Organisatie | Venray |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Instellingsbesluit van de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Horst aan de Maas en Venray houdende regels omtrent het samenwerken en om de krachten te bundelen op de werkvelden binnen de bedrijfsvoering |
Citeertitel | Samenwerkingsovereenkomst Venray – Horst aan de Maas |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-04-2021 | nieuwe regeling | 16-03-2021 |
De gemeenten Horst aan de Maas en Venray gaan een samenwerkingsovereenkomst aan om op werkvelden binnen de bedrijfsvoering de krachten te bundelen. Gezamenlijk doel is om kwetsbaarheden te verminderen, de kwaliteit te verhogen en de kosten te beheersen voor beide organisaties (3 K’s). Met de intentie om de samenwerking op langere termijn structureel vorm te geven en laagdrempelig te starten met zo min mogelijke bureaucratie.
De samenwerking wordt als een programma georganiseerd. Dat betekent dat de bovenstaande doelen: kwetsbaarheid verminderen, kwaliteit verbeteren en kosten beheersen; kaderstellend zijn. Deze worden geconcretiseerd in een jaarlijks uitvoeringsprogramma per vakdomein. In het uitvoeringsprogramma worden de gedeelde thema’s en/of processen binnen het vakdomein benoemd, welke effect er mee wordt bereikt (3 K’s) en het concrete resultaat.
Het programma wordt gestuurd door een Stuurgroep bestaande uit de gemeente-secretarissen en een programmamanager. De Stuurgroep stelt het uitvoeringsprogramma per vakdomein vast en de programmamanager is verantwoordelijk voor de afstemming van de uitvoeringsprogramma’s en de borging in de organisatie. Voor elk vakdomein wordt één Trekker benoemd die verantwoordelijk is voor de vastgestelde samenwerkingsthema’s. Hij/zij realiseert dit met de betreffende teams en medewerkers van beide organisaties en rapporteert aan de Stuurgroep. De directies van beide gemeenten blijven verantwoordelijk voor de dagelijkse bedrijfsvoering en besluitvorming. De gemeentesecretaris bewaakt de synergie tussen de uitvoeringsprogramma’s en bedrijfsvoering.
Het programma wordt geëvalueerd, 1 ½ jaar na 1 januari 2021. De evaluatie heeft betrekking op de bereikte resultaten van de samenwerking, de impact voor organisatie en personeel, de werking van samenwerkingsvorm en de opbrengsten resp. kosten van de samenwerking. Met als doel om een besluit te nemen voor de toekomstige samenwerkingsvorm.
De incidentele kosten en de investeringskosten die voortvloeien uit de uitvoeringsprogramma’s worden 50%-50% verdeeld tussen Horst aan de Maas en Venray. Daarbij maken we gebruik van natuurlijke (investerings)momenten en investeringsbudgetten die beschikbaar zijn gesteld binnen de begroting. De inverdieneffecten en de mindere meerkosten komen ten gunste aan de begroting van de betreffende vakdomeinen. Investeringen en eventuele besparingen worden binnen het programma als geheel zoveel mogelijk verrekend (vakdomein overstijgend).
Deze samenwerkingsovereenkomst wordt aangegaan binnen de kaders van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (Wgr). Het betreft hier op grond van artikel 1 een ‘Regeling zonder meer’. De samenwerking heeft daarmee geen arbeidsvoorwaardelijke consequenties, medewerkers blijven in dienst van de eigen organisatie. Het mandaat om besluiten te nemen over de bedrijfsvoering van de gemeente blijft bij het betreffende college respectievelijk de directies. Effecten worden bereikt door in harmonie en op basis van gedeelde belangen gelijkgestemde besluiten te nemen.
Een deelnemende gemeente kan besluiten de samenwerking te beëindigen. Hiertoe is een besluit tot uittreding van haar college en toestemming nodig van haar gemeenteraad welke bekendgemaakt wordt aan de andere gemeente.
Bij beëindiging van de samenwerking worden de consequenties van de gedurende de samenwerking gedane substantiële investeringen en personele beslissingen door de gemeenten gezamenlijk in beeld gebracht. Op basis hiervan vindt overleg plaats en worden nadere afspraken gemaakt over de gevolgen van de uittreding.
Onverminderd het bepaalde in artikel 28 Wet gemeenschappelijke regelingen, verplichten de deelnemende gemeenten zich om in geval van geschillen over de inhoud en uitvoering van deze regeling met elkaar in overleg te treden waarbij zal worden getracht dergelijke geschillen in der minne te beslechten.