Organisatie | Ede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede houdende regels omtrent het persoonsgebonden budget Wet maatschappelijke ondersteuning en de jeugdhulp (Beleidsregel pgb Wmo en Jeugdhulp Ede 2021) |
Citeertitel | Beleidsregel pgb Wmo en Jeugdhulp Ede 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Beleidsregel PGB Wmo en Jeugdhulp Ede 2018.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
23-04-2021 | nieuwe regeling | 13-04-2021 | 219687 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In de beleidsregels zijn de belangrijkste regels opgenomen over voorwaarden, weigeringsgronden en duur van de indicatieperiode van het pgb in de gemeente Ede.
Artikel 2 Lokale uitgangspunten
In lijn met de Wmo 2015 en Jeugdwet is de inzet van het pgb voor een maatwerkvoorziening ook in Ede mogelijk. Wij willen inwoners de gelegenheid bieden om hun eigen regie te voeren, ook als het gaat om de keuze in ondersteuning. Hierbij beoordelen wij of iemand zelf (of iemand uit zijn sociale omgeving of zijn vertegenwoordiger) voldoende vaardig is om de maatschappelijke ondersteuning in te kopen.
Een belangrijk aandachtspunt hierbij is de kwaliteit: de inwoner moet door de geleverde ondersteuning wel echt geholpen worden. Bovendien moet misbruik door derden worden voorkomen.
Ook ondersteuning uit eigen netwerk kan worden ingekocht via het pgb. Wij benadrukken hiermee de meerwaarde van het organiseren van de zorg in de nabijheid van de cliënt. Hierbij houden we rekening met de zogenaamde norm voor gebruikelijke hulp, oftewel de normale, dagelijkse hulp die partners of ouders en inwonende kinderen geacht worden elkaar onderling te bieden, omdat ze als leefeenheid een gezamenlijk huishouden voeren en op die grond een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor het functioneren van dat huishouden. Als er sprake is van gebruikelijke hulp, biedt de gemeente geen ondersteuning, ook niet via een pgb.
Hoofdstuk 2 Voorwaarden om in aanmerking te komen voor een pgb
In de Wmo 2015 (art 2.3.6 lid 2) en de Jeugdwet (art 8.1.1 lid 2) worden drie voorwaarden beschreven.
een cliënt, jeugdige of ouders naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen dan wel met hulp uit zijn sociale netwerk of van een curator, bewindvoerder, mentor of gemachtigde in staat is de aan een pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren;
Artikel 4 Bekwaamheid van de budgethouder
De budgethouder moet in staat zijn om de aan een pgb verbonden taken op een verantwoorde wijze uit te voeren. Bij jongere budgethouders onder 16 jaar gaat het niet om de bekwaamheid van de jongere zelf, maar van zijn ouders/gezagsdragers (dan wel één van hen). Jongeren tussen 16 en 18 jaar kunnen in sommige gevallen zelf een contract aangaan.
De pgb-bekwaamheid wordt getoetst aan de hand van de volgende onderdelen:
De budgethouder moet in staat zijn om de juiste hulpverleners te kiezen passend bij de zorgvraag en te behalen doelstellingen. Hij moet inzicht hebben in de activiteiten/interventies die worden geleverd, in staat zijn om evaluatiegesprekken te voeren, de effecten te volgen en bij te sturen indien nodig.
De budgethouder die voor 4 dagen of meer per week ondersteuning krijgt wordt werkgever. Hij moet in staat zijn de werkgeversverplichtingen die hieruit voortkomen te vervullen. Dit vereist kennis van arbeidsrechtelijke aspecten (juiste type overeenkomst, uurtarieven, doorbetaling bij ziekte, opzegtermijnen etc.).
De budgethouder is als werk- opdrachtgever verantwoordelijk voor het aansturen en beoordelen van de zorgverleners. Maar moet ook zorgen voor een veilige en vertrouwde werkomgeving.
Als hulpmiddel om de pgb-vaardigheid te testen, kan gevraagd worden de zelftest pgb van Per Saldo in te vullen.
Pgb taken uitvoeren door een derde
Als de budgethouder niet zelf de bovengenoemde pgb-taken kan uitvoeren, is het mogelijk een vertegenwoordiger aan te stellen die één of meer pgb-taken overneemt. De vertegenwoordiger kan een wettelijk vertegenwoordiger zijn of een gemachtigde. Hierbij wordt het volgende beoordeeld:
De vertegenwoordiger en de persoon die de ondersteuning levert zijn niet dezelfde. Een dergelijke dubbelrol geeft het risico dat de zorgverlener de pgb-taken met onvoldoende afstand en onvoldoende kritisch uitvoert. Slechts in situaties waarin familieleden in de eerste of tweede graad (een deel van) de zorg verlenen is het uitvoeren van de pgb-taken en de uitvoering van de ondersteuning door eenzelfde persoon mogelijk. In het budgetplan moet gemotiveerd worden waarom deze keuze het meest passend is.
Artikel 5 Motivering voor een pgb door de cliënt, de jeugdige of zijn ouder
Als uit het gemotiveerde standpunt van de cliënt blijkt dat hij de maatwerkvoorziening als pgb wenst te krijgen, en voor zover het een pgb op grond van de Jeugdwet betreft, afdoende kan motiveren waarom zorg in natura in dit geval niet passend is, voldoet de cliënt aan deze voorwaarde en kan een pgb worden toegekend.
De motivatie voor een pgb kan zijn vanuit praktische overweging, godsdienstige/ levensovertuigende overwegingen of culturele overwegingen. De motivatie moet ertoe leiden dat de client weet dat er twee mogelijkheden zijn en aan de hand van verkregen informatie een weloverwogen keuze maakt.
Een voorwaarde om voor een pgb in aanmerking te komen is dat de ondersteuning of voorziening die de cliënt wil inkopen van goede kwaliteit is. Het ingekochte product moet veilig, doeltreffend en cliëntgericht zijn. Als de gemeente van oordeel is dat het product van onvoldoende kwaliteit is dan mag de gemeente het verzoek om een pgb weigeren.
Er geldt een zelfstandig kwaliteitsregime voor alle aanbieders van jeugdhulp. In de Jeugdwet (hoofdstuk4) zijn de volgende kwaliteitseisen vastgelegd:
In de Wmo 2015 zijn de kwaliteitseisen niet specifiek beschreven. In de verordening maatschappelijke ondersteuning van gemeente Ede zijn de kwaliteitseisen voor professionele zorgaanbieders, waaronder aanbieders die worden ingekocht met een pgb, weergegeven.
Voor een budgethouder die jeugdhulp of ambulante ondersteuning vanuit de Wmo 2015 wil inkopen met een pgb, gelden aanvullend de volgende eisen;
Kwaliteitseisen professionele ondersteuning
Kwaliteitseisen niet-professionele ondersteuning
Artikel 7 Kwaliteitseisen voor beschermd wonen en Wmo arrangementen GGZ
Een pgb voor beschermd wonen komt niet vaak voor en in de meeste situaties zal in plaats van een indicatie voor beschermd wonen in pgb een indicatie voor een Wmo arrangement GGZ worden toegekend.
Een pgb-aanbieder die beschermd wonen of een Wmo arrangement GGZ biedt voldoet aan de kwaliteitseisen uit de Verordening maatschappelijke ondersteuning van gemeente Ede. Specifiek voor deze pgb aanbieders gelden aanvullende voorwaarden;
Artikel 8 Kwaliteitseisen voor hulpmiddelen, vervoer- en roerende woonvoorzieningen
Een vervoersvoorziening moet minimaal 5 - 7 jaar meegaan. Dit betekent dat de betreffende aanpassing van voldoende kwaliteit is. Een autoaanpassing moet minimaal 7 jaar meegaan. Daarnaast moet de auto ook nog zeker 7 jaar meegaan tenzij de aanpassing kan worden overgezet naar een volgende auto. Dit wordt beoordeeld door het bedrijf dat de aanpassing verzorgt.
De client dient een onderhoudscontract af te sluiten om handhaving van de kwaliteit te waarborgen. In het contract moet minstens zijn opgenomen; de meest voorkomende onderhoudskosten, inclusief onderdelen, voorrijkosten en arbeidsloon, 24 uursservice, recht op gebruik van een leenvoorziening, jaarlijks onderhoud en keuring.
Artikel 9 Kwaliteitseisen voor onroerende woonvoorzieningen
Voor de onroerende woonvoorziening gelden alle wettelijke eisen en verordeningen en de NEN-normen (zie www.nen.nl). Kwaliteit van onroerende woonvoorzieningen houdt ook in dat gebruik wordt gemaakt van materialen die duurzaam zijn en zoveel mogelijk onderhoudsvrij, en die zijn aan te merken als adequaat goedkoopst. Dit wordt beoordeeld door de bouwkundige van de gemeente Ede.
Hoofdstuk 3 Hoogte, duur en besteding van een pgb
De hoogte van het pgb is vastgesteld in de Verordening Wmo en de Verordening Jeugdhulp. Daarbij neemt de gemeente in acht wat het goedkoopst adequaat is. Voor hulpmiddelen, vervoersvoorzieningen en woonvoorzieningen waarbij de gemeente een overeenkomst heeft met een leveranciers, geldt dat het pgb maximaal gelijk is aan dat wat de gemeente overeen is gekomen met de (ZIN) leverancier. Als de client een hoger budget nodig heeft, komt de meerprijs voor eigen rekening.
Bij de verlening van een rolstoel of specifieke vervoers- roerende woonvoorziening (uitgezonderd een badplank) in de vorm van een pgb wordt rekening gehouden met kosten voor onderhoud, reparatie en een eventuele WA-verzekering. Dit betreft 5% van het budget.
Artikel 11 Duur van de indicatieperiode
Voor de duur van de indicatie voor hulpmiddelen en vervoervoorzieningen die met een pgb worden aangeschaft wordt uitgegaan van de minimale technische afschrijving van 7 jaar van de voorziening. Dit betekent dat er, in beginsel, pas na het verstrijken van de technische levensduur een vervangende voorziening toegekend kan worden. Uitzonderingen hierop zijn kind voorzieningen waarvoor een technische levensduur van 5 jaar geldt. Het beoordelen van de technische afschrijving is aan de leverancier. Bij een verzoek voor vervanging van de voorziening dient de cliënt een recent rapport van de leverancier te overleggen over de technisch staat van de voorziening.
Artikel 12 Besteding van het pgb
De budgethouder heeft met een pgb de mogelijkheid zelf te bepalen bij wie hij de diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere voorzieningen wil inkopen, mits het doel waarvoor het is verstrekt wordt behaald en de kwaliteit is gewaarborgd. Hierbinnen gelden de volgende regels;
Vrij besteedbaar bedrag en feestdagen uitkering
In de verordening Wmo en verordening Jeugdhulp is opgenomen dat de cliënt een deel van het budget voor ambulante ondersteuning of verblijf vrij mag besteden. Hij kan hiermee zijn waardering uiten naar zijn zorgverleners of op andere wijze dit bedrag besteden. De gemeente Ede kent geen feestdagenuitkering. Desgewenst kan uit het vrij besteedbaar bedrag een attentie met de feestdagen aan de zorgverlener worden gegeven. Dit is vrij aan de client.