Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Elburg

Beleidsregels Persoonsgebonden budget Beschermd Wonen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieElburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels Persoonsgebonden budget Beschermd Wonen
CiteertitelBeleidsregels Persoonsgebonden budget Beschermd wonen gemeente Elburg
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp
Externe bijlagenPersoonsgebonden budget Beschermd Wonen Toelichting Pgb Beschermd Wonen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

20-04-202117-03-2021vaststelling beleidsregels

16-03-2021

gmb-2021-119180

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels Persoonsgebonden budget Beschermd Wonen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Elburg

 

overwegende dat,

 

Het wenselijk is om richtlijnen vast te stellen voor de inzet van persoonsgebonden budget voor Beschermd Wonen, omdat deze zullen bijdragen aan het verbeteren van de maatregelen op het gebied van Beschermd Wonen in de regio Noord-Veluwe.

 

Gelet op,

  • het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • de bepalingen in de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Elburg;

 

besluiten: vast te stellen de Beleidsregels Persoonsgebonden budget Beschermd Wonen gemeente van de gemeente Elburg.

Hoofdstuk 1. Algemeen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    persoonsgebonden budget (hierna pgb); is op grond van de Wmo 2015 het bedrag waaruit namens het college betalingen worden gedaan voor diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot een maatwerkvoorziening behoren, en die een cliënt van derden heeft betrokken;

  • b.

    budgethouder: is iemand die de het pgb ontvangt en zelf de zorg inkoopt;

  • c.

    budgetplan: in het budgetplan beschrijft de cliënt de persoonlijke specifieke, pgb zorg die hij wil gaan inkopen voor het beschikbare budget, het bedrag dat per zorgverlener besteed gaat worden en welke resultaten hij hiermee wil bereiken;

  • d.

    beschermd wonen: is er op grond van de Wmo 2015 ‘wonen in een accommodatie van een instelling’. Op grond van deze definitie is er sprake van beschermd wonen alleen daar waar de cliënt het dak boven zijn hoofd niet zelf betaalt inclusief alles wat bij een huishouden hoort en het verblijf onlosmakelijk verbonden is met de directe nabijheid van 24 uur per dag toezicht en ondersteuning;

  • e.

    beschermd wonen in natura (ZiN): levert de gecontracteerde zorgaanbieder de zorg en regelt de administratie daaromheen. De cliënt kan afspraken maken met de zorgaanbieder over de manier waarop de zorg en ondersteuning wordt geleverd;

  • f.

    beschermd wonen met een pgb: kunnen cliënten zelf bepalen door wie en waar de zorg wordt verleend. Zij kopen de zorg zelf in bij een zorgaanbieder of kleinschalige woonvorm. Cliënten hebben en houden zo de eigen regie;

  • g.

    gewaarborgde hulp: iemand die de volledige regie overneemt van de budgethouder en staat volledig in voor de bijbehorende verantwoordelijkheden en taken. Dit betreft zowel zorg, administratie én financiële afhandeling.

  • Een gewaarborgde hulp is in de regio Noord-Veluwe niet standaard verplicht, maar alleen als de cliënt zelf niet pgb-vaardig is en geen curator, mentor of bewindvoerder heeft;

  • h.

    zorgovereenkomst: schriftelijke overeenkomst van de budgethouder met een persoon van wie hij zorg betrekt en die daarvoor betaling ontvangt uit het pgb;

  • i.

    kleinschalig wooninitiatieven: als bedoeld in artikel 4.2 van deze beleidsregels.

 

Artikel 1.2 Relatie met de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Elburg

Deze beleidsregels geven een invulling aan de bevoegdheden zoals opgenomen in de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Elburg.

 

Artikel 1.3 Doel van deze regeling

Het doel van deze beleidsregels is om de inzet van pgb in beschermd wonen mogelijk maken waar dat meerwaarde heeft. Deze sluit met name aan op ambities in de regio Noord-Veluwe omtrent het vraaggericht werken en het waarborgen van de kwaliteit en continuïteit van ondersteuning. Het is de visie om mensen zoveel mogelijk zo zelfstandig mogelijk te laten wonen.

 

Artikel 1.4 Voorwaarden om in aanmerking te komen voor een pgb

In de Wmo 2015 voor de maatwerkvoorzieningen worden drie voorwaarden beschreven waar personen aan moeten voldoen:

  • de aanvrager dan wel zijn (wettelijk) vertegenwoordiger naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat is te achten tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake, dan wel met hulp uit zijn sociale netwerk of van zijn (wettelijk) vertegenwoordiger in staat is te achten de aan een pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren;

  • de aanvrager zich gemotiveerd op het standpunt stelt dat hij de maatwerkvoorziening als pgb geleverd wenst te krijgen;

  • de aanvrager of diens (wettelijk) vertegenwoordiger geeft deze motivatie op grond van zijn eigen situatie door deze te koppelen aan het resultaat wat hij wil bereiken in de ondersteuning. Volgens de aanvrager zou dit dan niet kunnen worden bereikt met een maatwerkvoorziening in de vorm van zorg in natura.

 

Hoofdstuk 2. Pgb-vaardigheid

Artikel 2.1 Voorwaarden pgb-vaardigheid

Naast de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een pgb wordt ook getoetst of iemand in staat is om een pgb te beheren. Dat heet pgb-vaardigheid. De Centrale Toegang van de GGD NOG beoordeelt de pgb-vaardigheid in een persoonlijk gesprek met de cliënt.

In deze toets kan de ‘budgethouder’ ook worden geïnterpreteerd als een vertegenwoordiger of gewaarborgde hulp.

Een cliënt is pgb-vaardig als hij aan onderstaande voorwaarden voldoet:

  • 1.

    Een goed overzicht van de eigen situatie houden: de budgethouder moet inzichtelijk hebben wat de zorgvraag en -behoefte is van de cliënt. Daarnaast moet hij deze kunnen verwoorden.

  • 2.

    Weten welke regels bij een pgb horen: de budgethouder kent de regels van een pgb of weet waar hij deze kan vinden. Het helpt als hij digitaal vaardig is.

  • 3.

    Een overzichtelijke pgb-administratie bijhouden: de budgethouder krijgt te maken met verschillende personele, juridische en financiële zaken, daarom moet hij dit kunnen bijhouden in een overzichtelijke Pgb-administratie: de Pgb-verstrekker kan deze opvragen.

  • 4.

    Communiceren met de gemeente, zorgverzekeraar of zorgkantoor, de SVB en zorgverleners: de budgethouder moet goed communiceren met andere partijen, zowel in het reageren op communicatie vanuit de andere partijen als in het zelf contact leggen (om bijvoorbeeld veranderingen door te geven).

  • 5.

    Zelfstandig handelen en zelf voor zorgverleners kiezen: met het pgb moet de budgethouder zelf zorgverleners uitzoeken een afspraken met deze zorgverleners maken over de zorg die ze gaan verlenen, voor welke prijs en voor hoeveel uur. Dit gebeurt dus niet door een (pgb-)aanbieder. Een lokale cliëntondersteuner kan hierbij helpen.

  • 6.

    Zelf afspraken maken, bijhouden en zich hieraan houden: tussentijds moet gecontroleerd worden of alles volgens afspraak verloopt, de budgethouder is hiervoor verantwoordelijk. Ook moet hij kunnen aantonen dat hij de zorg inkoopt waarvoor het pgb is verstrekt.

  • 7.

    Beoordelen of de zorg kwalitatief in orde is en of het bij de zorgvraag past: de budgethouder kan toelichten indien dit niet zo is en grijpt zelf in.

  • 8.

    Zelf de zorg regelen met 1 of meer zorgverleners: de budgethouder is verantwoordelijk dat er altijd zorg is en dat de zorgverleners hun werk goed doen. Als de zorgverlener ziek is, is de budgethouder verantwoordelijk voor vervanging.

  • 9.

    Zorgen dat de zorgverleners weten wat ze moeten doen: de budgethouder fungeert als opdrachtgever. Hij kan uitleggen welke zorg er nodig is en spreekt de zorgverlener aan als het werk niet adequaat wordt uitgevoerd.

  • 10.

    Weten wat te doen als werkgever of opdrachtgever van een zorgverlener: de budgethouder kent de rechten en plichten van een werkgever of opdrachtgever of weet deze informatie zelfstandig te vinden.

  • Aanvullende voorwaarden pgb-cliënten BW in de Noord-Veluwe

  • 11.

    Het pgb wordt ingezet voor zorgkosten, niet voor huisvestingslasten.

  • 12.

    De cliënt dient een aanvraagformulier, een zorgplan en een budgetplan in.

  • 13.

    De cliënt koopt van het Pgb zorg in binnen de regio Noord-Veluwe. Mocht er buiten de regio zorg ingekocht worden, dan meldt de cliënt dit bij de centrale toegang van de Noord-Veluwe (GGD NOG).

 

Hoofdstuk 3 Kaders voor beschermd wonen voor pgb-zorgaanbieders

Artikel 3.1 Voorwaarden pgb-zorgaanbieders en medewerkers

De zorgaanbieder beschermd wonen:

  • Streeft naar het realiseren van resultaten bij cliënten op de volgende doelen:

  • a.

    het bevorderen van de zelfredzaamheid en participatie;

  • b.

    het bevorderen van het psychisch en psychosociaal functioneren;

  • c.

    het stabiliseren van het psychiatrisch ziektebeeld;

  • d.

    het bieden van een veilige woonomgeving;

  • e.

    het voorkomen van verwaarlozing, maatschappelijke overlast en het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen.

  • Biedt veilig, doeltreffend en cliëntgericht beschermd wonen aan de cliënt.

  • Stemt de voorziening af op de reële behoefte en de persoonlijke situatie van de cliënt en op andere vormen van zorg, ondersteuning of hulp die de cliënt ontvangt.

  • Biedt een zo integraal mogelijke dienstverlening voor de cliënt (denk hierbij aan vormen van publieke gezondheid, preventie, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen).

  • Bevordert de participatie door de mogelijkheden van cliënten op betaald werk, onbetaald werk en onderwijs te benutten.

  • Is dusdanig ingericht dat er op korte termijn (binnen een jaar) of middellange termijn (1 – 3 jaar) stappen kunnen worden gezet naar zelfstandig wonen.

Vereisten voor medewerkers:

  • De zorgaanbieder werkt met bewezen effectieve interventies, waarbij er ruimte is voor professionele autonomie en innovatie van de ondersteuning.

  • De ondersteuning wordt uitgevoerd door de voor de doelgroep deskundige medewerkers. De zorgaanbieder zoekt daarbij naar een optimale balans tussen de inzet van professionals, ervaringsdeskundigen en vrijwilligers en streeft naar stabiliteit voor bewoners.

  • De organisatie toont aan dat haar medewerkers een opleiding (niveau en type) hebben die aansluit bij haar missie/doelstelling en bij de bewoners;

  • a.

    Medewerkers kunnen desgevraagd aangeven waarom hun opleiding en ervaring past bij de missie/doelstelling en bij de bewoners die zij ondersteunen;

  • b.

    Medewerkers kunnen aangeven wat de missie/doelstelling van de organisatie is en welke unieke aspecten (identiteit) daarin staat. Daarnaast kunnen zij vertellen hoe zij dit in praktijk brengen.

  • De medewerkers houden rekening met de godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en de culturele achtergrond van cliënten.

  • De werknemers en vrijwilligers die in contact komen met cliënten zijn in het bezit zijn van een verklaring omtrent gedrag (VOG), welke niet eerder is afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop betrokkene voor de aanbieder ging werken. De VOG mag niet langer dan 3 jaar geleden zijn afgegeven. Vrijwilligers die in contact komen met cliënten dienen eveneens te beschikken over een VOG die niet langer dan 3 jaar geleden is afgegeven.

  • De organisatie draagt zorg voor deskundigheidsbevordering, supervisie, intervisie en/of werkbegeleiding van medewerkers zodat zij hun werkzaamheden adequaat kunnen uitvoeren.

 

Artikel 3.2 Kwaliteit

De zorgaanbieder:

  • Zorgdraagt dat de ondersteuningsbehoefte van de cliënt die ondersteuning ontvangt welke in de geldige en doorlopende indicatie of meest actuele toekenningsbeschikking beschermd wonen naar aard en omvang is verwoord en bedoeld.

  • Werkt zoveel mogelijk met een vaste contactpersoon (vaste contactpersonen) voor de cliënt voor de duur van het traject. De aanbieder sluit daarin waar mogelijk en gewenst aan bij de wensen van de cliënt.

  • Zorgdraagt voor zo weinig mogelijk verhuisbewegingen (tussen locaties van beschermd wonen) voor cliënten, tenzij dit een bewuste keuze is vanuit de doelen die nagestreefd worden bij cliënten.

 

Artikel 3.3 Veiligheid

De zorgaanbieder:

  • Draagt er zorg voor dat de hulpverlener van de cliënt een Verklaring Omtrent Gedrag voor Rechtspersonen (VOG RP) bezit.

  • Sluit daar waar mogelijk en gewenst aan bij de wensen van de cliënt voor de duur van het traject.

  • Respecteert de rechten van de cliënt en neemt deze in acht.

  • Kan alleen bij zwaarwegende redenen de ondersteuning aan cliënten eenzijdig beëindigen. Voorbeelden van zwaarwegende redenen kunnen zijn:

  • a.

    een ernstige mate van bedreiging of intimidatie die voortzetting van beschermd wonen ongewenst maakt aangezien de veiligheid van zorgverlener en/of overige cliënten in gevaar is of dreigt te komen;

  • b.

    een onherstelbaar verstoorde relatie tussen zorgaanbieder en cliënt;

  • c.

    hygiënische omstandigheden die ernstige gezondheidsrisico’s opleveren voor de zorgverlener en/of de overige cliënten;

  • d.

    het niet nakomen van essentiële verplichtingen of regels, ook niet na herhaaldelijk (schriftelijk) aandringen of waarschuwen door de zorgaanbieder. Daar waar er onder die omstandigheden aanleiding is vanuit de zorgaanbieder om het bieden van de voorziening beschermd wonen vroegtijdig en eenzijdig te beëindigen, draagt de zorgaanbieder vanuit de ‘zorgplicht’ maximaal zorg voor dat de reeds door de zorgaanbieder aangevangen ondersteuning zoveel mogelijk wordt voortgezet totdat de noodzakelijke ondersteuning bij een andere zorgaanbieder wordt geboden.

  • e.

    Heeft geen veroordeling, aanwijzing, maatregel of boete opgelegd gekregen van

  • een gemeente of;

  • een door een gemeente aangewezen toezichthouder Wmo of;

  • een Inspectie-instelling of;

  • een zorgkantoor of;

  • een zorgverzekeraar;

  • een rechter;

  • in de periode van drie jaar voorafgaand aan de startdatum van de inzet van de ondersteuning die van invloed is op de veiligheid, doeltreffendheid en cliëntgerichtheid van de geboden ondersteuning.

 

Artikel 3.4 Informatievoorziening

De zorgaanbieder:

  • Verstrekt desgevraagd kosteloos en tijdig aan de gemeente dan wel de GGD NOG gegevens die de gemeente dan wel de GGD nodig hebben. De gemeente en de GGD NOG bepalen de aard en de omvang van de gegevens, de wijze van verstrekking, de tijdvakken waarop de te verstrekken gegevens betrekking hebben en de tijdstippen waarop de verstrekking dient plaats te vinden;

  • a.

    Bij een substantiële verandering van ondersteuningsbehoefte bij cliënten (bijv. als gevolg uitstroom of noodzakelijke wijziging van intensiteit van begeleiding en toezicht) de cliënt ertoe te bewegen dit te melden bij de regionale Centrale Toegang beschermd wonen zodat de GGD, indien nodig, het toekenningsbesluit kan wijzigen. Indien de cliënt dit weigert te doen, is de aanbieder verplicht dit zelf te melden aan de GGD.

  • b.

    Bij in- en uitstroom van cliënten die beschermd wonen ontvangen onder een forensische titel melding te doen bij het toegangsorgaan voor beschermd wonen (en maatschappelijke opvang) in de betreffende regio.

  • Meldt onderzoek bij de gemeente, daar waar het gaat om onderzoek door een gemeentebestuur (en/of toezichthouder Wmo), de Inspectie Jeugdzorg, de Inspectie van de Gezondheidszorg, de Inspectie SZW, het Zorgkantoor en/of de zorgverzekeraar of de politie of Justitie. De gemeente belegt deze taak op één centraal punt, zodat zorgaanbieders weten waar zij met de melding terecht kunnen.

 

Artikel 3.5 Uitstroom

De zorgaanbieder van een beschermd wonen voorziening in pgb:

  • Treft reeds bij instroomvoorwaarden om de uitstroom te bevorderen. Hierbij is terugkeer naar de herkomstgemeente uitgangspunt, tenzij er redenen zijn om terugkeer naar de herkomstgemeente juist niet te wensen. Dit betekent dat:

  • a.

    de zorgaanbieder er voor zorgdraagt dat de cliënt zich bij instroom in de voorziening direct inschrijft bij één of meerdere woningcorporaties die woningen heeft in de gemeente van herkomst en dat deze inschrijving jaarlijks wordt verlengd;

  • b.

    de tijdelijke woonplek past bij het inkomensniveau van de cliënt;

  • c.

    indien de cliënt is ondergebracht in een woning die de zorgaanbieder huurt van een woningcorporatie de huur niet hoger is dan volgens de regels van ‘passend toewijzen’ (Woningwet) toegestaan is;

  • d.

    de zorgaanbieder waarborgt dat er gedurende de periode beschermd wonen contact is met de herkomstgemeente over het intact houden van het sociale netwerk en het moment van uitstromen naar de herkomstgemeente;

  • e.

    de zorgaanbieder er voor zorgdraagt dat de cliënt, op het moment dat uitstroom in beeld komt, een reëel beeld heeft van zijn huisvestingsmogelijkheden en actief reageert op passende huisvesting van de woningcorporaties of particuliere woningaanbieders. Indien van toepassing zorgt de zorgaanbieder ervoor dat de cliënt gebruik maakt van de mogelijkheden die de corporaties bieden om cliënten versneld te huisvesten.

  • Maakt bij uitstroom afspraken met de cliënt over passende huisvesting in een passende woonomgeving en over de mogelijkheden die de cliënt heeft in het geval van terugval. En zorgt dat de gemaakte afspraken zijn vastgelegd in het pgb-plan van de cliënt. De cliënt of zijn gewaarborgde hulp of vertegenwoordiger ondertekenen het pgb-plan voor akkoord.

  •  

Artikel 3.6 Medezeggenschap

De zorgaanbieder van een beschermd wonen voorziening in Pgb:

  • Heeft een regeling voor medezeggenschap voor cliënten.

  • Betrekt cliënten(vertegenwoordigers) bij organisatievraagstukken, waaronder kwaliteit en veiligheid en geeft cliënten(vertegenwoordigers) daarin ook invloed.

 

Artikel 3.7 Cliëntontwikkeling en -ervaring

De zorgaanbieder van een beschermd wonen voorziening in pgb:

  • Meet elk half jaar de individuele cliëntervaringen. De meting bevat alle facetten van de ondersteuning. De zorgaanbieder voert aantoonbaar en in samenspraak met de cliëntenvertegenwoordigers verbeteringen door op basis van de uitkomsten van de meting.

  • Vult elk half jaar samen met de cliënt de zelfredzaamheidsmatrix in, zodat de ondersteuning aansluit bij de ontwikkeling van de cliënt.

 

Artikel 3.8 Toegankelijkheid

De zorgaanbieder van een beschermd wonen voorziening in pgb:

  • Draagt zorg voor de toegankelijkheid van beschermd wonen voorzieningen, diensten en ruimten die worden ingezet voor mensen met een beperking of psychische en psychosociale problemen die beschermd wonen (conform VN-verdrag inzake rechten van personen met een handicap).

 

Artikel 3.9 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

De zorgaanbieder van een beschermd wonen voorziening in pgb:

  • Heeft een meldcode vastgesteld en hanteert deze, waarin stapsgewijs wordt aangegeven hoe met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling wordt omgegaan en die bijdraagt aan het zo snel en adequaat mogelijk bieden van hulp. Daar waar de betreffende meldcode door de aanbieder wordt gewijzigd, meldt de aanbieder dat onverwijld aan de centrumgemeente Harderwijk, waarbij de aanbieder aan de centrumgemeente Harderwijk de meest actuele vastgestelde meldcode toezendt.

  • Bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling binnen het aanbod beschermd wonen van de aanbieder.

 

Artikel 3.10 Klachten en calamiteiten

De zorgaanbieder van een beschermd wonen voorziening in pgb:

  • Beschikt over een regeling voor de afhandeling van klachten van cliënten ten aanzien van onder meer beschermd wonen voorzieningen. Daar waar de betreffende regeling door de aanbieder wordt gewijzigd, meldt de aanbieder dat onverwijld aan de centrumgemeente Harderwijk, waarbij de aanbieder aan de centrumgemeente Harderwijk de meest actuele vastgestelde meldcode toezendt.

  • Doet onverwijld melding aan de toezichthouder Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang van iedere calamiteit en ieder geweldsincident dat zich heeft voorgedaan bij het bieden van beschermd wonen en verstrekt naar aanleiding van een melding gegevens, daaronder begrepen persoonsgegevens, en gegevens betreffende de gezondheid en andere bijzondere persoonsgegevens, voor zover deze voor het onderzoek van de melding noodzakelijk zijn. Persoonsgegevens ten aanzien waarvan de zorgaanbieder of de beroepskracht op grond van een wettelijk voorschrift of op grond van zijn ambt of beroep tot geheimhouding is verplicht, worden uitsluitend zonder toestemming van betrokkene verstrekt, indien deze niet meer in staat is de toestemming te geven dan wel dit noodzakelijk kan worden geacht ter bescherming van cliënten (conform artikel 3.4 lid 2 en 3 Wmo 2015).

 

Artikel 3.11 Bestemmingsplan

De zorgaanbieder van een beschermd wonen voorziening in pgb:

  • Draagt zorg dat de te benutten locatie(s) voldoen aan het lokale bestemmingsplan en de vergunnings-technische eisen alsmede andere wet- en regelgeving die van toepassing is ten aanzien van gezondheid, veiligheid en leefbaarheid en heeft nadrukkelijk oog voor de woonomgeving van de beschermd wonen locaties. Dat betekent dat de zorgaanbieder bereikbaar is voor omwonenden en instanties en bij overlast zorgt voor een open communicatie, zodat daarmee de leefbaarheid van de direct omgeving wordt gewaarborgd.

 

Artikel 3.12 Administratie

De zorgaanbieder van een beschermd wonen voorziening in pgb:

  • Voert een deugdelijke administratie en goede registratie, waarbij in ieder geval inkomsten, uitgaven, verplichtingen, cliëntdossiers en verantwoording te herleiden zijn naar bron en bestemming.

 

Artikel 3.13 Handhaving

Het college ziet op verschillende manieren toe op de naleving van deze eisen. Bijvoorbeeld door gesprekken met de cliënt, het opvragen van documenten/ administratie en het zo nodig in overleg met de cliënt ter plaatse controleren van de geleverde voorzieningen. Daarnaast kan de Toezichthouder kwaliteits- en/of rechtmatigheidsonderzoek doen.

 

Artikel 3.14 Voorwaarde voor zorgaanbieders beschermd wonen (ZIN en pgb)

Voor zorgaanbieders die zowel beschermd wonen cliënten hebben via pgb, als via ZiN, zijn ook de kwaliteitseisen voor beschermd wonen van toepassing.

 

Hoofdstuk 4 Pgb en kleinschalige wooninitiatieven

Artikel 4.1 Kleinschalige wooninitiatieven

Een kleinschalig wooninitiatief is een kleinschalige woonsituatie waarin een groep bewoners die zorg en/of ondersteuning nodig hebben vanwege een beperking, op één of meerdere adressen dicht bij elkaar wonen en gezamenlijk hun zorg en ondersteuning inkopen en organiseren.

 

Artikel 4.2 Wettelijk kader

De Wmo 2015 heeft geen definitie of omschrijving van “kleinschalige wooninitiatieven”. Hiervoor is in het ‘Besluit langdurige zorg’ een bepaling opgenomen.

  • Artikel 3.1.4 lid 2 van het Besluit langdurige zorg bepaalt dat een “kleinschalig wooninitiatief” wordt aangemerkt als een woonsituatie waarbij:

  • a.

    minimaal 3 en maximaal 26 cliënten een pgb als bedoeld in de Wlz, de Wmo 2015, de Jeugdwet of de zorgverzekeringswet ontvangen en hiervoor door bundeling van persoonsgebonden budget gezamenlijk de zorg inkopen;

  • b.

    de bewoners verblijven op één GBA –Adres, op aaneengesloten GBA-adressen of GBA-adressen in elkaars directe nabijheid (binnen straal 100 meter); waarin tenminste één gemeenschappelijke verblijfsruimte aanwezig is die geschikt is voor het ontplooien van gezamenlijke activiteiten.

 

Artikel 4.3 Beleid in de Noord-Veluwe met betrekking tot kleinschalige wooninitiatieven

De visie in de regio Noord-Veluwe is dat zorgaanbieders (pgb en ZiN) worden gestimuleerd om wonen en zorg te scheiden. Wij vinden het belangrijk dat bewoners zoveel mogelijk een eigen woning hebben zonder afhankelijk te zijn van zorg(zwaarte). Wij ondersteunen de visie van ouder- of familie-initiatieven. Deze past bij het beleid van de regio Noord-Veluwe dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig moeten kunnen blijven wonen, met ondersteuning van het sociale netwerk in plaats van wonen in een instelling. De Noord-Veluwe gaat eventuele aanvragen voor kleinschalige wooninitiatieven zorgvuldig beoordelen en uitvoeren en kent alleen een woontoeslag toe bij initiatieven van ouders of familie via het persoonsgebonden budget.

 

Artikel 4.4 Kleinschalige wooninitiatieven met een pgb

  • Woon- of ondernemersinitiatieven: Hierbij gaat het om kleinschalige woonvorm die niet door ouders- of familie (eventueel bewoners) wordt opgezet. Deze woonvormen worden door een zorgondernemer opgezet en beheerd. De betrokkenheid van ouders/familie is minder. De regie ligt volledig in handen van de zorgondernemer. Wonen en zorg zijn bijna altijd gekoppeld. De woning is meestal in bezit van de zorgondernemer. Wanneer de zorg wordt opgezegd, moet de bewoner het wooninitiatief verlaten. Een bekend voorbeeld zijn de ‘Thomashuizen’.

  • Ouder- of familie-initiatieven: Deze kleinschalige woonvormen ontstaan veelal op initiatief van ouders van (meestal volwassen) kinderen met een beperking/aandoening die niet zelfstandig kunnen wonen.

 

Artikel 4.5 Kenmerken van wooninitiatieven met pgb

  • de kleinschaligheid; minimaal 3 en maximaal 26 cliënten;

  • gescheiden betaling van wonen en zorg: huur en overige kosten worden betaald vanuit het eigen inkomen (betaald werk of uitkering), de zorg wordt betaald met het persoonsgebonden budget;

  • het gezamenlijk inkopen van zorg;

  • een huis met een gemeenschappelijke ruimte.

 

Artikel 4.6 Ouder- of familie-initiatieven

Het doel van een ouder- of familie-initiatief is om een eigen thuis te creëren waar hun kind zelfstandig kan wonen als alternatief voor het ouderlijk huis. Een huis met huiselijkheid, waarin voldoende structuur en begeleiding wordt geboden, afgestemd op de behoefte van elke individuele bewoner met aandacht voor ontwikkeling en groei naar meer zelfstandigheid.

 

Artikel 4.7 Vooraarden ouder- of familie-initiatief met een pgb

  • De ouder(s) of familie van een wooninitiatief zijn en blijven verantwoordelijk voor hun kind. Zij zijn de zaakwaarnemer van hun kind en beheren het Pgb.

  • De ouder(s) of familie zijn verder eindverantwoordelijk en gesprekspartner voor een aantal samenwerkingspartners, zoals de zorgaanbieder, de gemeente en de verhuurder/eigenaar van het pand waarin het wooninitiatief is gevestigd.

  • De zorg/ondersteuning wordt vaak collectief ingekocht door het samenvoegen van het individuele persoonsgebonden budget.

  • De huur wordt door de bewoners zelf betaald vanuit hun uitkering of inkomen.

Aanvullende voorwaarde m.b.t. de huur van de gemeenschappelijke ruimte

In de regio Noord-Veluwe wordt op basis van het landelijke beleid de huur van de gemeenschappelijke ruimte vanuit de toeslag voor pgb bekostigd, als voorwaarde dat de daadwerkelijk zorg verleend wordt in de gemeenschappelijke ruimte.

 

Artikel 4.8 Financiën

  • Ouders of familie van een wooninitiatief kunnen via de stichting “Het Gehandicapte Kind” (voorheen NSGK) een startsubsidie aanvragen.

  • De eigen bijdrage voor ouder- of familie-initiatief valt onder het Wmo abonnementstarief.

 

Artikel 5. Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze beleidsregels treden in werking de dag na bekendmaking

2. Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels Persoonsgebonden budget Beschermd wonen gemeente Elburg”.

 

 

Besluit van college van burgemeester en wethouders van de gemeente Elburg tot vaststelling van beleidsregels voor de uitvoering van de inzet van persoonsgebonden budget voor Beschermd Wonen van de gemeente Elburg.

 

Aldus vastgesteld door college van burgemeester en wethouders van de gemeente Elburg in de vergadering van 16 maart 2021.

De burgemeester: ir. J.N. Rozendaal

De secretaris: P.W. Wanrooij