Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Mook en Middelaar

Verordening commissie bezwaarschriften Mook en Middelaar 2021

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMook en Middelaar
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening commissie bezwaarschriften Mook en Middelaar 2021
CiteertitelVerordening commissie bezwaarschriften Mook en Middelaar 2021
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpVerordening commissie bezwaarschriften Mook en Middelaar

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

24-04-2021Nieuwe regeling

08-04-2021

gmb-2021-119108

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening commissie bezwaarschriften Mook en Middelaar 2021

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Mook en Middelaar;

 

ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

 

Gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders d.d. 9 maart 2021

 

Gelet op het advies van de raadscommissie d.d. 30 maart 2021

 

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening commissie bezwaarschriften Mook en Middelaar 2021

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften.

 

Artikel 2. Inleidende bepaling commissie

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester.

  • 2.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken.

 

Artikel 3. Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2.

    De (plaatsvervangend) voorzitter en de (plaatsvervangende) leden worden door de raad op voordracht van het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3.

    De benoeming van de (plaatsvervangend) voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissie is gebaseerd op de deskundigheid en onafhankelijkheid van de kandidaat of kandidaten. De gemeentesecretaris en de griffier maken in ieder geval deel uit van de selectiecommissie

  • 4.

    De (plaatsvervangend) voorzitter en de (plaatsvervangende) leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Mook en Middelaar.

  • 5.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitter. Indien meer dan twee leden worden benoemd, dan regelt de commissie wie van hen op welk moment zitting hebben in de commissie en wie als plaatsvervanger fungeert.

 

Artikel 4. Secretaris

  • 1.

    De secretaris van de commissie wordt door het college aangewezen.

  • 2.

    Het college wijst tevens een of meer plaatsvervangers van de secretaris aan.

 

Artikel 5. Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Het is mogelijk herbenoemd te worden.

  • 2.

    De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 3.

    De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

 

Artikel 6. Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt binnen zeven werkdagen in handen van de commissie gesteld.

 

Artikel 7. Bemiddeling

De voorzitter onderzoekt of de zaak in de minne kan worden geschikt alvorens de zaak in behandeling wordt genomen. De secretaris verricht daartoe de nodige handelingen.

 

Artikel 8. Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • e.

    artikel 7:6, vierde lid.

 

Artikel 9. Vooronderzoek

  • 1.

    De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

 

Artikel 10. Hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen. De voorzitter kan bepalen dat de hoorzitting via (video)bellen plaats vindt.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb.

  • 3.

    Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan.

 

Artikel 11. Uitnodiging zitting

  • 1.

    De voorzitter nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2.

    Binnen drie dagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

 

Artikel 12. Quorum

Voor het houden van een zitting dient in beginsel een voltallige commissie aanwezig te zijn. Het horen van belanghebbenden kan geschieden door de (plaatsvervangend) voorzitter en één lid van de commissie. Het uitbrengen van advies geschiedt door een voltallige commissie.

 

Artikel 13. Niet-deelneming aan de behandeling  

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

 

Artikel 14. Openbaarheid zitting
  • 1.

    De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2.

    De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de commissie of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats achter gesloten deuren.

     

Artikel 15. Verslaglegging

  • 1.

    Van het horen als bedoeld in artikel 7:7, Awb wordt een geluidsopname gemaakt.

  • 2.

    De geluidsopname wordt in de regel niet schriftelijk uitgewerkt.

  • 3.

    Op verzoek van een belanghebbende of het verwerend orgaan stelt de commissie de geluidsopname digitaal ter beschikking. Indien er sprake is van omstandigheden die daartoe aanleiding geven, kan de commissie toezending weigeren. In dat geval wordt een schriftelijk verslag verstrekt.

  • 4.

    In afwijking van het tweede lid wordt de geluidsopname alsnog schriftelijk uitgewerkt indien:

  • 5.

    De behandeling van een bezwaarschrift wordt aangehouden tijdens een hoorzitting en er een nieuwe hoorzitting wordt ingelast, of;

  • 6.

    Een belanghebbende of het verwerend orgaan daar om verzoekt, of;

  • 7.

    Een gerechtelijke instantie daar om verzoekt in geval van een (hoger) beroepsprocedure.

  • 8.

    Het schriftelijke verslag vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid en houdt een zakelijke vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen en wordt ondertekend door de voorzitter en secretaris van de commissie.

 

Artikel 16. Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

 

Artikel 17. Raadkamer en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3.

    Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4.

    Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

 

Artikel 18. Uitbrengen advies en verdaging

  • 1.

    Het advies wordt, onder medezending van het verslag, bedoeld in artikel 15 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 12 weken, genoemd in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

 

Artikel 19. Jaarverslag

De commissie brengt eens in de twee jaren vóór 1 juli aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in de twee voorafgaande kalenderjaren.

 

Artikel 20. Intrekking oude regeling

De Verordening commissie bezwaarschriften wordt ingetrokken.

 

Artikel 21. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die van bekendmaking.

 

Artikel 22. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening commissie bezwaarschriften Mook en Middelaar 2021.

 

 

Aldus besloten in zijn openbare vergadering d.d. 8 april 2021

De raad voornoemd,

De griffier

mr. M.A.M. van Arensbergen

De voorzitter

mr. drs. W. Gradisen

Het college,

De gemeentesecretaris

J.M.G. Smits- de Kinkelder

De burgemeester

mr. drs. W. Gradisen

De burgemeester,

mr. Drs. W. Gradisen

Artikelsgewijze toelichting

 

Algemeen

In deze verordening is bepaald dat de bestuursorganen van de gemeente, de raad, het college en de burgemeester, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft, besluiten de verordening vast te stellen. Duidelijk is dat de raad de verordenende bevoegdheid heeft. Het college en de burgemeester hebben deze bevoegdheid niet, maar nemen hiermee het besluit tot het instellen van de commissie bezwaarschriften. Op deze manier is het mogelijk dat de bestuursorganen samen één en dezelfde commissie instellen om te adviseren op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college en de burgemeester. De ondertekening gebeurt eveneens door de drie bestuursorganen.

 

In het navolgende wordt een toelichting gegeven op de artikelen die met deze Verordening worden aangepast.

 

Artikel 3aKamers van de commissie (oud)

Artikel 3bCommissiekamer voor ambtenarenzaken

Deze artikelen komen te vervallen. Gelet op het geringe aantal bezwaarschriften ontbreekt de noodzaak voor het instellen van meerdere kamers. Met de samenstelling van de commissie is ook rekening gehouden dat de commissie bezwaarschriften kan adviseren op bezwaarschriften tegen besluiten op elk beleidsterrein. Gelet op de gewijzigde rechtspositie van ambtenaren is er geen noodzaak meer voor een aparte kamer voor ambtenarenzaken.

 

Artikel 4. Secretaris

De eis dat de secretaris een door het college aangewezen ambtenaar is, komt te vervallen. Hierdoor is het ook mogelijk om ook een externe secretaris te benoemen.

 

Artikel 5. Zittingsduur

Bepaald was dat de voorzitter en de leden van de commissie aftreden op de dag van het aftreden van de raad. Het tegelijkertijd in zijn geheel aftreden van de commissie is niet wenselijk. Voorgesteld wordt het artikel uit de modelverordening van de VNG op te nemen dat een zittingsperiode van vier jaren met mogelijkheid van herbenoeming hanteert.

 

Artikel 7. Bemiddeling

Is een nieuw artikel conform de modelverordening van de VNG. Mediation wordt in de praktijk al toegepast en hiermee in de verordening vastgelegd.

 

Artikel 10. Hoorzitting

De mogelijkheid van horen via (video)bellen wordt in verband met de maatregelen inzake COVID19 in de verordening vastgelegd.

 

Artikel 15. Verslaglegging

Op grond van artikel 7:7 van de Algemene wet bestuursrecht wordt van het horen een verslag gemaakt. De wet schrijft niet voor in welke vorm het verslag moet worden gegoten en hoe uitgebreid het dient te zijn. Er werd altijd van uitgegaan dat het verslag op schrift gesteld moest worden. Achterliggende gedachte hierbij is dat in geval van inschakeling van een bezwarencommissie gewaarborgd is dat het bestuursorgaan kennis heeft van wat er op de hoorzitting aan de orde is geweest en hiermee bij het nemen van een beslissing op het bezwaarschrift rekening kan houden. Door de steeds verder voortschrijdende digitalisering kan dit doel echter ook bereikt worden door de hoorzitting digitaal vast te leggen in de vorm van een geluidsopname. Hierdoor kan veel tijd worden bespaard, wat weer een positieve invloed heeft op de termijnen voor de behandeling van de bezwaarschriften. De traditionele wijze van verslaglegging door middel van het maken van aantekeningen door de secretaris van de commissie en het later uitwerken tot een schriftelijk verslag op hoofdlijnen is reeds verlaten. Tijdens de hoorzitting draait opnameapparatuur mee, waarmee het openbare gedeelte van de hoorzitting –derhalve niet de voorbespreking en de beraadslaging door de commissie- wordt opgenomen. Op verzoek van de belanghebbende(n) kan een audio CD met daarop de opname van de hoorzitting worden toegezonden. Indien het bestuursorgaan het nodig acht voor de besluitvorming of wanneer een belanghebbende daar om verzoekt dan wel dat een gerechtelijke instantie daar om verzoekt in geval van een (hoger) beroepsprocedure zal door het secretariaat op basis van de geluidsopname een verslag worden opgesteld. Dit zal een zakelijk verslag op hoofdlijnen zijn.

 

Artikel 18. Uitbrengen advies en verdaging

De termijn voor het nemen van een beslissing op bezwaarschrift is in de Algemene wet bestuursrecht gewijzigd van 10 naar 12 weken. Deze aanpassing wordt in de verordening verwerkt.

 

Artikel 19. Jaarverslag

Is een nieuw artikel conform de modelverordening van de VNG. In afwijking is alleen, gelet op het geringe aantal bezwaarschriften, gekozen voor het maar één keer per twee jaar uitbrengen van een jaarverslag.