Organisatie | Medemblik |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Medemblik houdende regels omtrent groenbeheer voor openbaar groen, begraafplaatsen en sportvelden |
Citeertitel | Groenbeheerplan gemeente Medemblik 2016-2019 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Bijlagen 1-6 |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-03-2016 | nieuwe regeling | 28-01-2016 De Medemblikker, 17 maart 2016 | GM-0171115 |
Eind 2011 is het eerste groenbeheerplan voor de samenvoegende gemeente Medemblik opge-steld. Dit beheerplan heeft een geldigheidsduur van vier jaar. Nu, 2015, is het moment het eerste groenbeheerplan te actualiseren.
In dit geactualiseerde beheerplan zijn de gewijzigde arealen en nieuwe prijspeilen opgenomen. De arealen staan anno 2015 nagenoeg actueel en compleet in het beheersysteem. Daarnaast is de gemeente de afgelopen jaren een kwaliteit gestuurd beheer gaan voeren en wordt werk uit-besteed aan de hand van (beeld)bestekken. Dit leidt tot een andere manier van werken.
Een aantal ontwikkelingen voor de komende beheerperiode hebben betrekking op de uitvoe-ring:
Het doel van dit groenbeheerplan is een duidelijk beeld schetsen van het groen met betrekking tot hoeveelheden, huidige kwaliteit, gewenste kwaliteit en de daarbij bijbehorende kosten en arbeidsuren. Hiermee wordt duidelijk wat bestuurders en burgers kunnen verwachten op het gebied van groenbeheer.
Het beschreven beheer in dit plan is doelmatig, planmatig en continu. Zoals beschreven in het groenstructuurplan, dient het openbaar groen van gemeente Medemblik het visitekaartje te zijn van de gemeente. Mooie en goed onderhouden groenstructuren dragen bij aan een positieve waardering van de leefomgeving, terwijl matig onderhouden groen hier juist afbreuk aan doet. Het is dan ook van belang dat het groenonderhoud en de groenstructuur met elkaar in balans zijn.
De provincie heeft aangekondigd het groenbeheerplan op te vragen ter controle van de onderbouwing van de gemeentebegroting. Hierbij kijkt de provincie naar het onderscheid tussen dagelijks onderhoud, groot onderhoud en investeringen.
Het groenbeheerplan is in samenwerking met de medewerkers van de gemeente opgesteld.
Het beheerplan is praktisch van opzet. In de hoofdstukken 2 en 3 worden de uitgangsgegevens beschreven die kader stellend zijn voor het groenbeheerplan. In hoofdstuk 2 zijn de arealen beschreven en hoe deze momenteel worden beheerd. Hoofdstuk 3 beschrijft de relevante wet- en regelgeving die op het groenbeheer van toepassing zijn.
De visie op het groenbeheer voor de komende vier jaar staat omschreven in hoofdstuk 4. Naast de beheervisie staan de verschillende beleidsthema’s uitgewerkt. Hoofdstuk 5 geeft inzicht in de financiën op gebied van dagelijks onderhoud, groot onderhoud en investeringen. De inzet in uren die nodig is om het beheer te realiseren, staat beschreven in hoofdstuk 6. Hoofdstuk 7 eindigt met de conclusies en aanbevelingen.
Gemeente Medemblik heeft zeventien kernen, verdeeld over drie rayons. Elke rayon wordt aangestuurd door een opzichter die een eigen team heeft. Ieder team werkt vanuit de gemeentewerf in het eigen rayon. De opzichter coördineert de werkzaamheden, stuurt de onderaannemers aan en is het contactpersoon voor de burger in zijn rayon. Met de rayons is de gemeente opgedeeld in drie stukken. Dit zorgt ervoor dat de lokale kennis over het groen per uitvoerend team goed geborgd blijft en het werk efficiënt kan worden uitgevoerd.
De kaart met de begrenzing van de Rayons is opgenomen in bijlage 1.
De Buitendienst van gemeente Medemblik heeft een oppervlakte groen van circa 280 hectare in beheer (inclusief begraafplaatsen, halfverhardingen en sportcomplexen). Daarnaast heeft de gemeente nog watergangen in onderhoud. In de arealen zijn alleen de watergangen meegeteld waar, door de gemeente, een maaiboot wordt ingezet. In tabel 2.2 zijn de totalen per hoofdgroep weergegeven (exclusief meubilair). In bijlage 3 zijn de hoeveelheden verdeeld in beheer-groepen. De areaalgegevens zijn ontleend aan het digitale beheersysteem dg DIALOG d.d. 12-03-2015).
De gemeente hanteert voor het groenonderhoud als standaard kwaliteitsniveau B (basis) van het CROW 1 , met uitzondering van de rotondes, begraafplaatsen en het Emmapark Kwaliteits-niveau A (hoog). In hoofdstuk 4 wordt hier nader op ingegaan. Uit het toezicht en de monitoring blijkt dat de gewenste kwaliteit ook gehaald wordt.
De gemeente besteedt een deel van haar groenwerkzaamheden uit aan derden of aan de socia-le werkvoorziening WerkSaam. De eigen dienst doet vooral het kwalitatief hoogwaardige en kleinschalige onderhoud. Ook handelt de eigen dienst meldingen af en worden groenvakken gerenoveerd/gereconstrueerd. Daarnaast wordt een deel van het gazon en sportvelden nog gemaaid.
De eigen dienst heeft nog andere taken buiten de groenwerkzaamheden, zoals:
Op de volgende pagina is in een tabel een overzicht te zien van alle groenwerkzaamheden. Per rayon is aangegeven door welke partij de werkzaamheden worden uitgevoerd.
3 Wet- en regelgeving groenbeheer
3.1 Natuurbeschermingswetgeving
Hieronder staat de meest relevante wet- en regelgeving voor het groenbeheer benoemd.
Omdat het groenbeheer in sommige gevallen een sterke relatie heeft met natuur, wordt in het bijzonder ingegaan op wetgeving met betrekking tot natuur.
In de Natuurbeschermingswet is de bescherming van specifieke gebieden geregeld. De bepa-lingen uit de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn zijn in de Natuurbeschermingswet verwerkt. De volgende gebieden zijn aangewezen en beschermd op grond van de Natuurbeschermingswet:
Voor gemeente Medemblik is het IJsselmeer op 23 december 2009 aangewezen als Natura 2000-gebied van belang. Activiteiten in of direct naast deze gebieden die effect hebben op natuurwaarden, zijn vaak vergunningsplichtig. Voor het groen vinden hier geen beheer-activiteiten plaats. Meer informatie over de Natuurbeschermingswet is te lezen op de website van de Rijksoverheid. Soorten worden beschermd op basis van de Flora- en faunawet.
De Flora- en faunawet is gemaakt om planten- en diersoorten die vrij in het wild leven, te beschermen. Ongeveer 500 van de 36.000 soorten die in Nederland voorkomen, vallen onder de bescherming van deze wet. Om deze kwetsbare soorten te beschermen, bevat de Flora- en faunawet een aantal verbodsbepalingen. Activiteiten die de rust-, slaap-, paar of foerageer-plaatsen verstoren, beschadigen of vernietigen, zijn verboden. Onder bepaalde voorwaarden mogen de activiteiten wel doorgaan. Er is dan een ontheffing of vrijstelling nodig.
In het groenbeheer is er ook de verplichting om je te conformeren aan de Flora- en faunawet door een bestendig beheer te voeren. Om aan te tonen dat je als beheerder voldoet aan de regels, wordt gewerkt met een gedragscode Flora- en faunawet. Hierin staan de gedragsregels die beschrijven op welke manier schade aan beschermde dieren en planten zo veel mogelijk wordt voorkomen bij het uitvoeren van beheer- en onderhoudswerkzaamheden.
Gemeente Medemblik werkt volgens de gedragscode Flora- en faunawet naar het model van de VNG.
Het Natuurnetwerk Nederland (NNN) (voorheen EHS) is vastgelegd in de structuurvisie provincie Noord-Holland. In gemeente Medemblik zijn een aantal gebieden die hier onderdeel van uitmaken (zie bijlage 4). Activiteiten in of pal naast deze gebieden die effect hebben op natuurwaarden mogen niet plaatsvinden, tenzij er sprake is van een zwaarwegend maatschappe-lijk belang en indien er geen alternatieven zijn. Op een aantal locaties bevindt zich binnen of in de directe nabijheid van de NNN gemeentelijk groen. In het beheer wordt rekening gehouden met de ligging van het NNN. Zo bevinden zich hier veelal de bermen met ecologisch beheer.
De plicht om zorg te besteden aan eigendommen komt voort uit de rechtspraak aangaande artikel 6:162 BW over onrechtmatige daad. Op grond van dit artikel is een boomeigenaar aansprakelijk voor schade, veroorzaakt door de boom als de te besteden zorg voor de boom onvoldoende is geweest. Door verschillende rechterlijke uitspraken is uiteindelijk een algemeen aanvaarde consensus ontstaan over zorgplicht voor bomen. Daarbij worden drie categorieën zorgplicht onderscheiden:
De boomcontrole kan uit worden gevoerd aan de hand van de VTA-methode (Mattheck & Breloer, 1995). VTA staat voor Visual Tree Assessment ofwel een visuele boom-veiligheidsbeoordeling.
3.3 Chemische onkruidbestrijding
Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen is al en wordt nog meer teruggedrongen, omdat eind 2015 het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden zal worden aangepast. Hierin zal een gebruiksverbod op Glyfosaat, de werkzame stof in het chemische bestrijdingsmiddel Roundup, worden opgenomen. De verwachting is dat het verbod van Glyfosaat op verhardingen begin 2016 in werking zal treden. Over alternatieve ‘laag-risico middelen’ is nog geen besluit genomen. De mogelijkheid bestaat dat ook deze middelen worden verboden onder Europese regelgeving.
Voor overige (niet verharde) terreinen buiten de landbouw wordt voor het professioneel gebruik op een later tijdstip (november 2017) een gebruiksverbod ingesteld om omschakeling naar niet-chemische technieken en methoden mogelijk te maken.
Op 28 februari 2012 is door het college de Bomenlijst vastgelegd. Hierin zijn onder andere de regels voor het kappen van bomen opgenomen. In gemeente Medemblik geldt voor het kappen van bomen het volgende:
Op 2 juli 2015 heeft de raad een motie aangenomen over een herplantplicht. Er geldt een her-plantplicht voor bomen die gekapt worden als gevolg van bouw-, grond-, of infrastructurele werkzaamheden. Bij voorkeur op of nabij de betreffende locatie. Als dat niet mogelijk of wenselijk is, moet dit op een andere locatie gecompenseerd worden. Deze compensatie dient ter versterking van bestaande groenstructuren. Herplant moet bekostigd worden uit de projectkosten van bovengenoemde werken.
In 2011 heeft gemeente Medemblik een Groenstructuurplan opgesteld. Dit is een belangrijke eerste aanzet naar ontwikkelen van helder en eenduidig groenbeleid. Het geformuleerde beleid heeft een termijn van ongeveer tien jaar.
Voor het Groenstructuurplan is op wijkniveau de bestaande groenstructuur en beeldkwaliteit in kaart gebracht. In nauwe samenwerking met de vakspecialisten van de gemeente zijn de gegevens uit de inventarisatie in een rapport verwerkt en de bevindingen zijn verwerkt in een visie die geldt voor de gehele gemeente. Aan de hand van de visie zijn verbeteringsvoorstellen, uitgangspunten en randvoorwaarden geformuleerd om het openbaar groen in gemeente Medemblik gestructureerd en uniform te ontwikkelen en te onderhouden.
In het Groenstructuurplan is aan de hand van de huidige groenstructuur een groenvisie opgesteld. Deze gaat in op:
Met name de visie op de groenkwaliteit is van belang voor het groenbeheer. De Gemeentelijke ambitie voor het groen is overgenomen uit het Groenstructuurplan. Omdat deze ambitie ook van belang is voor het groenbeheer, is deze Groen Ambitie in onderstaand kader opgenomen.
In december 2013 heeft gemeente Medemblik een Kadernotitie Biodiversiteit vastgesteld. Door middel van deze kadernotitie wil de gemeente haar biodiversiteit bevorderen door het beheer af te stemmen op de al aanwezige of te ontwikkelen natuurwaarde. Vaak leidt extensiever beheer tot meer natuurwaarde. Het streven is om natuurgegevens bij te houden om te kunnen beoordelen of het gevoerde beheer tot meer biodiversiteit leidt.
In de kadernota is ook aandacht voor de agrarische belangen. Beheer gericht op de biodiversiteit mag er niet tot leiden dat aangrenzende agrarische bedrijven hier overlast van ondervinden.
LIOR (Leidraad Inrichting Openbare Ruimte)
Dit door de raad vastgestelde document is een leidraad voor de inrichting van de openbare ruimte; zowel op hoofdlijnen als op detail. De LIOR is bruikbaar voor de ontwerper, de beheerder, de bewoner, de belanghebbende en de bestuurder. De reikwijdte van de leidraad is de
gehele openbare ruimte binnen de bebouwde kom in alle kernen van gemeente Medemblik.
IBOR (Integraal Beheer Openbare Ruimte)
In het eerste kwartaal van 2016 wordt het Beleidsplan IBOR ter vaststelling aan de raad aangeboden. IBOR geeft inzicht wat kwaliteitskeuzes voor de verschillende kapitaalgoederen betekenen. In dit groenbeheerplan wordt uitgegaan van de huidige kwaliteitsniveaus voor het beheer en onderhoud van het groen. Op basis van het Beleidsplan IBOR kan de kwaliteitskeuze voor het groenonderhoud per beheergroep en functiegebied aangepast worden.
De visie voor het groenbeheer is gestoeld op het motto: Duurzaam en Op Beeld. Met duurzaamheid wordt bedoeld het streven naar de balans tussen people, planet, profit. Naast het verduurzamen van het beheer in relatie tot biodiversiteit en milieu wordt met duurzaam ook verstaan dat het beheer ook in de toekomst bekostigd moet kunnen blijven worden. Het op beeld werken is een middel om daar toe te komen. Door op beeld te sturen (kwaliteitsgestuurd beheer) kan bespaard worden op de kosten. Het beeldgericht werken is in de vorige beheer-periode al in gang gezet en zal de komende beheerperiode worden gecontinueerd.
Duurzaamheid staat bij de gemeente hoog in het vaandel. Voor het groenbeheer betekent dit dat de focus meer ligt op milieuvriendelijke onkruidbestrijding, duurzaam en veilig boombeheer en verbetering van de biodiversiteit. Deze thema’s worden in de volgende sub paragrafen toegelicht.
4.2.1Verbod op chemisch onkruidbeheer
In hoofdstuk 3.3 is aangegeven dat het gebruik van chemisch onkruidbestrijding sterk wordt ingeperkt. Hierdoor moet ook Medemblik op zoek naar alternatieven. Tot 2015 gebruikt gemeente Medemblik voor de bestrijding van onkruid op verhardingen vooral chemische bestrijdingsmiddelen. Deze chemische onkruidbestrijding vindt plaats volgens de DOB-methode. In 2015 is een proef gestart in het rayon Wervershoof van extra onkruidborstelen op verharding in plaats van het gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen.
Duurzaam Onkruid Beheer op verhardingen (DOB)
Onkruidbestrijding volgens de DOB-methode is gericht op de meest duurzame en effectieve onkruidbestrijding. Binnen DOB kan men kiezen voor chemische, mechanisch of thermische onkruidbestrijding. Bij een eventueel verbod op chemische bestrijdingsmiddelen wordt het onderhoud komende jaren meer arbeidsintensief, en dus duurder.
Medemblik zal komende beheerperiode de afweging moeten maken welke niet-chemische bestrijdingsmethoden het meest geschikt zijn. Naast de standaard onkruidbestrijding methodes, zoals het handmatig verwijderen, wieden, borstelen en vegen, kan onkruidbestrijding ook uitgevoerd worden door thermische technieken, zoals bestrijding door middel van branden, hete lucht, heet water, stoom, schuim, of infrarode straling.
Er moet rekening gehouden worden met een flinke kostenstijging bij het overgaan op niet- chemische onkruidbestrijding. Uit een enquête (geïnitieerd door het rijk) onder zeventig gemeentes is namelijk gebleken dat gemiddeld gezien de kosten drie- tot vijfmaal hoger worden bij het overgaan op niet-chemische onkruidbestrijding.
Tijdens de inrichting van de openbare ruimte moet rekening worden gehouden met de benodigde onderhoudsmaatregelen. Tijdens het ontwerp moet rekening worden gehouden met het minimaal houden van het areaal open verharding en het minimaliseren van het aandeel voeglengte. Ook de beplantingstypen moeten aansluiten bij de functie van het gebied en de omvang van het te beplanten vak.
De komende vier jaar werkt de gemeente toe naar een nog veiliger en duurzamer boombeheer. De huidige werkwijze vanuit de ‘oude’ gemeenten was jaarlijks onderhoud naar aanleiding van meldingen en op basis van ervaring en waarnemingen van de eigen dienst. In 2014/2015 zijn alle bomen volgens de VTA (Visual tree assessment)-methodiek geïnspecteerd door een externe partij. De planning is om vanaf 2016 alle bomen binnen de gemeente in eigen beheer op veiligheid te controleren om aan de wettelijke zorgplicht te voldoen. Hiervoor zijn intern een zestal boominspecteurs opgeleid. Vanuit de inspectiegegevens wordt een planning opgesteld voor de uit te voeren onderhoudsmaatregelen.
Aan de hand van de leeftijd van de bomen zijn de risico’s ingeschat die de boom op de omgeving kan hebben. De risico’s bepalen de controle frequentie. De controle vindt bij bomen jonger dan 25 jaar eens in de 6 jaar plaats; bomen in de leeftijdscategorie 25 tot 50 jaar eens in de 3 jaar en bij bomen ouder dan 50 jaar is deze controle jaarlijks. De laatstgenoemde bomen worden geacht een verhoogde zorgplicht te hebben. Er is ook een categorie bomen die door bijvoorbeeld ziekteaantastingen gebreken vertonen en die hierdoor extra aandacht vragen.
Deze ‘attentiebomen’ hebben een onderzoeksplicht en worden jaarlijks gecontroleerd.
Een bijkomend voordeel van een boomveiligheidscontrole is dat het gemeentelijke bomenbestand direct wordt geactualiseerd. Ook worden alle administratieve gegevens van elke boom daar, waar nodig, aangevuld met soort, stamdiameter en plantjaar. Deze gegevens vormen tegelijkertijd input voor het bomenonderhoud.
Elke rayon wordt opgesplitst in drie delen. Het boomonderhoud en de VTA-inspectie vinden jaarlijks plaats in een derde deel van het rayon. Daarnaast wordt jaarlijks boomonderhoud en inspecties uitgevoerd op de risico- en attentiebomen.
Gemeente Medemblik hecht waarde aan haar biodiversiteit. Daarom heeft de gemeente een Kadernotitie Biodiversiteit (d.d. 19 december 2014) laten opstellen. Hierin staan maatregelen opgenomen die er voor zorgen dat de biodiversiteit behouden blijft of nog verder kan worden ontwikkeld. In de notitie zijn een 27-tal gebieden opgenomen waar al een natuurvriendelijker beheer plaatsvindt. In drie pilotgebieden wordt door te monitoren, gekeken naar de mogelijkheden van vergroting van de biodiversiteit. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de belangen van agrariërs. Er wordt met de planning van het maaiwerk nadrukkelijk rekening gehouden met agrarische percelen door deze tijdig te klepelen. Tevens is een distelverordening opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening.
Mogelijkheden om de biodiversiteit te vergroten
Hieronder staan alle relevante maatregelen die betrekking hebben op het beheer, voor de belangrijkste beheergroepen beschreven. Deze maatregelen worden vooral getroffen in de grotere en meest recente parken en zijn minder toepasbaar in de dichte bebouwde kommen waar minder ruimte aanwezig is.
Openbaar groen kent over het algemeen een beperkte levensduur en moet na een bepaalde tijd (zie onderstaande tabel) dan ook worden vervangen of worden omgevormd. Voor een duurzaam groenbeheer is het dan ook wenselijk dat de gemeente een globale afschrijvingstermijn op groen gaat hanteren. Deze hoeveelheid komt overeen met circa 5,3 hectare aan groen.
Tabel 4.1 Hoeveelheden te renoveren per jaar
4.3.1 Streven naar eenduidigheid
Er wordt gestreefd naar eenduidig en effectief groenbeheer in de gehele gemeente. Om dit mogelijk en meetbaar te maken, wordt gewerkt met de beeldkwaliteitslat van het CROW. Dit is een helder middel naar aannemer, bestuur en bewoners. Het CROW hanteert vijf niveaus die voor zover mogelijk gerelateerd zijn aan bestaande onderhoudsrichtlijnen. Er is gekozen voor vijf niveaus, omdat deze indeling voldoende nuancering biedt bij het vastleggen van de situatie.
Voor gemeente Medemblik kan worden uitgegaan van een gemiddelde kwaliteit B (basis). De kwaliteit A (hoog) wordt toegekend aan het Emmapark, rotondes en begraafplaatsen. Extra aandacht wordt ook geschonken aan locaties waar de gebruiksdruk hoog is; denk hierbij aan winkelcentra en binnenstad Medemblik.
De gemeente streeft naar een degelijke groenkwaliteit die voornamelijk is gebaseerd op de functionaliteit van het groen. De groenkwaliteit kan worden uitgedrukt in termen als schoon, onbeschadigd, veilig, duurzaam en functioneel. De keuze voor het onderhoudsniveau van het groen is afhankelijk van een aantal factoren, te weten:
Aan de hand van deze factoren kan een keuze worden gemaakt voor een bepaalde groenkwaliteit.
Voor het bepalen van de gewenste situatie is een selectie gemaakt uit de schaalbalken van de Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte ‘Landelijke standaard voor onderhoudsniveaus’ van het CROW. Hieruit zijn de belangrijkste schaalbalken geselecteerd die op gemeente Medemblik van toepassing zijn. Iedere schaalbalk bestaat uit vijf foto’s, beschrijvingen van het criterium en meetbare normen.
In bijlage 2 zijn voor de belangrijkste beheergroepen de schaalbalken in productbladen uitgewerkt. Er zijn door het CROW nog niet voor elke beheergroep schaalbalken benoemd waardoor niet alle producten zijn behandeld.
Tabel 4.2 Toelichting kwaliteitsniveaus conform CROW
Kapitaalvernietiging, uitlokking van vernieling, functieverlies, juridische aansprakelijkheid of sociale onveiligheid |
4.3.3Omschrijving en functie van groen
Hoe het groen eruit ziet, heeft niet alleen betrekking op de gekozen beeldkwaliteit. Ook de func-tie van het groen speelt daarin een belangrijke rol. De omschrijving en de vele verschillende functies van het groen zijn uitvoerig beschreven in het Groenstructuurplan. Een aantal functies zijn: ruimtelijke functie, ecologische functie, afschermende functie, waterbergende functie. Voor een verdere toelichting verwijzen wij naar het Groenstructuurplan.
Komende vier jaar zal burgerparticipatie een steeds belangrijkere rol gaan spelen bij het beheer van de openbare ruimte. Het doel is om inwoners meer te betrekken bij het onderhoud van de eigen leefruimte.
Op dit moment vindt al participatie plaats bij: het groenonderhoud in een aantal buurten, sportverenigingen, initiatieven voor natuurspeeltuinen, natuurprojecten met scholen, acties voor het opruimen van zwerfvuil, en werkdagen en monitoring met vrijwilligers in het kader van de biodiversiteit.
Initiatieven van burgers, acties van scholen en verenigingen worden gestimuleerd en begeleid. Wanneer inwoners een initiatief wensen te ontplooien, kunnen zij een bewonersinitiatief indienen en gebruik maken van het activiteiten- en kernenbudget.
De ervaring tot nu toe leert dat het geen directe besparing oplevert, maar dat de buurt er van opknapt en er meer betrokkenheid is bij de eigen leefomgeving. Voorwaarde is dat vanuit de inwoners de initiatieven en ideeën ontstaan.
Inmiddels worden drie rotonden door hoveniers onderhouden. Als tegenprestatie mogen zij reclame plaatsen. Voor vier andere rotonden zijn sponsoren gevonden; het onderhoud van deze vier rotonden blijft wel bij de eigen dienst. Voor meer kleur in de bermen is ‘Kleur voor de deur’ gelanceerd. De perken met voorjaarsbollen worden gesponsord door lokale ondernemers.
In het project IBOR (Integraal Beheer Openbare Ruimte) wordt participatie verder uitgewerkt. Een eerste stap is om burgers nog meer te informeren over hun (groene) leefomgeving, de mogelijkheden van groenadoptie, het beoordelen van de openbare ruimte en het organiseren van de wijk- en burgerschouw.
In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de financiële gegevens. De financiële gegevens worden bepaald door:
Om inzicht te krijgen in de beheermaatregelen zijn er per beheergroep werkpakketten opgesteld. Een werkpakket voor een beheergroep bestaat uit een verzameling handelingen waarbij een eenheidsprijs staat vermeld. De werkpakketten zijn opgebouwd uit handelingen en eenheidsprijzen. Eenheidsprijzen richten zich op de inkoop van materiaal, materieel en arbeid (loon). De handelingen zijn maatregelen volgens de IMAG-tijdnormering voor het groenbeheer ingedeeld volgens de RAW-systematiek.
5.2 Uitgangspunten Groenbegroting Dagelijks onderhoud
De kosten zijn berekend aan de hand van normgetallen, ongeacht wie het beheer uitvoert (WerkSaam, Derden, of Eigen dienst). De prijsniveaus zijn bepaald door werkzaamheden of maatregelen op te nemen in een werkpakket per te beheren object. Per werkzaamheid of maatregel is bepaald wat de kosten zijn en wat de onderhoudsfrequentie is. Door de prijzen te vermenigvuldigen met de frequenties en de hoeveelheden zijn de onderhoudskosten geraamd. De prijs per maatregel is geraamd aan de hand van externe bronnen, met als prijspeil 2015.
In de doorrekening naar de kosten wordt een uurtarief van € 30,40 (exclusief btw) gehanteerd. In de raming zijn de kosten voor materieel, materiaal en arbeid apart berekend (zie bijlage 5).
Voor de raming gelden verschillende uitgangspunten:
5.3 Groenbegroting Dagelijks onderhoud
Op basis van bovenstaande uitgangspunten is de groenbegroting van het dagelijkse onderhoud bepaald. De groenbegroting is opgebouwd uit drie verschillende begrotingsposten, te weten openbaar groen, begraafplaatsen (Lijkbezorging) en sportvelden (Maatschappelijk beleid). Hieronder staan per begrotingspost de kosten naar hoofdbeheergroep opgenomen. In iedere tabel is aangegeven of de werkzaamheden door de eigen dienst worden uitgevoerd of dat dit is uitbesteed aan derden. In tabel 5.1 is een totaaloverzicht van de kosten van het dagelijkse
Groenbegroting dagelijks onderhoud totaal
Volgens de raming bedragen de kosten van het dagelijks onderhoud € 3.016.812 totaal. In totaal zou er voor een bedrag van € 1.529.365 worden uitbesteed aan derden. Door marktwerking kunnen aanbestedingen in werkelijkheid anders uitpakken.
Tabel 5.1 Totale geraamde kosten per jaar
In het openbaar groen worden, in vergelijking met de andere begrotingsposten de meeste kosten gemaakt. De oorsprong hiervan ligt in de omvang van het areaal van deze post. Zowel de eigen dienst als derden en WerkSaam voeren onderhoud uit in het openbaar groen.
Tabel 5.2Geraamde kosten per jaar openbaar groen
Groenbegroting begraafplaatsen (Lijkbezorging)
Het onderhoud aan de begraafplaatsen wordt uitgevoerd ten laste van Lijkbezorging. Op de begraafplaatsen wordt kwaliteitsniveau A (hoog) nagestreefd. Door de eigen dienst hiervoor in te zetten, wordt de kwaliteit en de continuïteit daarvan het beste geborgd.
De komende jaren wordt uitvoering gegeven aan de taakstelling bezuiniging begraafplaatsen. Dit heeft consequenties voor het werk en de formatie van de buitendienst
Tabel 5.3 Geraamde kosten per jaar begraafplaatsen
Groenbegroting sportcomplexen (Maatschappelijk beleid)
Het onderhoud aan de sportcomplexen wordt uitgevoerd ten laste van Maatschappelijk beleid. De werkzaamheden op de sportcomplexen worden zowel door de eigen dienst als door derden uitgevoerd. Van de € 372.277 netto beheerkosten wordt meer dan de helft (€ 211.061) door derden uitgevoerd. De komende jaren wordt uitvoering gegeven aan de taakstelling bezuiniging groene sportvelden. Dit heeft consequentie voor het werk en de formatie van de Buitendienst.
Tabel 5.4 Geraamde kosten per jaar sportcomplexen
* Hoeveelheid, inclusief arealen die door de verenigingen worden beheerd
5.4 Groenrenovatie en vervangingen
Zoals aangegeven bij paragraaf 4.2.4 ‘Levensduur groen’, heeft groen een omlooptijd, afhankelijk van de beheergroep. Door het jaarlijks te renoveren areaal te vermenigvuldigen met de eenheidsprijzen voor vervanging wordt inzicht gegeven in het globale budget wat hiervoor, theoretisch gezien, gereserveerd zou moeten worden.
Een groot deel van de eenheidsprijzen voor vervanging zijn afkomstig uit dg DIALOG. De overige cijfers zijn gebaseerd op ervaringscijfers van Grontmij.
Tabel 5.5 Geraamde kosten groenrenovatie en vervangingen per jaar
Bovenstaande tabel laat zien dat er theoretisch gezien € 545.352 op jaarbasis nodig is om de beheergroepen heel en of vitaal te houden. Dit bedrag komt niet overeen met de gemeentebegroting. Het overgrote deel van de renovaties en vervangingen wordt meegenomen tijdens reconstructies. Hiervoor moet budget worden opgenomen in de projectbegroting, zodat deze kosten niet ten laste komen van beheer en onderhoud.
Binnen het huidige onderhoudsbudget is er, vanwege het gunstige aanbestedingsklimaat, beperkte ruimte voor renovaties, vervanging en groot onderhoud. Tevens is in de begroting € 70.152 opgenomen voor nieuwe beplanting.
5.5 Investeringen Groenstructuur
Voor het ontwikkelen van de groenstructuur zijn investeringen gewenst. De investeringen zijn afkomstig uit het hoofdstuk ‘Kosten van Groenstructuurplan’ van gemeente Medemblik 19 mei 2011.
De kosten zijn opgesteld aan de hand van kengetallen en gebaseerd op prijsniveau van 2015. Deze kosten dienen jaarlijks te worden geïndexeerd en zijn sterk afhankelijk van de definitieve keuzes voor de inrichting en assortiment. De genoemde bedragen zijn exclusief VAT kosten en btw.
Het voorstel is om de aanpassingen aan de groenstructuur in de komende jaren te realiseren door rekening te houden met extra investeringen tijdens reconstructies en nieuwe projecten. Op deze wijze kan het groen integraal meeliften met andere projecten. In tabel 5.6 staan alle investeringsprojecten van het groenstructuurplan benoemd. De genoemde bedragen zijn doorgerekend op basis van kengetallen. Door de integrale aanpak zullen per saldo minder kosten worden gemaakt dan staan geraamd.
Tabel 5.6 Investeringen voor de komende tien jaar
5.6 Vergelijk kosten uitbesteed werk Openbaar groen, volgens raming dg DIALOG en gemeentebegroting 2016
In de begroting van de afdeling Buitendienst is voor het uitbesteed werk Openbaar Groen een bedrag van € 964.671 opgenomen (zie tabel 5.7). Volgens de raming van dg DIALOG is hiervoor € 1.316.765 nodig (zie tabel 5.2). In de gemeentebegroting 2016 is € 352.094 minder begroot dan volgens de raming nodig is.
Tabel 5.7 Gemeentelijke begroting 2016, uitbesteed werk Openbaar Groen
In dit vergelijk zijn de bedragen voor uitbesteed werk Begraafplaatsen en uitbesteed werk Sportcomplexen niet meegenomen. Deze bedragen worden ten laste gebracht van respectievelijk Lijkbezorging en Maatschappelijk beleid.
6.1 Benodigde uren groenonderhoud volgens dg DIALOG
De urenraming 2015 volgens het beheerprogramma dg DIALOG (tabel 6.1) laat zien hoeveel uur er voor het totale groenbeheer in de gemeente nodig is. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de uren van de (eigen) buiten dienst, derden (aanbesteed werk) en het werkvoorzieningsschap WerkSaam. In grafiek 6.1 is een overzicht gegeven van de verdeling van de geraamde uren over deze verschillende partijen.
Grafiek 6.1 Verdeling geraamde uren
Voor de Buitendienst is volgens dg DIALOG 25.169 uur benodigd. Deze uren zijn op basis van het areaal, zoals dit begin 2015 naar (nagenoeg) volledigheid is ingevoerd in het beheersysteem. De areaalwijzigingen die zich tot 2015 hebben voorgedaan zijn hierin verwerkt. De uren zijn geraamd met behulp van normgetallen in het beheerprogramma dg DIALOG.
6.2 Uren daadwerkelijk aan groen besteed
De daadwerkelijk bestede uren zijn bepaald aan de hand van de nacalculatie uit 2014 (bijlage 6). De nacalculatie wordt opgesteld op basis van uren die de medewerkers van de eigen dienst schrijven. De tijd wordt zo goed mogelijk geschreven op de onderdelen waaraan ze de tijd aan hebben besteed. Van alle uren die geschreven zijn, worden veel uren besteed aan niet groen gerelateerde werkzaamheden. In onderstaande tabel zijn de uren weergegeven die zijn geschreven in het jaar 2014.
Tabel 6.2 geeft groenrenovatie, vervangingen en de afhandeling van meldingen apart weer, omdat in de voorcalculatie in dg DIALOG namelijk ook geen uren voor deze posten zijn opgenomen. Toch zijn dit groen gerelateerde werkzaamheden die de eigen dienst uitvoert.
Het inzicht in de omvang van die uren is daarom van belang.
Tabel 6.2 Nacalculatie uren 2014
* Betreft werkelijke uren vrije dagen
Het aantal uren dat de Buitendienst in 2014 met het dagelijks onderhoud bezig is geweest, is in totaal 27.545 uur. Dit betreft 35% (grafiek 6.2) van de totale werkzaamheden van de eigen dienst. Daarnaast zijn er nog 3.765 uren die geboekt worden op groen gerelateerde taken. Dit betreft 6% van de totale werkzaamheden van de eigen dienst.
Ten opzichte van begin 2014 is er in 2015 het één en ander gewijzigd, waardoor er voor de Buitendienst dit jaar minder uren beschikbaar zijn. Begin 2015 is de capaciteit van de Buitendienst verminderd. Daarnaast wordt er ten opzichte van 2014 in 2015 meer werk door derden uitgevoerd. De uren van het tijdschrijven van de eerste helft over beide jaren zijn met elkaar vergeleken. Uit dit vergelijk valt de prognose op te maken dat er in 2015 ongeveer 3.800 uur minder aan groenonderhoud wordt besteed door de buitendienst. Daarmee zal naar verwachting het aantal uren van de Buitendienst over heel 2015 uitkomen op 27.545 – 3.800 = 23.745 uur.
Grafiek 6.2 Onderverdeling beschikbare uren voor het groenonderhoud en de uren die opgaan aanoverige zaken.
6.3 Vergelijk uren volgens dg DIALOG en daadwerkelijke uren
Met het inzicht welke uren er daadwerkelijk worden besteed aan het groenonderhoud en welke uren er benodigd zijn volgens dg DIALOG, is een vergelijking gemaakt. Uit tabel 6.3 blijkt dat de Buitendienst onvoldoende capaciteit heeft om de geraamde werkzaamheden uit te voeren. In de raming van dg DIALOG wordt overigens ook geen rekening gehouden met reistijd van en naar de werklocatie. In de praktijk komt de Buitendienst daarmee nog meer uren te kort dan dat het vergelijk nu al aangeeft.
Er is geconstateerd dat over de periode 2014 uren verkeerd zijn geboekt. Hierdoor zijn vooral uren die onder groen gerelateerde taken behoren, onterecht op taken van het dagelijks groen-onderhoud worden geboekt.
Bij het tijdschrijven is het belangrijk om scherp te zijn op het reëel boeken op de posten renovaties, vervangingen en meldingen.
De visie voor het groenbeheer is gestoeld op het motto: Duurzaam en Op Beeld. Onder de term duurzaam wordt verstaan dat het beheer ook in de toekomst bekostigd moet kunnen blijven worden. Het op beeld werken is een middel om daar toe te komen. Hieronder staan per thema de belangrijkste conclusies en aanbevelingen genoemd.
Duurzaamheid staat bij de gemeente hoog in het vaandel. Voor het groenbeheer betekent dit dat de focus meer ligt op milieuvriendelijke onkruidbestrijding, duurzaam en veilig boombeheer en verbetering van de biodiversiteit.
In verband met een eventueel landelijk gebruiksverbod op chemisch onkruidbestrijding zal de gemeente over moeten gaan op milieuvriendelijke alternatieven. Er moet rekening gehouden worden met een flinke kostenstijging bij de overgang naar niet-chemische onkruidbestrijding. De ontwikkelingen op gebied van de niet-chemische onkruidbestrijding worden gevolgd. De buitendienst doet ook zelf ervaringen op met de proef in rayon Wervershoof. Hierdoor kan uiteindelijk een weloverwogen keuze gemaakt worden uit beproefde alternatieven.
Om te voldoen aan de wettelijke zorgplicht voor boomveiligheid worden de bomen periodiek op veiligheid gecontroleerd. De frequentie waarmee wordt gecontroleerd, hangt af van de risico’s die de bomen geven voor hun omgeving. Voor het bepalen van risico’s en controle frequenties is het volgende beleid bepaald:
Voor de kwaliteit van het onderhoud worden geen verschillen voorgesteld ten opzichte van 2011. Voor gemeente Medemblik wordt voor het groenbeheer uitgegaan van een gemiddelde kwaliteit B (basis). De kwaliteit A (hoog) wordt toegekend aan het Emmapark, rotondes/entrees en begraafplaatsen. Extra aandacht voor de binnenstad van Medemblik is, onder andere in verband met het toerisme, wenselijk. Het algemene beeld in gemeente Medemblik voldoet aan de gewenste kwaliteit.
De komende beheerperiode blijft een goed toezicht en monitoring op de uitvoering van het groenonderhoud noodzakelijk. Er moet gestuurd worden, zodat gewenste beeldkwaliteit wordt behaald.
Komende beheerperiode zal burgerparticipatie een steeds belangrijkere rol gaan spelen bij het beheer van de openbare ruimte. Initiatieven van burgers, scholen en verenigingen worden gestimuleerd en begeleid. Vooral de rol van de medewerkers van de Buitendienst vraagt meer aandacht in relatie tot de dienstverlening aan de bewoners.
In het eerste kwartaal van 2016 wordt het Beleidsplan IBOR ter vaststelling aan de raad aangeboden. Deze strategische beleidsnotitie stelt de raad in staat om per beheeraspect en functie-gebied een kwaliteitskeuze te maken. Hierbij worden bewoners actief betrokken.
Voor het uit te voeren beheer is een raming opgesteld. De kosten zijn berekend voor uitbesteed werk. Tevens is een inschatting gemaakt voor de opslag voor algemene kosten, winst en risico. Daarnaast is berekend welke bedragen nodig zijn voor het vervangen van groen om een vitale groenvoorziening op peil te houden. Ook is een bedrag berekend voor het realiseren van het Groenstructuurplan uit 2011.
Volgens de raming bedragen de kosten van het dagelijks onderhoud € 3.016.812 totaal. In totaal zou er voor een bedrag van € 1.329.883 worden uitbesteed aan derden. Door marktwerking kunnen aanbestedingen anders uitpakken.
In de begroting van de afdeling Buitendienst is voor het uitbesteed werk een bedrag van € 964.671 opgenomen (zie tabel 5.7). Volgens de raming van dg DIALOG is hiervoor € 1.316.765 nodig (zie tabel 5.1). In de gemeentebegroting 2016 is € 352.094 minder begroot dan volgens de raming nodig is.
Op basis van kengetallen en het huidige areaal is theoretisch gezien € 545.352 op jaarbasis nodig om de beheergroepen heel en of vitaal te houden. Dit bedrag komt niet overeen met de gemeentebegroting. Een deel van de renovaties en vervangingen wordt meegenomen tijdens projecten. Hiervoor moet budget worden opgenomen in de projectbegroting, zodat deze kosten niet ten laste komen van beheer en onderhoud. Binnen het huidige onderhoudsbudget is er, vanwege het gunstige aanbestedingsklimaat, beperkte ruimte voor renovaties, vervanging en groot onderhoud. Tevens is in de begroting € 70.152 opgenomen voor nieuwe beplanting.
Om grip te houden op de kosten worden de volgende aanbevelingen gedaan:
7.6 Uren Buitendienst en capaciteit 2015
Uit de vergelijking tussen de voorgecalculeerde uren voor de Buitendienst en de huidige capaciteit van de Buitendienst, blijkt dat de Buitendienst onvoldoende capaciteit heeft om de geraamde werkzaamheden uit te voeren. In de raming van dg DIALOG wordt overigens ook geen rekening gehouden met reistijd van en naar de werklocatie. In de praktijk komt de Buitendienst daarmee nog meer uren te kort dan dat het vergelijk nu al aangeeft. Bij de beschikbare capaciteit moet rekening worden gehouden met de reistijden, natuurlijk verloop, vergrijzing en de taakstelling groene sportvelden, begraafplaatsen en speelplaatsen.
De Buitendienst moet grote inspanningen verrichten om de doelstellingen te behalen.
De uren voor het groenonderhoud moeten op de juiste posten weggeschreven worden. Bij het tijdschrijven is het belangrijk om scherp te zijn op het reëel boeken op de posten renovaties en vervangingen, meldingen en reistijd. Vooral in de meldingen zit relatief veel reistijd. Daarnaast moet er blijvend voldoende capaciteit worden ingezet voor daadwerkelijk groenonderhoud en het afhandelen van klachten.
7.7 Ontwerp en inrichting groen
De inrichting van de buitenruimte heeft veel invloed op de kosten van het beheer. Tijdens de ontwerpfase moet rekening gehouden worden met de beheerbaarheid van de plek en de kosten die daaraan verbonden zijn. Voor de ontwerpfase en tijdens de inrichting gelden de volgende aanbevelingen: