Organisatie | Belastingsamenwerking Rivierenland |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Beleidsregel ambtshalve vermindering BSR |
Citeertitel | |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Beleidsregel ambtshalve vermindering BSR |
Geen
https://www.bsr.nl/document.php?m=1&fileid=4463&f=eff61775ae9da1f58ab25b6113d7daf9&attachment=0
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-03-2019 | Beleidsregel | 28-03-2019 |
Het dagelijks bestuur van Belastingsamenwerking Rivierenland (hierna: BSR);
gelet op artikel 1 van de Gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking Rivierenland, waarin de gemeentelijke en waterschapsbelastingen, alsmede de afvalstoffenheffing staan omschreven waarvan de heffing en invordering aan BSR is overgedragen;
vast te stellen de beleidsregel ambtshalve vermindering BSR
Artikel 1 Reikwijdte en definities
In afwijking in zoverre van het voorgaande artikellid, zijn deze beleidsregels niet van toepassing op belastingaanslagen watersysteemheffing gebouwd en de onroerendezaakbelastingen, waaraan een op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken gegeven beschikking tot vaststelling van de waarde ten grondslag heeft gelegen, voor zover op deze aanslagen artikel 18a, eerste lid, onder b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van toepassing is.
ambtshalve vermindering: de vermindering van een onjuiste belastingaanslag of beschikking op voet van artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen alsmede het verlenen van een in de belastingverordening voorziene vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling als bedoeld in artikel 134 van de Waterschapswet en artikel 244 van de Gemeentewet;
de belastingaanslag: de voorlopige aanslag, de aanslag, de navorderingsaanslag en de naheffingsaanslag als bedoeld in artikel 2, derde lid, onder e, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, alsmede het voorlopig gevorderde, het gevorderde en het nagevorderde bedrag als bedoeld in artikel 125a, tweede lid, onder a, van de Waterschapswet en artikel 233a, tweede lid, onder a, van de Gemeentewet;
het bedrag van de vermindering: het bedrag waarmee de belastingaanslag ingevolge artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 134 van de Waterschapswet en artikel 244 van de Gemeentewet wordt verminderd, dan wel het bedrag waarvoor ontheffing, teruggaaf of vrijstelling van belasting wordt verleend. Indien bij het vaststellen van de aanslag een boete als bedoeld in hoofdstuk VIIIA van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is opgelegd, wordt het terug te geven bedrag met (het eventueel daaraan toe te rekenen gedeelte van) deze boete verhoogd;
Artikel 2 Gevallen waarin ambtshalve vermindering, ontheffing of teruggaaf wordt verleend
1. Indien bij de behandeling van een te laat ingediend bezwaarschrift of een bezwaarschrift dat om andere redenen van formele aard niet-ontvankelijk wordt verklaard, blijkt dat een belastingaanslag tot een te hoog bedrag is vastgesteld, wordt deze door de heffingsambtenaar ambtshalve verminderd.
2. Indien een aanvraag, betrekking hebbende op een in de belastingverordening voorziene vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling niet tijdig wordt gedaan, wordt deze vermindering, ontheffing, teruggaaf of vrijstelling, door de heffingsambtenaar ambtshalve verleend.
In de volgende gevallen vindt geen ambtshalve vermindering plaats:
Een uitspraak van de Hoge Raad, van een gerechtshof of van een rechtbank, waarin een toepassing van de belastingwet ligt besloten die voor de belanghebbende gunstiger is dan de bij de heffing van de belasting gevolgde toepassing, leidt niet tot het ambtshalve verlenen van vermindering ontheffing of teruggaaf van belasting indien de belastingaanslag onherroepelijk is komen vast te staan vóór de dag, waarop de uitspraak door de Hoge Raad, een gerechtshof of van een rechtbank is gedaan, tenzij het dagelijks bestuur op dit punt een afwijkende regeling heeft getroffen.
Artikel 5 Mededeling van afwijzing
Zowel in het geval dat ambtshalve vermindering wordt toegekend als in het geval waarin daartoe geen redenen aanwezig zijn, wordt belanghebbende daarvan gemotiveerd mededeling gedaan. De mededeling wordt gedaan in de uitspraak op het bezwaarschrift dan wel in de beschikking waarbij op de aanvraag wordt beslist.
Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel
1. Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van ……. en heeft betrekking op belastingaanslagen die worden opgelegd ter zake van belastbare feiten die zich met ingang van …………………… voordoen.
2. De Beleidsregels inzake het toekennen van ambtshalve vermindering van 14 november 2016 worden hierbij ingetrokken, met dien verstande dat deze beleidsregels van toepassing blijven tot en met ………………………….
3. Deze beleidsregel wordt aangehaald als "Beleidsregel ambtshalve vermindering BSR".
Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 28 maart 2019