Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Goirle

Standplaatsenbeleid gemeente Goirle 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGoirle
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingStandplaatsenbeleid gemeente Goirle 2021
CiteertitelStandplaatsenbeleid gemeente Goirle 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerpstandplaatsen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. artikel 108 van de Gemeentewet
  2. artikel 1 van de Warenwet
  3. artikel 2 van de Winkeltijdenwet
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

22-04-2021nieuwe regeling

30-03-2021

gmb-2021-123762

Tekst van de regeling

Intitulé

Standplaatsenbeleid gemeente Goirle 2021

Het college besluit vast te stellen:

Standplaatsenbeleid gemeente Goirle 2021

 

1. Inleiding

Standplaatsen dragen in een gemeente bij aan de levendigheid en aantrekkelijkheid van de openbare ruimte en verrijken het voorzieningenaanbod voor de consument. Om deze positieve effecten van standplaatsen optimaal te kunnen benutten is het van belang om uitgangspunten te formuleren met betrekking tot het innemen van standplaatsen.

 

Dit beleid bevat de voorwaarden die gelden voor standplaatslocaties, de toetsingscriteria die gelden bij het behandelen van vergunningaanvragen en de voorschriften die gelden bij het innemen van een standplaats. Zo kan de vergunningverlening effectiever worden uitgevoerd en weten de (toekomstige) standplaatshouders wat van hen verwacht wordt en wat de gemeente hun kan bieden.

 

Bij de totstandkoming van dit beleid is een afweging gemaakt tussen de belangen van hen die in Goirle wonen en verblijven, de reguliere detailhandel en de belangen van hen die in Goirle ambulante handel willen uitoefenen. Voorbeelden van ambulante handel zijn handel vanuit viskramen, brood-, koek- en banketkramen, groentekramen en oliebollenkramen. Doordat standplaatsen en detailhandel elkaar aanvullen kan het voorzieningenniveau in de kernen worden versterkt.

 

Dit beleid voor standplaatsen is niet van toepassing op de wekelijkse markt. Regels en voorschriften voor standplaatshouders op de weekmarkt zijn opgenomen in de geldende Marktverordening van de gemeente Goirle. Daarnaast dient het innemen van een standplaats te worden onderscheiden van het venten van goederen, op basis van de tijdsduur waarin de handel vanaf eenzelfde locatie wordt uitgeoefend. Een venter dient zijn goederen voortdurend voortbewegend en daardoor vanaf een steeds wisselende locatie aan te bieden, terwijl een standplaats op een vaste plaats wordt ingenomen.

 

De gemeentelijke regelgeving over het innemen van standplaatsen is opgenomen in artikel 5:17 tot en met 5:20 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Goirle. Dit beleid geeft daar nadere invulling aan. Deze artikelen die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving en het daarop gebaseerde standplaatsenbeleid maken onder de Omgevingswet onderdeel uit van het Omgevingsplan en worden daarin opgenomen.

 

2. Algemeen kader

 

2.1 Omschrijving

In dit standplaatsenbeleid wordt onderscheid gemaakt in diverse typen standplaatsen:

1. Een vaste standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de open lucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen, dan wel diensten aanbieden, gebruik makend van fysieke middelen zoals een kraam, een verkoopwagen of een tafel voor een periode van minimaal drie aaneengesloten maanden voor een vast dagdeel of vaste dag per week.

2. Een incidentele standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de open lucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen, dan wel diensten aanbieden, gebruik makend van fysieke middelen zoals een kraam, een verkoopwagen of een tafel voor een periode van maximaal 3 maanden per jaar. Hieronder worden mede verstaan de standplaatsen met als doel het verstrekken van diensten met een maatschappelijk doeleinde. Als daarvan sprake is mag er niet ook sprake zijn van commerciële doeleinden. Voor het innemen van een standplaats voor maatschappelijke doeleinden geldt een maximale periode van twee aaneengesloten dagen. Denk bij maatschappelijke doeleinden aan bijvoorbeeld promotiecampagnes van de (Rijks)overheid, een bus voor bevolkingsonderzoek of een informatiestand van maatschappelijke, religieuze, paramedische, ideële organisaties of politieke partijen.

3. Een seizoen standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de open lucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen, dan wel diensten aanbieden, gebruik makend van fysieke middelen zoals een kraam, een verkoopwagen of een tafel voor een periode van maximaal 2 aaneengesloten maanden voor een vast dagdeel of dag per week waarbij de te koop aangeboden goederen of diensten seizoensgebonden zijn. Denk bij seizoen standplaatsen aan verkoop van asperges, aardbeien of Hollandse nieuwe haring in het voorjaar of oliebollen en kerstbomen in het najaar en in de winter.

2.2 Voorkoming marktvorming

Het voorkomen van verkapte marktvorming is een belang van openbare orde. In de Gemeentewet is in artikel 160, eerste lid, onder h bepaald dat het college in ieder geval bevoegd is jaarmarkten of gewone marktdagen in te stellen, af te schaffen of te veranderen. Het begrip “markt” is niet verder uitgewerkt in de toelichting bij de Gemeentewet. Of sprake is van een markt moet worden beoordeeld aan de hand van plaatselijke omstandigheden. De grens van het aantal standplaatsen dat tegelijk aanwezig mag zijn zonder dat sprake is van marktvorming, wordt bepaald aan de hand van de omvang van de gemeente(kern) en de vraag of de standplaatsen wat betreft uiterlijk al dan niet op een normale markt gaan lijken. Vanuit het belang van het voorkomen van marktvorming worden, afhankelijk van de beschikbare ruimte maximaal drie standplaatsvergunningen per locatie verleend. Als sprake is van meer dan drie standplaatsvergunningen per locatie geldt de Marktverordening en is onderhavig beleid niet meer van toepassing.

2.3 Vrij ondernemerschap

Dit beleid is gebaseerd op het uitgangspunt dat ondernemers de ruimte krijgen om binnen de gemeente Goirle hun ambulante handel te ontplooien. Om te zorgen voor een goede spreiding van de standplaatsen is een aantal locaties in Goirle en Riel aangewezen als standplaatslocaties. Deze locaties zijn in principe geschikt voor het innemen van standplaatsen. Wanneer een ondernemer op een andere locatie dan de in deze notitie aangewezen standplaatslocaties een standplaats wil innemen moet de ondernemer aantonen dat deze locatie voldoet aan de eisen gesteld in artikel 3.7, tweede bullit. Het is aan de gemeente om te beoordelen of de locatie geschikt is.

3. Voorwaarden standplaatslocatie

In dit beleid worden weigeringsgronden en intrekkingsgronden genoemd. Elke aanvraag om een standplaatsvergunning wordt getoetst aan deze gronden. Een aanvraag mag op basis van onderstaande gronden worden geweigerd. Ook kan een al verstrekte vergunning worden ingetrokken op basis van onderstaande gronden.

3.1 Openbare orde

Het innemen van een standplaats mag niet leiden tot overlast die een bedreiging vormt voor de veiligheid en de rust in de openbare ruimte.

3.2 Openbare veiligheid

Het innemen van een standplaats mag niet leiden tot onveilige situaties. Het betreft hierbij zowel brandveiligheid als verkeersveiligheid. Ten aanzien van de brandveiligheid is het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen (Bbgop) van toepassing. Bij verkeersveiligheid mag geen sprake zijn van ongewenst parkeren van voertuigen of fietsen, blokkeren van voldoende doorzicht en blokkeren van de doorstroming van verkeer als gevolg van het innemen van de standplaats.

3.3 Volksgezondheid

Bij het exploiteren van de standplaats moet rekening worden gehouden met de volksgezondheid. Gedacht kan worden aan het aanbieden van bedorven etenswaar. De Warenwet is hierop van toepassing en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) ziet hierop toe.

3.4 Bescherming van het milieu

De aanwezigheid van een kraam, maar ook de aantrekkende werking die er van uit gaat, kan een verstoring van de openbare rust van omwonenden opleveren. In de praktijk is wat betreft overlast voor de omgeving een onderscheid te maken tussen kramen van waaruit ter plaatse etenswaren worden bereid en overige kramen. Bij de eerste groep is de kans op overlast (vervuiling van de omgeving, aanwezigheid van publiek, geluids- en geuroverlast) groter dan bij overige kramen. Problemen kunnen worden voorkomen of beperkt door voldoende afstand te houden tussen de standplaatsen en omliggende (gevoelige) gebouwen.

3.5 Bestemmingsplan

Een standplaatsvergunning kan worden geweigerd wegens strijdigheid met het geldende bestemmingsplan. Omdat een standplaats een tijdelijk karakter heeft, zal meestal geen sprake zijn van een definitieve planologische reservering. Toch is bij het innemen van (vaste) standplaatsen meestal geen sprake meer van incidenten, zodat het gebruik van de grond in planologisch opzicht van belang is.

3.6 Verstoring van het straatbeeld

Deze weigeringsgrond kan worden gehanteerd als één of meer standplaatsen worden ingenomen op een zodanige plaats dat het straatbeeld ernstig wordt verstoord.

3.7 Toetsingskader

Op basis van de hiervoor genoemde weigerings- en intrekkingsgronden en bovengenoemde uitleg daarvan is ook een concreet toetsingskader geformuleerd, dat voor alle aangewezen standplaatsen van toepassing is.

  • Een standplaatsvergunning kan in principe worden verleend op de volgende locaties:

    • Kloosterplein (Goirle);

    • Van Hogendorpplein/Koningsschild (Goirle);

    • Tijvoortsebaan/P-terrein bouwmarkt Karwei (Goirle);

    • Dorpsplein (Riel);

    • Blokakkers/P-terrein Koopcentrum de Boerenschuur (Riel).

  • Een standplaats kan op overige locaties slechts worden vergund in een voetgangersgebied, mits:

    • de standplaats geen zicht ontneemt op oversteekpunten en/of zijwegen;

    • de locatie zich niet binnen een afstand van vijf meter van een kruispunt c.q. uitrit bevindt;

    • de standplaats zich niet hinderlijk voor een (winkel)etalage bevindt;

    • de standplaats op een trottoir geen belemmering vormt voor een vrije doorgang van 1,20 m voor voetgangers en rolstoelgebruikers;

    • de standplaats op een voetgangersgebied geen belemmering vormt voor een vrije doorgang van 3,50 m voor voetgangers, rolstoelgebruikers en calamiteitendiensten;

    • de locatie zich niet onmiddellijk voor de toegang en (nood)uitgang van winkels, woningen, kantoren en andere gebouwen waarin personen verblijven bevindt;

    • er geen sprake is van een locatie die vrij toegankelijk moet blijven voor hulpdiensten en in het geval van noodsituaties (bijvoorbeeld brandgangen, brandkranen etc.);

    • de standplaats, indien gebruik wordt gemaakt van bak- en braadapparatuur en/of een generator, zich niet binnen een afstand van vijf meter van het dichtstbijzijnde gebouw bevindt (in het kader van de brandveiligheid).

  • Een standplaats kan niet worden vergund indien sprake is van strijd met het bestemmingsplan.

  • Een standplaats kan niet worden vergund op:

    • de rijbaan of (brom)fietspad of -strook;

    • een parkeerplaats van een parkeerterrein bij een winkelcentrum en/of sporthal als de parkeerdruk dit niet toelaat;

    • parkeerplaatsen voor vergunninghouders, parkeerkelders, gereserveerde (gehandicapten) parkeerplaatsen en in de blauwe zone;

    • een privéterrein zonder toestemming van de eigenaar.

4. Voorschriften standplaatsen

Aan het aanvragen van een standplaatsvergunning en het innemen van een standplaats worden de hiernavolgende voorschriften verbonden.

4.1 De vergunningaanvraag

Er dient gebruik te worden gemaakt van het (digitaal) aanvraagformulier “standplaatsvergunning”. Bij het ingevulde aanvraagformulier dient te worden ingeleverd:

  • De NAW-gegevens, het telefoonnummer en het e-mailadres van de aanvrager;

  • Een recent uittreksel van de Kamer van Koophandel (niet ouder dan 6 maanden);

  • Een kopie van een geldig legitimatiebewijs;

  • Een document waaruit rechtmatig verblijf blijkt op grond van de Vreemdelingenwet (indien van toepassing);

  • Een verzekeringsbewijs in verband met de wettelijke aansprakelijkheid;

  • De maatvoering van de kraam of verkoopwagen wanneer deze is uitgestald (niet de vervoersmaten);

  • Het kenteken van het voertuig waarmee de standplaats wordt ingenomen (indien van toepassing);

  • Een duidelijke foto van de kraam of verkoopwagen;

  • Een plattegrond met daarop de indeling van de kraam of verkoopwagen op locatie;

  • Een aanduiding van de gewenste locatie;

  • Een omschrijving van de branche en de activiteiten die men wil ontplooien (bijvoorbeeld het al dan niet ter plaatse bereiden van voedsel);

  • Een schriftelijke en ondertekende verklaring van toestemming van de eigenaar van dat terrein als de aanvraag betrekking heeft op een standplaats op privéterrein.

4.2 Vergunning duur

  • Een vaste standplaatsvergunning wordt afgegeven voor een termijn van maximaal vijf jaar.

  • Een incidentele standplaatsvergunning wordt afgegeven voor maximaal drie maanden per jaar.

  • Een incidentele standplaatsvergunning voor maatschappelijke doeleinden wordt afgegeven voor maximaal 2 dagen.

  • Een seizoen standplaatsvergunning wordt afgegeven voor maximaal 2 aaneengesloten maanden voor een vast dagdeel of dag per week.

Van deze termijnen kan worden afgeweken als de vergunning dat toelaat.

4.3 Persoonsgebonden karakter

Een standplaatsvergunning kan zowel aan een natuurlijke persoon als aan een rechtspersoon worden verleend, omdat ondernemingen in diverse rechtsvormen kunnen worden gevoerd. Bij een aanvraag door een rechtspersoon dient een natuurlijk persoon als vergunninghouder te worden aangegeven.

De standplaats mag worden ingenomen door de vergunninghouder, naaste familie van de vergunninghouder of een persoon die een dienstverband met de vergunninghouder heeft. De persoon die de standplaats inneemt dient aan te kunnen tonen dat aan deze bepaling wordt voldaan.

De vergunning mag door de vergunninghouder niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan het college verzoeken de tenaamstelling van de vergunning te wijzigen, bijvoorbeeld in verband met de wijziging van ondernemingsvorm of bedrijfsovername.

4.4 Bezetting

De vergunninghouder dient de standplaats daadwerkelijk in te nemen. Afwezigheid dient te worden gemeld aan het college van burgemeester en wethouders, waarbij een geldige reden moet worden opgegeven (zoals ziekte, vakantie, privéomstandigheden). Als de standplaats op drie peilmomenten per kalenderjaar zonder geldige reden of opgaaf van reden niet is ingenomen, kan de vergunning worden ingetrokken.

 

Het college kan verzoeken de opgegeven reden met bewijsmateriaal te ondersteunen. De bewijslast ligt hierbij bij de vergunninghouder.

4.5 Oppervlakte in inrichting

De standplaatshouder mag de standplaats gebruiken voor het uitstallen van zijn waren. Dit betekent dat hij op de standplaatslocatie objecten mag plaatsen, bijvoorbeeld een verkoopwagen, kraam of statafel, zolang deze maar binnen de aangegeven begrenzing van de standplaats blijft. Buiten de verkoopwagen of kraam mogen één afvalbak en één reclamebord worden geplaatst. Het is het niet toegestaan andere objecten op de standplaats te plaatsen.

Een algemene beperking wat betreft maximale oppervlakte kan niet worden gemotiveerd vanuit de wettelijke toetsingscriteria en zou te weinig rekening houden met de belangen van de standplaatshouders. Welke ruimte mag worden ingenomen, is immers vooral afhankelijk van de beschikbare ruimte, de feitelijke inrichting van een concrete standplaats en wat een ambulante handelaar gelet op diens branche nodig heeft. Wel zal moeten worden voorkomen dat een standplaats onbeperkt in omvang toe kan nemen. Daarom worden in de vergunning de maximale afmetingen van de standplaats vastgelegd. Het is niet toegestaan om te graven, te boren en/of pennen te slaan in gemeentegrond of anderszins aanpassingen te doen in de openbare ruimte.

4.6 Terras

Het is niet toegestaan een terras te plaatsen op of bij de standplaats.

4.7 Onderhoud van de standplaats en afval

De vergunninghouder is verplicht ervoor te zorgen dat de standplaats steeds een goed verzorgd aanzien biedt. Als voor directe consumptie geschikte etenswaren en dranken worden verkocht, moet op de standplaats een afvalbak worden geplaatst. De vergunninghouder zorgt zelf voor het leegmaken van de afvalbak. Bij het ontruimen dient de vergunninghouder zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving (binnen een straal van vijf meter) schoon op te leveren.

4.8 Geurhinder

De standplaatshouder moet voldoen aan de voorschriften uit de Wet milieubeheer en het Activiteitenbesluit. Hiertoe worden standplaatsen gelijkgesteld aan het begrip inrichtingen uit de Wet milieubeheer, voor zover er kans bestaat op geuroverlast. Op markten is altijd wel de geur te ruiken van voeding die wordt bereid, vooral bij frituren van vis, grillen van kip, bakken van noten, etc. Die geuren horen bij een markt. Wanneer echt sprake is van overlast is moeilijk vast te stellen. Daarom moeten geurende kramen zo ver mogelijk van woningen worden gepositioneerd. Bij het gebruik van filtersystemen moeten die deugdelijk zijn en regelmatig worden gereinigd.

4.9 Geluid

Het is, behoudens tijdelijke ontheffing, niet toegestaan geluidsinstallaties vanaf een standplaats in werking te hebben. Sommige standplaatshouders zijn voor de stroomvoorziening afhankelijk van generatoren. Om overlast door generatoren te voorkomen geldt een minimale afstand van vijf meter tussen de locatie van de generator van de standplaats en het dichtstbijzijnde gevoelige object (bijvoorbeeld een woning).

4.10 Nutsvoorzieningen

De standplaatshouder dient eerst zelf zorg te dragen voor de nutsvoorzieningen. De vergunninghouder dient hierbij maatregelen te treffen, zodat de (verkeers)veiligheid (bijvoorbeeld door kabels) niet in gevaar komt. Bij gebruik van gemeentelijke voorzieningen (alleen mogelijk op het Kloosterplein en Van Hogendorpplein/Koningsschild te Goirle en het Dorpsplein in Riel), vraagt de gemeente een vergoeding welke is vastgesteld in de Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting voor het gebruik van stroom en een marktconforme vergoeding voor het gebruik van water.

4.11 Intrekken vergunning/beëindiging standplaats

Een vergunning kan worden ingetrokken:

  • Wanneer de vergunningvoorschriften niet worden nageleefd;

  • Bij overlijden van de vergunninghouder;

  • Wanneer niet langer wordt voldaan aan de door de vergunninghouder geldende wettelijke eisen;

  • Wanneer de vergunninghouder niet of niet tijdig aan zijn/haar geldelijke verplichtingen (onder welke naam dan ook verschuldigd) voldoet;

  • Indien de vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • Wanneer het verkeersbelang (verkeerssituatie, verkeersveiligheid, parkeerdruk etc.) daartoe aanleiding geeft;

  • Indien het uiterlijk aanzien van de gemeente in het geding komt.

 

Een verleende vergunning kan worden ingetrokken of (gedeeltelijk) worden gewijzigd, als omstandigheden of gewijzigd inzicht (beleid) daartoe aanleiding geven. Als op enig moment een standplaatslocatie – al dan niet tijdelijk – niet meer aan de eisen voldoet, kan van de vergunninghouder in redelijkheid worden verwacht dat hij eraan meewerkt dat hij op een alternatieve, gelijkwaardige locatie binnen de gemeente standplaats inneemt zonder recht op enige vorm van compensatie. Een standplaatslocatie, gelegen in dezelfde kern binnen een straal van één km van de oude locatie kan als gelijkwaardige standplaats worden beschouwd. De standplaatshouder is dan in de gelegenheid dezelfde klantenkring te behouden.

5. Dagen, dagdelen en maximum aantal standplaatsen

Vanuit het belang van het voorkomen van marktvorming zijn dagen, tijdstippen en een maximum aantal standplaatsen per standplaatslocatie vastgesteld. Een standplaatsvergunning kan worden verleend voor een dagdeel, hele dag, meerdere dagen of een hele week.

De dagdelen zijn: van 08.00 uur tot 12.00 uur, van 12.00 uur tot 18.00 uur en van 18.00 uur tot 20.00 uur.

 

Bij het innemen van een standplaats moeten daarnaast de voorschriften van de Winkeltijdenwet in acht worden genomen. Dit betekent concreet:

  • Er wordt geen vergunning verleend voor het innemen van een standplaats op zon- en feestdagen, tenzij de Winkeltijdenverordening Goirle dit toelaat.

  • In het belang van de openbare orde mag een standplaats slechts worden ingenomen tussen 08.00 uur en 20.00 uur. Buiten deze tijden dient de standplaats te zijn ontruimd.

 

De standplaatslocaties zijn als volgt vastgesteld:

Kloosterplein (Goirle)

  • Vaste standplaatsen:

  • Vrijdagen van 08.00 uur tot 18.00 uur, maximaal twee standplaatsen

  • Incidentele standplaatsen:

  • Maatwerk op basis van aanvraag

  • Seizoen standplaatsen:

  • Dagelijks van 08.00 uur tot 20.00 uur, maximaal een per seizoen.

Van Hogendorpplein/Koningsschild (Goirle)

  • Vaste standplaatsen:

  • Dinsdagen van 08.00 uur tot 18.00 uur, maximaal een standplaats

  • Woensdagen van 08.00 uur tot 18.00 uur, maximaal een standplaats

  • Vrijdagen van 08.00 uur tot 18.00 uur, maximaal een standplaats

  • Zaterdagen in overleg, maximaal een standplaats.

  • Incidentele standplaatsen:

  • Maatwerk op basis van aanvragen

  • Seizoen standplaatsen:

  • Dagelijks van 08.00 uur tot 20.00 uur, maximaal een per seizoen.

Dorpsplein (Riel)

  • Vaste standplaatsen:

  • Woensdagen van 08.00 uur tot 12.00 uur, maximaal drie standplaatsen

  • Incidentele standplaatsen:

  • Maatwerk op basis van aanvraag

  • Seizoen standplaatsen:

  • Dagelijks van 08.00 uur tot 20.00 uur, maximaal een per seizoen.

Blokakkers (P-Terrein Koopcentrum De Boerenschuur, Riel)

  • Vaste standplaatsen:

  • Dagelijks van 08.00 uur tot 20.00 uur, maximaal een.

  • Incidentele standplaatsen:

  • Geen

  • Seizoen standplaatsen:

  • Dagelijks van 08.00 uur tot 20.00 uur, maximaal een per seizoen.

Tijvoortsebaan (P-terrein bouwmarkt Karwei, Goirle)

  • Vaste standplaatsen:

  • Dagelijks van 08.00 uur tot 20.00 uur, maximaal een.

  • Incidentele standplaatsen:

  • Geen

  • Seizoen standplaatsen:

  • Dagelijks van 08.00 uur tot 20.00 uur, maximaal een per seizoen.

6. Financieel

 

6.1 Vergunningaanvraag

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een standplaatsvergunning worden leges in rekening gebracht. De geldende tarieven worden jaarlijks opnieuw vastgesteld in de meest recente Legesverordening Goirle en de bijbehorende tarieventabel.

6.2 Precario

Voor het gebruik van gemeentegrond en het gebruik van stroom (mits van toepassing op de locatie) wordt een bedrag in rekening gebracht, de precariobelasting. Het bedrag voor het gebruik van gemeentegrond wordt vastgesteld op basis van het aantal m2 van de standplaats. Het gebruik van stroom is eveneens in de Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting geregeld.

6.3 Water

Voor het gebruik van water (mits van toepassing op de locatie) worden marktconforme kosten in rekening gebracht.

7. Toepassing beleidsregels standplaatsen

 

7.1 Overgangsregeling

De uitgangspunten uit deze notitie zijn van toepassing op de vergunningaanvragen die na de vaststelling van deze notitie worden ingediend.

 

De reeds verstrekte vergunningen blijven van kracht tot de einddatum van de betreffende vergunning. Voor locaties waarvoor op basis van deze notitie in het vervolg geen standplaatsvergunningen meer worden verleend, geldt zodoende een ‘uitsterfconstructie’.

7.2 Afwijken van beleidsregels in geval van bijzondere omstandigheden

De uitgangspunten uit deze beleidsregels laten onverlet de inherente afwijkingsbevoegdheid, op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb, artikel 4:84). Dit houdt in dat het bestuursorgaan overeenkomstig de beleidsregels handelt, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen. Voor de vraag in wat voor soort gevallen kan worden afgeweken van vastgesteld beleid, moet volgens gangbare jurisprudentie worden gedacht aan omstandigheden, die niet voorzienbaar zijn en waarvan de gevolgen redelijkerwijs niet voor rekening van de belanghebbenden mogen komen.

7.3 Inwerkingtreding en citeertitel

Dit beleid treedt in werking op de dag na bekendmaking en kan worden aangehaald als 'Standplaatsenbeleid gemeente Goirle 2021'.

 

Bijlage 1. Aangewezen standplaatslocaties

 

Locatie

Aantal standplaats

Afmetingen

Stroom aanwezig

Water aanwezig

Bijzonderheden

Kloosterplein

(Goirle)

Vast: 2 op vrijdag

Incidenteel: maatwerk

Per seizoen: 1 dagelijks

Max 15 m2* per plaats

Ja

Ja

Standplaats dient te wijken in geval van evenementen. Alternatieve locatie in overleg met vergunninghouder

Van Hogendorpplein/

Koningsschild

(Goirle)

Vast: 1 op dinsdag, 1 op woensdag, 1 op vrijdag. Evt. 1 op zaterdag in overleg.

Incidenteel: maatwerk

Per seizoen: 1 dagelijks

Max 15 m2* per plaats

Nee

Nee

Geen

Dorpsplein

(Riel)

Vast: 3 op woensdagochtend

Incidenteel: maatwerk

Per seizoen: 1 dagelijks

Max 15 m2* per plaats

Ja

Ja

Standplaats dient te wijken in geval van evenementen. Alternatieve locatie in overleg met vergunninghouder

Blokakkers/P-terrein Koopcentrum de Boerenschuur

(Riel)

Vast: 1 dagelijks

Incidenteel: geen

Per seizoen: 1 dagelijks

Max 15 m2* per plaats

Nee

Nee

Betreft privaat terrein

Tijvoortsebaan/

P-terrein bouwmarkt Karwei

(Goirle)

Vast: 1 dagelijks

Incidenteel: geen

Per seizoen: 1 dagelijks

Max 15 m2* per plaats

Nee

Nee

Betreft privaat terrein

 

* de opgenomen afmetingen dienen als richtlijn.

Bijlage 2. Juridisch kader

APV

Conform artikel 5:17 van de APV Goirle wordt een standplaats gedefinieerd als "het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel". Op grond van artikel 5:18 van de APV Goirle is een vergunning nodig voor het innemen van een standplaats op of aan de (openbare) weg, of op een voor het publiek toegankelijke plaats in de openlucht.

 

Grondwet/Gemeentewet

Artikel 19, lid 3 van de Grondwet stelt dat eenieder vrije keuze van arbeid heeft, behoudens beperkingen bij of krachtens de wet gesteld. Een mogelijke beperking is artikel 108 van de Gemeentewet. De gemeente heeft op grond van dit artikel de bevoegdheid tot regeling en bestuur inzake de huishouding van de gemeente. Hieronder valt ook het beleid omtrent standplaatsen.

 

Warenwet

Op het drijven van handel in waren zoals bedoeld in artikel 1 van de Warenwet (eet- en drinkwaren, alsmede andere roerende zaken) zijn de bepalingen uit de Warenwet van toepassing. De Warenwet stelt onder andere regels met betrekking tot hygiëne en degelijkheid van producten. Het toezicht op de naleving van de bepalingen uit de Warenwet wordt uitgevoerd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).

 

Winkeltijdenwet

De algemene regels van de Winkeltijdenwet zijn dat op maandag tot en met zaterdag de openstelling van winkels is toegestaan tussen 6.00 uur en 22.00 uur. Op zon- en feestdagen zijn winkels in beginsel gesloten. In artikel 2 lid 2 van de Winkeltijdenwet staat dat het ook verboden is op de hiervoor genoemde dagen en tijden in de uitoefening van een bedrijf, anders dan een winkel, goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan en in rechtstreekse aanraking met particulieren. Met de term “anders dan een winkel” wordt straathandel bedoeld.

 

Regelgeving op gebied van milieu en volksgezondheid

Aan mobiele verkooppunten kunnen eisen worden gesteld ter bescherming van het milieu. Deze eisen betreffen in hoofdzaak de gevolgen van bakken. Afhankelijk van de omstandigheden moeten er onder meer voorzieningen worden getroffen voor bijvoorbeeld vetafscheiding van het afvalwater en het voorkomen van stankoverlast. Dit wordt van geval tot geval beoordeeld afhankelijk van de situatie ter plaatse. Daarnaast worden er in de standplaatsvergunning voorschriften opgenomen omtrent het schoonhouden van de standplaats, het plaatsen van afvalbakken en het opruimen van afval in de omgeving afkomstig vanuit de standplaats verkochte producten.

 

Regelgeving op gebied van ruimtelijke ordening en leefomgeving

Een aanvraag voor een standplaatsvergunning kan worden geweigerd vanwege strijd met het geldende bestemmingsplan.

 

Rechtspraak over schaarse vergunningen

Op grond van het gelijkheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel. Het gelijk¬heidsbeginsel betekent volgens deze uitspraak voor de verdeling van schaarse vergunningen dat het gemeentebestuur aan (potentiële) gegadigden gelijke kansen moet bieden om in aanmerking te komen voor deze vergunningen. Ook mogen vergunningen niet voor onbepaalde tijd worden verleend.