Besluit van de burgemeester van de gemeente Breda houdende regels omtrent de aanwijzing van cameratoezicht op het Valkenbergpark (Aanwijzingsbesluit cameratoezicht Valkenbergpark 2021)

De burgemeester van Breda,

Gelet op het bepaalde in artikel 151c van de Gemeentewet en artikel 2.74 van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018;

• •

  Overwegende dat ingevolge artikel 151c van de Gemeentewet de raad bij verordening de burgemeester de bevoegdheid kan verlenen om, indien dat in het belang van de handhaving van de openbare orde noodzakelijk is, te besluiten om voor een bepaalde duur camera’s in te zetten ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats;

• •

  Overwegende dat de gemeenteraad in artikel 2.74 van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018 de burgemeester de bevoegdheid heeft verleend om overeenkomstig artikel 151c Gemeentewet te besluiten tot plaatsing van camera’s voor een bepaalde duur ten behoeve van het toezicht op openbare plaatsen, in de gehele gemeente Breda;

• •

  Overwegende dat in artikel 151c, tweede lid, van de Gemeentewet is bepaald dat de burgemeester besluit met inachtneming van het in de verordening van de raad bepaalde:

  • a.

    binnen welk gebied, bestaande uit openbare plaatsen of andere voor een ieder toegankelijke plaatsen als bedoeld in het eerste lid, camera’s worden ingezet;

  • b.

    voor welke duur de gebiedsaanwijzing plaatsvindt;

• •

  Overwegende dat bij besluit van 14 februari 2019 het uitgaansgebied en een aantal van de daarbij behorende aanlooproutes door de burgemeester zijn aangewezen op basis van artikel 151c van de Gemeentewet en artikel 2.74 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2018 als gebieden waar met camera’s toezicht wordt gehouden op de openbare weg ter handhaving van de openbare orde;

• •

  Overwegende dat tot deze aanlooproutes behoren het park Valkenberg en de Willemstraat;

• •

  Overwegende dat bij besluit van 27 januari 2016 de burgemeester op grond van artikel 51c van de Gemeentewet en artikel 2.74 van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018 de route van het station naar de binnenstad naar het Kasteelplein via de Willemstraat en het park Valkenberg tot 1 januari 2021 heeft aangewezen als gebieden waar met camera’s toezicht wordt gehouden op de openbare weg ter handhaving van de openbare orde;

• •

  Overwegende dat gelet op de voornoemde aanwijzing tot 1 januari 2021 van de looproute door het Valkenbergpark en langs Willemstraat de noodzakelijkheid van het wel of niet voorzetten van het cameratoezicht in deze gebieden - in vervolg op de evaluatie van het cameratoezicht in de binnenstad in 2018 i begin 2021 is geëvalueerd;

• •

  Overwegende dat uit de evaluatie in 2018 van het cameratoezicht in de binnenstad inclusief het park Valkenberg en de Willemstraat, de brief aan de gemeenteraad van 10 december 2020 inzake aanpak VAST gebied (kenmerk 1165504) en de aanvullende bestuurlijke rapportage van de politie van 1 maart 2021 blijkt dat de openbare orde problematiek in het gebied verplaatst c.q. kan verplaatsen qua specifieke locatie maar nog steeds hoog blijft;

• •

  Overwegende dat dit cameratoezicht onderdeel uitmaakt van een breder pakket aan maatregelen in het kader van het veilig uitgaan in het uitgaanscentrum van Breda zoals vastgelegd met partners in het convenant ‘Veilig Uitgaan Breda 2020-2024’;

• •

  Overwegende dat het Valkenbergpark eveneens onderdeel uitmaakt van de integrale projectmatige aanpak zoals met veiligheidspartners vastgelegd in het convenant Valkenberg-station (VAST);

• •

  Overwegende dat gelet op de uitkomst van de voornoemde evaluatie en de aanvullende rapportage van de politie cameratoezicht in het Valkenbergpark en de Willemstraat als aanvullende maatregel noodzakelijk wordt geacht als onderdeel van de brede aanpak in zowel het convenant ‘Veilig Uitgaan Breda 2020-2024’ als het project VAST;

• •

  Overwegende dat de driehoek op basis van voorgaande heeft geconcludeerd dat het in het Valkenbergpark in te stellen cameratoezicht voldoet aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit;

• •

  Overwegende dat het in dit aanwijzingsbesluit om gebieden gaat waar de bebouwing niet primair en uitsluitend is bestemd voor bewoning als bedoeld in artikel 2.74 van de Algemene Plaatselijke verordening Breda 2018;

• •

  Overwegende dat de burgemeester voorafgaand aan dit aanwijzingsbesluit in de lokale driehoek afspraken heeft gemaakt met de officier van justitie zoals genoemd in artikel 151c, derde lid, van de Gemeentewet omtrent de perioden waarin de camera’s daadwerkelijk worden gebruikt en de met de camera’s gemaakte beelden worden opgenomen;

Besluit: