Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Rijswijk

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijswijk houdende regels omtrent de schuldhulpverlening (Beleidsregels Schuldhulpverlening Rijswijk 2021)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRijswijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijswijk houdende regels omtrent de schuldhulpverlening (Beleidsregels Schuldhulpverlening Rijswijk 2021)
CiteertitelBeleidsregels Schuldhulpverlening Rijswijk 2021
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

16-04-2021nieuwe regeling

30-03-2021

gmb-2021-116710

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijswijk houdende regels omtrent de schuldhulpverlening (Beleidsregels Schuldhulpverlening Rijswijk 2021)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijswijk,

 

BESLUIT

 

vast te stellen de Beleidsregels Schuldhulpverlening Rijswijk 2021.

 

Beleidsregels Schuldhulpverlening Rijswijk 2021

 

INLEIDING

Op dit moment heeft 1 op de 5 huishoudens risicovolle schulden. Het aantal huishoudens met risicovolle schulden wordt mogelijk nog veel groter. Daarnaast is het aanvragen van inkomensondersteuning niet voor iedereen even gemakkelijk. In Nederland krijgen 1,2 miljoen huishoudens met schulden geen formele schuldhulpverlening. Deze mensen ervaren stress, krijgen sneller gezondheidsproblemen en raken sneller in een sociaal isolement.

De gemeente heeft een wettelijke taak om inwoners met schuldproblemen te helpen.

Om die reden is de Brede Schuldenaanpak geïntroduceerd waar alle betrokken partijen, vanuit een gedeeld beeld en dezelfde uitgangspunten, het schuldenbeleid invullen en uitvoeren.

In die brede aanpak staan als belangrijkste doelen gedefinieerd:

  • 1.

    Voorkomen van schulden door preventie en vroegsignalering

  • 2.

    De inwoner in een verder stadium te ontzorgen en te ondersteunen.

  • 3.

    Met een zorgvuldige en maatschappelijk verantwoorde incasso.

  • 4.

    En aansluiting/verbinding van schuldenbewind op andere soorten sociale- of maatschappelijke ondersteuning

Dit betekent een kanteling in de dienstverlening van gemeente aan haar inwoner. Schuldhulpverlening in Rijswijk is laagdrempelig. Iedereen kan bij ons terecht met een vraag over schulden of voor een (oriëntatie)gesprek. De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (hierna: Wgs) laat de voorheen gestelde eisen aan voorkant (voor toelating SHV) klant grotendeels los. Waar voorheen een inwoner een totaaloverzicht van alle schulden moest aanleveren, ligt deze actie tot het verkrijgen van informatie bij de schuldhulpverlener en niet meer bij de inwoner. Voorheen kon iemand de toegang tot schuldhulpverlening geweigerd worden door niet alle/niet voldoende informatie aangeleverd te hebben. Dit mag nu niet meer. De toegang wordt steeds laagdrempelig met een marginale toets vooraf. Als eis om toegelaten te worden tot de schuldhulpverlening blijft gelden, dat de klant inwoner is van de gemeente Rijswijk, identiteit moet worden vastgesteld, de verblijfstatus en of er eventueel sprake is van fraude of recidive. De toegang wordt zo laagdrempelig gemaakt omdat het hebben van schulden tot vele problemen leidt. Op deze manier wordt er bij de inwoner zoveel mogelijk stress weg genomen en deze zoveel mogelijk ontzorgd.

De schuldhulpverlening bestaat uit het ondersteunend aanbod van preventie, advies, begeleiding, ondersteuning in de stabilisatiefase of een betalings- of schuldregeling evenals nazorg.

 

Beleidsregels Schuldhulpverlening Rijswijk 2021

Artikel 1. Begripsomschrijving

  • 1.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, de Algemene wet bestuursrecht of de overige in deze beleidsregels aangehaalde wetten.

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijswijk;

    • b.

      Schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden als redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;

    • c.

      Financieel Servicepunt: afdeling waar activiteiten in het kader van vroegsignalering en schuldhulpverlening worden uitgevoerd;

    • d.

      Verzoeker: inwoner van de gemeente Rijswijk die zich wendt tot schuldhulpverlening;

    • e.

      Aanvrager: inwoner van de gemeente Rijswijk van 18 jaar of ouder die een aanvraag voor een betalings- of schuldregeling indient;

    • f.

      Verzoek: het verzoek om schuldhulpverlening;

    • g.

      Signaal: Signaal van een betalingsachterstand van een vaste lasten partner binnen de gemeente Rijswijk waar een convenant mee is gesloten;

    • g.

      Aanvraag: formele aanvraag om toegelaten te worden tot een betalings- of schuldregeling;

    • h.

      Schuldregeling (minnelijk traject): een vrijwillige schuldregeling waarbij de schuldhulpverlener een betalingsvoorstel doet aan alle schuldeisers;

    • i.

      Schuldenregelingsovereenkomst Overeenkomst tussen schuldenaar en schuldeiser(s) waarin wordt afgesproken dat de totale schuldenlast gedeeltelijk wordt terugbetaald, in termijnen, naar draagkracht en tegen finale kwijting;

    • j.

      WSNP: Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen: een wettelijke schuldregeling, uitgesproken door de rechtbank, wanneer het minnelijke traject geen oplossing biedt;

    • k.

      Wvbvv: Wet vereenvoudiging beslagvrije voet: berekeningsmethode voor het deel van het inkomen waar geen beslag op mag worden gelegd door schuldeisers wanneer er sprake is van een beslaglegging;

    • l.

      VTLB: Het Vrij te laten bedrag (Vtlb) is het bedrag dat een inwoner tijdens de schuldregeling over houdt om van te leven;

    • m.

      Zelfstandige Een inwoner van de gemeente die als zelfstandig ondernemer is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.

Artikel 2. Verzoek of signaal vroegsignalering

Een verzoek of een signaal voor een betalings- of schuldregeling kan worden gemeld bij het college;

Het college controleert of de betreffende persoon een inwoner is van de gemeente Rijswijk, stelt de identiteit vast, controleert de eventuele verblijfsstatus (zoals opgenomen in artikel 10 van de beleidsregels) en of er sprake is van fraude of recidive.

Artikel 2b. Vroegsignalering

Toegang tot gemeentelijke schuldhulpverlening is niet alleen via een verzoek of melding. Dit kan ook doordat gemeenten per 1 januari 2021 vroegsignalen van vaste lasten partners ontvangt, waarmee de gemeente een convenant heeft gesloten. Vaste lasten partners melden een betalingsachterstand bij de gemeente. De gemeente zoekt contact met deze inwoner via mail, sms, brief, sms etc. Wanneer contact tot stand is gekomen doet de gemeente aan de inwoner een hulpaanbod. De inwoner kan dit hulpaanbod accepteren.

Artikel 3. Toegang

Elke inwoner van Rijswijk met schulden heeft toegang tot schuldhulpverlening. Zo voorkomen we dat mensen zich onnodig zorgen maken en nemen stress weg. Hierdoor werkt schuldhulpverlening drempelverlagend, stress sensitief en voorkomen we dat schulden erger worden.

Artikel 4. Identificatieplicht

Het is de plicht van de cliënt om, als het college daarom vraagt, een document als identificatie ter inzage te verstrekken voor zover dit nodig is voor de uitvoering van schuldhulpverlening. De identificatieplicht is van belang bij het aanmeldgesprek, om vast te stellen dat cliënt woonachtig in Nederland is en om aan te tonen dat de cliënt is wie hij zegt te zijn. Als identificatie document kan dienen:

 

Een paspoort;

  • een Europese identiteitskaart;

  • een geldig rijbewijs;

  • een vreemdelingendocument van het type I, II, III, IV of EU/EER; te maken;

  • de verplichting zelfstandig ondernemerschap te beëindigen;

  • een verblijfskaart Ministerie van Buitenlandse Zaken, dat vanaf het moment van aanvraag nog minimaal 3,5 jaar geldig is;

  • een buitenlands paspoort;

  • een Vreemdelingendocument van het type W (asielzoekers).

  • a.

    Een vreemdeling kan voor het verlenen van schuldhulpverlening slechts in aanmerking komen indien hij een ingezetene is die rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 8, onder a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000.

  • b.

    Als de cliënt niet voldoet aan de identificatieplicht zal schuldhulpverlening, na een tweede kans, worden beëindigd.

  • c.

    Tevens dient de cliënt of aanvrager ingeschreven te zijn in de Basisregistratie Personen (BRP) van de gemeente Rijswijk.

  • d.

    In bijzondere omstandigheden kan het college, zo nodig in overleg met het college van een andere gemeente, ook schuldhulpverlening aan een persoon geven als die geen inwoner is. Voor de toepassing van deze wet wordt deze persoon gelijkgesteld met een inwoner (art. 3 lid 5 Wgs)

Artikel 5. Recidive

Iemand die eerder in schuldhulpverlening heeft gezeten kan voor maximaal vijf jaar geweigerd worden. Iemand die eerder in de WSNP heeft gezeten wordt geweigerd voor schuldhulpverlening totdat hij weer in de WSNP terecht kan. Wel kan er andere ondersteuning geboden worden, zoals budgettraining, coaching etc. Er wordt wel rekening gehouden met persoonlijke omstandigheden. Is diegene buiten zijn schuld weer in de schulden geraakt, zijn er kinderen in het spel of zijn er andere omstandigheden die een verzachtende rol spelen. Dan worden deze meegenomen bij de afweging om iemand al dan niet te weigeren.

Artikel 6. Fraude

Iemand die fraude heeft gepleegd die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft gehad en als die persoon daarmee onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijke bestuurlijke sanctie is opgelegd komt niet in aanmerking voor schuldhulpverlening. De voorwaarden om iemand af te wijzen voor schuldhulpverlening zijn dus:

 

  • de schuldenaar moet fraude hebben gepleegd;

  • die fraude moet hebben geleid tot een financiële benadeling;

  • er moet sprake zijn van financiële benadeling van een bestuursorgaan; en-

  • de schuldenaar moet in verband met de fraude onherroepelijk strafrechtelijk zijn veroordeeld OF er moet een onherroepelijke bestuurlijke sanctie, die beoogt leed toe te voegen, zijn opgelegd.

  • Onder fraude wordt verstaan: een opzettelijk handelen of nalaten waarbij misleiding wordt gebruikt om een wederrechtelijk voordeel te behalen ten koste van een bestuursorgaan.

  • Fraude met een bijstandsuitkering voldoet eigenlijk niet aan bovenstaande definitie. Er is namelijk geen sprake van een bestuurlijke boete of een strafrechtelijke veroordeling. De Centrale Raad van Beroep heeft meerdere malen geoordeeld dat afstemming van de bijstandsuitkering (het opleggen van een maatregel of bijvoorbeeld een terugvordering) wel geldt als punitieve sanctie. De maatregel voegt leed toe en behoort daarom wel tot de definitie van fraude.

Indien het gaat om kleine bedragen of een klein deel van de totale schuldenlast aan fraudeschuld, wordt iemand wel toegelaten tot schuldhulpverlening. Deze beoordeling wordt overgelaten aan de schuldhulpverlener.

Indien de fraude is ontdekt binnen vijf jaar voorafgaand aan het verzoek tot schuldhulpverlening, wordt het verzoek afgewezen. Ligt de ontdekkingsdatum van de fraude vóór vijf jaar terug, dan wordt het verzoek tot schuldhulpverlening in principe toegekend, mits er geen andere gronden tot afwijzing aanwezig zijn.

Artikel 7. Zelfstandige ondernemers

Zowel zelfstandigen met een nog functionerend bedrijf of een niet meer functionerend bedrijf (uitgeschreven uit Kamer van Koophandel), beide komen in aanmerkingen voor schuldhulpverlening, indien zij als natuurlijk persoon een bedrijf hebben/hadden (o.a. freelancer, ZZP, eenmanszaak, vof). Indien het bedrijf levensvatbaar is, dan is de Bbz niet van toepassing. Er kan dan een verwijzing naar een gespecialiseerd bedrijf voor schuldhulpverlening voor ondernemers worden gedaan.

Artikel 8. Het gesprek (wacht- en doorlooptijd)

  • 1.

    Het eerste gesprek waarin de schriftelijke of mondelinge hulpvraag wordt vastgesteld, vindt plaats binnen vier weken nadat:

    • a.

      een inwoner zich tot het college wendt voor schuldhulpverlening; of

    • b.

      het college een signaal, als bedoeld in artikel 2b van deze beleidsregels, heeft ontvangen, in het geval de inwoner het aanbod tot hulp heeft geaccepteerd.

  • 2.

    Als er sprake is van een bedreigende situatie vindt binnen drie werkdagen het eerste gesprek plaats waarin de hulpvraag wordt vastgesteld. Onder bedreigende situatie wordt verstaan gedwongen woningontruiming, beëindiging van de levering van gas, elektriciteit, stadsverwarming of water of opzegging dan wel ontbinding van de zorgverzekering.

  • 3.

    Het college geeft de inwoner inzicht in het aantal weken tussen het eerste gesprek waarin de hulpvraag wordt vastgesteld en het bereiken van het resultaat.

Artikel 9. Beschikking

Het college maakt het besluit op het verzoek of het signaal kenbaar met behulp van een beschikking. Onderdeel van de beschikking is het plan van aanpak (overeenkomst inwoner en gemeente). Met elke inwoner waar schuld hulpverlening voor wordt ingezet wordt een gezamenlijk plan van aanpak opgesteld en ondertekend.

  • a.

    In geval van de beëindiging van een betalings- of schuldregeling zal het college dit met een beschikking meedelen.

  • b.

    In afwijking van het eerste lid kan een beschikking achterwege blijven als in het eerste gesprek door de inwoner wordt aangegeven af te zien van verdere schuldhulpverlening.

  • c.

    deze beschikking wordt binnen een termijn van maximaal 8 weken afgegeven

In de beschikking kunnen voorwaarden worden opgenomen dat de inwoner verplicht is om medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van de Wgs, zoals;

  • de verplichting mee te werken aan het wegnemen van de oorzaken van problematische schulden. Geen nieuwe schulden te maken en niet bewust bestaande schulden verhogen;

  • de verplichting mee te werken aan stabilisatie van inkomsten en uitgaven;

  • de verplichting een betaalde baan te zoeken (als dit er nog niet is) of extra te gaan werken (als daar de mogelijkheid toe bestaat);

  • de verplichting om beursgenoteerde aandelen te gelde te maken;

  • de verplichting om bepaalde verzekeringen af te sluiten.

  • Maar ook aan andere verplichtingen die zijn opgelegd zal de cliënt/verzoeker moeten meewerken. Indien de cliënt niet voldoet aan de medewerkingsplicht zal schuldhulpverlening, na een tweede kans, worden beëindigd.

Artikel 10. Afwijzen/vroegtijdig beëindigen

Het college kan een verzoek afwijzen of vroegtijdig beëindigen indien:

  • a.

    De verzoeker binnen een jaar na het voortijdig beëindigen van een betalings- of schuldregeling weer een verzoek indient;

  • b.

    De verzoeker of aanvrager zich misdraagt waarop het agressieprotocol sociaal domein van toepassing is.

  • c.

    Het college er niet van overtuigd is dat de aanvrager voldoende gemotiveerd is;

  • d.

    De aanvrager niet beschikt over een inkomen uit arbeid en/ of uitkering ter hoogte van minimaal de voor deze persoon van toepassing zijnde bijstandsnorm;

  • e.

    Er bij de aanvrager geen sprake is van een stabiele woon-, leef- en/of inkomenssituatie;

  • f.

    De feitelijke aanleiding en/ of oorzaak voor de schuldsituatie van de aanvrager nog aanwezig is of als er nog niet gewerkt wordt aan een (structurele) oplossing;

  • g.

    Binnen 5 jaar na afronding van een succesvolle betalings- of schuldregeling een nieuwe aanvraag wordt ingediend. Er wordt wel rekening gehouden met persoonlijke omstandigheden. Is diegene buiten zijn schuld weer in de schulden geraakt, zijn er kinderen in het spel zijn er andere omstandigheden die een verzachtende rol spelen. Dan worden deze meegenomen bij de afweging om iemand al dan niet te weigeren (artikel 5)

  • h.

    Iemand die fraude heeft gepleegd die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft gehad en als die persoon daarmee onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijke bestuurlijke sanctie is opgelegd (artikel 6)

Artikel 11. Leerbaar

Leerbaarheid is niet in een paar gesprekken met de verzoeker om schuldhulpverlening vast te stellen. Om hier vroegtijdig inzicht in te krijgen wordt er gebruik gemaakt van een diagnose-instrument. Indien in het traject toch blijkt dat de cliënt niet voldoende leerbaar is, zal hij op termijn bij een andere hulpverlenende instantie of in beschermingsbewindvoerder worden geplaatst.

Artikel 12. Agressie

Schuldhulpverlening kan worden beëindigd indien een cliënt of verzoeker zich misdraagt waarop het agressieprotocol sociaal domein van toepassing is. Welke regels er gelden, deze zijn vastgelegd in het agressie protocol sociaal domein (kenmerk 20.048591).

Artikel 13. Informatie verstrekken

De cliënt moet het college mededeling doen van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op de schuldhulpverlening of voor de uitvoering van de Wgs. Dit moet de cliënt doen als daar om wordt gevraagd, maar dit moet hij ook uit eigen beweging doen.

Tevens is de client verplicht het college de medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is voor de uitvoering van de schuldhulpverlening, waaronder in elk geval verstaan wordt:

  • a.

    Het tijdig doorgeven van alle feiten, omstandigheden en wijzigingen die van belang kunnen zijn voor de schuldhulpverlening, voor zover gegevens over deze feiten en omstandigheden niet door het college kunnen worden verkregen;

  • b.

    Het tijdig inleveren van noodzakelijke bewijsstukken, welke redelijkerwijs niet door de schuldhulpverlener zijn op te vragen;

  • c.

    Het maximaliseren van inkomsten en minimaliseren van de uitgaven;

  • d.

    Het inzetten van de afloscapaciteit en het vermogen voor het aflossen van schulden.

  • e.

    Tevens controleert de schuldhulpverlener eenmaal per jaar de situatie van de inwoner

Artikel 14. Rechten en plichten

De aanvrager dient een schuldregelingsovereenkomst (niet zijnde het plan van aanpak) te tekenen waarin de rechten en plichten met betrekking tot de betalings- of schuldregeling staan vermeld;

  • a.

    De vorm van de betalings- of schuldregeling wordt door het college bepaald;

  • b.

    Het college kan in ieder geval de volgende producten aanbieden om de klant te ondersteunen bij het aflossen van de schulden:

    • 1.

      betalingsregeling;

    • 2.

      schuldbemiddeling;

    • 3.

      saneringskrediet;

    • 4.

      financieel beheer;

    • 5.

      afgifte WSNP-verklaring;

  • c.

    Regeling van schulden vindt plaats conform de gedragscode opgesteld door de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK);

  • d.

    Het college bepaalt of ze zich borg stelt voor een saneringskrediet. Borgstelling kan worden verleend aan aanvragers.

    • 6.

      tabilisatie- ondersteuning

Artikel 15. Beëindiging schuldhulpverlening en/of betalings- of schuldregeling

In de volgende gevallen wordt de schuldhulpverlening en/of de betalings- of schuldregeling beëindigd:

  • a.

    Na het succesvol afsluiten van de schuldhulpverlening;

  • b.

    Op schriftelijk verzoek van de client;

  • c.

    Bij verhuizing uit de gemeente Rijswijk en/of uitschrijving uit de BRP of bij vertrek met onbekende bestemming. Indien een schuldregeling is opgezet kan deze bij een verhuizing worden voortgezet via de gemeente Rijswijk;

  • d.

    Het naar het oordeel van het college niet of in onvoldoende mate voldoen aan een of meerdere verplichtingen als genoemd in artikelen 9,10,11,12,13 en 14.

  • e.

    Als het college ervan overtuigd is dat ze zich voldoende heeft ingespannen om een klant te ondersteunen bij het oplossen en/of stabiliseren van zijn financiële situatie;

  • f.

    Bij overlijden van de client;

  • 2.

    In geval van de beëindiging van een betalings- of schuldregeling zal het college dit middels een beschikking meedelen.

Artikel 16. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien toepassing van deze beleidsregels leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 17. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang de dag na bekendmaking in Groot Rijswijk en op www.overheid.nl

Artikel 18. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels Schuldhulpverlening Rijswijk 2021.

TOELICHTING OP BELEIDSREGELS SCHULDHULPVERLENING

ALGEMEEN

Het college stelt zich ten doel om cliënten ondersteuning te bieden om problematische schuldsituaties structureel op te lossen en waar dit niet haalbaar is, zet ze zich in om de situatie beheersbaar te maken. De klant is en blijft zelf verantwoordelijk voor de eigen financiële situatie. De gemeente spant zich – onder voorwaarden – in om de verzoeker of aanvrager te ondersteunen in geval van een problematische schuldsituatie, maar neemt de verantwoordelijkheid niet over.

Met de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening sinds 2012 is de schuldhulpverlening een wettelijke taak van de gemeente. Op 1 januari 2021 is de Wgs herzien. Met de herziening wordt geen uitzondering meer gemaakt voor particulieren en zelfstandige ondernemer (natuurlijk persoon). Aan de Wgs wordt, in samenwerking met haar partners, invulling aan gegeven middels preventie, ondersteuning in het stabilisatieproces, schuldregelen, trajectbegeleiding en nazorg.

Schuldhulpverlening is het ondersteunend aanbod bij financiële problemen, wat kan bestaan uit advies, begeleiding, ondersteuning in de stabilisatiefase, of een betalings- of schuldregeling.

Een verzoeker kan gebruik maken van advies of begeleidende producten. Indien nodig, wordt de klant ondersteund om de situatie te stabiliseren. Om toegelaten te worden voor een regelend product (betalings- of schuldregeling) waarbij de schuldhulpverlener een betalingsvoorstel doet aan alle schuldeisers, dient de klant een melding of verzoek in te dienen bij het college. Met de herziening van de Wgs kunnen er weinig eisen of voorwaarden aan de inwoner worden gesteld. Dit om de uitvoering van de wet zo laagdrempelig mogelijk te maken en een inwoner te ontzorgen en stress weg te nemen. In de praktijk zijn echter de technische voorzieningen (landelijke informatiesystemen) om dit mogelijk te maken nog onvoldoende operationeel. Wij verwachten dat dit in de loop van 2021 wel beschikbaar zal komen. Wij beschouwen deze ambitie daarom als een groeimodel, waarbij wij de burger in de loop van het jaar steeds meer kunnen ontzorgen. Daarom zal in aanvang nog steeds gewerkt moeten worden met informatie- aanlevering vanuit de klant, waarop een aanvraag. Bij die aanvraag is de AWB van toepassing. (voldoende informatie om tot een beschikking op een aanvraag te kunnen komen

Maar een inwoner kan niet alleen een verzoek indienen. Ook kan de gemeente signalen ontvangen van vaste lasten partners over betalingsachterstanden. Omdat inmiddels bekend is dat er op het hebben van schulden grote schaamte staat en mensen met schulden zich pas melden na 5 jaar melden, wanneer schulden onnodig hoog zijn opgelopen. Om dit te voorkomen en betalingsachterstanden niet te laten uitgroeien tot problematische schulden, is in de herziende Wgs vroegsignalering opgenomen. Gemeenten ontvangen signalen van vaste lasten partners waarmee een convenant is gesloten. Hierdoor kunnen we vroegtijdig acteren en snel hulp bieden om erger te voorkomen.

Ten behoeve van een betalings- of schuldregeling wordt middels een berekening van de VTLB (vrij te laten bedrag) vastgesteld op welk deel van het inkomen er geen beslag kan worden gelegd. Deze rekenmethodiek is opgesteld door de Recofa (werkgroep van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak) en wordt landelijk toegepast. Indien er reeds een beslag is gelegd wordt dit berekend aan de hand van de Beslag Vrije voet.

Gedurende de schuldhulpverlening, van advies tot en met de betalings- of schuldregeling, wordt begeleiding geboden. Na de schuldhulpverlening biedt het college nog een jaar nazorg. Met deze begeleiding ondersteunt het college cliënten om uitval en recidive te voorkomen.

Voor zelfstandige ondernemers is ondersteuning momenteel beperkt. Vanuit de Wgs wordt er geen onderscheid meer gemaakt tussen natuurlijke personen zijnde een particulier of een natuurlijk persoon zijnde een ondernemer.

In deze beleidsregels is uitgewerkt hoe we vormgeven aan schuldhulpverlening in Rijswijk.

 

Art 2. Verzoek of signaal vroegsignalering

Voorheen moest een inwoner een formele aanvraag indienen bij het college volgens een vastgesteld aanvraagformulier. Dit is gewijzigd met de herziening. Een aanvraag is niet meer noodzakelijk. Een verzoek is voldoende.

Afhankelijk van de situatie zal de verzoeker geïnformeerd worden of er een gezamenlijk verzoek moet worden ingediend. Dit is bijvoorbeeld het geval als de aanvrager gehuwd is in gemeenschap van goederen. Het kan ook gelden als de verzoeker gehuwd is onder huwelijkse voorwaarden of samenwonend en er zijn bijvoorbeeld gezamenlijke schulden.

 

Art 3. Toegang

Voorheen konden gemeenten eisen stellen aan motivatie voor toegang tot de schuldhulpverlening. Dit is met de herziening niet meer mogelijk. Elke inwoner (ondernemer als natuurlijk persoon) heeft toegang tot schuldhulpverlening. Wel kunnen er voorwaarden in de beschikking worden gesteld.

 

Artikel 4. Identificatieplicht

Verzoekers, aanvragers en inwoners die hulp accepteren vanuit vroegsignalering, dienen te beschikken over een geldig paspoort of identiteitsbewijs (een rijbewijs voldoet niet) en eventueel een verblijfsvergunning waarmee aanspraak gemaakt kan worden op de sociale voorzieningen, en moeten ingeschreven staan in de BRP van de gemeente Rijswijk. In het geval een aanvrager een tijdelijke verblijfsvergunning heeft, dient deze op het moment van aanvraag in ieder geval nog 3,5 jaar geldig te zijn om voor een regelend product in aanmerking te komen. Dit omdat een schuldregeling een termijn kent van maximaal 3 jaar.

Verzoekers en aanvragers dienen te beschikken over een vaste woon- of verblijfplaats in de gemeente Rijswijk. Het woonadres dient juist en volledig in het BRP te zijn opgenomen. Onder de Wet BRP geldt het uitgangspunt dat van iedere ingezetene ofwel een woonadres, ofwel een briefadres wordt opgenomen. Het college van burgemeester en wethouders wordt bevoegd om ambtshalve een briefadres op te nemen indien het woonadres ontbreekt en door de betrokken ingezetene geen aangifte wordt gedaan van een briefadres. Dit betekent dat de zogeheten centrumgemeenten niet langer verantwoordelijk zijn voor schuldhulpverlening aan een ingezetene zonder adres.

 

Art. 5 Recidive

Het Financieel Servicepunt in de gemeente Rijswijk voert de schuldhulpverlening uit. De schuldhulpverlening maakt gebruik van een diagnose-instrument welke inzicht geven in de situatie van de inwoner, niet alleen op financieel gebied. Zodat een goede inschatting kan worden gemaakt of er andere ondersteuning noodzakelijk is. Indien er sprake is van recidive heeft de inwoner geen recht meer op een formele schuldenregeling of schuldsanering. Wel kan er inzet worden gedaan door coaches of buddy’s. Of bijvoorbeeld budgetbeheer worden ingezet.

 

Art 6 Fraude

Er wordt per inwoner gekeken wat de situatie is en maatwerk geleverd. Vanuit de expertise van de schuldhulpverlener. Meegenomen in de afweging wordt de mate van verwijtbaarheid, of schuldeisers hun medewerking verlenen. Er wordt voornamelijk gekeken naar wat er wel kan. Een bijvoorbeeld kan zijn dat de fraude vordering wordt bevroren en deze niet wordt meegenomen in de schuldenregeling.

 

Art 7 Zelfstandige ondernemers (natuurlijke personen)

Momenteel bestaat bij zelfstandigen de dienstverlening uit advisering en/of doorverwijzing. Bij zelfstandigen is sprake van een afwijkende situatie o.a. vanwege wisselende inkomsten, andere belastingregelingen en boekhoudkundige vereisten. Voor zelfstandigen is andere passende ondersteuning mogelijk bij de oplossing van problematische schulden. Deze groep kan bij de bank aankloppen voor extra krediet en anders kan er in een aantal gevallen bijstand worden aangevraagd op grond van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen. Daarnaast zal worden nagegaan in hoeverre het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) uitkomst kan bieden. Dit is een bijstandsregeling waarvoor voorwaarden voor toelating gelden. Ook kan de betreffende ondernemer een verzoek indienen voor schuldhulpverlening.

 

Artikel 9. Beschikking

Nadat de inwoner een verzoek heeft gedaan of dat er een signaal is binnen gekomen en de inwoner hulp heeft geaccepteerd en er geen snelle oplossing mogelijk is. Wordt de schuld opgepakt door de schuldhulpverleners. Het college moet binnen 8 weken een beschikking hebben afgegeven en een plan van aanpak hebben voor de schulden en de afspraken in een beschikking te hebben opgenomen. Het plan van aanpak maakt onderdeel uit van de beschikking. In de beschikking kunnen aanvullende voorwaarden worden gesteld, zoals bijvoorbeeld het uitbreiden inkomen, niet maken van nieuwe schulden etc.

 

Artikel 13. Informatieverstrekking

Bij een verzoek voor schuldhulpverlening dient de verzoeker volledig medewerking te geven in zijn (financiële) situatie. De actieve informatieplicht vanuit de verzoeker is gewijzigd met de herziening van de Wgs. De schuldhulpverlener moet actief informatie opvragen over de financiële situatie. Dit doet hij door het raadplegen van de bronnen genoemd in de tabel opgenomen artikel 2 van de Memorie van Toelichting van de Wgs. Dit is gewijzigd omdat de verzoeker vaak zelf niet meer wist welke schulden hij heeft en wat er aangeleverd moest worden. Dit kostte veel tijd en stress, waardoor schulden verder opliepen. Een inwoner met schulden gaat al gebukt onder veel stress en hebben hierdoor minder mentale ruimte, het verzamelen van alle gegevens zorgde in het verleden voor nog meer stress.

Indien de schuldhulpverlener redelijkerwijs bepaalde gegevens niet kan raadplegen moet de verzoeker deze verstrekken. De verzoeker of aanvrager dient zich aan de gemaakte afspraken te houden. Hierbij kan men denken aan de opgelegde verplichting van het deelnemen aan een budgetcursus of het verkopen van de auto. Wanneer een verzoeker of aanvrager tot twee keer toe niet op een afspraak verschijnt zonder zich af te melden, kan dit tot consequenties leiden. Bij het niet nakomen van de gemaakte afspraken kan dit een tijdelijke uitsluiting van schuldhulpverlening tot gevolg hebben. Wanneer de verzoeker of aanvrager een WWB-uitkering heeft en de schuldhulpverlening onderdeel van het re-integratietraject uitmaakt en de klant de afspraken niet nakomt, stelt het college vast of afstemming van de uitkering dient plaats te vinden.

De verzoeker of aanvrager is verplicht zich aantoonbaar in te spannen om het geheel of een zo groot mogelijk deel van de schulden af te lossen.

Om de vrij te laten bedrag (Vtlb) te kunnen berekenen en een betrouwbaar voorstel aan de schuldeiser(s) te kunnen doen, is een stabiel inkomen van minimaal de voor die persoon van toepassing zijnde bijstandsnorm vereist.

De schuldhulpverlener treedt op als bemiddelaar tussen de schuldenaar en de schuldeiser(s). Het is in beider belang dat de belangen van alle partijen worden meegewogen. Daarom is het noodzakelijk dat de aanvrager beschikt over een stabiele woon-, leef- en/of inkomenssituatie. Aanvragers of verzoekers bij wie de echtscheiding nog niet is uitgesproken, of die een partner hebben die geen geldig verblijfsdocument heeft, hebben geen stabiele woon-, leef- en/of inkomenssituatie. Het risico op bijvoorbeeld nieuwe schulden of uitval is dan te groot. De schuldeiser, en ook de aanvrager, is daar niet mee geholpen. Indien nodig wordt de klant ondersteund in de stabilisatiefase. Bij ongehuwde partners wordt per situatie onderzocht hoe de schulden geregeld kunnen worden.

Om problemen bij de oorzaak aan te pakken, vragen we van onze klanten dat ze actief aan de slag gaan met het aanpakken van de achterliggende oorzaak van hun financiële problematiek. Hiermee borgen we het beoogde duurzame karakter van onze dienstverlening. De uitvoering van schuldhulpverlening wordt gedaan door medewerkers van het Financieel Service Punt. Zij werken met een diagnose-instrument, welke inzicht geeft in de situatie van de inwoner en welke dienstverlening/ondersteuning noodzakelijk is om ervoor te zorgen dat de inwoner zo goed mogelijk duurzaam geholpen wordt.

 

Artikel 14. Rechten en plichten

Zowel voor de gemeente als voor de aanvrager zijn een aantal rechten en plichten van toepassing. Die worden opgenomen in de beschikking, het plan van aanpak en de schuldregelingsovereenkomst. Bij het niet nakomen van de afspraken in de schuldregelingsovereenkomst kan dit tot voortijdige beëindiging van de regeling leiden.

Het college bepaalt op basis van de situatie, mogelijkheden en capaciteiten van de aanvrager welke vorm van schuldregelen aangeboden wordt. De looptijd van een regeling gaat in vanaf het moment dat voor de eerste keer de volledig berekende afloscapaciteit wordt gereserveerd.

Er wordt een schuldenregelingsovereenkomst opgesteld en ondertekend. De schuldbemiddeling overeenkomst is een overeenkomst tussen schuldenaar en schuldeiser(s) waarin wordt afgesproken dat de totale schuldenlast gedeeltelijk wordt terugbetaald, in termijnen, naar draagkracht en tegen finale kwijting.

Een betalings- of schuldregeling kan in verschillende vormen worden ingevuld:

  • -

    Betalingsregeling: de schuld wordt volledig afgelost. Soms zijn aanvragers in staat om binnen 36 maanden hun schulden af te betalen maar hebben ze hulp nodig bij het realiseren van de betalingsafspraken. Er zijn ook situaties denkbaar waarbij een schuldregeling niet mogelijk is (zoals mogelijk bij een boete of een fraudevordering). De aanvrager kan geholpen worden bij het treffen van haalbare betalingsafspraken, waarbij een looptijd langer dan 36 maanden tot de mogelijkheden behoort.

  • -

    Schuldbemiddeling: duurt in principe drie jaar. Indien de schulden niet binnen deze periode volledig kunnen worden afgelost, wordt vooraf met de schuldeisers onderhandeld en verzocht het restant kwijt te schelden tegen finale kwijting;

  • -

    Saneringskrediet: door middel van een door de schuld regelende instelling te verstrekken krediet worden de schulden van de aanvrager geheel of gedeeltelijk tegen finale kwijting voldaan. De aanvrager betaalt maandelijks de lening terug aan de kredietverstrekker, de looptijd van het krediet is 36 maanden;

  • -

    Financieel beheer: dit is een verplicht onderdeel van een schuldregeling waarbij de afloscapaciteit wordt veiliggesteld. Het kan ook worden verplicht in geval van een betalingsregeling. De aanvrager dient daartoe een overeenkomst met daarin alle verplichtingen en afspraken te ondertekenen. Beëindiging van het financieel beheer is verbonden aan de, eventueel voortijdige, beëindiging van het bijbehorende aanbod;

  • -

    WSNP: indien een minnelijke schuldregeling niet slaagt, geeft het college een WSNP-verklaring af. De klant kan met een WSNP-verklaring bij de rechtbank een wettelijke regeling aanvragen. Deze regeling duurt minimaal 12 en maximaal 60 maanden, maar doorgaans geldt een termijn van 36 maanden. Na deze periode is de klant schuldenvrij. Een belangrijk verschil tussen een minnelijk en wettelijk traject is dat schuldeisers bij een minnelijk traject op vrijwillige basis meewerken en bij de WSNP daartoe verplicht zijn.

Bij het opzetten van een schuldregeling werkt de schuldhulpverlener conform de gedragscode van de NVVK. Dat betekent dat zowel de klant als de schuldeiser ervan verzekerd is dat diens belangen behartigd zijn.

 

Artikel 15. Beëindiging schuldhulpverlening en/of betalings- of schuldregeling

Bij een verhuizing uit de gemeente Rijswijk zal de schuldhulpverlening worden beëindigd. De klant kan een verzoek tot schuldhulpverlening indienen bij het college van de nieuwe woongemeente. Indien de schuldregeling getroffen is en loopt, kan deze op verzoek van de klant in Rijswijk worden voortgezet. Het college bepaalt of aan dit verzoek tegemoet wordt gekomen. Zo ja, dan blijven deze beleidsregels van toepassing op de regeling.

Het kan voorkomen dat gezien de situatie, vaardigheden en mogelijkheden van de verzoeker en/of aanvrager een schuldenvrije toekomst niet tot de mogelijkheden behoort. Het staat de gemeente in die situaties vrij de schuldhulpverlening te beëindigen. Daarbij zal ze zich inspannen om te komen tot een acceptabele situatie, waarbij andere professionals, vrijwilligers of particulieren de inwoner verder ondersteunen.