Besluit van de programmamanager van het Programma Varen van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent ondermandaat aan medewerkers van het Team Nautisch Beheer van het Programma Varen ten aanzien van diverse bevoegdheden onder andere opgenomen in de Scheepvaartverkeerswet (Ondermandaatbesluit medewerkers Team Nautisch Beheer)

Artikel 1  

In dit besluit en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder medewerkers Team Nautisch Beheer: de ambtenaren die werkzaam zijn in het Team Nautisch Beheer van het Programma Varen.

Artikel 2  

Aan de medewerkers van het Team Nautisch Beheer wordt ondermandaat verleend voor het uitoefenen van de volgende bevoegdheden:

1. Scheepvaartverkeerswet (hierna: SVW)

Het nemen van beschikkingen op grond van artikel 7, eerste lid, van de SVW (ontheffing van een

gebod of verbod aangegeven door een verkeersteken).

2. Binnenvaartpolitiereglement (hierna: BPR)

De bevoegdheden – met uitzondering van handhavende bevoegdheden – die toekomen aan de bevoegde autoriteit als bedoeld in het BPR, waaronder in ieder geval:

• •

  Het nemen van beschikkingen op grond van artikel 1.21, tweede lid, van het BPR (vergunning bijzonder transport).

• •

  Het nemen van beschikkingen op grond van artikel 1.23, tweede en derde lid, van het BPR (toestemming werkzaamheden of evenement).

3. Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren

De bevoegdheid tot het aan de scheepvaart geven van verkeersinformatie en verkeersaanwijzingen als bedoeld in artikel 5.1., aanhef, onder b., van het Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren.

4. Verordening op het binnenwater 2010 (hierna: Vob)

Het nemen van beschikkingen op grond van artikel 2.6.1, eerste lid, van de Vob, met betrekking tot artikel 2.1.9, tweede lid, van de Vob (ontheffing verbod handelen in strijd met een teken).

Artikel 3  

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel 4  

Dit besluit wordt aangehaald als Ondermandaatbesluit medewerkers Team Nautisch Beheer.