Organisatie | Deurne |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Deurne houdende regels omtrent de commerciële relatie kostendelersnorm en de wijze van korten inkomsten in verband met kamerhuurders en kostgangers (Commerciële relatie kostendelersnorm en wijze van korten inkomsten i.v.m. kamerhuurders/kostgangers Deurne 2016) |
Citeertitel | Commerciële relatie kostendelersnorm en wijze van korten inkomsten i.v.m. kamerhuurders/kostgangers Deurne 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-04-2021 | nieuwe regeling | 17-01-2017 |
Het college van burgemeester en wethouders,
Gelet op de artikelen 19a, eerste lid, onder b en c, en tweede lid, 22a en 33, vierde lid van de Participatiewet.
De beleidsregels, Commerciële relatie kostendelersnorm en wijze van korten inkomsten i.v.m. kamerhuurders/kostgangers Deurne 2016, worden als volgt ingevuld:
Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Algemene wet bestuursrecht.
De bepalingen van deze beleidsregels gelden alleen voor belanghebbenden van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze beleidsregels alleen als beide echtgenoten 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd zijn.
Van een commerciële relatie is sprake indien zowel ten aanzien van de huisvesting als ten aanzien van de zorg geen financiële verstrengeling optreedt, aangezien aan het gebruik van de woonruimte en het voeren van de huishouding een zakelijke relatie ten grondslag ligt, in die zin dat voor de te leveren prestaties een prijs is bedongen en wordt betaald. De prijs moet in verhouding staan tot de geleverde prestaties en datgene wat in het commerciële verkeer gebruikelijk is. Dit laatste veronderstelt tevens de periodieke aanpassing van de prijs. De betaling van de commerciële prijs moet kunnen worden aangetoond. Voorts kan alleen sprake zijn van een commerciële relatie als de kostganger of (kamer)huurder beschikt over minimaal één ruimte die zich leent voor afzonderlijke, zelfstandige bewoning.
Artikel 4 Schriftelijke overeenkomst
In ieder geval het bedrag van de basishuur, genoemd in artikel 16 van de Wet op de huurtoeslag, dat wordt gehanteerd bij de bepaling van huurtoeslag door de Belastingdienst verhoogt met het normbedrag voor kostgangers voor de kosten van de nutsvoorzieningen en voor de maaltijden omgerekend naar een maandbedrag per persoon, zoals genoemd in de bijlage normbedragen van de Recofa-richtlijnen, veronderstelt een commerciële prijs bij kostgangerschap.
Indien het overeengekomen bedrag in de schriftelijke overeenkomst lager is dan het bedrag, zoals genoemd in het tweede lid of derde lid, toets het college of er sprake is van een commerciële prijs aan de hand van de huurprijscheck bij de huurcommissie op www.huurcommissie.nl.
Het college verhoogt bij kostgangerschap de prijs (maximale (kale) huurprijs), zoals berekend conform het vierde lid en vijfde lid, met het normbedrag voor kostgangers voor de kosten van de nutsvoorzieningen en voor de maaltijden omgerekend naar een maandbedrag per persoon, zoals genoemd in de bijlage normbedragen van de Recofa-richtlijnen.
Artikel 6 Aantonen betaling van de commerciële prijs
Het college stelt de volgende eisen aan te overleggen bewijzen van betaling van een commerciële prijs als bedoeld in artikel 19a, tweede lid, van de Participatiewet:
Artikel 7 Wijze van korten inkomsten i.v.m. kamerhuurders/kostgangers
Het college houdt, als bedoeld in artikel 33, vierde lid, van de Participatiewet, op twee manieren rekening met de inkomsten i.v.m. kamerhuurders/kostgangers:
Is de kostendelersnorm van toepassing dan worden de inkomsten uit kamerverhuur en/of kostgangerschap gekort waarmee nog geen rekening is gehouden bij de kostendelersnorm. Op het meerdere dat wordt gekort als inkomsten vindt geen forfaitaire verlaging plaats omdat er geen sprake is van een commerciële prijs.
In het geval de kostendelersnorm niet onverkort geldt, kan uitsluitend rekening worden gehouden met de inkomsten door deze als inkomsten in aanmerking te nemen:
het college brengt bij inkomsten uit kostgangerschap maandelijks het normbedrag voor kostgangers voor de kosten van de nutsvoorzieningen en voor de maaltijden omgerekend naar een maandbedrag per persoon in mindering op de inkomsten, zoals genoemd in de bijlage normbedragen van de Recofa-richtlijnen.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van een belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels indien toepassing leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.