Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sittard-Geleen

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen houdende regels omtrent de invulling van artikel 6.2 Besluit omgevingsrecht (zogenaamde kan-bepaling welstandsadvies)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSittard-Geleen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen houdende regels omtrent de invulling van artikel 6.2 Besluit omgevingsrecht (zogenaamde kan-bepaling welstandsadvies)
CiteertitelBeleidsregel inzake de inschakeling van de Welstandscommissie
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 6.2 van het Besluit omgevingsrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-04-2021nieuwe regeling

19-01-2021

gmb-2021-120535

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen houdende regels omtrent de invulling van artikel 6.2 Besluit omgevingsrecht (zogenaamde kan-bepaling welstandsadvies)

Het college van Burgemeester en Wethouders,

overwegende dat:

 

  • krachtens artikel 6.2 Besluit omgevingsrecht het college bevoegd is om aan te geven in welke gevallen zij het inwinnen van een advies van de Welstandscommissie noodzakelijk acht;

 

  • deze zogenaamde “kan-bepaling” het college de ruimte biedt om aanvragen omgevingsvergunning alleen te onderwerpen aan een ambtelijke toets aan het welstandsbeleid;

 

  • het daartoe met het oog op de rechtszekerheid en de handhaafbaarheid noodzakelijk is dat de ambtelijke toets tegen duidelijke, toetsbare en handhaafbare welstandskaders kan worden afgezet;

 

  • daartoe reeds in een eerder stadium de Handboeken van de Nota Ruimtelijke Kwaliteit zijn ontwikkeld, waarin een in de praktijk van de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit en haar rechtsopvolger gestandaardiseerde welstandstoets voor veel voorkomende kleine (bouw)initiatieven is omgebouwd naar een catalogus-format met concreet omschreven toetsingscriteria;

 

  • deze Handboeken een goed toetsingskader vormen;

 

  • er daarnaast op basis van opgedane ervaringen in de welstandsadvisering door de Adviescommissie Ruimtelijke kwaliteit en haar rechtsopvolger aanleiding is om aanvullend bij een deel van het planaanbod te volstaan met een ambtelijke toets, waarbij gebruik kan worden gemaakt van het in een eerder planstadium geformuleerde welstandsadvies;

 

  • er door het gebruik maken van deze beleidsvrijheid in de doorlooptijd van de betreffende aanvragen omgevingsvergunning, tijdwinst kan worden geboekt;

 

Besluit:

Bij ingediende bouwplannen:

 

  • I.

    Voor de ambtelijke welstandstoets aan te wijzen:

     

    • 1.

      formele aanvragen omgevingsvergunning en/of APV-vergunning/-toestemming, waarvan de ambtelijke toetsingscriteria zijn vastgelegd in de Handboeken behorende bij de Nota Ruimtelijke Kwaliteit;

    • 2.

      formele aanvragen omgevingsvergunning en/of APV-vergunning/-toestemming, die (nagenoeg) gelijk zijn aan reeds op hoofdlijnen van een positief welstandsadvies voorzien schetsplan (zogenaamde herhalingsplannen);

    • 3.

      vergunningaanvragen en/of APV-vergunning /-toestemming, die van een positief welstandsadvies onder voorwaarde zijn voorzien en waarvan de invulling van die voorwaarde aan de orde is, behoudens invulling van voorwaarden waarbij interpretatie van het welstandsbeleid aan de orde is (bijv. proefopstelling metselwerk);

    • 4.

      Het bepaalde onder 1. en 3. is ook van toepassing op schetsplannen (initiatieven, die niet formeel als aanvraag omgevingsvergunning zijn ingediend).

  • Indien er sprake is van een bijzondere situatie, bij gerede twijfel aan of een potentieel negatief advies ten aanzien van de toepasbaarheid van de toetsingscriteria, het herhalingsplan en/of de invulling van de gestelde voorwaarde, legt de verantwoordelijke ambtenaar het plan voor advies voor aan een gemachtigd lid van de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit.

 

  • Ambtelijke welstandstoets is nooit aan de orde bij plannen betreffende een monument en/of een beschermd gezicht.

  •  

  • II.

    Voor de welstandstoets door (een gemachtigd lid van) de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit en haar rechtsopvolger, de overige plannen aan te wijzen.

     

  • III.

    Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking ervan.

Sittard-Geleen, 19 januari 2021.

Het college van Burgemeester en Wethouders,

de burgemeester,

mr. J.Th.C.M. Verheijen,

de secretaris,

mr. G.J.C. Kusters,

Toelichting bij de Beleidsregel inzake de inschakeling van de Welstandscommissie

 

Artikel 6.2 lid 1 Bor bepaalt: Met betrekking tot een aanvraag ten aanzien van activiteiten als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de wet vragen burgemeester en wethouders, ingeval zij het inwinnen van advies noodzakelijk achten om te kunnen beoordelen of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft in strijd is met redelijke eisen van welstand als bedoeld in artikel 2.10, eerste lid, onder d, van de wet, advies aan de welstandscommissie”.

 

Bij het concretiseren van deze bepaling en dus het opstellen van deze beleidsregel is een aantal uitgangspunten leidend geweest, zoals ook reeds in de considerans benoemd: rechtszekerheid en handhaafbaarheid.

Dat betekent dat het welstandskader voor ambtelijke toetsing duidelijk en concreet moet zijn; niet vatbaar voor interpretatie. Dit laatste is en blijft aan (een gemachtigd lid van) de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit of haar rechtsopvolger, waarin onafhankelijke deskundigen zitting hebben die de expertise hebben om het meer algemeen geformuleerde welstandsbeleid te kunnen interpreteren en daarmee maatwerk te kunnen toepassen.

 

Concreet betekent dit dat (bouw)plannen kunnen worden getoetst aan de Handboeken (een vooraf gestandaardiseerd en vastgesteld kader) dan wel kunnen worden getoetst aan een voorafgaand door de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit geformuleerd welstandsadvies en de daarbij behorende verslaglegging en motivering van dit advies. Dit betreft positieve adviezen waarvan echter nog een duidelijk omschreven voorwaarde dient te worden ingevuld. Tot slot is er nog een categorie aanvragen, die zijn voorafgegaan door een schetsplan met een positief welstandsadvies en vervolgens in (nagenoeg) dezelfde vorm terugkomen als formele aanvraag omgevingsvergunning: herhalingsplannen.

Met de ambtelijke toetsing kan dan mooi “binnen deze lijntjes worden gekleurd” en het proces rondom vergunningverlening worden versneld.