar tijdig over beleid en de inzet van middelen.
Bestuurders dragen zorg voor de communicatie en informatievoorziening binnen hun organisaties.
Bestuurders van gemeente, onderwijs en het voorschoolse veld bekrachtigen de afspraken en zien toe op de voortgang en de uitvoering er van in de eigen organisatie.
Een werkgroep waarin de partners vertegenwoordigd zijn is afgelopen november gestart met het vertalen van de afspraken naar een set concrete, praktische en haalbare afspraken die nog in het lopende schooljaar 2016/2017 in gebruik kan worden genomen. Het streven is om de nieuwe werkwijze van het Sociaal Team in het 2de kwartaal 2017 operationeel te hebben waarmee een belangrijke slag wordt gemaakt in de herijking van de zorgstructuur in Dongen. Tevens zijn afspraken gemaakt over de introductie van één uniforme observatiemethode/overdracht voor kinderen 0-7 jaar. Hiermee wordt een belangrijke kwaliteitsimpuls in met name het voorschoolse veld beoogd.