Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland houdende regels omtrent de vaststelling van subsidies in verband met de gevolgen van het Coronavirus

Inleiding

Het college van burgemeester en wethouders wil coulant omgaan met de vaststelling van subsidies, als de subsidieontvangers als gevolg van het corona virus niet kunnen voldoen aan de verplichtingen die verbonden zijn aan de verleende subsidies. Het college gaat ervan uit, dat de beperkende maatregelen als gevolg van corona gevolgen kunnen hebben voor activiteiten in 2020 en 2021.

Wat houdt de handreiking in?

In de handreiking geven we aan hoe we met de vaststelling van subsidie over 2020 en 2021 omgaan als activiteiten door Corona niet (geheel) zijn uitgevoerd. Hierbij maken we onderscheid tussen incidentele subsidie en structurele subsidies en in de hoogte van de subsidie.

We sluiten daarbij zoveel mogelijk aan bij regels in de Algemene Subsidieverordening Smallingerland 2009 (verder: ASV 2009).

Voor zowel incidentele subsidies als structurele subsidies geldt, dat de subsidie nooit hoger wordt vastgesteld dan het verleende bedrag. De coulance houdt in dat subsidie echter ook niet zondermeer veel lager of op nul wordt vastgesteld als de activiteiten geheel of gedeeltelijk niet zijn uitgevoerd. Het college houdt bij de vaststelling van de subsidie rekening met de gevolgen die de Coronamaatregelen voor de uitvoering van de activiteiten hebben gehad. In deze handreiking het kader daarvoor.

Incidentele subsidie

Incidentele subsidie zijn verstrekt voor een specifieke activiteit. Als deze activiteit (gedeeltelijk) niet is uitgevoerd zijn er 2 mogelijkheden: de activiteit wordt doorgeschoven naar het volgende jaar of de activiteit wordt geheel geannuleerd.

Als de activiteit kan worden doorgeschoven naar het volgende jaar dient dit zo spoedig mogelijk te worden gemeld. De subsidie kan dan met een nieuw besluit worden doorgeschoven voor het volgende jaar. Er hoeft geen nieuwe aanvraag te worden ingediend. Natuurlijk moet de activiteit zich hier wel voor lenen en moeten de omstandigheden niet wezenlijk zijn gewijzigd. Verder doorschuiven dan een jaar is uitgesloten.

Als de activiteit geheel wordt geannuleerd dient voor 1 mei van het volgende jaar een verzoek tot vaststelling van de subsidie te worden ingediend. Als de activiteiten door de beperkende maatregelen helemaal niet zijn uitgevoerd, dan is het van belang of er al wel (noodzakelijke) kosten zijn gemaakt voor de voorbereiding. Bij de vaststelling van de subsidie gaan we uit van de gemaakte noodzakelijke kosten en de inkomsten die gedurende de voorbereiding zijn gerealiseerd, ook al zijn er geen activiteiten uitgevoerd. Als er geen kosten zijn gemaakt, dient de subsidie geheel te worden terugbetaald.

Activiteiten die ondanks de beperkende maatregelen gewoon zijn uitgevoerd overeenkomstig de voorwaarden van de verleende subsidie worden volgens de gewone regels vastgesteld.

Structurele subsidies

Net als in de ASV 2009 wordt bij de vaststelling onderscheid gemaakt tussen subsidie:

• -

  tot € 5.000,--;

• -

  boven € 5.000,--.

Structurele subsidies tot een bedrag van € 5.000,-- worden verstrekt en daarvoor hoeft op grond van de ASV 2009 geen verantwoording te worden ingediend. Dit hoeft ook over 2020 en 2021 niet. Ook niet als de activiteiten door het Coronavirus (gedeeltelijk) niet zijn uitgevoerd.

Voor structurele subsidies vanaf € 5.000,-- dient op grond van de ASV 2009 voor 1 mei een verzoek tot vaststelling worden ingediend. Dat moet ook over 2020 en 2021. Het kan zijn dat door het Coronavirus activiteiten (gedeeltelijk) niet uitgevoerd. Bij structurele subsidies is er voor het volgende jaar weer opnieuw subsidie voor de activiteiten en daarom is doorschuiven naar een volgend jaar voor die activiteiten niet zinvol.

Om bij de vaststelling van de subsidie rekening te kunnen houden met de gevolgen van corona en coulance te kunnen toepassen wordt aan de subsidieontvangers nadrukkelijk gevraagd:

• -

  aan te geven welke activiteiten (gedeeltelijk) niet zijn uitgevoerd;

• -

  om een heldere en inzichtelijke onderbouwing te geven van de noodzaak van de eventueel gemaakte kosten en de lagere inkomsten;

• -

  welke inspanningen zijn verricht om de nadelige financiële gevolgen te beperken;

• -

  welk gebruik is gemaakt van de beschikbare landelijke, provinciale en gemeentelijke regelingen.

Dit in aanvulling op de vereisten voor verantwoording van de besteding van de subsidie, die in de subsidiebeschikking staan.

Afsluiting

In de handreiking geven we aan hoe we bij de vaststelling van subsidie over 2020 en 2021 rekening houden met de gevolgen van de Coronamaatregelen. Aan de hand van de over te leggen stukken zal steeds moeten worden gekeken wat in dat geval redelijk is. Maatwerk dus.