| Organisatie | Leidschendam-Voorburg | 
|---|---|
| Organisatietype | Gemeente | 
| Officiële naam regeling | Beleidsregel over de toewijzing van woonwagenstandplaatsen op grond van artikel 5:2, lid 4 van de Huisvestingsverordening Leidschendam-Voorburg 2019 | 
| Citeertitel | Beleidsregel Toewijzing woonwagenstandplaatsen | 
| Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders | 
| Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw | 
| Eigen onderwerp | 
Geen
artikel 4 van de Huisvestingswet 2014
Datum inwerkingtreding  | Terugwerkende kracht tot en met  | Datum uitwerkingtreding  | Betreft  | Datum ondertekening Bron bekendmaking  | Kenmerk voorstel  | 
|---|---|---|---|---|---|
| 16-04-2021 | nieuwe regeling | 08-12-2020  | 2022 | 
Het college van burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg;
gelet op artikel 5:2, lid 4 van de Huisvestingsverordening Leidschendam-Voorburg 2019;
gelet op de richtlijnen in het Beleidskader Gemeentelijk woonwagen- en standplaatsenbeleid van BZK;
vast te stellen de navolgende:
Beleidsregel over de toewijzing van woonwagenstandplaatsen op grond van artikel 5:2, lid 4 van de Huisvestingsverordening Leidschendam-Voorburg 2019;
Artikel 2 Samenleven in familieverband
Bij toepassing van artikel 5:2, lid 4 van de verordening verlenen burgemeester en wethouders voorrang aan inwonende kinderen, eerstegraads familie en tweedegraads familie van hoofdbewoners op de woonwagenlocatie waar een standplaats vrijkomt.
Artikel 3 Toewijzing woonwagenstandplaats
Volgens artikel 5:2 van de verordening, met inbegrip van het bepaalde in artikel 2 van deze beleidsregel, hanteren burgemeester en wethouders bij de rangschikking van standplaatszoekenden in het Register van standplaatszoekenden ten behoeve van de toewijzing van een vrijkomende standplaats de volgende volgorde: