Organisatie | Woudenberg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudenberg houdende regels omtrent de tijdelijke ondersteuning voor noodzakelijke kosten (Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten gemeente Woudenberg 2021) |
Citeertitel | Beleidsregels Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten gemeente Woudenberg 2021 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling bevat de vroegst mogelijke datum van inwerkingtreding.
De beleidsregels vervallen op 1 augustus 2021.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-04-2021 | nieuwe regeling | 06-04-2021 |
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
In aanmerking te nemen inkomen: het volledige inkomen waarover een inwoner redelijkerwijs kan beschikken als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de wet. Het inkomen uit bedrijf of zelfstandig beroep wordt in aanmerking genomen conform artikel 6 van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers;
Artikel 4 Noodzakelijke kosten
De tegemoetkoming op grond van de TONK kan betrekking hebben op de volgende voor de aanvrager noodzakelijke privé woonkosten:
Artikel 8 Afzien opleggen verhuisverplichting
Het college legt aan de aanvrager die op basis van deze beleidsregel in aanmerking komt voor de tegemoetkoming op grond van de TONK, geen verhuisverplichting op.
Artikel 11 Terugwerkende kracht
Een aanvraag voor een tegemoetkoming op grond van de TONK kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd vanaf 1 januari 2021.
Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming op grond van de TONK kan het college, gelet op alle omstandigheden, in een individueel geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een tegemoetkoming op grond van de TONK, indien er anders een zeer onevenredig nadeel zou ontstaan.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 6 april 2021,
Het college van burgemeester en wethouders,
S.M.T. van der Marck-Verschoor
Secretaris
T. Cnossen
Burgemeester
De TONK is een tijdelijke tegemoetkoming in noodzakelijke kosten. Deze tegemoetkoming is voor huishoudens die te maken hebben met een inkomensterugval en daardoor de noodzakelijke kosten niet meer kunnen betalen uit het inkomen. Het gaat hierbij om een vergoeding voor daadwerkelijke noodzakelijke kosten, niet om een inkomensondersteunende regeling. De tijdelijke noodmaatregel TONK geldt van 1 januari tot en met 30 juni 2021.
In deze periode wordt een ruimere toegang tot het instrument van de bijzondere bijstand geboden. Op grond van de Participatiewet kan door de gemeente in individuele gevallen bijzondere bijstand verstrekt worden als het door bijzondere omstandigheden niet meer mogelijk is om de noodzakelijke kosten te betalen (artikel 35 lid 1 Participatiewet). Gemeenten hebben daarbij eigen beleidsvrijheid. Er worden voor de tegemoetkoming TONK géén nadere centrale regels vastgesteld. Het is aan gemeenten om in voorkomende individuele gevallen, ruimhartiger om te gaan met draagkracht dan de gemeentelijke richtlijnen in “niet coronatijd” voorschrijven.
Aangezien de TONK is gegoten in de vorm van bijzondere bijstand, blijft de systematiek van de bijstand gelden. Dit betekent dat voldaan moet worden aan de algemene regels voor bijzondere bijstandsverlening, en dat alleen sprake is van een verruiming ten opzichte van de Participatiewet en de reguliere beleidsregels bijzondere bijstand daar waar dit expliciet volgt uit deze beleidsregels. Dat de systematiek van de Participatiewet geldt, impliceert ook dat gehuwden slechts een gezamenlijk recht op een tegemoetkoming TONK hebben.
De inlichtingenplicht geldt voor de TONK onverkort. Dat betekent dat de aanvrager elke wijziging die van invloed is of kan zijn op het recht op of de hoogte van de tegemoetkoming moet doorgeven. Het is belangrijk om hier helder over te communiceren bij de aanvraag, omdat het vaak zal gaan om mensen die geen bijstand ontvangen (die vallen onder de reguliere bijzondere bijstand) en dus niet bekend zijn met de regels. Het gaat om inkomen, maar ook om de gezinssamenstelling en woonplaats. Als achteraf blijkt dat op basis van onjuiste informatie ten onrechte of tot een te hoog bedrag bijstand is verstrekt dan dient de gemeente over te gaan tot terugvordering.
In overeenstemming met de door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) uitgevoerde TVL-regeling voor de zakelijke vaste lasten, komt men voor een tegemoetkoming TONK in aanmerking als er sprake is van een corona gerelateerde inkomensterugval van 30% of meer. De inwoner moet aantonen dat zijn of haar inkomen met minimaal 30% is verminderd als gevolg van de coronacrisis.
3.000 : 4.000 x 100% = 75% minder inkomen, dus ruimschoots meer dan de vereiste 30%
Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor huishoudens:
Dat geldt bijvoorbeeld voor werknemers die hun baan verliezen en geen recht (meer) hebben op een uitkering, of voor zelfstandigen die vanwege de coronamaatregelen hun opdrachten zien verdwijnen. Ook burgers die al in 2020 ingestroomd zijn in een uitkering (WW, bijstand of Tozo) vanwege de coronacrisis, maar waarvoor de hoogte van de uitkering onvoldoende is om de vaste lasten te betalen, kunnen mogelijk in aanmerking komen voor de TONK. De TONK kan dan voorzien in (gedeeltelijke) tegemoetkoming voor noodzakelijke kosten.
Wanneer is vastgesteld dat de aanvrager tot de doelgroep behoort en hij niet is uitgesloten van de tegemoetkoming TONK dan wordt aan artikel 35 Pw getoetst. Om te bepalen of een aanvrager in aanmerking komt voor bijzondere bijstand zijn de volgende vier vragen van belang:
Deze vragen zijn ook van belang voor de TONK maar dienen aan de hand van (ruimhartige) tijdelijke gemeentelijke beleidsregels TONK te worden beantwoord.
Er bestaat geen recht op een tegemoetkoming TONK wanneer een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening (artikel 15 Pw). De gemeente kan geen tegemoetkoming TONK verstrekken als betrokkene een beroep kan doen op een voorliggende voorziening die gezien haar aard en doel geacht wordt passend en toereikend te zijn. Slechts op individuele gronden, als daar zeer dringende redenen voor zijn, mag de gemeente daarvan afwijken (artikel 16 Pw).
Er kan samenloop zijn met andere regelingen uit het steun- en herstelpakket van het Rijk zoals de Tozo. Een aanvrager die Tozo-uitkering ontvangt is niet bij voorbaat uitgesloten voor de tegemoetkoming TONK.
Een vergoeding op basis van de TVL of NOW wordt niet beschouwd als voorliggende voorziening.
Het inkomen voor de coronacrisis is van belang in verband met het oordeel of er sprake is van een zodanige inkomensterugval waardoor recht kan bestaan op een tegemoetkoming TONK. Het inkomen voor de coronacrisis wordt beoordeeld over de maand januari 2020. Het college kan het inkomen voor de coronacrisis over een langere periode meten en vaststellen als de methode als bedoeld in de eerste volzin tot een onredelijk resultaat leidt. Denk hierbij aan seizoensarbeid waarbij de beoordeling van het inkomen van een maand geen representatief beeld kan geven van het gemiddelde inkomen. Dit omdat de inwoner in deze maand juist wel heeft gewerkt maar daarmee ook maanden moet overbruggen waarin hij niet werkt. Of andersom: de inwoner in de peilmaand niet heeft gewerkt maar in andere maanden juist wel werkt. Het inkomen kan dan bijvoorbeeld over een heel jaar (2019) worden gemeten.
De ‘Beleidsregels bijzondere bijstand en minimaregelingen gemeente Woudenberg’ zijn niet van toepassing. Deze beleidsregels nemen o.a. het inkomen en vermogen op een andere manier in aanmerking waardoor deze voor de duidelijkheid worden uitgesloten voor de TONK.
In lijn met de door het Rijk geschetste contouren richt de tegemoetkoming zich op de noodzakelijke privé woonkosten. Onder privé woonkosten wordt verstaan kosten van huur (inclusief servicekosten), hypotheek (rente en aflossing), gas, water en elektriciteit. Mocht sprake zijn van een Woonkostentoeslag, dan wordt deze in mindering gebracht op de TONK.
Indien ook Huurtoeslag wordt ontvangen, dan wordt deze eveneens in mindering gebracht op de TONK. Als geen Huurtoeslag (HT) wordt ontvangen, wordt geen verplichting opgelegd deze aan te vragen. Als geen HT wordt ontvangen omdat het inkomen tot nu tot te hoog was, dan zou er mogelijk recht kunnen zijn vanwege een sterke inkomensdaling. De kans dat zich in de loop van 2021 weer een stijging van het inkomen voordoet is echter groot. Daardoor bestaat het risico dat de HT terugbetaald moet worden, waardoor alsnog mogelijk recht op TONK zou ontstaan. Deze onzekerheden wegen niet op tegen het buiten beschouwing laten van HT als deze nog niet ontvangen wordt.
Hypotheekrenteaftrek wordt buiten beschouwing gelaten. De reden daarvoor is dat op het moment van de aanvraag alleen de voorlopige tegemoetkoming van de belastingdienst bekend is. Deze kan dus nog wijzigen, en door de wisselende inkomsten door corona is dit niet ondenkbaar. Praktisch gezien betekent dit dat alle besluiten heroverwogen moeten worden aan de hand van de definitieve aanslagen. De daarvoor benodigde uitvoeringscapaciteit weegt niet op tegen het buiten beschouwing laten van deze renteaftrek.
Ook de kosten van gas, water en elektriciteit worden vergoed aan de hand van de voorschotnota en in beginsel niet herberekend aan de hand van de definitieve afrekeningen. Slechts als een termijnbedrag sterk afwijkt van een gemiddeld verbruik, kan overwogen worden dit alsnog te doen.
Enkel de daadwerkelijke gemaakte kosten komen in aanmerking voor de tegemoetkoming.
Artikel 5Hoogte en vorm van de tegemoetkoming
Uit onderzoek van Nibud naar de privé woonkosten in 2019 is gebleken dat bij een inkomen op zowel bijstandsniveau als modaal en 1,5 maal modaal, het redelijk is dat gemiddeld 40% van het inkomen wordt besteed aan de hierboven genoemde privé woonkosten. Op het moment dat de privé woonkosten meer dan 40% van het beschikbare inkomen overschrijden, kan dit niet langer voldaan worden uit het beschikbare inkomen en ontstaat er een tekort op het budget. Met dit tekort wordt de doelgroep TONK geconfronteerd. Op basis van het beschikbare inkomen voor corona is men privé woonkosten aangegaan die overeenkomen met ongeveer 40% van het destijds beschikbare inkomen. Door de corona gerelateerde inkomensterugval beschikken zij niet langer over hetzelfde inkomen, maar worden zij nog wel geconfronteerd met de hogere privé woonkosten. De privé woonkosten die de 40% van het huidige inkomen overschrijden, komen in aanmerking voor een vergoeding vanuit de TONK.
Door de veranderende maatregelen ter bestrijding van corona, kan het zijn dat bepaalde ondernemers in sommige maanden nul omzet maken, maar vanaf het moment dat zij weer ‘open’ mogen, weer de normale omzet draaien. Een voorbeeld daarvan zijn kappers, die vanaf 2 maart weer volledig open mochten. Om recht te doen aan deze grote schommeling in omzet, wordt het recht op TONK gekoppeld aan 2 peilmomenten waarop het in aanmerking te nemen inkomen wordt vastgesteld. Dat zijn de maanden januari en april, tenzij iemand bijvoorbeeld pas met ingang van 1 februari TONK aanvraagt, dan zijn de peilmaanden februari en april. Als iemand per maart aanvraagt, kan worden volstaan met 1 peilmaand, te weten maart.
Omdat op basis van de beschikbare gegevens niet in te schatten is hoeveel huishoudens een beroep zullen doen op een tegemoetkoming uit de TONK en wat de hoogte van de tegemoetkoming zal zijn, is gekozen voor een maximale tegemoetkoming van € 1.000,- per maand. Hiermee wordt voorkomen dat uitzonderlijk hoge privé woonkosten volledig worden gecompenseerd en kunnen uit de beschikbare middelen meer huishoudens worden tegemoet gekomen.
Een alleenstaande inwoner ontving een netto inkomen van € 3.000,- per maand als kok. Zijn privé woonkosten bedragen € 1.200,- per maand. Door de komst van corona moest het bedrijf waarvoor hij werkte dicht. Sindsdien ontvangt hij een WW-uitkering ter hoogte van € 2.100,- netto per maand. Zijn maandelijkse privé woonkosten overschrijden de 40% van zijn beschikbare inkomen (€ 840,-). Hierdoor kan hij zijn privé woonkosten niet volledig voldoen uit zijn beschikbare inkomen uit WW. Hij komt in aanmerking voor een tegemoetkoming TONK ten bedrage van (€1.200 - €840 =) € 360 per maand.
De tegemoetkoming TONK is onbelast en wordt in beginsel om niet verstrekt. Dat is slechts anders als vaststaat dat iemand op heel korte termijn over voldoende middelen kan beschikken om de privé woonkosten zelf te dragen. En als iemand voorafgaand aan de aanvraag onverantwoorde uitgaven heeft gedaan waardoor iemand bijstandsbehoeftig is geworden.
Het volledige inkomen waarover een inwoner redelijkerwijs kan beschikken als bedoeld in artikel 32, eerste lid, van de wet wordt in aanmerking genomen.
Het inkomen moet worden berekend per maand. Dit geldt ook voor zelfstandigen. Voor zelfstandigen kan dit inkomen worden berekend zoals conform de regels van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers. Het inkomen uit het bedrijf of zelfstandig beroep dat in aanmerking wordt genomen voor de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers betreft de netto beloning van de zelfstandige. Hierbij gaat het om het bedrag van de omzet (factuurbedrag) minus omzetbelasting, minus zakelijke kosten en minus het forfaitair percentage als bedoeld in artikel 6 lid 2 Tozo.
Het inkomen van de aanvrager die een periodieke uitkering op grond van de Tozo ontvangt hoeft niet te worden berekend, dat is bij de aanvraag Tozo al gedaan.
Bij de berekening van het inkomen wordt uitgegaan van het netto inkomen inclusief vakantietoeslag.
Artikel 7Beschikbare geldmiddelen
Met beschikbare geldmiddelen worden geldmiddelen bedoeld waarover de aanvrager beschikt of redelijkerwijs kan beschikken. Het gaat dan dus (ook) om middelen die snel tot geld omgezet kunnen worden. Overwaarde in een woning of de waarde van een auto worden dus buiten beschouwing gelaten. Beschikbare geldmiddelen die de in lid 4 genoemde vermogensgrenzen te boven gaan, worden in aanmerking genomen als draagkracht en in mindering gebracht op de tegemoetkoming TONK.
Cryptovaluta en effecten zijn direct omzetbaar in geldmiddelen.
Alleen beschikbare privé geldmiddelen worden in aanmerking genomen.
Artikel 8Afzien opleggen verhuisverplichting
Gezien de maximale duur van de TONK regeling zou een verhuisplicht vanwege hoge woonlasten een disproportionele verplichting zijn.
De TONK is een onbelaste vergoeding. Uit de handreiking van Divosa blijkt niet dat deze wel belast is als de TONK maandelijks (periodiek) betaald wordt. Er kan daarom van worden uitgegaan dat zowel eenmalige als periodieke betalingen TONK onbelast zijn.
De inwoner levert alle bewijsstukken in bij de aanvraag die nodig zijn om het recht op TONK te kunnen vaststellen.
Artikel 11Terugwerkende kracht
De TONK kan met terugwerkende kracht vanaf 1-1-2021 aangevraagd worden.
Het kan voorkomen, dat de gevolgen van de tijdelijke beleidsregels TONK vanwege bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. In dat geval kan gemeente op basis van artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht toch een tegemoetkoming Tonk toekennen, ook al bestaat er op basis van het gemeentelijk beleid geen recht.
Artikel 13Inwerkingtreding en duur beleidsregels
De TONK ziet op de periode 01-01-2021 tot en met 30-06-2021.